(Music)
(Muziek)
(Applause)
(Applaus)
Thank you for being here. And I say "thank you for being here" because I was silent for 17 years. And the first words that I spoke were in Washington, D.C., on the 20th anniversary of Earth Day. And my family and friends had gathered there to hear me speak. And I said, "Thank you for being here." My mother, out in the audience, she jumped up, "Hallelujah, Johnny’s talking!"
Bedankt voor jullie komst. Ik zeg dat, omdat ik 17 jaar lang heb gezwegen. De eerste woorden daarna sprak ik in Washington DC, op de 20ste Dag van de Aarde. Mijn familie en vrienden waren gekomen om me te horen spreken. En ik zei, "Bedankt voor jullie komst." Mijn moeder, die in het publiek zat, sprong op, "Hallelujah, Johnny praat weer!"
(Laughter)
(Gelach)
Imagine if you were quiet for 17 years and your mother was out in the audience, say. My dad said to me, "That’s one" -- I’ll explain that. But I turned around because I didn’t recognize where my voice was coming from. I hadn’t heard my voice in 17 years, so I turned around and I looked and I said, "God, who's saying what I’m thinking?" And then I realized it was me, you know, and I kind of laughed. And I could see my father: "Yeah, he really is crazy." Well, I want to take you on this journey. And the journey, I believe, is a metaphor for all of our journeys. Even though this one is kind of unusual, I want you to think about your own journey.
Denk je eens in dat je 17 jaar hebt gezwegen en je moeder zat daar in het publiek. Mijn vader zei tegen me, "Dat is één"-- ik zal dat nog uitleggen. Maar ik draaide me om, want ik wist niet waar mijn stem vandaan kwam. Ik had mijn stem in geen 17 jaar gehoord. Dus keek ik zoekend om en ik zei, "Mijn God, wie zegt daar wat ik denk?" Toen realiseerde ik me dat ik het zelf was en ik moest een beetje lachen. Ik zag mijn vader denken -- "Ja hoor, hij is beslist gek." Zo, dan wil ik jullie nu meenemen op mijn reis. Een reis die volgens mij een metafoor is voor al onze reizen. En dus, hoewel deze vrij ongewoon is, moeten jullie eens nadenken over je eigen reis.
My journey began in 1971 when I witnessed two oil tankers collide beneath the Golden Gate, and a half a million gallons of oil spilled into the bay. It disturbed me so much that I decided that I was going to give up riding and driving in motorized vehicles. That’s a big thing in California. And it was a big thing in my little community of Point Reyes Station in Inverness, California, because there were only about 350 people there in the winter – this was back in '71 now. And so when I came in and I started walking around, people -- they just knew what was going on. And people would drive up next to me and say, "John, what are you doing?" And I’d say, "Well, I’m walking for the environment." And they said, "No, you’re walking to make us look bad, right? You’re walking to make us feel bad." And maybe there was some truth to that, because I thought that if I started walking, everyone would follow. Because of the oil, everybody talked about the polllution. And so I argued with people about that, I argued and I argued. I called my parents up. I said, "I’ve given up riding and driving in cars." My dad said, "Why didn’t you do that when you were 16?"
Mijn reis begon in 1971, toen ik zag hoe twee olietankers op elkaar botsten onder de Golden Gate brug en meer dan 2 miljoen liter olie de baai vervuilde. Het verontrustte me zo erg, dat ik besloot om me niet langer te verplaatsen in gemotoriseerde voertuigen. Daarmee val je wel op in Californië. Dus ook in het plaatsje waar ik woonde, Point Reyes Station, in Inverness, Californië, want er woonden daar 's winters misschien maar 350 mensen - ik heb 't nu wel over 1971. Dus toen ik daar begon rond te wandelen -- de mensen wisten precies wat er speelde -- kwamen ze naast me rijden en zeiden, "John, waar ben jìj mee bezig?" En ik zei; "Nou, ik loop voor het milieu." En zij zeiden, "Nee, je doet 't om ons zwart te maken, hè? Om ons een schuldgevoel te geven." Misschien was dat ook wel 'n beetje waar, want ik dacht dat als ik ging lopen, iedereen mijn voorbeeld wel zou volgen, Vanwege de olie had iedereen het over de vervuiling. Dus was ik daarover eindeloos in discussie met mensen. Ik belde mijn ouders op. Ik zei, "Ik rijd niet langer in auto's." Mijn vader zei, "Waarom heb je dat niet op je 16de gedaan?"
