I want you to take a trip with me. Picture yourself driving down a small road in Africa, and as you drive along, you look off to the side, and this is what you see: you see a field of graves. And you stop, and you get out of your car and you take a picture. And you go into the town, and you inquire, "What's going on here?" and people are initially reluctant to tell you. And then someone says, "These are the recent AIDS deaths in our community." HIV isn't like other medical conditions; it's stigmatizing. People are reluctant to talk about it -- there's a fear associated with it. And I'm going to talk about HIV today, about the deaths, about the stigma. It's a medical story, but more than that, it's a social story.
Ik wil je mee op reis nemen. Beeld je in dat je langs een kleine weg in Afrika rijdt. Ergens zie je dit langs de weg: een veld van graven. Je stopt, je stapt uit en neemt een foto. Je gaat naar het dorp en vraagt: "Wat is hier aan de hand?" De mensen zijn aanvankelijk erg terughoudend om je iets te vertellen. Tot iemand zegt: "Dit zijn de recente aidsdoden in onze gemeenschap." Hiv is niet als een andere ziekte. Ze stigmatiseert. Mensen praten er niet graag over. Door de angst. Ik ga vandaag over hiv praten, over de doden, over het stigma. Het is een medisch verhaal, maar meer dan dat is het een sociaal verhaal.
This map depicts the global distribution of HIV. And as you can see, Africa has a disproportionate share of the infection. There are 33 million people living with HIV in the world today. Of these, two-thirds, 22 million are living in sub-Saharan Africa. There are 1.4 million pregnant women in low- and middle-income countries living with HIV and of these, 90 percent are in sub-Saharan Africa. We talk about things in relative terms. And I'm going to talk about annual pregnancies and HIV-positive mothers. The United States -- a large country -- each year, 7,000 mothers with HIV who give birth to a child. But you go to Rwanda -- a very small country -- 8,000 mothers with HIV who are pregnant. And then you go to Baragwanath Hospital, outside of Johannesburg in South Africa, and 8,000 HIV-positive pregnant women giving birth -- a hospital the same as a country. And to realize that this is just the tip of an iceberg that when you compare everything here to South Africa, it just pales, because in South Africa, each year 300,000 mothers with HIV give birth to children.
Deze kaart toont de wereldwijde distributie van hiv. Zoals je kan zien heeft Afrika een onevenredig groot deel van de infecties. 33 miljoen mensen leven met hiv in de wereld van vandaag. Hiervan leeft twee derde, 22 miljoen, in Afrika bezuiden de Sahara. 1,4 miljoen zwangere vrouwen in lage- en middeninkomenslanden leven met hiv. 90 procent ervan bezuiden de Sahara. We praten over die dingen in relatieve termen. Ik ga praten over de het aantal zwangerschappen per jaar en hiv-positieve moeders. In de Verenigde Staten - een groot land - bevallen elk jaar 7.000 moeders met hiv. Maar in Rwanda - een heel klein land - heb je 8.000 moeders met hiv die zwanger zijn. In het Baragwanath Hospital, net buiten Johannesburg in Zuid-Afrika, bevallen 8.000 hiv-positieve zwangere vrouwen. In één ziekenhuis evenveel als in een land. En te beseffen dat dit slechts het topje van de ijsberg is. Als je de rest gaat vergelijken met Zuid-Afrika, dan verbleekt het gewoon. In Zuid-Afrika bevallen elk jaar 300.000 met hiv besmette moeders.
So we talk about PMTCT, and we refer to PMTCT, prevention of mother to child transmission. I think there's an assumption amongst most people in the public that if a mother is HIV-positive, she's going to infect her child. The reality is really, very different. In resource-rich countries, with all the tests and treatment we currently have, less than two percent of babies are born HIV-positive -- 98 percent of babies are born HIV-negative. And yet, the reality in resource-poor countries, in the absence of tests and treatment, 40 percent -- 40 percent of children are infected -- 40 percent versus two percent -- an enormous difference. So these programs -- and I'm going to refer to PMTCT though my talk -- these prevention programs, simply, they're the tests and the drugs that we give to mothers to prevent them from infecting their babies, and also the medicines we give to mothers to keep them healthy and alive to raise their children. So it's the test a mother gets when she comes in. It's the drugs she receives to protect the baby that's inside the uterus and during delivery. It's the guidance she gets around infant feeding and safer sex. It's an entire package of services, and it works.
