The fragrance that you will smell, you will never be able to smell this way again. It’s a fragrance called Beyond Paradise, which you can find in any store in the nation. Except here it’s been split up in parts by Estée Lauder and by the perfumer who did it, Calice Becker, and I'm most grateful to them for this. And it’s been split up in successive bits and a chord.
Het parfum dat je zult ruiken, zul je nooit meer op deze manier kunnen ruiken. Het parfum heet Beyond Paradise en is te vinden in elke winkel van het land. Maar hier is het in stukken opgesplitst door Estée Lauder en door de parfumeur, Calice Becker, en daar ben ik hen erg dankbaar voor. Het is opgedeeld in opeenvolgende deeltjes en een akkoord.
So what you’re smelling now is the top note. And then will come what they call the heart, the lush heart note. I will show it to you. The Eden top note is named after the Eden Project in the U.K.
Wat je nu ruikt, is de hoofdgeur. Daarna komt de zogenaamde weelderige hartgeur. Ik zal het even laten zien. De Eden-hoofdgeur is genoemd naar het Eden Project in het Verenigd Koninkrijk.
The lush heart note, Melaleuca bark note -- which does not contain any Melaleuca bark, because it’s totally forbidden.
De weelderige hartgeur, geur van de melaleuca-schors, waar helemaal geen schors in zit, want dat is verboden.
And after that, the complete fragrance. Now what you are smelling is a combination of -- I asked how many molecules there were in there, and nobody would tell me. So I put it through a G.C., a Gas Chromatograph that I have in my office, and it’s about 400. So what you’re smelling is several hundred molecules floating through the air, hitting your nose.
En daarna de volledige geur. Wat je nu ruikt, is een combinatie van -- Ik vroeg hoeveel moleculen hierin zaten, maar niemand wou het me zeggen. Dus haalde ik het door een GC, een gaschromatograaf in mijn kantoor, en het zijn er ongeveer 400. Wat je nu ruikt, zijn een paar honderd moleculen die door de lucht vliegen en in je neus terechtkomen.
And do not get the impression that this is very subjective. You are all smelling pretty much the same thing, OK? Smell has this reputation of being somewhat different for each person. It’s not really true. And perfumery shows you that can’t be true, because if it were like that it wouldn’t be an art, OK?
En denk niet dat het heel subjectief is. Jullie ruiken nu allemaal ongeveer hetzelfde. Van geur wordt gezegd dat die bij iedereen een beetje anders overkomt. Dat is niet echt waar. Een parfumerie bewijst dat dat niet waar is, anders zou het geen kunst zijn.
Now, while the smell wafts over you, let me tell you the history of an idea. Everything that you’re smelling in here is made up of atoms that come from what I call the Upper East Side of the periodic table -- a nice, safe neighborhood. (Laughter) You really don’t want to leave it if you want to have a career in perfumery. Some people have tried in the 1920s to add things from the bad parts, and it didn’t really work.
Terwijl de geur over jullie heen zweeft, zal ik de geschiedenis van een idee vertellen. Alles wat je hier ruikt, bestaat uit atomen afkomstig van wat ik de Upper East Side van het periodiek systeem noem: een veilige buurt. (Gelach) Die wil je echt niet verlaten als je een carrière in de parfumerie wilt. Sommigen hebben in de jaren '20 geprobeerd om er dingen van de slechte kant bij te doen, maar dat ging echt niet.
These are the five atoms from which just about everything that you’re going to smell in real life, from coffee to fragrance, are made of. The top note that you smelled at the very beginning, the cut-grass green, what we call in perfumery -- they’re weird terms -- and this would be called a green note, because it smells of something green, like cut grass.
Dit zijn de 5 atomen waaruit alles wat je in het dagelijkse leven ruikt, van koffie tot parfum, gemaakt is. De hoofdgeur die je in het begin rook, gemaaid gras zoals we dat noemen -- gekke termen hier -- en dit heet dan een groene geur, omdat het ruikt naar iets groens, zoals gemaaid gras.