(Laughter)
(Gelach)
I didn’t know about the environment then. They’re back in Philadelphia. And so I told my mother, "I’m happy though, I’m really happy." She said, "If you were happy, son, you wouldn’t have to say it." Mothers are like that.
Toen had ik nog geen idee van het milieu. Zij woonden in Philadelphia. Ik zei tegen mijn moeder, ''En toch ben ik echt gelukkig, hoor." Ze zei, "Jongen, als je zo gelukkig was zou je 't niet hoeven zeggen." Zo zijn moeders.
And so, on my 27th birthday I decided, because I argued so much and I talk so much, that I was going to stop speaking for just one day -- one day -- to give it a rest. And so I did. I got up in the morning and I didn’t say a word. And I have to tell you, it was a very moving experience, because for the first time, I began listening -- in a long time. And what I heard, it kind of disturbed me. Because what I used to do, when I thought I was listening, was I would listen just enough to hear what people had to say and think that I could -- I knew what they were going to say, and so I stopped listening. And in my mind, I just kind of raced ahead and thought of what I was going to say back, while they were still finishing up. And then I would launch in. Well, that just ended communication.
Toen besloot ik op mijn 27ste verjaardag, omdat ik zoveel bezig was met discussiëren en praten, dat ik voor één enkele dag zou stoppen met spreken, een adempauze in te lassen. Dus dat deed ik. Ik stond 's morgens op en zei geen woord. Ik moet je zeggen, dat was een zeer ontroerende ervaring, want voor 't eerst sinds lange tijd begon ik te luisteren. Wat ik hoorde maakte me nogal in de war. Want wat ik altijd deed, als ik dacht dat ik luisterde, was dat ik net genoeg luisterde om te horen wat mensen te zeggen hadden en omdat ik dacht te weten wat ze gingen zeggen, hield ik dus op met luisteren. In mijn hoofd holde ik als het ware vooruit en was al bezig met wat ik terug zou gaan zeggen, terwijl zij nog aan het afronden waren. Dan stak ik van wal. Nou, dat was dan het einde van de communicatie.
So on this first day I actually listened. And it was very sad for me, because I realized that for those many years I had not been learning. I was 27. I thought I knew everything. I didn’t. And so I decided I’d better do this for another day, and another day, and another day until finally, I promised myself for a year I would keep quiet because I started learning more and more and I needed to learn more. So for a year I said I would keep quiet, and then on my birthday I would reassess what I had learned and maybe I would talk again. Well, that lasted 17 years.
Dus op deze eerste dag luisterde ik zowaar en ik werd er heel verdrietig van, want ik begreep dat ik in heel veel jaren niet had bijgeleerd. Ik was 27. Ik dacht dat ik alles wist. Dus niet. Dus besloot ik het nog maar een dag te doen en nog een dag en nog een dag, tot ik mezelf uiteindelijk beloofde om een jaar lang te zwijgen, want ik begon steeds meer te leren en ik moest nòg meer leren. Dus zei ik dat ik een jaar lang zou zwijgen en dan, op mijn verjaardag, zou overzien wat ik had geleerd en misschien weer zou gaan praten. Nou, dat duurde dus 17 jaar.
