In 1969, Dr. Donald Goodwin gathered a group of study participants and asked them each to recall the object he'd shown them two minutes prior. The twist? All the participants were very intoxicated. Despite this, most could pay attention to the task and correctly name the toy they had just seen. Yet, when Donald asked them to recall that object a mere 30 minutes later, half the participants drew a blank, having “blacked out” the earlier moment entirely.
In 1969 bracht dokter Donald Goodwin een groep studiedeelnemers bij elkaar en vroeg hen om zich een voorwerp te herinneren dat hij kort ervoor toonde. De twist? Alle deelnemers waren heel erg dronken. Toch konden de meesten hun aandacht bij de taak houden en correct het speelgoed benoemen dat ze zojuist zagen. Maar toen Donald hen amper 30 minuten later vroeg om zich het voorwerp voor de geest te halen, kon de helft zich niets meer herinneren, omdat ze dat eerdere moment volledig ‘verduisterd’ hadden.
This study illustrates the strange and somewhat selective effects alcohol has on the brain. Many intoxicated people can perform complex tasks like holding a detailed conversation or navigating a walk home. Yet for those experiencing what is known as a blackout, the memory of these events is quickly forgotten. So how does alcohol cause these memory lapses?
Deze studie illustreert de vreemde en enigszins selectieve effecten die alcohol heeft op de hersenen. Veel dronken mensen kunnen complexe taken uitvoeren, zoals een uitgebreid gesprek voeren of hun weg naar huis terugvinden. Maar voor mensen die een zogenaamde black-out ervaren, verdwijnt de herinnering aan die situaties snel. Hoe veroorzaakt alcohol dit geheugenverlies?
First, let's identify the culprit. While a single drink often contains hundreds of different chemical compounds, ethanol is responsible for alcohol's effects on the brain. Ethanol is lightweight and lipophilic, meaning its structure easily dissolves into fats, like those in the membranes of the outer blood-brain barrier.
Laten we eerst de boosdoener zoeken. Hoewel een enkel drankje vaak honderden chemische verbindingen bevat, is ethanol verantwoordelijk voor het effect van alcohol op het brein. Ethanol is licht en lipofiel. De structuur ervan lost dus gemakkelijk op in vetten, zoals die in de membranen van de buitenste bloed-hersenbarrière.
Once inside the brain, ethanol’s unique structure allows it to bind to, interact, and affect many different neuronal receptors, impairing pathways that allow you to make careful decisions, control your impulses, and even manage your motor skills. And the networks that control memory seem to be especially sensitive to alcohol’s effects.
Eenmaal in de hersenen maakt de unieke structuur van ethanol de binding en interactie mogelijk met verschillende neuronale receptoren, die paden verstoren waarmee je doordachte beslissingen neemt, impulsen beheerst en zelfs motorische vaardigheden beheert. De netwerken die het geheugen aansturen, lijken bijzonder gevoelig voor de gevolgen van alcohol.
Typically, information about your surroundings is taken in by your sensory organs and sent to the brain. Neurons transfer this information to one another via chemical messengers called neurotransmitters, which are released by one neuron and received by receptors at another. When a neurotransmitter binds to a receptor, it unlocks an internal channel, allowing small ions to flow into the cell. If enough ions enter the cell, the neuron fires, sending the signal forward. Through this process, different regions of the brain can communicate with one another in milliseconds, creating our moment-to-moment understanding of the world.
Doorgaans wordt informatie over je omgeving opgenomen door je zintuigen en naar de hersenen gestuurd. Neuronen dragen deze informatie aan elkaar over via chemische boodschappers genaamd neurotransmitters, die verzonden worden door de ene neuron en ontvangen worden door receptoren op een andere. Als een neurotransmitter zich aan een receptor bindt, wordt een intern kanaal geopend waardoor kleine ionen de cel in kunnen. Als er voldoende ionen de cel binnenstromen, vuurt het neuron af. Het signaal wordt doorgestuurd. Gedurende dit proces kunnen verschillende hersendelen in milliseconden onderling communiceren waardoor we elk moment van de wereld begrijpen.
But ethanol interacts with receptors, making it harder for neurons to communicate. While compromised, the brain is still able to transfer information, which is why many intoxicated people seem somewhat capable of performing basic tasks. In other words, brain function is highly impaired, but not completely broken. But memory storage is a different story.