This is cis-3-hexene-1-ol. And I had to learn chemistry on the fly in the last three years. A very expensive high school chemistry education. This has six carbon atoms, so "hexa," hexene-1-ol. It has one double bond, it has an alcohol on the end, so it’s "ol," and that’s why they call it cis-3-hexene-1-ol. Once you figure this out, you can really impress people at parties.
Dit is cis-3-hexenol. Ik heb de afgelopen 3 jaar in een sneltempo chemie moeten leren. Een heel dure chemieles van de middelbare school. Deze heeft 6 koolstofatomen, dus 'hex': hexenol. Het heeft een dubbele binding en achteraan een alcohol, 'ol' dus, en daarom heet het cis-3-hexenol. Eens je het doorhebt, kun je op feestjes echt indruk maken op mensen.
This smells of cut grass. Now, this is the skeleton of the molecule. If you dress it up with atoms, hydrogen atoms -- that’s what it looks like when you have it on your computer -- but actually it’s sort of more like this, in the sense that the atoms have a certain sphere that you cannot penetrate. They repel.
Dit ruikt naar gemaaid gras. Dit is het skelet van de molecule. Als je er waterstofatomen aanhangt, ziet het er zo uit op je computer, maar eigenlijk ziet het er zo uit, de atomen hebben een soort bol waarin je niet kunt doordringen, ze stoten af.
OK, now. Why does this thing smell of cut grass, OK? Why doesn’t it smell of potatoes or violets? Well, there are really two theories. But the first theory is: it must be the shape. And that’s a perfectly reasonable theory in the sense that almost everything else in biology works by shape. Enzymes that chew things up, antibodies, it’s all, you know, the fit between a protein and whatever it is grabbing, in this case a smell. And I will try and explain to you what’s wrong with this notion.
Waarom ruikt dit nu naar gras? Waarom ruikt het niet naar aardappelen of viooltjes? Wel, er zijn 2 theorieën. Volgens de eerste theorie ligt het aan de vorm. Die theorie is heel aannemelijk omdat bijna al de rest van de biologie met vorm werkt. Enzymen die dingen opeten, antilichamen, het in elkaar passen van proteïne en iets anders, hier bijvoorbeeld een geur. Ik zal proberen uit te leggen wat er mis is met deze opvatting.
And the other theory is that we smell molecular vibrations. Now, this is a totally insane idea. And when I first came across it in the early '90s, I thought my predecessor, Malcolm Dyson and Bob Wright, had really taken leave of their senses, and I’ll explain to you why this was the case. However, I came to realize gradually that they may be right -- and I have to convince all my colleagues that this is so, but I’m working on it.
Volgens de andere theorie ruiken we moleculaire vibraties. Dat is echt een waanzinnig idee. Toen ik er begin jaren '90 voor het eerst van hoorde, dacht ik dat mijn voorgangers, Malcolm Dyson en Bob Wright, helemaal gek geworden waren, en ik zal proberen uit te leggen waarom. Maar stilaan begon ik te denken dat ze toch gelijk kunnen hebben en ik ben nu bezig al mijn collega's te overtuigen dat dat zo is.
Here’s how shape works in normal receptors. You have a molecule coming in, it gets into the protein, which is schematic here, and it causes this thing to switch, to turn, to move in some way by binding in certain parts. And the attraction, the forces, between the molecule and the protein cause the motion. This is a shape-based idea.
Zo werkt de vorm bij normale receptoren. Er komt een molecule in de proteïne, hier schematisch voorgesteld, en daardoor gaat die draaien of bewegen door bepaalde delen te verbinden. De aantrekkingskracht, de krachten tussen de molecule en de proteïne zorgen voor de beweging. Dit idee is gebaseerd op vorm.
