Well, this is 2009. And it's the Bicentenary of Charles Darwin. And all over the world, eminent evolutionists are anxious to celebrate this. And what they're planning to do is to enlighten us on almost every aspect of Darwin and his life, and how he changed our thinking. I say almost every aspect, because there is one aspect of this story which they have thrown no light on. And they seem anxious to skirt around it and step over it and to talk about something else. So I'm going to talk about it. It's the question of, why are we so different from the chimpanzees?
Het is nu 2009. De tweehonderdste verjaardag van Darwin. En over de hele wereld willen prominente evolutionisten dit maar al te graag vieren. Ze zijn van plan ons meer te vertellen over bijna elk gebied van Darwin en zijn leven, en hoe hij ons denken heeft veranderd. Ik zeg "bijna" elk gebied, want er is een aspect van zijn verhaal waar ze geen licht over geschenen hebben. En ze lijken vooral eromheen te willen draaien en eraan voorbij te gaan en ergens anders over te willen praten. Dus ga ik er over praten. Het gaat om de vraag waarom we zoveel van de chimpansee verschillen.
We get the geneticists keeping on telling us how extremely closely we are related -- hardly any genes of difference, very, very closely related. And yet, when you look at the phenotypes, there's a chimp, there's a man; they're astoundingly different, no resemblance at all. I'm not talking about airy-fairy stuff about culture or psychology, or behavior. I'm talking about ground-base, nitty-gritty, measurable physical differences. They, that one, is hairy and walking on four legs. That one is a naked biped. Why? I mean -- (Laughter) if I'm a good Darwinist, I've got to believe there's a reason for that. If we changed so much, something must have happened. What happened?
De genetici blijven ons maar vertellen hoe ontzettend nauw verwant we zijn, nauwelijks een gen verschil, heel, heel nauw verwant. Maar als je naar de uiterlijke kenmerken kijkt, hier is een chimpansee, daar een mens, zijn ze verbijsterend verschillend, geen enkele gelijkenis. Ik heb het niet over zweverige toestanden, over cultuur of psychologie, of gedrag. Ik heb het over de basis, de essentiële, meetbare lichamelijke verschillen. Hij, die daar, is harig en loopt op vier poten. Deze is een naakte tweevoeter. Waarom? Ik bedoel - (gelach) Als goeie Darwinist, moet ik veronderstellen dat daar een reden voor is. Als we zoveel veranderd zijn, moet er iets gebeurd zijn. Wat is er gebeurd?
Now 50 years ago, that was a laughably simple question. Everybody knew the answer. They knew what happened. The ancestor of the apes stayed in the trees; our ancestors went out onto the plain. That explained everything. We had to get up on our legs to peer over the tall grass, or to chase after animals, or to free our hands for weapons. And we got so overheated in the chase that we had to take off that fur coat and throw it away. Everybody knew that, for generations.
Nu 50 jaar geleden was dat een lachwekkend simpele vraag. Iedereen wist het antwoord. Ze wisten wat er gebeurd was. De voorouder van de mensapen bleef in de bomen. Onze voorouders gingen de vlakte op. Dat verklaarde alles. We moesten op onze benen gaan staan om over het lange gras te kijken, of om achter dieren aan te rennen, of om onze handen vrij te maken voor wapens. En daar kregen we het zo warm van dat we onze bontjas moesten uittrekken en weggooien. Iedereen wist dat, generaties lang.
But then, in the '90s, something began to unravel. The paleontologists themselves looked a bit more closely at the accompanying microfauna that lived in the same time and place as the hominids. And they weren't savanna species. And they looked at the herbivores. And they weren't savanna herbivores. And then they were so clever, they found a way to analyze fossilized pollen. Shock, horror. The fossilized pollen was not of savanna vegetation. Some of it even came from lianas, those things that dangle in the middle of the jungle.
