I want to tell you a story about Manson. Manson was this 28-year-old interior designer, a father to a loving daughter, and a son who found himself behind bars due to a broken-down judicial system. He was framed for a murder he didn't commit and was sentenced to the gallows. There were two victims of this murder -- the victim who actually died in the murder and Manson, who had been sentenced to prison for an offense which he did not commit. He was locked up in a cell, eight by seven, with 13 other grown-up men for 23 and a half hours a day. Food was not guaranteed that you'd get. And I remember yesterday, as I walked into the room where I was, I imagined the kind of cell that Manson would have been living in. Because the toilet -- The row of the small rooms that were there were slightly bigger than the eight-by-seven cell.
Ik wil je iets vertellen over Manson. Manson was een 28-jarige interieurontwerper, vader van een liefhebbende dochter en van een zoon, die achter de tralies belandde door een falend juridisch systeem. Hij werd erin geluisd voor een moord die hij niet pleegde en werd veroordeeld tot de galg. Er waren twee slachtoffers -- het slachtoffer dat werkelijk stierf en Manson, die naar de gevangenis moest voor een misdaad die hij niet pleegde. Hij zat opgesloten in een cel van vijf vierkante meter, met nog dertien andere mannen voor 23,5 uur per dag. Eten was niet gegarandeerd. En gisteren, terwijl ik een kamer inliep, stelde ik me het soort cel voor waar Manson in geleefd zou hebben. Want het toilet ... De kleine kamertjes die er waren, waren maar een beetje groter dan de piepkleine cel.
But being in that cell as he awaited the executioner -- because in prison, he did not have a name -- Manson was known by a number. He was just a statistic. He did not know how long he would wait. The wait could have been a minute, the executioner could have come the next minute, the next day, or it could have taken 30 years. The wait had no end. And in the midst of the excruciating pain, the mental torture, the many unanswered questions that Manson faced, he knew he was not going to play the victim. He refused to play the role of the victim. He was angry at the justice system that had put him behind bars. But he knew the only way he could change that justice system or help other people get justice was not to play the victim.
Maar in die cel, terwijl hij wachtte op de beul -- want in de gevangenis had hij geen naam -- was Manson een nummer. Hij was maar een statistiek. Hij wist niet hoe lang hij zou wachten. Het zou een minuut kunnen zijn, de beul kon de volgende minuut komen, de volgende dag, of het kon wel 30 jaar duren. Het wachten had geen eind. En ondanks die ondraaglijke pijn, de geestelijke foltering, de vele onbeantwoorde vragen die Manson tegenkwam, wist hij dat hij niet het slachtoffer ging spelen. Hij weigerde het slachtoffer te spelen. Hij was kwaad op het juridisch systeem dat hem had opgesloten, maar hij wist dat de enige manier om het systeem te veranderen of om anderen aan gerechtigheid te helpen was om niet het slachtoffer te spelen.
Change came to Manson when he decided to embrace forgiveness for those who had put him in prison. I speak that as a fact. Because I know who Manson is. I am Manson. My real name is Peter Manson Ouko. And after my conviction, after that awakening of forgiveness, I had this move to help change the system. I already decided I was not going to be a victim anymore. But how was I going to help change a system that was bringing in younger inmates every day who deserve to be with their families?
Verandering kwam voor Manson toen hij besloot vergiffenis te schenken aan hen die hem opgesloten hadden. Ik vertel de feiten. Want ik weet wie Manson is. Ik ben Manson. Mijn echte naam is Peter Manson Ouko. Na mijn veroordeling, na die bewustwording van vergiffenis, had ik een drang om het systeem te helpen veranderen. Ik had al besloten dat ik geen slachtoffer meer ging zijn. Maar hoe ging ik helpen een systeem te veranderen dat elke dag jongere gevangenen binnenbracht die bij hun familie verdienden te zijn?
So I started mobilizing my colleagues in prison, my fellow inmates, to write letters and memoranda to the justice system, to the Judicial Service Commission, the numerous task forces that had been set up in our country, Kenya, to help change the constitution. And we decided to grasp at those -- to clutch at those straws, if I may use that word -- if only to make the justice system work, and work for all.