Now during that time -- those 17 years -- I walked and I played the banjo and I painted and I wrote in my journal, and I tried to study the environment by reading books. And I decided that I was going to go to school. So I did. I walked up to Ashland, Oregon, where they were offering an environmental studies degree. It’s only 500 miles. And I went into the Registrar’s office and -- "What, what, what?" I had a newspaper clipping. "Oh, so you really want to go to school here? You don’t …? We have a special program for you." They did. And in those two years, I graduated with my first degree -- a bachelor’s degree. And my father came out, he was so proud. He said, "Listen, we’re really proud of you son, but what are you going to do with a bachelor’s degree? You don’t ride in cars, you don’t talk -- you’re going to have to do those things."
In die 17 jaar liep ik en speelde banjo, ik schilderde en hield mijn dagboek bij en ik probeerde het milieu te bestuderen door het lezen van boeken. En ik besloot om naar school te gaan. Dus dat deed ik. Ik liep naar Ashland in Oregon, waar je een graad in milieuwetenschappen kon halen. Dat is maar zo'n 800 kilometer. En ik liep het registratie-bureau binnen en... Wat, wat, wat? Ik had een krantenknipsel bij me. Oh, dus je wilt hier echt naar school gaan? Wil je niet...? We hebben een speciaal programma voor je. Dat was zo. In twee jaar haalde ik mijn eerste graad -- een bachelor's. Mijn vader kwam ervoor over, hij was zo trots. Hij zei, "Hoor eens jongen, we zijn echt trots op je, maar wat moet je met een bachelor's graad? Je rijdt geen auto, je praat niet, die dingen moet je toch gaan doen."
(Laughter)
(Gelach)
I hunched my shoulder, I picked my backpack up again and I started walking. I walked all the way up to Port Townsend, Washington, where I built a wooden boat, rode it across Puget Sound and walked across Washington [to] Idaho and down to Missoula, Montana. I had written the University of Montana two years earlier and said I'd like to go to school there. I said I'd be there in about two years.
Ik kromde mijn schouders, nam mijn rugzak weer op en ik begon te lopen. Ik liep het hele eind naar Port Townsend in Washington, bouwde er een houten boot en roeide ermee de Puget Sound over. Liep door Washington, Idaho en zuidelijk naar Missoula in Montana. Twee jaar daarvoor had ik de Universiteit van Montana geschreven dat ik daar graag naar school wilde gaan. Ik zei dat ik er over ongeveer twee jaar zou zijn.
(Laughter)
(Gelach)
And I was there. I showed up in two years and they -- I tell this story because they really helped me. There are two stories in Montana. The first story is I didn’t have any money -- that’s a sign I used a lot. And they said,"Don't worry about that." The director of the program said, "Come back tomorrow." He gave me 150 dollars, and he said, "Register for one credit. You’re going to go to South America, aren’t you?" And I said -- Rivers and lakes, the hydrological systems, South America. So I did that. He came back; he said to me, "OK John, now that you've registered for that one credit, you can have a key to an office, you can matriculate -- you’re matriculating, so you can use the library. And what we’re going to do is, we’re going to have all of the professors allow you to go to class. They’re going to save your grade, and when we figure out how to get you the rest of the money, then you can register for that class and they’ll give you the grade." Wow, they don’t do that in graduate schools, I don’t think. But I use that story because they really wanted to help me. They saw that I was really interested in the environment, and they really wanted to help me along the way.
En ik was er. Twee jaar later stond ik op de stoep. Ik vertel dit verhaal, omdat ze me echt hebben geholpen. Er speelden twee zaken in Montana. De eerste is dat ik geen geld had -- dat is een gebaar dat ik vaak maakte. Ze zeiden: "Maak je daar niet druk over." De programmaleider zei: "Kom morgen maar terug." Hij gaf me 150 dollar en zei: "Schrijf je in voor één vak. Je bent toch van plan naar Zuid-Amerika te gaan?" En ik zei -- Rivieren en meren, de hydrologische systemen, Zuid-Amerika. Dus dat deed ik. Hij kwam weer terug en zei tegen me, "OK John, nu je je hebt ingeschreven voor dat ene vak krijg je de sleutel van een kantoor. Je bent toegelaten als student dus kun je de bibliotheek gebruiken. We gaan zorgen dat alle professoren je hun lessen gaan laten bijwonen, ze gaan je graad voor je vasthouden en als we hebben bedacht hoe we je de rest van het geld kunnen bezorgen, kun je je inschrijven voor dat vak en krijg je je graad." Wow, dat doen ze normaal niet op universiteiten, geloof ik. Maar ik haal dit verhaal aan, omdat ze me echt wilden helpen. Ze zagen dat het milieu me echt interesseerde en ze wilden me daarin graag op weg helpen.