Daarom praten we over PMTCT, wat verwijst naar 'prevention of mother to child transmission' of 'voorkomen van besmetting van moeder op kind. Ik denk dat de meeste mensen in het publiek veronderstellen dat, als een moeder hiv-positief is, ze haar kind ook gaat besmetten. De werkelijkheid is echt heel anders. In de rijke landen, met alle onderzoeken en behandelingen die we momenteel hebben, wordt minder dan twee procent van de baby's hiv-positief geboren. 98 procent van de baby's worden hiv-negatief geboren. De realiteit in de arme landen is 40 procent. Door het ontbreken van tests en behandeling wordt 40 procent van de kinderen besmet - 40 procent ten opzichte van 2 procent - een enorm verschil. Daarom zijn deze programma's - ik ga tijdens mijn talk voortdurend naar PMTCT verwijzen - deze preventieprogramma's bestaan gewoon uit de tests en de medicijnen die wij aan moeders geven om te voorkomen dat hun baby's geïnfecteerd raken. Ook de medicijnen voor de moeders om ze gezond en wel te houden om hun kinderen op te voeden. Het gaat om de test die een moeder krijgt als ze binnenkomt. En om de geneesmiddelen die ze krijgt om de baby in de baarmoeder en tijdens de bevalling te beschermen. Ook om de begeleiding die ze krijgt rond zuigelingenvoeding en veiliger seks. Het is een heel pakket van diensten. En het werkt.
So in the United States, since the advent of treatment in the middle of the 1990s, there's been an 80-percent decline in the number of HIV-infected children. Less than 100 babies are born with HIV each year in the United States and yet, still, over 400,000 children are born every year in the world today with HIV. What does that mean? It means 1,100 children infected each day -- 1,100 children each day, infected with HIV. And where do they come from? Well, less than one comes from the United States. One, on average, comes from Europe. 100 come from Asia and the Pacific. And each day, a thousand babies -- a thousand babies are born each day with HIV in Africa.
In de Verenigde Staten is sinds de komst van de behandeling in het midden van de jaren '90 er al een daling met 80 procent van het aantal hiv-geïnfecteerde kinderen. Minder dan 100 baby's worden elk jaar in de Verenigde Staten met hiv geboren. En toch komen er nog steeds meer dan 400.000 kinderen per jaar met hiv op de wereld. Wat betekent dat? Het betekent dat er 1.100 kinderen per dag besmet worden - 1.100 kinderen elke dag, die besmet zijn met hiv. Waar komen ze vandaan? Minder dan één komt uit de Verenigde Staten. Eén, gemiddeld, komt uit Europa. 100 zijn afkomstig uit Azië en de Pacific. Maar elke dag worden duizend baby's met hiv geboren in Afrika.
So again, I look at the globe here and the disproportionate share of HIV in Africa. And let's look at another map. And here, again, we see Africa has a disproportionate share of the numbers of doctors. That thin sliver you see here, that's Africa. And it's the same with nurses. The truth is sub-Saharan Africa has 24 percent of the global disease burden and yet only three percent of the world's health care workers. That means doctors and nurses simply don't have the time to take care of patients. A nurse in a busy clinic will see 50 to 100 patients in a day, which leaves her just minutes per patient -- minutes per patient. And so when we look at these PMTCT programs, what does it mean?
Ik kijk naar de hele wereld en zie het onevenredig grote deel van hiv in Afrika. Laten we eens kijken naar een andere kaart. Ook hier zien we dat Afrika over een onevenredig aantal artsen beschikt. Dat dunne lint daar stelt Afrika voor. Hetzelfde met verpleegkundigen. Afrika bezuiden de Sahara draagt 24 procent van de wereldwijde ziektelast maar beschikt slechts over drie procent van 's werelds gezondheidshulpverleners. Dat betekent dat artsen en verpleegkundigen simpelweg niet de tijd hebben om te zorgen voor de patiënten. Een verpleegster in een drukke kliniek ziet 50 tot 100 patiënten per dag, wat neerkomt op slechts enkele minuten per patiënt. Waar staan dan deze PMTCT programma's voor?
