Human origins. Who are we? Where do we come from, and how do we know? In my field, paleoanthropology, we explore human origins -- the "who" and "where" questions -- by analyzing fossils that date back thousands and even millions of years. In 2015, a team of colleagues and I named a new species in the genus Homo -- our genus -- Homo naledi. Let's take a step back and put that into context.
Het ontstaan van de mens. Wie zijn we? Waar komen we vandaan en hoe weten we dat? In mijn vakgebied, de paleoantropologie, verkennen we de menselijke oorsprong -- de ‘wie’ en ‘wanneer’ vragen -- door het analyseren van fossielen die dateren van duizenden en zelfs miljoenen jaren terug. In 2015 benoemden een team van collega's en ik een nieuwe soort in het geslacht Homo -- ons geslacht -- Homo naledi. Laten we een stap terugzetten en het in de juiste context plaatsen.
The last common ancestors between humans and chimps date somewhere between six and eight million years. The earliest hominins, or earliest human ancestors, evolved into a group known as the australopithecines. The australopithecines evolved into the genus Homo and eventually modern humans -- us.
De laatste gemeenschappelijke voorouders van mensen en chimpansees dateren van ergens tussen de zes en acht miljoen jaar. De vroegste hominiden, of vroegste menselijke voorouders, evolueerden tot een groep met de naam australopithecinen. De australopithecinen evolueerden tot het geslacht Homo en uiteindelijk tot de moderne mens -- wij.
With each new fossil discovery, we get a little bit closer to better understanding who we are and where we came from. With these new fossil finds, we realize we now have to make changes to this tree. Until this discovery, we thought we had a pretty good idea about the patterns of evolutionary change. Current fossil evidence suggests that the earliest populations of the genus Homo evolved in Africa somewhere between two and three million years. Fast-forward to approximately 300,000 years to where we see the origins of the first modern humans. While the fossil record between these time frames in Africa is relatively sparse, the fossils nonetheless demonstrated certain trends from our earliest ancestors to modern humans. For example, our brains were becoming larger relative the rest of our body. Our pelves were becoming more bowl-shaped, and our hand-wrist morphology, or form, suggested a change in our grip as we began to make and use stone tools and spend less time in the trees. These new fossils disrupt everything we thought we knew about these trends and force us to change the way that we think about human evolution.
Met elke nieuwe ontdekking van een fossiel, begrijpen we een beetje beter wie we zijn en waar we vandaan komen. Door deze nieuwe fossiele vondsten beseffen we dat we nu deze stamboom moeten aanpassen. Tot aan deze ontdekking dachten we dat we een vrij goed idee hadden over de patronen van evolutionaire verandering. Het huidige fossiele bewijs suggereert dat de vroegste populatie van het geslacht Homo evolueerde in Afrika ergens tussen de twee en drie miljoen jaar. Snel vooruit naar 300.000 jaar geleden waar we de oorsprong zien van de eerste moderne mensen. Hoewel de fossielen tussen deze termijnen in Afrika relatief dun gezaaid zijn, laten de fossielen echter bepaalde trends zien van onze vroegste voorouders tot aan de moderne mens. Zo werden onze hersenen groter vergeleken met de rest van ons lichaam. Onze heupbeenderen werden steeds meer komvormig, en onze hand-polsmorfologie, of vorm, suggereerde een verandering in onze greep toen we stenen werktuigen begonnen te maken en gebruiken en we minder tijd in de bomen gingen doorbrengen. Die nieuwe fossielen gooien alles overhoop wat we dachten te weten over deze trends en dwingen ons tot andere gedachten over de menselijke evolutie.
South Africa in general, but the Cradle of Humankind in particular, contains numerous sites where hundreds of thousands of fossils have been found. As an undergraduate student, I fell in love with one of them ... Mrs. Ples. The skull of a 2.1-million-year-old early human ancestor. From that point on, I was determined to go to South Africa and study human evolution. I first traveled there in 2003, and I did get to see my beloved Mrs. Ples.
In Zuid-Afrika in het algemeen, maar vooral in de Wieg van de Mensheid zijn tal van sites waar honderdduizenden fossielen zijn gevonden. Als student in opleiding werd ik verliefd op één van hen ... Mevrouw Ples. De schedel van een 2,1-miljoen-jaar-oude vroege menselijke voorouder. Vanaf dat moment was ik vastbesloten om naar Zuid-Afrika te gaan en menselijke evolutie te studeren. Ik kwam er voor het eerst in 2003 en ik zag daar mijn beminde mevrouw Ples.
(Laughter)
(Gelach)
But words can hardly convey my excitement when I was chosen as an early career scientist by Lee Berger, a world-renowned paleoanthropologist, to be one of the primary analysts of recently excavated unpublished fossils.