Maar ethanol interageert met receptoren en dat maakt de communicatie tussen neuronen moeilijker. Hoewel de hersenen gesaboteerd zijn, geven ze nog steeds informatie door. Daarom lijken veel dronken mensen toch min of meer in staat om eenvoudige taken uit te voeren. Met andere woorden, de hersenfunctie is sterk verstoord, maar niet volledig beschadigd. Maar geheugenopslag is een ander verhaal.
The transfer of moment-to-moment understanding to something we can remember is thought to depend on a process called long-term potentiation, or LTP. LTP happens throughout the brain, but is especially important in learning and memory regions, like the neocortex and the hippocampus. During LTP, the firing of a neuron triggers physical changes to its structure. For example, more receptors may be moved to the cell's surface, making the neuron more sensitive to future signaling from its neighbors. These physical changes increase the likelihood that a cell will fire again at that connection, strengthening the wiring between neurons. And through this stronger connection, it's thought that a stable memory is formed.
De overdracht van elk opgeslagen moment naar iets dat we ons kunnen herinneren, is wellicht afhankelijk van een proces dat langetermijnpotentiëring of LTP wordt genoemd. LTP vindt plaats in de hersenen, maar is vooral belangrijk in leer- en geheugengebieden, zoals de neocortex en de hippocampus. Tijdens LTP veroorzaakt het afvuren van een neuron fysieke veranderingen in de structuur. Meer receptoren worden bijvoorbeeld naar het celoppervlak geduwd waardoor het neuron gevoeliger wordt voor toekomstige signalen van zijn buren. Deze fysieke veranderingen vergroten de kans dat een cel opnieuw zal afvuren bij die verbinding, en dat versterkt de verbinding tussen neuronen. Door deze sterkere verbinding ontstaat er wellicht een stabiel geheugen.
Yet studies suggest that ethanol has a unique ability to disrupt LTP, blocking the physical changes needed for memory formation. So, while moment-to-moment information is encoded and understood, the storage of that information is blunted, resulting in a blackout.
Toch geven studies aan dat ethanol het uniek vermogen heeft LTP te verstoren. Het blokkeert fysieke veranderingen die nodig zijn voor geheugenvorming. Dus terwijl informatie van elk moment wordt gecodeerd en begrepen, wordt de opslag ervan belemmerd, wat resulteert in een black-out.
Of course, not all levels of drinking result in blackouts. They happen when the concentration of alcohol in the blood, or BAC, exceeds a certain level, approximately 0.16. But there’s no magic number. At slightly lower BACs, brownouts, or the spotty memory of events, can occur, as some neurons continue to function properly while others fail. And drinking too much can cause a person to pass out altogether.
Natuurlijk leidt niet elke mate van alcoholgebruik tot black-outs. Ze komen voor wanneer het bloedalcoholgehalte − BAC − een bepaald niveau overschrijdt van ongeveer 0,16. Maar er is geen magisch getal. Bij iets lagere BACs kunnen er vage herinneringen voorkomen, omdat sommige neuronen goed blijven functioneren terwijl andere falen. Te veel drinken kan ervoor zorgen dat iemand al helemaal flauwvalt.
Other factors like dehydration level, genetic differences, medications, and even how much you’ve eaten can affect the likelihood of a blackout. And teenagers appear to be especially vulnerable due to the substantial changes in brain development during those years.
Andere factoren zoals uitdroging, genetische verschillen, medicijnen en de hoeveelheid die je hebt gegeten, beïnvloeden de kans op een black-out. Tieners blijken heel kwetsbaar te zijn door de substantiële veranderingen in hun hersenontwikkeling.
Alcohol’s short-term effects usually don’t last longer than the time it takes for their body to metabolize it, or about a day. But repeatedly over-drinking can damage neurons and permanently impair memory. It can also harm other organs like the liver, which works overtime breaking down alcohol. After all, experiencing a blackout or witnessing others in this compromised state can be a lot for your mind and body to process.
De kortetermijneffecten van alcohol duren meestal niet langer dan de tijd die nodig is om het te metaboliseren: ongeveer een dag. Maar vaak te veel drinken kan neuronen en het geheugen permanent beschadigen. Het kan ook andere organen beschadigen, zoals de lever, die overwerkt om de alcohol af te breken. Een black-out ervaren of anderen zien in deze afwijkende toestand kan immers zwaar zijn voor lichaam en geest om te verwerken.