Dus begon ik mijn medegevangenen in de gevangenis te mobiliseren om brieven en memoranda te schrijven naar het rechtssysteem, naar de Judicial Service Commission, de talrijke taakgroepen die opgericht waren in ons land, Kenia, om de grondwet te helpen veranderen. En we besloten te grijpen naar ... die strohalm vast te grijpen -- als ik dat woord mag gebruiken -- al was het maar om het systeem te doen werken, voor iedereen.
Just about the same time, I met a young university graduate from the UK, called Alexander McLean. Alexander had come in with three or four of his colleagues from university in their gap year, and they wanted to help assist, set up a library in Kamiti Maximum Prison, which if you Google, you will see is written as one of the 15 worst prisons in the world. That was then. But when Alexander came in, he was a young 20-year-old boy. And I was on death row at that time. And we took him under our wing. It was an honest trust issue. He trusted us, even though we were on death row. And through that trust, we saw him and his colleagues from the university refurbish the library with the latest technology and set up the infirmary to very good standards so that those of us falling sick in prison would not necessarily have to die in indignity.
Op ongeveer hetzelfde moment ontmoette ik een jonge afgestudeerde van het VK genaamd Alexander McLean. Alexander was gekomen met drie à vier collega's van de universiteit tijdens hun sabbatjaar en ze wilden helpen een bibliotheek op te zetten in Kamiti Maximum Prison. Als je die googelt, zie je dat die gekend is als een van 's werelds vijftien slechtste gevangenissen. Dat was toen. Maar toen Alexander kwam, was hij een jonge 20-jarige kerel. En ik zat toen in de dodencel. We namen hem onder onze vleugels. Het was een kwestie van vertrouwen. Hij vertrouwde ons, ook al zaten we in de dodencel. En door dat vertrouwen zagen we hem en zijn collega's van de universiteit de bibliotheek renoveren met de nieuwste technologie en een kwaliteitsvolle ziekenboeg bouwen, zodat degenen van ons die ziek werden niet noodzakelijk moesten sterven in onwaardigheid.
Having met Alexander, I had a chance, and he gave me the opportunity and the support, to enroll for a university degree at the University of London. Just like Mandela studied from South Africa, I had a chance to study at Kamiti Maximum Security Prison. And two years later, I became the first graduate of the program from the University of London from within the prison system. Having graduated, what happened next --
Door Alexander te ontmoeten had ik een kans en hij gaf mij de mogelijkheid en de steun me in te schrijven bij de Universiteit van Londen. Net zoals Mandela studeerde vanuit Zuid-Afrika had ik de kans te studeren in Kamiti Maximum Security Prison. Twee jaar later werd ik de eerste afgestudeerde van het programma van de Universiteit van Londen vanuit de gevangenis. Wat er gebeurde nadat ik afstudeerde ...
(Applause)
(Applaus)
Thank you.
Dank u.
(Applause)
Having graduated, now I felt empowered. I was not going to play the helpless victim. But I felt empowered not only to assist myself, to prosecute my own case, but also to assist the other inmates who are suffering the similar injustices that have just been spoken about here. So I started writing legal briefs for them. With my other colleagues in prison, we did as much as we could. That wasn't enough. Alexander McLean and his team at the African Prisons Project decided to support more inmates. And as I'm speaking to you today, there are 63 inmates and staff in the Kenya Prison Service studying law at the University of London through distance learning.
Toen ik afgestudeerd was, voelde ik me sterk. Ik ging niet het hopeloze slachtoffer spelen. Ik voelde me gemotiveerd om niet alleen mezelf te helpen, om mijn eigen zaak te vervolgen, maar ook om mijn medegevangenen te helpen die lijden onder dezelfde ongerechtigheden als die waarover ik hier sprak. Dus begon ik juridische nota's voor hen te schrijven. Met mijn andere collega's in de gevangenis deden we zoveel we konden. Dat was niet genoeg. Alexander McLean en zijn team binnen het African Prisons Project besloten meer gevangenen te steunen. Terwijl ik tegen jullie praat, zijn er 63 gevangenen en personeelsleden in de Kenya Prison Service die aan de Universiteit van Londen rechten studeren via afstandsonderwijs.