Maar woorden kunnen nauwelijks mijn opwinding beschrijven toen ik als beginnende wetenschapper werd gekozen door Lee Berger, een wereldberoemde paleoanthropoloog, als een van de belangrijkste analisten van recent opgegraven onuitgegeven fossielen.
This treasure trove of fossils was being recovered from a new site called the Dinaledi Chamber in the Rising Star cave system. Species are often named based on a skull, a lower jaw, or, very rarely, a handful of postcranial, or below-the-neck, elements. The fossils from Dinaledi were another story altogether. An unprecedented approximately 1800 specimens -- so far -- have been excavated from the Rising Star system, representing at least 15 individual skeletons. The research team that I was invited to join was tasked with describing, comparing and analyzing the fossils, with the difficult goal of identifying to what species the fossils belonged. We were divided up into our different areas of expertise. We were divided up in different areas of the lab, too. So there was "Hand Land," for the fossil hand people, "Hip Heaven" for the pelvis ... I was in the "Tooth Booth."
Deze schat aan fossielen werd opgegraven uit een nieuwe site, de Dinaledi Kamer in het Rising Star-grottenstelsel. Soorten worden vaak genoemd naar een schedel, een onderkaak, of, zeer zelden, naar een handvol postcraniale elementen, elementen onder de nek. De fossielen uit Dinaledi waren een ander verhaal. Een ongeëvenaard aantal van ongeveer 1800 specimens -- tot dusver -- werd opgegraven in het Rising Star-systeem, afkomstig van minstens 15 individuele skeletten. Het onderzoeksteam waartoe ik was uitgenodigd, moest de fossielen beschrijven, vergelijken en analyseren met de zware opdracht te identificeren tot welke soort ze behoorden. We werden ingedeeld volgens onze verschillende vakgebieden. We werden ook ingedeeld over verschillende delen van het lab. Zo had je ‘Handland’ voor de mensen van de fossiele handen, ‘Heuphemel’ voor het bekken ... Ik zat in de ‘Tandentent’.
(Laughter)
(Gelach)
And after long, intense days in the lab, the different teams would meet up at night and discuss our findings, still consumed by questions from our analyses. It was incredible how different the interpretations were. Each body part seemed to come from a different species, based on what we knew from the fossil record. The suite of characteristics we were seeing didn't match any known species. And if we had only recovered the skull, we might have called it one thing; if we had only recovered the pelvis, we might have called it another. The anatomy of the skeletons didn't make sense with the framework of what we thought we knew of human evolution. Did it belong in the genus Homo? Should it be an australopithecine? Those bipedal, more apelike ancestors? Or perhaps it should be its own species.
En na lange, intense dagen in het lab kwamen de teams 's nachts samen om hun bevindingen te bespreken, nog steeds bezig met vragen van onze analyses. Het was ongelooflijk hoe verschillend de interpretaties waren. Elk lichaamsdeel leek van een andere soort te komen op basis van wat we wisten over fossielen. Alle eigenschappen die we zagen, toonden geen overeenkomst met bekende soorten. Met alleen de schedel hadden we het misschien één ding genoemd; Maar met alleen het bekken had het misschien weer anders geheten. De anatomie van de skeletten klopte niet in het kader van wat we dachten te weten over de menselijke evolutie. Hoorde het thuis in het geslacht Homo? Kon het een australopithecine zijn? Die tweevoetige, meer aapachtige voorouders? Of was het misschien een op zichzelf staande soort.
Ultimately, after much deliberation, we decided the Rising Star specimens did indeed warrant a new species, which we called "Homo naledi." From the head to the feet, the fossils present a mosaic of primitive, or ancestral, and derived or more modern-like features. The skull is quite derived, appearing most similar to early representatives of the genus Homo, like Homo habilis and Homo erectus. However, the brain is scarcely half the size of a modern human one. One that is smaller than any other early Homo that has ever been found.
Uiteindelijk besloten we na veel wikken en wegen de Rising Star-exemplaren als een nieuwe soort te erkennen, die wij de naam ‘Homo naledi’ gaven. Van kop tot teen presenteren de fossielen een mozaïek van primitieve, of voorouderlijke, en ontwikkelde, of moderner lijkende, functies. De schedel is nogal ontwikkeld en lijkt erg op vroege vertegenwoordigers van het geslacht Homo, zoals Homo habilis en Homo erectus. De hersenen zijn nauwelijks half zo groot als die van een moderne mens. Kleiner dan van elke andere vroege Homo die ooit is gevonden.
As someone who studies teeth, I might argue these are the coolest fossils found at the site.