And during that time, I actually taught classes without speaking. I had 13 students when I first walked into the class. I explained, with a friend who could interpret my sign language, that I was John Francis, I was walking around the world, I didn’t talk and this was the last time this person’s going to be here interpreting for me. All the students sat around and they went ...
Tijdens mijn studie gaf ik zowaar zelf les, zonder te spreken. Er zaten 13 studenten toen ik voor het eerst de klas in kwam en samen met een vriend, die mijn gebaren in woorden vertaalde, legde ik uit dat ik John Francis was, dat ik over de wereld liep, dat ik niet sprak en dat dit de laatste keer was dat deze persoon hier zou zijn om voor mij te vertalen. De hele kring studenten om mij heen deed...
(Laughter)
(Gelach)
I could see they were looking for the schedule, to see when they could get out. They had to take that class with me. Two weeks later, everyone was trying to get into our class.
Ik zag dat ze naar hun rooster zochten om te kijken wanneer ze weg konden. Ze waren verplicht mijn les te volgen. Twee weken later probeerden ze allemaal in onze klas te komen.
And I learned in that class -- because I would do things like this ... and they were all gathered around, going, "What's he trying to say?" "I don't know, I think he's talking about clear cutting." "Yeah, clear cutting." "No, no, no, that's not clear cutting, that’s -- he's using a handsaw." "Well, you can’t clearcut with a ..." "Yes, you can clear cut ..." "No, I think he’s talking about selective forestry." Now this was a discussion class and we were having a discussion. I just backed out of that, you know, and I just kind of kept the fists from flying. But what I learned was that sometimes I would make a sign and they said things that I absolutely did not mean, but I should have. And so what came to me is, if you were a teacher and you were teaching, if you weren’t learning you probably weren’t teaching very well. And so I went on.
In die klas heb ik geleerd -- omdat ik bij voorbeeld zo iets deed... en dan stonden ze allemaal om me heen en zeiden, "Wat bedoelt hij nou?" "Ik weet 't niet. Ik geloof dat hij 't over boskappen heeft. Ja, kappen." "Nee, dat is geen kappen, hij gebruikt een zaag. "Maar je kunt toch niet kappen met een..." "Jawel, dat kan wel..." "Nee, ik denk dat hij het heeft over selectieve bosbouw." Dit was dus een discussie-les en we hadden een discussie. Ik bleef daar buiten en zorgde alleen dat ze elkaar niet de hersens insloegen. Maar wat ik ervan leerde was dat ik soms een gebaar maakte en dat zij dan dingen zeiden die ik absoluut niet bedoelde, maar wel had moèten bedoelen. Dus maakte ik eruit op dat als je leraar bent en je geeft wel les, maar je steekt er zelf niets van op, dat je dan waarschijnlijk niet zo goed hebt lesgegeven. En dus ging ik door.
My dad came out to see me graduate and, you know, I did the deal, and my father said, "We’re really proud of you son, but ... " You know what went on, he said, "You’ve got to start riding and driving and start talking. What are you going to do with a master’s degree?" I hunched my shoulder, I got my backpack and I went on to the University of Wisconsin.
Mijn vader kwam over voor mijn afstuderen, dat ging volgens het boekje en mijn vader zei, "We zijn echt trots op je, jongen, maar..." Hoe het verder ging weten jullie. Hij zei, "Je moet weer gaan autorijden en praten. Wat heb je anders aan een master's graad?" Ik kromde mijn schouders, pakte mijn rugzak en vertrok naar de Universiteit van Wisconsin.