Now, what’s wrong with shape is summarized in this slide. The way --I expect everybody to memorize these compounds. This is one page of work from a chemist’s workbook, OK? Working for a fragrance company. He’s making 45 molecules, and he’s looking for a sandalwood, something that smells of sandalwood. Because there’s a lot of money in sandalwoods. And of these 45 molecules, only 4629 actually smells of sandalwood. And he puts an exclamation mark, OK? This is an awful lot of work. This actually is roughly, in man-years of work, 200,000 dollars roughly, if you keep them on the low salaries with no benefits. So this is a profoundly inefficient process. And my definition of a theory is, it’s not just something that you teach people; it’s labor saving. A theory is something that enables you to do less work. I love the idea of doing less work. So let me explain to you why -- a very simple fact that tells you why this shape theory really does not work very well.
Hier zie je opgesomd wat er mis is met vorm. Ik verwacht dat iedereen deze stoffen van buiten leert. Dit is één bladzijde uit een werkboek van een chemicus. Hij werkt voor een parfumbedrijf. Hij maakt 45 moleculen en hij zoekt sandelhout, iets wat ruikt naar sandelhout. Want er valt veel geld te verdienen met sandelhout. Van deze 45 moleculen ruikt alleen nummer 4629 naar sandelhout. Met een uitroepteken. Dat is echt verschrikkelijk veel werk. In manjaren uitgedrukt zou dat ruwweg uitkomen op 200.000 dollar, als je ze een laag salaris en geen voordelen geeft. Het is dus een erg inefficiënt proces. Een theorie is volgens mij niet alleen maar iets wat je kunt onderwijzen, ze moet arbeidsbesparend zijn. Een theorie moet voor minder werk zorgen. Ik hou van minder werk. Ik zal jullie een heel eenvoudig feit vertellen waardoor duidelijk wordt dat deze vormtheorie echt niet goed werkt.
This is cis-3-hexene-1-ol. It smells of cut grass. This is cis-3-hexene-1-thiol, and this smells of rotten eggs, OK? Now, you will have noticed that vodka never smells of rotten eggs. If it does, you put the glass down, you go to a different bar. This is -- in other words, we never get the O-H -- we never mistake it for an S-H, OK? Like, at no concentration, even pure, you know, if you smelt pure ethanol, it doesn’t smell of rotten eggs. Conversely, there is no concentration at which the sulfur compound will smell like vodka. It’s very hard to explain this by molecular recognition. Now, I showed this to a physicist friend of mine who has a profound distaste for biology, and he says, "That’s easy! The things are a different color!" (Laughter)
Dit is cis-3-hexenol. Het ruikt naar gemaaid gras. Dit is cis-3-hexeenthiol en ruikt naar rotte eieren. Je hebt misschien al gemerkt dat wodka nooit naar rotte eieren ruikt. Als dat wel zo is: zet je glas neer en ga naar een andere bar. We kunnen met andere woorden nooit de O-H per ongeluk voor een S-H aanzien. Zelfs ongeconcentreerd en puur ruikt zuivere ethanol niet naar rotte eieren. Omgekeerd bestaat er geen concentratie waarbij de zwavelverbinding naar wodka zal ruiken. Met moleculaire herkenning is dit heel moeilijk te verklaren. Ik liet dit aan een vriend zien die fysicus is en een grondige hekel heeft aan biologie, en hij zei: "Dat is makkelijk! Ze hebben een verschillende kleur!" (Gelach)
We have to go a little beyond that. Now let me explain why vibrational theory has some sort of interest in it. These molecules, as you saw in the beginning, the building blocks had springs connecting them to each other. In fact, molecules are able to vibrate at a set of frequencies which are very specific for each molecule and for the bonds connecting them.
Het gaat dus wel iets verder dan dat. Ik zal nu uitleggen waarom de vibratietheorie wel interessant is. Zoals je in het begin zag, zijn deze moleculen, deze bouwstenen, met elkaar verbonden. Moleculen kunnen vibreren op verschillende frequenties die heel specifiek zijn voor elke molecule en voor hun verbindingen.