Als iemand die tanden bestudeert, vond ik dit de coolste fossielen die op de site waren gevonden.
(Laughter)
(Gelach)
The assemblage consists of 190 whole or fragmentary teeth that range in age from very old to very young. Like the skeletons, the teeth present a mix of primitive and derived traits. In modern humans, the third molar is typically the smallest, while the first molar is the biggest, but Homo naledi has the primitive condition where the third molar is the biggest and the first molar is the smallest. The anterior teeth, or the incisors and canines, are small for the genus Homo, and the lower canine has a cuspulid on it -- an extra cuspule that gives it a distinct mitten-like shape that it shares with some specimens of the early human, Homo erectus. The overall shape of the teeth looked odd to me, so I performed crown-shape analysis on the occlusal surfaces of deciduous teeth, or baby teeth -- on your left -- and the permanent premolars and molars on your right. The deciduous teeth are especially narrow, and the premolars are unique in their outline shape compared to other hominids.
Het geheel bestaat uit 190 hele of gedeeltelijke tanden die in leeftijd variëren van zeer oud tot zeer jong. Net als de skeletten vormen de tanden een mix van primitieve en ontwikkelde kenmerken. Bij moderne mensen is de derde kies meestal de kleinste, terwijl de eerste kies de grootste is, maar Homo naledi heeft de primitieve toestand waar de derde kies de grootste is en de eerste kies de kleinste is. De voorste tanden, of de snij- en hoektanden, zijn klein voor het geslacht Homo en de onderste hoektand heeft een knobbeltje -- een extra knobbeltje waardoor hij wat op een want lijkt. Dat zie je ook bij een aantal exemplaren van de vroege mens, Homo erectus. De algemene vorm van de tanden leek me vreemd, dus deed ik een vormanalyse van de kroon -- op de kauwvlakken van de melktanden -- links -- en de permanente premolaren en kiezen rechts. De melktanden zijn bijzonder smal, en de premolaren zijn uniek van vorm vergeleken met andere mensachtigen.
In fact, when I compare the outlines, when I lay them on top of each other, they look very similar. We say they have "low intraspecific variations," so the variation within the species is low. When I compare this to groups like the australopithecines, the intraspecific variation is much larger.
Als ik de contouren vergelijk en ze over elkaar leg, lijken ze erg op elkaar. We zeggen dat ze ‘lage intraspecifieke variaties’ vertonen, dus weinig variatie binnen de soort. Als ik dit vergelijk met groepen zoals de Australopithecinen, is de intraspecifieke variatie veel groter.
Postcranially, the team concluded that the position of the shoulders suggesting naledi was a climber; the flared pelvis and curved fingers are all primitive for the genus Homo. On the other hand, the humanlike wrist, long slender legs and modern feet are all consistent with other members of the genus.
Postcraniaal, concludeerde het team, wijst de positie van de schouders erop dat naledi een klimmer was. Het uitlopende bekken en de gebogen vingers zijn allemaal te primitief voor het geslacht Homo. Anderzijds, zijn de mensachtige pols, de lange slanke benen en de moderne voeten allemaal in overeenstemming met de andere leden van het geslacht.
In 2017, we announced more specimens of Homo naledi from the nearby Lesedi Chamber, also in the Rising Star cave system. In addition, our geology team managed to produce an age estimate. The date's a big deal because, up until now, we had based our analysis solely on the morphology of the specimens, without previous knowledge of how old something is -- something which could unconsciously bias our interpretations. With its small brain and flared pelvis, we would not have been surprised if the fossils turned out to be two million years old. Instead, the fossils dated to 235 to 336 thousand years, an incredibly young date for such a small-brained individual.
In 2017 kondigden we meer exemplaren van Homo naledi aan uit de nabijgelegen Lesedi Kamer, ook in het Rising Star-grottensysteem. Bovendien slaagde ons geologieteam erin om de ouderdom te schatten. Dat is een groot probleem, want tot nu toe hadden we onze analyse uitsluitend gebaseerd op de morfologie van de monsters, zonder voorafgaande kennis van hoe oud iets was -- iets dat onze interpretaties onbewust had kunnen beïnvloeden. Met zijn kleine hersenen en uitlopende bekken, zouden we niet verbaasd zijn geweest als de fossielen twee miljoen jaar oud hadden gebleken. In plaats daarvan werden de fossielen gedateerd op 235.000 tot 336.000 jaar, een ongelooflijk jonge datum
So think back to what I said earlier:
voor een individu met zo'n kleine hersenen.
we thought that our brains were becoming larger relative to the rest of our body. Now we have a small-brained, young individual complicating this idea. What does all this mean?