Maar in de jaren '90 begon er zich iets te ontrafelen. De paleontologen zelf keken eens wat aandachtiger naar de microfauna uit dezelfde tijd en omgeving als de mensachtigen. En dat waren geen savannesoorten. En toen keken ze naar de planteneters, ook geen savannesoorten. En toen werden ze zo slim dat ze een analyse konden doen van fossiel stuifmeel. Wat een schok. Het fossiele stuifmeel kwam niet van savanneplanten. Een gedeelte kwam zelfs van lianen af, van die dingen die midden in het oerwoud bungelen.
So we're left with a situation where we know that our earliest ancestors were moving around on four legs in the trees, before the savanna ecosystem even came into existence. This is not something I've made up. It's not a minority theory. Everybody agrees with it.
Dus zitten we met een situatie waarin we weten dat onze vroegste voorouders zich op [twee benen] tussen de bomen bewogen, voordat het ecosysteem van de savanne überhaupt bestond. Dit heb ik niet zelf bedacht. Het is geen minderheidstheorie. Iedereen is het ermee eens.
Professor Tobias came over from South Africa and spoke to University College London. He said, "Everything I've been telling you for the last 20 years, forget about it. It was wrong. We've got to go back to square one and start again." It made him very unpopular. They didn't want to go back to square one.
Professor Tobias kwam vanuit Zuid-Afrika en gaf een lezing aan de University College in Londen. Hij zei: Alles dat ik u de afgelopen 20 jaar heb staan vertellen, kunt u vergeten. Het klopt niet. We moeten terug naar het beginpunt en opnieuw beginnen. Daar werd hij zeer onpopulair van. Ze wilden niet terug naar het beginpunt.
I mean, it's a terrible thing to happen. You've got this beautiful paradigm. You've believed it through generations. Nobody has questioned it. You've been constructing fanciful things on top of it, relying on it to be as solid as a rock. And now it's whipped away from under you. What do you do? What does a scientist do in that case?
Ik bedoel, het is een vreselijke gebeurtenis. Je hebt een prachtig paradigma, en gelooft het al generaties lang. Niemand twijfelt eraan. Je hebt er elegante constructies bovenop gebouwd, omdat je ervan uit gaat dat het rotsvast is. En nu wordt het onder je voeten weggevaagd. Wat doe je dan? Wat doet een wetenschapper in zo'n geval?
Well, we know the answer because Thomas S. Kuhn wrote a seminal treatise about this back in 1962. He said what scientists do when a paradigm fails is, guess what -- they carry on as if nothing had happened. (Laughter) If they haven't got a paradigm they can't ask the question. So they say, "Yes it's wrong, but supposing it was right ..." (Laughter) And the only other option open to them is to stop asking the questions. So that is what they have done now. That's why you don't hear them talking about it. It's yesterday's question.
We weten nu het antwoord, want Thomas S. Kuhn schreef een grondslagleggend werk hierover in 1962. Hij zei: Wat wetenschappers doen als een paradigma faalt, is, u raadt het al, doorgaan alsof er niets gebeurd is. (gelach) Als ze geen paradigma hebben kunnen ze de vraag niet stellen. Dus zeggen ze, "Het klopt niet, maar stel dat het wel zou kloppen..." (gelach) De enige andere mogelijkheid voor ze is om de vragen niet meer te stellen. Dus dat hebben ze nu gedaan. Daarom hoort u ze er niet meer over. Het is de vraag van gisteren.
Some of them have even elevated it into a principle. It's what we ought to be doing. Aaron Filler from Harvard said, "Isn't it time we stopped talking about selective pressures? I mean, why don't we talk about, well, there's chromosomes, and there's genes. And we just record what we see." Charles Darwin must be spinning in his grave! He knew all about that kind of science. And he called it hypothesis-free science. And he despised it from the bottom of his heart. And if you're going to say, "I'm going to stop talking about selective pressures," you can take "The Origin of Species" and throw it out of the window, for it's about nothing else but selective pressures.