(Applause)
(Applaus)
These are changemakers who are being motivated not only to assist the most indolent in society, but also to help the inmates and others get access to justice. Down there in my prison cell, something kept stirring me. The words of Martin Luther King kept hitting me. And he was always telling me, "Pete, if you can't fly, you can run. And if you can't run, you can walk. But if you can't walk, then you can crawl. But whatever it is, whatever it takes, just keep on moving." And so I had this urge to keep moving. I still have this urge to keep moving in whatever I do. Because I feel the only way we can change our society, the only way we can change the justice system -- which has really improved in our country -- is to help get the systems right.
Dit zijn gangmakers die gemotiveerd zijn om niet alleen de meest lustelozen in de samenleving te helpen, maar ook om gevangenen en anderen te helpen aan gerechtigheid te komen. Daar in mijn cel hield er iets me altijd bezig. De woorden van Martin Luther King bleven me raken. Hij was degene die zei: "Pete, als je niet kan vliegen, kan je rennen. En als je niet kan rennen, kan je wandelen. En als je niet kan wandelen, dan kan je kruipen. Wat het ook is, hoe dan ook, blijf vooral bewegen." Dus had ik deze drang om te blijven bewegen. Ik heb deze drang nog steeds. Want ik denk dat de enige manier om onze samenleving te veranderen, om het juridisch systeem te veranderen -- dat al erg verbeterd is in ons land -- is te helpen de systemen te verbeteren.
So, on 26th October last year, after 18 years in prison, I walked out of prison on presidential pardon. I'm now focused on helping APP -- the African Prisons Project -- achieve its mandate of training and setting up the first law school and legal college behind bars. Where we are going to train --
Op 26 oktober vorig jaar, na 18 jaar opsluiting, kwam ik uit de gevangenis dankzij presidentieel pardon. Nu ben ik bezig om het APP, het African Prisons Project, te helpen een mandaat te krijgen om opleiding te geven en de eerste rechtenfaculteit achter tralies op te starten, waar we ...
(Applause)
(Applaus)
Where we are going to train inmates and staff not only to assist their fellow inmates, but to assist the entire wider society of the poor who cannot access legal justice.
... waar we gevangenen en personeel gaan leren niet alleen hun medegevangenen te helpen, maar de hele samenleving van de armen die geen toegang hebben tot juridische rechtvaardigheid.
So as I speak before you today, I stand here in the full knowledge that we can all reexamine ourselves, we can all reexamine our situations, we can all reexamine our circumstances and not play the victim narrative. The victim narrative will not take us anywhere. I was behind bars, yeah. But I never felt and I was not a prisoner. The basic thing I got to learn was that if I thought, and if you think, you can, you will. But if you sit thinking that you can't, you won't. It's as simple as that.
Dus terwijl ik voor jullie sta vandaag, weet ik heel zeker dat we onszelf kunnen herbekijken, onze situatie kunnen herbekijken, onze omstandigheden kunnen herbekijken, en niet het slachtoffer hoeven te spelen. Die rol brengt ons nergens. Ik zat opgesloten, ja. Maar ik voelde me nooit een gevangene. Het voornaamste dat ik leerde, was dat als ik dacht -- en als je denkt, dan kan je -- dan zal je. Maar als je denkt dat je het niet kan, dan lukt het ook niet. Zo simpel is het.
And so I'm encouraged by the peaceful revolutionaries I've heard on this stage. The world needs you now, the world needs you today. And as I finish my talk, I'd just like to ask each and every single one of you here, wonderful thinkers, changemakers, innovators, the wonderful global citizens we have at TED, just remember the words of Martin Luther King. Let them continue ringing in your heart and your life. Whatever it is, wherever you are, whatever it takes, keep on moving.
Ik ben aangemoedigd door vredevolle revolutionairen die ik hier gehoord heb. De wereld heeft je nu nodig, de wereld heeft je vandaag nodig. En nu ik mijn talk beëindig, wil ik graag iedereen hier vragen, fantastische denkers, gangmakers, vernieuwers, de fantastische globale bevolking die we hebben bij TED: onthou de woorden van Martin Luther King. Laat ze blijven nazinderen in je hart en je leven. Wat het ook is, waar je ook bent, wat er ook voor nodig is, blijf bewegen.
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)