Denk terug aan daarstraks: we dachten dat onze hersenen steeds groter werden ten opzichte van de rest van ons lichaam. Nu compliceert een jong individu met kleine hersenen dit idee. Wat betekent dit allemaal?
Homo naledi has taught us that we need to reassess what it means to be in the genus Homo. We need to rethink what it means to be human. In fact, most of the characteristics that we use to define the genus Homo, such as brain size and hip morphology, are no longer valid. No other species exists with this mix of primitive and derived traits. Why is there so much morphological variation in the genus Homo? And what force is driving that variation?
Homo naledi leerde ons dat we opnieuw moeten beoordelen wat het betekent om bij het geslacht Homo te horen. We moeten nadenken over wat het betekent om mens te zijn. In feite zijn de meeste van de kenmerken die we gebruiken om het geslacht Homo te definiëren, zoals hersenomvang en heupmorfologie, niet langer geldig. Geen enkel andere soort heeft deze mix van primitieve en ontwikkelde kenmerken. Waarom is er zoveel morfologische variatie in het geslacht Homo? En welke kracht drijft die variatie?
Another implication for these fossils is that for the first time, we have concrete evidence of a species coexisting in Africa, at 300,000 years, with modern humans. Until this discovery, we only had large-brained modern humans that existed in Africa. Did they interbreed with each other? Did they compete with each other?
Een andere implicatie van deze fossielen is dat we voor de eerste keer concreet bewijs hebben van een soort die in Afrika 300.000 jaar geleden samen bestond met de moderne mens. Tot aan deze ontdekking kenden we alleen moderne mensen met grote breinen in Afrika. Kruisten ze met elkaar? Hebben ze elkaar beconcurreerd?
Another implication that these fossils have is for the archaeologists studying stone tools in South Africa. Keep in mind that neither the Dinaledi nor the Lesedi Chambers have any artifacts in them. However, they do overlap in time with several stone-tool industries, the makers of which are considered to be either modern humans or direct human ancestors. This begs the question: Who made the stone tools of South Africa? Brain size has historically played a key role in identifying a species as a tool user. The idea is that you need to have a large brain to have even the capacity to make stone tools. But that notion has been questioned. Furthermore, Homo naledi, even with its small brain size, has a hand-wrist morphology similar to other species that did make and use stone tools, suggesting it had the capability. With two species coexisting in Africa at 300,000 years, we can no longer assume we know the maker of tools at sites with no associated species.
Deze fossielen geven ook nog een probleem voor de archeologen die stenen werktuigen in Zuid-Afrika bestuderen. Hou er rekening mee dat noch de Dinaledi noch de Lesedi Kamers artefacten bevatten. Toch overlappen ze in de tijd met de makers van stenen werktuigen, die worden beschouwd als ofwel moderne mensen, ofwel directe menselijke voorouders. Dit roept de vraag op: wie maakte de stenen werktuigen in Zuid-Afrika? Hersengrootte speelde vroeger een sleutelrol bij de identificatie van een soort als werktuiggebruiker. Het idee is dat je grote hersenen nodig hebt om zelfs maar stenen werktuigen te kunnen maken. Maar aan dat idee wordt nu getwijfeld. Verder heeft Homo naledi zelfs met zijn kleine hersenen een hand-polsmorfologie zoals andere soorten die stenen werktuigen maakten en gebruikten, wat suggereert dat hij het kon. Met twee soorten die 300.000 jaar geleden in Afrika naast elkaar bestonden, kunnen we niet langer aannemen dat we weten wie de gereedschapsmaker was op plaatsen zonder geassocieerde soorten.
So where does Homo naledi fit in our human evolutionary lineage? Who is it most closely related to? Who did it evolve from? We're still trying to figure all that out. It's ironic, because paleoanthropologists are renowned for having small sample sizes. We now have a large sample size, and more questions than answers. Homo naledi has taught us, has brought us a little bit closer to better understanding our evolutionary past. So while Mrs. Ples will always hold a special place in my heart, she now shares that space with several thousand others.
Waar past Homo naledi dan in onze menselijke evolutionaire afkomst? Wie is er het meest nauwverwant aan? Wie waren zijn voorouders? Dat proberen we nog steeds uit te vissen. Het is ironisch, want paleoantropologen staan bekend om hun kleine steekproefomvang. Nu hebben we een grote verzameling en nog veel meer vragen dan antwoorden. Homo naledi heeft ons wat geleerd, heeft ons een beetje dichter gebracht bij een beter begrip van ons evolutionaire verleden. Mrs. Ples zal altijd een speciaal plekje in mijn hart houden, maar dat plekje deelt ze nu met enkele duizenden anderen.
(Laughter)
(Gelach)
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)