Well, back in 2001, when there was just a simple test and a single dose of a drug, a nurse, in the course of her few minutes with a patient, would have to counsel for the HIV test, perform the HIV test, explain the results, dispense a single dose of the drug, Nevirapine, explain how to take it, discuss infant feeding options, reinforce infant feeding, and test the baby -- in minutes. Well, fortunately since 2001, we've got new treatments, new tests, and we're far more successful, but we don't have any more nurses. And so these are the tests a nurse now has to do in those same few minutes. It's not possible -- it doesn't work. And so we need to find better ways of providing care.
In 2001 toen er slechts één eenvoudige test gebeurde en één enkele dosis medicijn werd verstrekt, moest een verpleegster tijdens de enkele minuten met een patiënt uitleg geven over de hiv-test, de hiv-test uitvoeren, uitleg geven over de resultaten, een enkele dosis van het geneesmiddel, nevirapine, verstrekken, uitleggen hoe het in te nemen, babyvoedingsopties bespreken, babyvoeding verbeteren, en de baby testen. Dat in enkele minuten tijd. Gelukkig hebben we sinds 2001 nieuwe behandelingen en nieuwe tests. We zijn veel succesvoller, maar we hebben niet meer verpleegkundigen. Al deze onderzoeken moet een verpleegster nu in diezelfde paar minuten afhandelen. Het is niet mogelijk. Het werkt niet. We moeten betere manieren vinden om zorg te verlenen.
This is a picture of a maternal health clinic in Africa -- mothers coming, pregnant and with their babies. These women are here for care, but we know that just doing a test, just giving someone a drug, it's not enough. Meds don't equal medical care. Doctors and nurses, frankly, don't have the time or skills to tell people what to do in ways they understand. I'm a doctor -- I tell people things to do, and I expect them to follow my guidance -- because I'm a doctor; I went to Harvard -- but the reality is, if I tell a patient, "You should have safer sex. You should always use a condom," and yet, in her relationship, she's not empowered -- what's going to happen? If I tell her to take her medicines every day and yet, no one in the household knows about her illness, so it's just not going to work. And so we need to do more, we need to do it differently, we need to do it in ways that are affordable and accessible and can be taken to scale, which means it can be done everywhere.
Dit is een foto van een gezondheidscentrum voor moeders in Afrika - moeders, zwangere vrouwen en hun baby's komen hier naartoe. Deze vrouwen zijn hier voor zorg, maar we weten dat alleen maar een test en een medicijn onvoldoende zijn. Medicijnen geven is niet hetzelfde als medische zorg. Artsen en verpleegkundigen hebben, eerlijk gezegd, de tijd of kennis niet om mensen uit te leggen wat ze moeten doen op een manier die ze begrijpen. Ik ben een dokter. Ik vertel mensen wat ze moeten doen en ik verwacht dat ze mijn aanwijzingen opvolgen - want ik ben een dokter, ik ging naar Harvard. De realiteit is dat ik tegen een patiënte zeg: "Je moet aan veilige seks doen. Je moet altijd een condoom gebruiken." Maar thuis heeft ze niets in te brengen. Wat gaat er dan gebeuren? Als ik haar vertel om elke dag haar medicijnen in te nemen, maar thuis weet niemand iets over haar ziekte, dan gaat dat niet werken. Dus moeten we meer gaan doen, het anders aanpakken, op een betaalbare manier, toegankelijk en op grote schaal. Wat betekent dat het overal kan worden gedaan.
So, I want to tell you a story -- I want to take you on a little trip. Imagine yourself, if you can, you're a young woman in Africa, you're going to the hospital or clinic. You go in for a test and you find out that you're pregnant, and you're delighted. And then they give you another test and they tell you you're HIV-positive, and you're devastated. And the nurse takes you into a room, and she tells you about the tests and HIV and the medicines you can take and how to take care of yourself and your baby, and you hear none of it. All you're hearing is, "I'm going to die, and my baby is going to die." And then you're out on the street, and you don't know where to go. And you don't know who you can talk to, because the truth is, HIV is so stigmatizing that if you partner, your family, anyone in your home, you're likely to be thrown out without any means of support. And this -- this is the face and story of HIV in Africa today.