I spent two years there writing on oil spills. No one was interested in oil spills. But something happened -- Exxon Valdez. And I was the only one in the United States writing on oil spills. My dad came out again. He said, "I don't know how you do this, son -- I mean, you don't ride in cars, you don’t talk. My sister said maybe I should leave you alone, because you seem to be doing a lot better when you’re not saying anything."
Daar schreef ik twee jaar lang over olievervuiling. Niemand had daar interesse in. Maar toen gebeurde er iets -- Exxon Valdez. En ik was de enige in de V.S. die schreef over olievervuiling. Mijn vader kwam weer over. Hij zei, "Ik weet niet hoe je 't voor elkaar krijgt, jongen. Ik bedoel, je rijdt geen auto, je praat niet. Mijn zuster zei dat ik je misschien beter met rust kan laten, want je schijnt veel meer te bereiken wanneer je niets zegt."
(Laughter)
(Gelach)
Well, I put on my backpack again. I put my banjo on and I walked all the way to the East Coast, put my foot in the Atlantic Ocean -- it was seven years and one day it took me to walk across the United States.
En zo pakte ik mijn rugzak en mijn banjo weer op, liep het hele eind naar de Oostkust en stond in de Atlantische Oceaan. Het kostte me zeven jaar en een dag om de V.S. te voet te doorkruisen.
And on Earth Day, 1990 -- the 20th anniversary of Earth Day -- that’s when I began to speak. And that’s why I said, "Thank you for being here." Because it's sort of like that tree in the forest falling; and if there's no one there to hear, does it really make a sound? And I’m thanking you, and I'm thanking my family because they had come to hear me speak. And that’s communication. And they also taught me about listening -- that they listened to me. And it’s one of those things that came out of the silence, the listening to each other. Really, very important -- we need to listen to each other. Well, my journey kept going on. My dad said, "That’s one," and I still didn’t let that go.
De twintigste Dag van de Aarde, in 1990, was de dag dat ik begon te spreken. Daarom zei ik aan het begin, "Bedankt voor jullie komst." Want het is ongeveer als met die boom die omvalt in het bos, als er niemand is om het te horen -- maakt dat dan eigenlijk geluid? En ik bedank jullie en ik bedank mijn familie, want zij moesten naar me toe komen om me te horen spreken. Dat is communicatie. Ze leerden me ook wat luisteren is -- door naar mij te luisteren. Dat is een van die dingen die uit de stilte tevoorschijn kwamen, het naar elkaar luisteren. Echt, heel belangrijk -- we moeten naar elkaar luisteren. En zo ging mijn reis weer door. Mijn vader zei: "Dat is een" en ik hield dat nog steeds vast.
I worked for the Coastguard, was made a U.N. Goodwill Ambassador. I wrote regulations for the United States -- I mean, I wrote oil spill regulations. 20 years ago, if someone had said to me, "John, do you really want to make a difference?" "Yeah, I want to make a difference." He said, "You just start walking east; get out of your car and just start walking east." And as I walked off a little bit, they'd say, "Yeah, and shut up, too."
Ik werkte voor de Kustwacht en werd benoemd tot Goodwill Ambassadeur van de V.N. Ik schreef reglementen voor de V.S. -- Ik bedoel, reglementen voor de olievervuiling. Als iemand 20 jaar geleden tegen me had gezegd, "John, wil jij werkelijk een verschil maken?" "Ja, ik wil een verschil maken." "Begin dan maar met naar het Oosten te lopen, stap uit je auto en loop gewoon de kant van het Oosten op." Terwijl ik begon te lopen: "Oh ja, en hou ook gelijk maar je mond dicht.
(Laughter)
(Gelach)
"You’re going to make a difference, buddy." How could that be, how could that be? How could doing such a simple thing like walking and not talking make a difference?
Daar ga jij een verschil mee maken, vriend." Hoe zou dat nou toch kunnen? Hoe zou je met zoiets simpels als lopen en niet praten een verschil kunnen maken?