So this is the sound of the O-H stretch, translated into the audible range. S-H, quite a different frequency. Now, this is kind of interesting, because it tells you that you should be looking for a particular fact, which is this: nothing in the world smells like rotten eggs except S-H, OK?
Dit is het geluid van de O-H-verbinding, omgezet naar een hoorbaar bereik. S-H heeft een heel andere frequentie. Dat is wel interessant, want daardoor weet je dat niets in de hele wereld ruikt naar rotte eieren, behalve S-H.
Now, Fact B: nothing in the world has that frequency except S-H. If you look on this, imagine a piano keyboard. The S-H stretch is in the middle of a part of the keyboard that has been, so to speak, damaged, and there are no neighboring notes, nothing is close to it. You have a unique smell, a unique vibration.
Ten tweede heeft niets anders in de wereld deze frequentie, behalve S-H. Stel je voor dat dit de toetsen van een piano zijn. Het S-H-stuk zit midden in een deel van het klavier dat zogezegd stuk is, en er zijn geen aangrenzende noten, niets komt in de buurt. Het is een unieke geur, een unieke vibratie.
So I went searching when I started in this game to convince myself that there was any degree of plausibility to this whole crazy story. I went searching for a type of molecule, any molecule, that would have that vibration and that -- the obvious prediction was that it should absolutely smell of sulfur. If it didn’t, the whole idea was toast, and I might as well move on to other things.
Toen ik met dit alles begon, ging ik op onderzoek om mezelf ervan te overtuigen dat heel dit gekke verhaal misschien toch waar kon zijn. Ik zocht naar een soort molecule, eender welke molecule, die dezelfde vibratie had. De voor de hand liggende voorspelling was dat het zeker naar zwavel zou ruiken. Zo niet, lag het hele idee aan diggelen en kon ik me met andere dingen bezighouden.
Now, after searching high and low for several months, I discovered that there was a type of molecule called a Borane which has exactly the same vibration. Now the good news is, Boranes you can get hold of. The bad news is they’re rocket fuels. Most of them explode spontaneously in contact with air, and when you call up the companies, they only give you minimum ten tons, OK? (Laughter) So this was not what they call a laboratory-scale experiment, and they wouldn’t have liked it at my college.
Nadat ik een aantal maanden overal gezocht had, ontdekte ik een soort molecule, een boraan en die had exact dezelfde vibratie. Het goede nieuws is dat boranen te verkrijgen zijn. Het slechte nieuws is dat het raketbrandstof is. Meestal exploderen ze vanzelf als ze in contact komen met lucht, en bedrijven verkopen ze alleen maar aan een minimum van 10 ton. (Gelach) Dit was dus geen kleinschalig experiment en dat zouden ze op mijn universiteit niet graag hebben.
However, I managed to get a hold of a Borane eventually, and here is the beast. And it really does have the same -- if you calculate, if you measure the vibrational frequencies, they are the same as S-H.
Toch kon ik eindelijk een boraan bemachtigen, en hier zie je hem. Als je de vibratiefrequenties meet en berekent, zijn die hetzelfde als bij S-H.
Now, does it smell of sulfur? Well, if you go back in the literature, there’s a man who knew more about Boranes than anyone alive then or since, Alfred Stock, he synthesized all of them. And in an enormous 40-page paper in German he says, at one point -- my wife is German and she translated it for me -- and at one point he says, "ganz widerlich Geruch," an "absolutely repulsive smell," which is good. Reminiscent of hydrogen sulfide. So this fact that Boranes smell of sulfur had been known since 1910, and utterly forgotten until 1997, 1998.
En ruikt dat nu naar zwavel? Als je even in de literatuur duikt, zul je een man vinden die meer over boranen wist dan iedereen, toen of later. Alfred Stock synthetiseerde ze allemaal. In een gigantisch artikel van 40 pagina's in het Duits zegt hij -- mijn vrouw is Duits en zij heeft het voor me vertaald -- op een bepaald moment zegt hij: "ganz widerlich Geruch", een "volkomen weerzinwekkende geur", en dat is goed. Dat lijkt wel waterstofsulfide. Het feit dat boranen naar zwavel ruiken, was al gekend sinds 1910, maar volkomen vergeten tegen 1997, 1998.