Ik wil jullie een verhaal vertellen. Ik wil u meenemen op een reisje. Stel jezelf voor, als je kunt, dat je een jonge vrouw bent in Afrika, je gaat naar het ziekenhuis of de kliniek. Je komt binnen voor een test. Je blijkt zwanger te zijn en je bent blij. Maar dan krijg je een andere test, ze vertellen je dat je hiv-positief bent en je wereld stort in elkaar. De verpleegkundige neemt je mee naar een kamer, ze vertelt je over de tests, hiv en de medicijnen die je kan nemen, over hoe je jezelf en je kindje kan verzorgen. Maar je hoort er niets van. Alles wat tot je doordringt, is: "Ik ga sterven en mijn baby gaat ook sterven." Dan sta je op straat, je weet niet waar naartoe, je weet niet met wie je kan praten, want de waarheid is dat hiv zo stigmatiserend is dat je waarschijnlijk door iedereen thuis eruit wordt gegooid zonder middelen van bestaan. Dit is de realiteit van hiv in het Afrika van vandaag.
But we're here to talk about possible solutions and some good news. And I want to change the story a little bit. Take the same mother, and the nurse, after she gives her her test, takes her to a room. The door opens and there's a room full of mothers, mothers with babies, and they're sitting, and they're talking, they're listening. They're drinking tea, they're having sandwiches. And she goes inside, and woman comes up to her and says, "Welcome to mothers2mothers. Have a seat. You're safe here. We're all HIV-positive. You're going to be okay. You're going to live. Your baby is going to be HIV-negative."
Maar we zijn hier om over mogelijke oplossingen praten en wat goed nieuws te brengen. Ik wil het verhaal een beetje veranderen. Neem dezelfde moeder en verpleegster, nadat ze haar de test heeft afgenomen en haar mee naar een kamer heeft genomen. De deur gaat open en het is een kamer vol moeders, moeders met baby's, en ze zitten daar, ze praten, ze luisteren, ze drinken thee, ze eten broodjes. Ze gaat naar binnen, een vrouw komt naar haar toe en zegt: "Welkom bij mothers2mothers. Ga ziten. Je bent hier veilig. We zijn allemaal hiv-positief. Het gaat allemaal wel meevallen. Je blijft in leven. Je baby zal hiv-negatief zijn."
We view mothers as a community's single greatest resource. Mothers take care of the children, take care of the home. So often the men are gone. They're working, or they're not part of the household. Our organization, mothers2mothers, enlists women with HIV as care providers. We bring mothers who have HIV, who've been through these PMTCT programs in the very facilities, to come back and work side by side with doctors and nurses as part of the health care team. These mothers, we call them mentor mothers, are able to engage women who, just like themselves, pregnant with babies, have found out about being HIV-positive, who need support and education. And they support them around the diagnosis and educate them about how to take their medicines, how to take care of themselves, how to take care of their babies. Consider: if you needed surgery, you would want the best possible technical surgeon, right? But if you wanted to understand what that surgery would do to your life, you'd like to engage someone, someone who's had the procedure. Patients are experts on their own experience, and they can share that experience with others. This is the medical care that goes beyond just medicines.