Well, my time at the Coast Guard was a really good time. And after that -- I only worked one year -- I said, "That's enough. One year's enough for me to do that." I got on a sailboat and I sailed down to the Caribbean, and walked through all of the islands, and to Venezuela. And you know, I forgot the most important thing, which is why I started talking, which I have to tell you. I started talking because I had studied environment. I’d studied environment at this formal level, but there was this informal level. And the informal level -- I learned about people, and what we do and how we are. And environment changed from just being about trees and birds and endangered species to being about how we treated each other. Because if we are the environment, then all we need to do is look around us and see how we treat ourselves and how we treat each other. And so that’s the message that I had. And I said, "Well, I'm going to have to spread that message." And I got in my sailboat, sailed all the way through the Caribbean -- it wasn't really my sailboat, I kind of worked on that boat -- got to Venezuela and I started walking.
Nou, bij de Kustwacht had ik echt een fijne tijd. Daarna -- ik werkte er maar een jaar -- zei ik: "Zo is het genoeg, een jaar is genoeg voor mij." Ik ging aan boord van een zeilboot, zeilde naar de Carriben en liep over alle eilanden en naar Venezuela. Ik vergeet jullie nog het belangrijkste te vertellen, namelijk: waarom ik weer begon te praten. Ik begon te praten omdat ik milieukunde had gestudeerd op een formeel niveau, maar er was ook een informeel niveau. Op dat informele niveau leerde ik over mensen, over wat we doen en hoe we zijn. Het milieu ging niet meer alleen over bomen en vogels en bedreigde diersoorten, maar over onze omgang met elkaar. Want als we zelf het milieu zijn, dan hoeven we alleen maar om ons heen te kijken om te zien hoe we met onszelf en elkaar omgaan. Dat is de boodschap die ik had. En ik zei, "Die zal ik moeten verspreiden." Ik stapte in mijn zeilboot, zeilde 't hele eind door de Carriben -- het was niet echt mijn boot, ik deed wat werk aan boord -- kwam aan in Venezuela en begon te lopen.
This is the last part of this story, because it’s how I got here, because I still didn't ride in motorized vehicles. I was walking through El Dorado -- it's a prison town, famous prison, or infamous prison -- in Venezuela, and I don’t know what possessed me, because this was not like me. There I am, walking past the guard gate and the guard stops and says, "Pasaporte, pasaporte," and with an M16 pointed at me. And I looked at him and I said, "Passport, huh? I don't need to show you my passport. It’s in the back of my pack. I'm Dr. Francis; I'm a U.N. Ambassador and I'm walking around the world." And I started walking off. What possessed me to say this thing? The road turned into the jungle. I didn’t get shot. And I got to -- I start saying, "Free at last -- thank God Almighty, I’m free at last." "What was that about," I’m saying. What was that about?
Dit is het laatste deel van dit verhaal, want zo ben ik hier gekomen, omdat ik nog steeds niet reed in gemotoriseerde voertuigen. Ik liep door El Dorado -- een stad met een bekende gevangenis, of een beruchte gevangenis -- in Venezuela en ik weet niet wat me bezielde, want dit was niets voor mij. Ik loop voorbij de wachtpoort en de bewaker houdt me aan en zegt, "Pasaporte, pasaporte," en met een M16 op me gericht. Ik kijk hem aan en zeg: "Paspoort? huh, ik hoef u mijn paspoort niet te laten zien, het zit achter in mijn rugzak. "Ik ben Dr. Francis, ik ben V.N. Ambassadeur en ik loop de wereld rond." En ik liep door. Wat bezielde me om dat te zeggen? De weg draaide de jungle in. Ik werd niet neergeschoten. Ik zei tegen mezelf: eindelijk vrij, Godzijdank, eindelijk ben ik vrij. Wat was dit nou, vroeg ik me af, waar ging dit over?