Now, the slight fly in the ointment is this: that if we smell molecular vibrations, we must have a spectroscope in our nose. Now, this is a spectroscope, OK, on my laboratory bench. And it’s fair to say that if you look up somebody’s nose, you’re unlikely to see anything resembling this. And this is the main objection to the theory.
Er is wel een kleine kink in de kabel: als we moleculaire vibraties kunnen ruiken, moet er een spectroscoop in onze neus zitten. Dit is een spectroscoop, op mijn werkbank. Als je nu in iemands neus kijkt, is de kans klein dat je daar zoiets vindt. En dit is het grootste tegenargument van deze theorie.
OK, great, we smell vibrations. How? All right? Now when people ask this kind of question, they neglect something, which is that physicists are really clever, unlike biologists. (Laughter) This is a joke. I’m a biologist, OK? So it’s a joke against myself.
Oké, we ruiken vibraties. Maar hoe? Als mensen deze soort vraag stellen, vergeten ze iets, namelijk dat fysici heel slim zijn, in tegenstelling tot biologen. (Gelach) Grapje. Ik ben bioloog. Het is dus een grap in mijn nadeel.
Bob Jacklovich and John Lamb at Ford Motor Company, in the days when Ford Motor was spending vast amounts of money on fundamental research, discovered a way to build a spectroscope that was intrinsically nano-scale. In other words, no mirrors, no lasers, no prisms, no nonsense, just a tiny device, and he built this device. And this device uses electron tunneling. Now, I could do the dance of electron tunneling, but I’ve done a video instead, which is much more interesting. Here’s how it works.
Bob Jacklovich en John Lamb van de Ford Motor Company ontdekten, in de tijd dat Ford enorme bedragen uitgaf aan wetenschappelijk onderzoek, een manier om een spectroscoop te bouwen die intrinsiek op nanoschaal was. Met andere woorden: geen spiegels, geen lasers, geen prisma's, geen gedoe, slechts een klein apparaat. En dat apparaat werkt met het tunneleffect. Ik zou het tunneleffect kunnen voordoen, maar met een filmpje wordt het veel interessanter. Hier zie je hoe het werkt.
Electrons are fuzzy creatures, and they can jump across gaps, but only at equal energy. If the energy differs, they can’t jump. Unlike us, they won’t fall off the cliff. OK. Now. If something absorbs the energy, the electron can travel. So here you have a system, you have something -- and there’s plenty of that stuff in biology -- some substance giving an electron, and the electron tries to jump, and only when a molecule comes along that has the right vibration does the reaction happen, OK? This is the basis for the device that these two guys at Ford built.
Elektronen zijn rare dingen, ze kunnen over gaten springen, maar alleen bij een gelijk energieniveau. Als de energie verschilt, kunnen ze niet springen. Ze vallen niet naar beneden, zoals wij. Als er iets is wat de energie absorbeert, kan het elektron verder. Dit systeem zorgt ervoor -- en dat komt veel voor in de biologie -- dat een stof een elektron geeft en het elektron springt, maar alleen als het elektron de juiste vibratie heeft heeft de reactie plaats. Dat is de basis voor het apparaat van die 2 mannen van Ford.
And every single part of this mechanism is actually plausible in biology. In other words, I’ve taken off-the-shelf components, and I’ve made a spectroscope. What’s nice about this idea, if you have a philosophical bent of mind, is that then it tells you that the nose, the ear and the eye are all vibrational senses. Of course, it doesn’t matter, because it could also be that they’re not. But it has a certain -- (Laughter) -- it has a certain ring to it which is attractive to people who read too much 19th-century German literature.