We zien moeders als veruit het grootste hulpmiddel voor de gemeenschap. Moeders zorgen voor de kinderen, zorgen voor de woning. Zo vaak gaan de mannen ervandoor. Ze werken of ze maken geen deel uit van het huishouden. Onze organisatie, mothers2mothers, werft vrouwen met hiv aan als zorgverleners. Wij brengen moeders, die hiv hebben, die hier deze PMTCT programma's hebben doorlopen, terug om samen te werken met artsen en verpleegkundigen als onderdeel van het gezondheidszorgteam. Deze moeders, we noemen ze mentormoeders, zijn in staat om zich bezig te houden met vrouwen die, net als zijzelf, zwanger zijn, hiv-positief zijn bevonden en die behoefte hebben aan ondersteuning en onderwijs. Ze ondersteunen hen tijdens de diagnose. Ze leren hen hoe hun medicijnen in te nemen, hoe voor zichzelf te zorgen en hoe te zorgen voor hun baby's. Bedenk: als jij een chirurgische ingreep nodig had, zou je de best mogelijke chirurg willen, niet. Maar als je wil begrijpen wat een effect zo'n operatie op je leven zal hebben, dan wil je met iemand praten die hetzelfde heeft ondergaan. Patiënten zijn experts voor hun eigen ervaring en ze kunnen hun ervaring delen met anderen. Dit is medische zorg die verder gaat dan alleen maar medicijnen.
So the mothers who work for us, they come from the communities in which they work. They're hired -- they're paid as professional members of the health care teams, just like doctors and nurses. And we open bank accounts for them and they're paid directly into the accounts, because their money's protected; the men can't take it away from them. They go through two to three weeks of rigorous curriculum-based education, training. Now, doctors and nurses -- they too get trained. But so often, they only get trained once, so they're not aware of new medicines, new guidelines as they come out. Our mentor mothers get trained every single year and retrained. And so doctors and nurses -- they look up to them as experts. Imagine that: a woman, a former patient, being able to educate her doctor for the first time and educate the other patients that she's taking care of.
De moeders die voor ons werken, komen uit de gemeenschappen waarin ze werken. Ze zijn ingehuurd. Ze worden betaald als professionele leden van de gezondheidszorgteams net als artsen en verpleegkundigen. We openen bankrekeningen voor hen en het geld wordt rechtstreeks gestort op die rekeningen, zodat hun geld beschermd is. De mannen kunnen er niet aan. Ze volgen twee tot drie weken een intensieve opleiding. Maar ook artsen en verpleegkundigen worden getraind. Maar vaak worden ze maar één keer getraind, zodat ze niet op de hoogte blijven van nieuwe geneesmiddelen en nieuwe richtlijnen. Onze mentormoeders worden elk jaar bijgeschoold. Artsen en verpleegkundigen zien hen als deskundigen. Stel je dat voor: een vrouw, een voormalige patiënte, voor het eerst in staat is om haar arts te onderwijzen. En ook de andere patiënten die onder haar hoede vallen.
Our organization has three goals. The first, to prevent mother-to-child transmission. The second: keep mothers healthy, keep mothers alive, keep the children alive -- no more orphans. And the third, and maybe the most grand, is to find ways to empower women, enable them to fight the stigma and to live positive and productive lives with HIV. So how do we do it? Well, maybe the most important engagement is the one-to-one, seeing patients one-to-one, educating them, supporting them, explaining how they can take care of themselves. We go beyond that; we try to bring in the husbands, the partners. In Africa, it's very, very hard to engage men. Men are not frequently part of pregnancy care. But in Rwanda, in one country, they've got a policy that a woman can't come for care unless she brings the father of the baby with her -- that's the rule. And so the father and the mother, together, go through the counseling and the testing. The father and the mother, together, they get the results. And this is so important in breaking through the stigma.
Onze organisatie heeft drie doelstellingen: De eerste is moeder-op-kind-infectie te voorkomen. De tweede: houd moeders gezond. Houd moeders in leven. Houd de kinderen in leven. Geen wezen meer. De derde en misschien wel de belangrijkste is om manieren te vinden om vrouwen zelfstandiger te maken, hen in staat stellen om het stigma te bestrijden en om positief en productief met hiv te leven. Hoe doen we dat? Misschien is de belangrijkste opdracht wel de één-per-één, dit wil zeggen de patiënten één-per-één zien, hen opleiden, hen ondersteunen en uitleggen hoe ze voor zichzelf kunnen zorgen. We gaan verder dan dat. We proberen ook de echtgenoten, de partners erin te betrekken. In Afrika is het heel, heel moeilijk om mannen geëngageerd te krijgen. Mannen houden zich niet vaak bezig met zwangerschapszorg. Maar in één land, Rwanda, hebben ze een beleid dat een vrouw niet om zorg mag komen als ze de vader van de baby niet meebrengt. Dat is de regel. Vader en moeder volgen samen de begeleiding en het testen. De vader en de moeder krijgen samen de resultaten. Dit is zo belangrijk voor het doorbreken van het stigma.