It took me 100 miles to figure out that, in my heart, in me, I had become a prisoner. I was a prisoner and I needed to escape. The prison that I was in was the fact that I did not drive or use motorized vehicles. Now how could that be? Because when I started, it seemed very appropriate to me not to use motorized vehicles. But the thing that was different was that every birthday, I asked myself about silence, but I never asked myself about my decision to just use my feet. I had no idea I was going to become a U.N. Ambassador. I had no idea I would have a Ph.D.
Ik had er 160 kilometer voor nodig om er achter te komen dat ik, diep in mijn hart, een gevangene was geworden. Ik was een gevangene en ik moest ontsnappen. Mijn gevangenis was het feit dat ik geen auto reed of gebruik maakte van gemotoriseerde voertuigen. Hoe was dat nou mogelijk? In het begin leek het heel logisch om geen gemotoriseerde voertuigen te gebruiken. Maar wat er anders aan was, was dat ik op mijn verjaardag altijd vraagtekens zette bij mijn zwijgen, maar nooit bij mijn besluit om alles lopend te doen. Ik had geen idee dat ik ambassadeur van de V.N. zou worden. Ik had geen idee dat ik een doctorstitel zou halen.
And so I realized that I had a responsibility to more than just me, and that I was going to have to change. You know, we can do it. I was going to have to change. And I was afraid to change, because I was so used to the guy who only just walked. I was so used to that person that I didn’t want to stop. I didn’t know who I would be if I changed. But I know I needed to. I know I needed to change, because it would be the only way that I could be here today. And I know that a lot of times we find ourselves in this wonderful place where we’ve gotten to, but there’s another place for us to go. And we kind of have to leave behind the security of who we’ve become, and go to the place of who we are becoming. And so, I want to encourage you to go to that next place, to let yourself out of any prison that you might find yourself in, as comfortable as it may be, because we have to do something now. We have to change now. As our former Vice President said, we have to become activists. So if my voice can touch you, if my actions can touch you, if my being here can touch you, please let it be. And I know that all of you have touched me while I’ve been here.
Dus realiseerde ik me dat mijn verantwoordelijkheid niet alleen mezelf betrof en dat ik zou moeten veranderen. Je weet wel: we kunnen het! Ik zou moeten veranderen en ik was er bang voor, want ik was zo gewend aan die vent die alleen maar liep. Ik was zo gewend aan die persoon dat ik er niet mee wilde stoppen. Ik wist niet wie ik zou zijn als ik veranderde. Maar ik wist dat het moest. Ik wist dat ik moest veranderen, want het zou de enige manier zijn om vandaag hier te kunnen zijn. Ik weet dat we onszelf heel vaak op een prachtige plek terecht zien komen, terwijl een andere plek op ons wacht. We moeten de veiligheid loslaten van wie we zijn geworden en op weg gaan naar wie we gaan worden. Ik wil jullie aanmoedigen om naar die volgende plek te gaan. om jezelf te bevrijden uit elke gevangenis waarin je wellicht zit, hoe comfortabel die ook is, want we moeten nu iets doen. We moeten nu veranderen. Zoals onze vroegere vice-president zei, we moeten activisten worden. Dus als mijn stem je iets doet, als mij acties iets met je doen, als mijn aanwezigheid hier je raakt, doe er dan iets mee. Ik weet dat jullie allen mij hebben geraakt terwijl ik hier was.
So, let’s go out into the world and take this caring, this love, this respect that we’ve shown each other right here at TED, and take this out into the world. Because we are the environment, and how we treat each other is really how we’re going to treat the environment. So I want to thank you for being here and I want to end this in five seconds of silence.
Dus, laten we de wereld intrekken en deze betrokkenheid, deze liefde, dit respect dat we elkaar hebben laten zien hier bij TED, uitdragen in de wereld. Want wij zijn het milieu en hoe we met elkaar omgaan is eigenlijk hoe we met het milieu zullen omgaan. Dus wil ik jullie bedanken voor je aanwezigheid en eindigen met vijf seconden stilte.
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)