It's March the 17th in A.D. 73. We're visiting ancient Rome to watch the Liberalia, an annual festival that celebrates the liberty of Rome's citizens. We're looking in at a 17-year-old named Lucius Popidius Secundus. He's not from a poor family, but he lives in the region known as the Subura, a poorer neighborhood in Rome, yet close to the center of the city. (Gong) The tenants of these apartments are crammed in, (Grunting) which poses considerable risk. Fires are frequent and the smell of ash and smoke in the morning is not uncommon. Lucius, who awoke at dawn, has family duties to perform today. (Cheering) His 15-year-old brother is coming of age. Half the children in ancient Rome die before they reach adulthood, so this is a particularly important milestone. Lucius watches his brother stand in his new toga before the household shrine with its protective deities, as he places his bulla, a protective amulet, in the shrine with a prayer of thanks. The bulla had worked. It had protected him. Unlike many others, he had survived to become an adult. At 17, Lucius has almost completed his education. He has learned to speak well, make public speeches, and how to read and write both Latin and Greek. His father has taught him the types of things you can't learn in the classroom: how to run, how to swim, and how to fight. Lucius could choose, at 17, to become a military tribune and command soldiers on the edge of the Empire. But in other ways, Lucius is still a child. He's not trusted to arrange business deals. His father will take care of that until he is 25. And Dad will arrange Lucius' marriage to a girl 10 years younger. His dad has his eye on a family with a 7-year-old daughter. Back to the Liberalia. As Lucius leaves with his family, the shops are open as the population goes about its business. The streets are full of itinerant traders selling trinkets and people bustling from place to place. Large wagons are not allowed in the city until after the ninth hour but the streets are still crowded. Fathers and uncles take the kids to the Forum Augustus to see statues of Rome's famous warriors like Aeneas, who led Rome's ancestors, the Trojans, to Italy. And Romulus, Rome's founder. And all the great generals of the Republic from more than 100 years earlier. Lovingly, we can imagine fathers and guardians with their now adult children remembering stories of Rome's glory and re-telling the good deeds and sayings of the great men of the past: lessons on how to live well, and to overcome the follies of youth. There is a sense of history in this place, relevant to their present. Romans made an empire without end in time and space. (Thump) Rome was destined to be eternal through warfare. Wars were a fact of life, even in A.D. 73. There are campaigns in the north of England and into Scotland, to the north of the River Danube into Romania, and on the frontier between Syria and Iraq to the east. It's now the eighth hour -- time to head for the baths. Lucius and his family head up the Via Lata, the wide street, to the Campus Martius, and the enormous Baths of Agrippa. The family members leave the clients and freedmen outside, and enter the baths with their peer group. Baths would change from dark, steamy rooms to light ones. The Romans had perfected window glass. Everyone moves from the cold room to the tepid room and to the very hot room. (Man) Oops! More than an hour later, the bathers leave massaged, oiled, (Whistling) and have been scraped down with a strigil to remove the remaining dirt. At the ninth hour, seven hours after they left home, the men return for a celebratory dinner. Dinner is an intimate affair, with nine people reclining around the low table. Slaves attend to their every need if the diners, through gestures, demand more food and wine. As the day closes, we can hear the rumble of wagons outside. The clients and freedmen, with a meal of robust -- if inferior -- food inside them, shuffle off to the now tepid baths before returning to their apartment blocks. Back at Lucius' house, the drinking continues into the night. Lucius and his stepbrother don't look too well. A slave stands by in case either of them needs to vomit. With hindsight, we know Lucius' future. In 20 years' time, the Emperor Vespasian's youngest son, Domitian, as emperor, will enact a reign of terror. Will Lucius survive? (Drums)