Disclosure is so central to prevention. How do you have safer sex, how do you use a condom regularly if there hasn't been disclosure? Disclosure is so important to treatment, because again, people need the support of family members and friends to take their medicines regularly. We also work in groups. Now the groups, it's not like me lecturing, but what happens is women, they come together -- under the support and guidance of our mentor mothers -- they come together, and they share their personal experiences. And it's through the sharing that people get tactics of how to take care of themselves, how to disclose how to take medicines. And then there's the community outreach, engaging women in their communities. If we can change the way households believe and think, we can change the way communities believe and think. And if we can change enough communities, we can change national attitudes. We can change national attitudes to women and national attitudes to HIV. The hardest barrier really is around stigma reduction. We have the medicines, we have the tests, but how do you reduce the stigma? And it's important about disclosure.
Openheid staat zo centraal in preventie. Hoe heb je veiliger seks, hoe gebruik je een condoom regelmatig als er geen sprake is van openheid? Openheid is zo belangrijk voor de behandeling, want, nogmaals, mensen hebben de steun van familieleden en vrienden nodig om hun medicijnen regelmatig in te nemen. We werken ook in groepjes. Niet ik sta daar een lezing te houden, maar de vrouwen komen bij elkaar - met ondersteuning en begeleiding van onze mentormoeders - en delen hun persoonlijke ervaringen. Daardoor ontwikkelen mensen tactieken om voor zichzelf te zorgen en om hun medicijnen in te nemen. Er is ook een werking naar buiten om vrouwen in hun gemeenschappen erbij te betrekken. Als we de manier waarop gezinnen geloven en denken kunnen veranderen, kunnen we de manier waarop gemeenschappen geloven en denken veranderen. En als we gemeenschappen genoeg kunnen veranderen, kunnen we ook nationale houdingen veranderen. We kunnen de nationale houding ten opzichte van vrouwen en de nationale houding ten opzichte van hiv veranderen. De moeilijkste barrière is het stigma te doorbreken. We hebben de geneesmiddelen, we hebben de tests. Maar hoe doorbreek je het stigma? Het gaat allemaal om openheid.
So, a couple years ago, one of the mentor mothers came back, and she told me a story. She had been asked by one of the clients to go to the home of the client, because the client wanted to tell the mother and her brothers and sisters about her HIV status, and she was afraid to go by herself. And so the mentor mother went along with. And the patient walked into the house and said to her mother and siblings, "I have something to tell you. I'm HIV-positive." And everybody was quiet. And then her oldest brother stood up and said, "I too have something to tell you. I'm HIV-positive. I've been afraid to tell everybody." And then this older sister stood up and said, "I too am living with the virus, and I've been ashamed." And then her younger brother stood up and said, "I'm also positive. I thought you were going to throw me out of the family." And you see where this is going. The last sister stood up and said, "I'm also positive. I thought you were going to hate me." And there they were, all of them together for the first time being able to share this experience for the first time and to support each other for the first time.
Een paar jaar geleden kwam een van de mentormoeders terug, en vertelde me een verhaal. Een van de patiënten had haar gevraagd om naar haar huis te komen omdat ze de moeder en haar broers en zusters wilde vertellen over haar hiv-status. Ze bang was om daar zelf aan te beginnen. Dus vergezelde de mentormoeder haar. De patiënte ging het huis in en zei tegen haar moeder, broers en zussen: "Ik moet jullie iets vertellen. Ik ben hiv-positief." Iedereen werd stil. Toen stond haar oudste broer op en zei: "Ook ik moet je iets vertellen. Ik ben ook hiv-positief. Maar ik was bang om het iedereen te vertellen." Dan stond de oudere zus op en zei, "Ik leef ook met het virus, maar ik schaamde me." Haar jongere broer stond op en zei: "Ik ben ook positief. Ik dacht dat jullie me uit de familie zouden gooien." Je ziet waar dit naartoe gaat. De laatste zus stond op en zei: "Ik ben ook positief. Ik dacht dat jullie me zouden haten." Nu konden ze allemaal samen voor de eerste keer deze ervaring met elkaar delen en elkaar voor de eerste keer ondersteunen.