En elk onderdeel van dit mechanisme komt echt voor in de biologie. Met andere woorden, met kant-en-klare onderdelen kan ik een spectroscoop maken. Het leuke van dit idee is dat je, als je een beetje filosofisch aangelegd bent, dat je dan begrijpt dat de neus, het oor en het oog met vibraties werken. Eigenlijk maakt het niet uit, want het kan ook niet waar zijn natuurlijk. Maar het klinkt wel -- (Gelach) -- het klinkt wel leuk, wat het aantrekkelijk maakt voor mensen die te veel 19de-eeuwse Duitse literatuur lezen.
And then a magnificent thing happened: I left academia and joined the real world of business, and a company was created around my ideas to make new molecules using my method, along the lines of, let’s put someone else’s money where your mouth is. And one of the first things that happened was we started going around to fragrance companies asking for what they needed, because, of course, if you could calculate smell, you don’t need chemists. You need a computer, a Mac will do it, if you know how to program the thing right, OK? So you can try a thousand molecules, you can try ten thousand molecules in a weekend, and then you only tell the chemists to make the right one. And so that’s a direct path to making new odorants.
En toen gebeurde er iets fantastisch: ik verliet de academische wereld en stapte in de echte zakenwereld, en er ontstond een bedrijf rond mijn ideeën om nieuwe moleculen te maken met mijn methode, op basis van: 'Laat iemand anders het maar betalen'. Een van de eerste dingen die we deden, was langsgaan bij parfumbedrijven en vragen wat ze nodig hadden, want als je geur kunt berekenen, heb je geen scheikundigen meer nodig. Je hebt een computer nodig, een Mac bijvoorbeeld, als je er tenminste mee kunt werken. Dan kun je duizend moleculen proberen, zelfs tienduizend moleculen in een weekend, en moet je enkel tegen de scheikundige zeggen welke hij nu moet maken. Op die manier kun je snel nieuwe geuren maken.
And one of the first things that happened was we went to see some perfumers in France -- and here’s where I do my Charles Fleischer impression -- and one of them says, "You cannot make a coumarin." He says to me, "I bet you cannot make a coumarin."
Het eerste wat er gebeurde toen we naar parfumeurs in Frankrijk gingen -- nu komt mijn Charles Fleischer-imitatie -- en één van hen zei: "Je kunt geen coumarine maken." Hij zei: "Ik wed dat je geen coumarine kunt maken."
Now, coumarin is a very common thing, a material, in fragrance which is derived from a bean that comes from South America. And it is the classic synthetic aroma chemical, OK? It’s the molecule that has made men’s fragrances smell the way they do since 1881, to be exact.
Coumarine is een heel gebruikelijke stof in parfums. Het is afgeleid van bonen die uit Zuid-Amerika komen. Het is echt een klassieker onder de synthetische chemische aroma's. Het is de molecule waardoor mannenparfums ruiken zoals ze al sinds 1881 ruiken, om precies te zijn.
And the problem is it’s a carcinogen. So nobody likes particularly to -- you know, aftershave with carcinogens. (Laughter) There are some reckless people, but it’s not worth it, OK?
Het probleem is dat het kankerverwekkend is. En niemand heeft graag een kankerverwekkende aftershave. (Gelach) Sommigen zijn roekelozer dan anderen, maar dat is het niet waard.
So they asked us to make a new coumarin. And so we started doing calculations. And the first thing you do is you calculate the vibrational spectrum of coumarin, and you smooth it out, so that you have a nice picture of what the sort of chord, so to speak, of coumarin is. And then you start cranking the computer to find other molecules, related or unrelated, that have the same vibrations.
Ze vroegen dus een nieuwe coumarine, en we begonnen te rekenen. Eerst bereken je het vibratiespectrum van coumarine, en dan vlak je het uit zodat je een mooi beeld hebt van dit akkoord, zeg maar, van coumarine. Dan laat je de computer andere moleculen vinden die al dan niet verwant zijn en dezelfde vibratie hebben.