Sommigen hebben het zelfs tot beginsel verheven. Het is wat we zouden moeten doen. Aaron Filler van Harvard zei: "Moeten we onderhand niet eens ophouden over selectiedruk? Ik bedoel, waarom praten we niet over chromosomen hier, en genen daar, en leggen we gewoon vast wat we zien." Charles Darwin draait zich om in zijn graf! Hij wist alles van die wetenschap. Hij noemde het hypothesevrije wetenschap. En hij verachtte het vanuit de grond van zijn hart. En als je nou zegt: "Ik ga het niet meer over selectiedruk hebben," kun je "Het ontstaan der soorten" net zo goed het raam uit gooien. Want dat gaat over niets anders dan over selectiedruk.
And the irony of it is, that this is one occasion of a paradigm collapse where we didn't have to wait for a new paradigm to come up. There was one waiting in the wings. It had been waiting there since 1960 when Alister Hardy, a marine biologist, said, "I think what happened, perhaps our ancestors had a more aquatic existence for some of the time." He kept it to himself for 30 years. But then the press got hold of it and all hell broke loose. All his colleagues said, "This is outrageous. You've exposed us to public ridicule! You must never do that again." And at that time, it became set in stone: the aquatic theory should be dumped with the UFOs and the yetis, as part of the lunatic fringe of science.
En het ironische hiervan is dat dit een geval van paradigma-instorting is, waarbij we niet op het volgende paradigma hoefden te wachten. Er stond er al één klaar. Het stond al klaar sinds 1960, toen Alister Hardy, een marien bioloog, zei: "Wat ik denk dat gebeurd is, is dat misschien onze voorouders wat meer in het water leefden zo af en toe." Hij hield het 30 jaar lang stil. Maar toen kreeg de pers er lucht van, en brak de hel los. Al zijn collega's zeiden: "Dit is schandalig. U heeft ons blootgesteld aan publieke hoon! Dat moet u nooit meer doen." En op dat moment werd het een ijzeren wet: de wateraaptheorie moet gedumpt worden bij de UFO's en de yeti's, onder gestoorde randwetenschap.
Well I don't think that. I think that Hardy had a lot going for him. I'd like to talk about just a handful of what have been called the hallmarks of mankind, the things that made us different from everybody else, and all our relatives. Let's look at our naked skin. It's obvious that most of the things we think about that have lost their body hair, mammals without body hair, are aquatic ones, like the dugong, the walrus, the dolphin, the hippopotamus, the manatee. And a couple of wallowers-in-mud like the babirusa. And you're tempted to think, well perhaps, could that be why we are naked?
Nou, dat vind ik niet. Ik vind dat Hardy veel goede punten had. Ik wil het graag hebben over een handjevol dingen die geduid worden als bij uitstek typisch menselijk, de dingen die ons onderscheiden van alle andere, en al onze verwanten. Laten we onze naakte huid eens bekijken. Het spreekt voor zich dat de meeste dieren die we bedenken die hun haar verloren hebben, zoogdieren zonder vacht, in het water leven, zoals de zeekoe, de walrus, de dolfijn, het nijlpaard, de lamantijn, en een paar modderpoelbewoners zoals de babiroessa. En het is verleidelijk om te denken: welnu, misschien zijn we daarom wel naakt?
I suggested it and people said, "No no no. I mean, look at the elephant. You've forgotten all about the elephant haven't you?" So back in 1982 I said, "Well perhaps the elephant had an aquatic ancestor." Peals of merry laughter! "That crazy woman. She's off again. She'll say anything won't she?" But by now, everybody agrees that the elephant had an aquatic ancestor. This has come 'round to be that all those naked pachyderms have aquatic ancestors. The last exception was supposed to be the rhinoceros.