Het is 17 maart 73 na Christus. We bezoeken het antieke Rome om de Liberalia te bekijken, een jaarlijks festival om de vrijheid van de burgers van Rome te vieren. We kijken wat de 17-jarige Lucius Popidius Secundus aan het doen is. Hij komt niet uit een arme familie, maar woont in de Subura, een arme buurt in Rome, vlakbij het centrum van de stad. De huurders van deze appartementen zitten op elkaar gepakt, wat flinke gevaren met zich meebrengt. Het brandt regelmatig en de geur van as en rook in de ochtend is niet ongewoon. Lucius, die bij zonsopgang is opgestaan, doet vandaag taken voor de familie. Zijn 15-jarige broer wordt volwassen. De helft van alle kinderen in het oude Rome sterft voordat ze volwassen worden, dus dit is een heel belangrijke mijlpaal. Lucius kijkt naar zijn broer die in zijn nieuwe toga voor het huisaltaar met de beschermgoden staat als hij zijn bulla, een beschermende amulet, op het altaar plaatst en een dankgebed uitspreekt. De bulla heeft gewerkt. Het heeft hem beschermd. In tegenstelling tot veel anderen wordt hij een volwassen man. Op zijn zeventiende heeft Lucius bijna zijn opleiding afgerond. Hij spreekt bekwaam en houdt openbare toespraken en hij leest en schrijft zowel in Latijn als in Grieks. Zijn vader leerde hem het soort dingen dat je niet in de klas leert: rennen, zwemmen, vechten. Lucius kan op zijn zeventiende kiezen om krijgstribuun te worden en het commando te voeren over soldaten aan de rand van het Rijk. Op andere gebieden is Lucius nog een kind. Hij is nog niet bevoegd om zakelijke transacties uit te voeren. Zijn vader zal dat doen totdat hij 25 is. Pa regelt ook Lucius' huwelijk met een meisje dat tien jaar jonger is. Zijn pa heeft een familie met een 7-jarige dochter op het oog. Terug naar de Liberalia. Lucius gaat met zijn familie op pad. De winkels zijn open en mensen doen de gebruikelijke dingen. De straten staan vol met rondreizende handelaren die snuisterijen verkopen en mensen reppen zich van plek naar plek. Grote wagens zijn pas na het negende uur toegestaan in de stad, maar de straten zijn nog steeds propvol. Vaders en ooms nemen de kinderen mee naar het Forum van Augustus om de standbeelden van de beroemde krijgers van Rome te zien, zoals die van Aeneas, die de voorvaderen van Rome, de Trojanen naar Italië leidde. En Romulus, de stichter van Rome. En al de grote generaals van de Republiek van meer dan honderd jaar geleden. We kunnen ons voorstellen dat vaders en voogden met hun nu volwassen kinderen zich de verhalen van de glorie van Rome herinneren. Ze vertellen over de goede daden en uitspraken van de grote mannen uit het verleden. Lessen hoe goed te leven en de waanzin van de jeugd te overwinnen. Een gevoel van de geschiedenis hangt hier in de lucht, relevant voor hun heden. De Romeinen maakten een rijk zonder einde in tijd en ruimte. Rome was voorbestemd oneindig te zijn door de oorlogsvoering. Oorlogen waren een onderdeel van het leven, zelfs in 73 na Christus. Er zijn oorlogen in het noorden van Engeland en in Schotland, ten noorden van de rivier de Donau naar Roemenië, en aan de grens tussen Syrië en Irak in het oosten. Het is nu het achtste uur -- tijd om naar het badhuis te gaan. Lucius en zijn familie gaan over de Via Lata, de brede straat, naar het Marsveld en de enorme Badhuizen van Agrippa. De familieleden laten de cliënten en de vrijgelatenen buiten achter en betreden het badhuis met hun groep van gelijken. Baden wisselden af van donkere stoomkamers tot lichte. De Romeinen hadden glazen ramen geperfectioneerd. Iedereen bewoog zich van de koude kamer naar de lauwe kamer naar de hele hete kamer. Meer dan een uur later vertrekken de bezoekers gemasseerd, gebalsemd en het vuil afgeschraapt. Op het negende uur, zeven uur nadat ze hun huis verlieten, komen de mannen thuis voor een feestmaal. Het diner is een intieme zaak, met negen mensen liggend rond een lage tafel. Slaven zorgen dat ze niets tekortkomen als de eters via gebaren meer eten en wijn eisen. Wanneer de dag ten einde loopt, horen we het gerommel van wagens buiten. De cliënten en vrijgelatenen, met een stevige -- doch inferieure -- maaltijd achter de kiezen, sloffen naar de nu lauwe baden voordat ze naar hun appartementen terugkeren. Bij Lucius thuis gaat het drinken door tot in de nacht. Lucius en zijn stiefbroer zien er niet zo goed uit. Een slaaf is paraat voor het geval één van hen moet overgeven. Terugblikkend weten we Lucius' toekomst. Over twintig jaar zal Domitianus, de jongste zoon van de keizer Vespasianus een schrikbewind voeren. Zal Lucius overleven?