(Video) Female Narrator: Women come to us, and they are crying and scared. I tell them my story, that I am HIV-positive, but my child is HIV-negative. I tell them, "You are going to make it, and you will raise a healthy baby." I am proof that there is hope.
(Video) Vrouwelijke Verteller: Vrouwen komen tot ons, ze huilen en zijn bang. Ik vertel ze mijn verhaal, dat ik hiv-positief ben, maar mijn kind hiv-negatief. Ik vertel ze: "Je gaat het halen, je krijgt een gezonde baby." Ik ben het bewijs dat er hoop is.
Mitchell Besser: Remember the images I showed you of how few doctors and nurses there are in Africa. And it is a crisis in health care systems. Even as we have more tests and more drugs, we can't reach people; we don't have enough providers. So we talk in terms of what we call task-shifting. Task-shifting is traditionally when you take health care services from one provider and have another provider do it. Typically, it's a doctor giving a job to a nurse. And the issue in Africa is that there are fewer nurses, really than doctors, and so we need to find new paradigm for health care. How do you build a better health care system? We've chosen to redefine the health care system as a doctor, a nurse and a mentor mother. And so what nurses do is that they ask the mentor mothers to explain how to take the drugs, the side effects. They delegate education about infant feeding, family planning, safer sex, actions that nurses simple just don't have time for.
Mitchell Besser: Herinner je je de beelden die ik liet zien van hoe weinig artsen en verpleegkundigen er zijn in Afrika. Het is een crisis in de gezondheidszorg. Zelfs als we meer tests en meer geneesmiddelen hebben, kunnen we de mensen niet bereiken, we hebben niet genoeg verstrekkers. Dus praten we in termen van wat wij taakverschuiving noemen. Taakverschuiving is traditioneel wanneer je diensten voor gezondheidszorg van de ene verstrekker naar een andere verstrekker overbrengt. Typisch is dat een arts een taak aan een verpleegkundige doorgeeft. Het probleem in Afrika is dat er, echt waar, minder verpleegkundigen dan artsen zijn. We moeten een nieuw paradigma voor gezondheidszorg vinden. Hoe bouw je een beter stelsel voor gezondheidszorg op? We hebben ervoor gekozen om het zorgstelsel te herdefiniëren als een arts, een verpleegkundige en een mentormoeder. Verpleegkundigen vragen de mentormoeders uit te leggen hoe de geneesmiddelen in te nemen, wat de bijwerkingen zijn. Ze delegeren voorlichting over zuigelingenvoeding, gezinsplanning, veilig vrijen, acties waar die verpleegkundigen gewoon geen tijd voor hebben.
So we go back to the prevention of mother to child transmission. The world is increasingly seeing these programs as the bridge to comprehensive maternal and child health. And our organization helps women across that bridge. The care doesn't stop when the baby's born -- we deal with the ongoing health of the mother and baby, ensuring that they live healthy, successful lives.
Dan even terug over de preventie van moeder-op-kindtransmissie. De wereld ziet deze programma's steeds meer als een brug naar uitgebreide moeder- en kindzorg. Onze organisatie helpt vrouwen over die brug. De zorg stopt niet wanneer de baby geboren is. We blijven de gezondheid van moeder en baby volgen, zorgen ervoor dat ze een gezond en succesvol leven kunnen leiden.
Our organization works on three levels. The first, at the patient level -- mothers and babies keeping babies from getting HIV, keeping mothers healthy to raise them. The second, communities -- empowering women. They become leaders within their communities. They change the way communities think -- we need to change attitudes to HIV. We need to change attitudes to women in Africa. We have to do that. And then rework the level of the health care systems, building stronger health care systems. Our health care systems are broken. They're not going to work the way they're currently designed. And so doctors and nurses who need to try to change people's behaviors don't have the skills, don't have the time -- our mentor mothers do. And so in redefining the health care teams by bringing the mentor mothers in, we can do that.