And we actually, in this case, I’m sorry to say, it happened -- it was serendipitous. Because I got a phone call from our chief chemist and he said, look, I’ve just found this such a beautiful reaction, that even if this compound doesn’t smell of coumarin, I want to do it, it’s just such a nifty, one step -- I mean, chemists have weird minds -- one step, 90 percent yield, you know, and you get this lovely crystalline compound. Let us try it.
In dit geval, ik vind het erg om te zeggen, het was echt puur toeval. Ik kreeg een telefoontje van de hoofdchemicus en hij zei: "Kijk, ik vind dit zo'n prachtige reactie, zelfs als het niet ruikt naar coumarine wil ik het proberen, het is zo handig, één stap -- scheikundigen hebben rare kronkels -- één stap, 90 percent opbrengst, en dan krijg je een prachtige kristallijne stof. Laten we het proberen."
And I said, first of all, let me do the calculation on that compound, bottom right, which is related to coumarin, but has an extra pentagon inserted into the molecule. Calculate the vibrations, the purple spectrum is that new fellow, the white one is the old one. And the prediction is it should smell of coumarin. They made it ... and it smelled exactly like coumarin. And this is our new baby, called tonkene. You see, when you’re a scientist, you’re always selling ideas. And people are very resistant to ideas, and rightly so. Why should new ideas be accepted? But when you put a little 10-gram vial on the table in front of perfumers and it smells like coumarin, and it isn’t coumarin, and you’ve found it in three weeks, this focuses everybody’s mind wonderfully. (Laughter) (Applause)
En ik zei: "Laat me dan eerst die stof berekenen, rechts onderaan." De stof is verwant met coumarine, maar heeft een extra vijfhoek binnenin de molecule. De vibraties berekenen, het paarse spectrum is dat van de nieuwe stof, het witte is dat van de vorige. Normaal gezien zou het naar coumarine moeten ruiken. Ze hebben het gemaakt... en het rook exact als coumarine. Dit is de nieuwe stof, tonkeen. Als wetenschapper ben je altijd ideeën aan het verkopen. Mensen houden niet zo van ideeën, en terecht: waarom zouden we nieuwe ideeën aannemen? Maar als je een flesje aan een parfumeur geeft en het ruikt naar coumarine, maar het is geen coumarine, en je hebt het in 3 weken tijd gevonden, dan is iedereen meteen bij de les. (Gelach) (Applaus)
And people often ask me, is your theory accepted? And I said, well, by whom? I mean most, you know -- there’s three attitudes: You’re right, and I don’t know why, which is the most rational one at this point. You’re right, and I don’t care how you do it, in a sense; you bring me the molecules, you know. And: You’re completely wrong, and I’m sure you’re completely wrong.
Mensen vragen me vaak of mijn theorie geaccepteerd wordt. Ik zeg dan: "Door wie?" Meestal zijn er 3 standpunten: "Je hebt gelijk maar ik weet niet waarom." Dat is hier de meest logische kijk. "Je hebt gelijk en het kan me niet schelen hoe je het klaarspeelt, jij geeft me toch mijn moleculen." En: "Je bent helemaal verkeerd, en ik ben er absoluut zeker van."
OK? Now, we’re dealing with people who only want results, and this is the commercial world. And they tell us that even if we do it by astrology, they’re happy. But we’re not actually doing it by astrology. But for the last three years, I’ve had what I consider to be the best job in the entire universe, which is to put my hobby -- which is, you know, fragrance and all the magnificent things -- plus a little bit of biophysics, a small amount of self-taught chemistry at the service of something that actually works.
Het gaat hier om mensen die alleen maar resultaten willen zien, en dit is de commerciële wereld. Zelfs als we met astrologie werken, is dat goed voor hen. We werken natuurlijk niet met astrologie. De afgelopen 3 jaar had ik, vond ik toch, de beste job ter wereld, want ik kon mijn hobby, parfums en al die geweldige dingen, plus een beetje biofysica en wat autodidactische chemie, ten dienste stellen van iets wat echt werkt.
Thank you very much. (Applause)
Heel erg bedankt. (Applaus)