Onze organisatie werkt op drie niveaus. Het eerste: het patiëntniveau - zorgen dat baby's geen hiv krijgen, moeders gezond houden om ze op te voeden. Het tweede: in de gemeenschappen vrouwen zelfstandiger maken. Ze worden trendsetters in hun gemeenschappen. Ze veranderen de manier waarop gemeenschappen denken. We moeten de attitudes ten opzichte van hiv veranderen. We moeten de attitudes van vrouwen in Afrika veranderen. Dat moeten we doen. Dan het niveau van de stelsels van gezondheidszorg verbeteren, sterkere zorgstelsels opbouwen. Onze gezondheidszorgsystemen zijn in slechte staat. Zoals ze momenteel ontworpen zijn, werken ze niet. Artsen en verpleegkundigen, die moeten proberen om het gedrag van mensen te veranderen, beschikken niet over deze vaardigheden, niet over de nodige tijd. Maar onze mentormoeders wel. Door het herdefiniëren van de gezondheidszorgteams door er mentormoeders in te betrekken, kunnen we dat doen.
I started the program in Capetown, South Africa back in 2001. It was at that point, just the spark of an idea. Referencing Steven Johnson's very lovely speech yesterday on where ideas come from, I was in the shower at the time -- I was alone. (Laughter) The program is now working in nine countries, we have 670 program sites, we're seeing about 230,000 women every month, we're employing 1,600 mentor mothers, and last year, they enrolled 300,000 HIV-positive pregnant women and mothers. That is 20 percent of the global HIV-positive pregnant women -- 20 percent of the world. What's extraordinary is how simple the premise is. Mothers with HIV caring for mothers with HIV. Past patients taking care of present patients. And empowerment through employment -- reducing stigma.
Ik startte in 2001 het programma in Kaapstad, Zuid-Afrika. Het was op dat moment alleen maar een vonk van een idee. Ik verwijs naar Steven Johnson's zeer mooie toespraak van gisteren over waar ideeën vandaan komen. Ik stond op dat moment onder de douche. Ik was alleen. (Gelach) Het programma is nu werkzaam in negen landen. We hebben 670 plaatsen waar het programma loopt. We zien elke maand zo'n 230.000 vrouwen. We geven werkgelegenheid aan 1.600 mentormoeders. Vorig jaar hebben ze 300.000 hiv-positieve zwangere vrouwen en moeders ingeschreven. Dat is 20 procent van de hiv-positieve zwangere vrouwen in de wereld. 20 procent van de wereld. Wat zo buitengewoon is, is hoe eenvoudig het uitgangspunt is. Moeders met hiv zorgen voor moeders met hiv. Ex-patiënten die zorgen voor de huidige patiënten. 'Empowerment' door middel van werkgelegenheid - doorbreken van de stigmatisering.
(Video) Female Narrator: There is hope, hope that one day we shall win this fight against HIV and AIDS. Each person must know their HIV status. Those who are HIV-negative must know how to stay negative. Those who are HIV-infected must know how to take care of themselves. HIV-positive pregnant women must get PMTCT services in order to have HIV-negative babies. All of this is possible, if we each contribute to this fight.
(Video) Vrouwelijke Verteller: Er is hoop, hoop dat op een dag wij dit gevecht tegen hiv en aids zullen winnen. Iedereen moet zijn hiv-status kennen. Degenen die hiv-negatief zijn, moeten weten hoe ze negatief kunnen blijven. Degenen die zijn besmet met hiv moeten weten hoe voor zichzelf te zorgen. Hiv-positieve zwangere vrouwen hebben recht op PMTCT-diensten om hiv-negatieve kinderen te kunnen krijgen. Dit alles is mogelijk, als we allemaal bijdragen aan deze strijd.
MB: Simple solutions to complex problems. Mothers caring for mothers. It's transformational.
MB: Eenvoudige oplossingen voor complexe problemen. Moeders zorgen voor moeders. Het gaat de wereld veranderen.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)