Ik stelde het voor, en mensen zeiden: "Nee, nee. Kijk maar naar de olifant. U bent de olifant zeker helemaal vergeten." Dus in 1982 zei ik: "Misschien had de olifant wel een voorouder in het water." Het gonsde van het gelach. "Dat gestoorde mens, ze zit er weer eens naast. Ze zegt ook alles." Maar tegenwoordig is iedereen het erover eens dat de olifant uit het water komt. Dat is nu uitgebreid zodat nu al die naakte dikhuiden voorouders in het water hebben. De laatste uitzondering was de neushoorn.
Last year in Florida they found extinct ancestor of a rhinoceros and said, "Seems to have spent most of its time in the water." So this is a close connection between nakedness and water. As an absolute connection, it only works one way. You can't say all aquatic animals are naked, because look at the sea otter. But you can say that every animal that has become naked has been conditioned by water, in its own lifetime, or the lifetime of its ancestors. I think this is significant. The only exception is the naked Somalian mole-rat, which never puts its nose above the surface of the ground.
Vorige jaar in Florida vond men uitgestorven voorouders van de neushoorn, en men zei: "Lijkt meestal in het water geleefd te hebben." Dus dit is een nauw verband tussen naaktheid en water. Als absoluut verband werkt het maar één kant op. Je kunt niet zeggen dat alle waterdieren naakt zijn - kijk maar naar de zeeotter. Maar je kunt wel zeggen dat elk dier dat naakt geworden is door water gevormd is, tijdens zijn eigen levensduur of de levensduur van zijn voorouders. Dat vind ik veelzeggend. De enige uitzondering is de naakte Somalische molrat, die nooit zijn neus boven de grond uitsteekt.
And take bipedality. Here you can't find anybody to compare it with, because we're the only animal that walks upright on two legs. But you can say this: all the apes and all the monkeys are capable of walking on two legs, if they want to, for a short time. There is only one circumstance in which they always, all of them, walk on two legs, and that is when they are wading through water. Do you think that's significant? David Attenborough thinks it's significant, as the possible beginning of our bipedalism.
En neem bipedie. Hier kun je geen enkel dier vinden om mee te vergelijken. Want wij zijn het enige dier dat rechtop loopt op twee benen. Maar wat je wel kan zeggen, is dat alle apen op twee benen kunnen lopen, als ze dat willen, voor een korte tijd. Er is maar één omstandigheid waarin ze, altijd, allemaal, op twee benen lopen, en dat is als ze door het water waden. Vindt u dat significant? David Attenborough vindt het significant. Als mogelijk begin van onze bipedie.
Look at the fat layer. We have got, under our skin, a layer of fat, all over: nothing in the least like that in any other primate. Why should it be there? Well they do know, that if you look at other aquatic mammals, the fat that in most land mammals is deposited inside the body wall, around the kidneys and the intestines and so on, has started to migrate to the outside, and spread out in a layer inside the skin. In the whale it's complete: no fat inside at all, all in blubber outside. We cannot avoid the suspicion that in our case it's started to happen. We have got skin lined with this layer. It's the only possible explanation of why humans, if they're very unlucky, can become grossly obese, in a way that would be totally impossible for any other primate, physically impossible. Something very odd, matter-of-factly, never explained.
Kijk naar de vetlaag. Onder onze huid hebben we een laag vet, overal. Je vindt niets vergelijkbaars terug bij eender welke andere primaat. Waarom zou die er moeten zitten? Nou, ze weten wel dat als je naar andere waterzoogdieren kijkt, het vet dat in de meeste landzoogdieren binnenin het lichaam afgezet is, rond de nieren en de darmen enzovoorts, naar de buitenkant is gaan verhuizen, en zich uitgespreid heeft in een onderhuidse laag. Bij de walvis is die volledig. Helemaal geen vet binnenin, allemaal blubber aan de buitenkant. We kunnen niet aan het vermoeden ontkomen dat het bij ons ook is begonnen. We hebben huid die met deze laag gevoerd is. Dat is de enige mogelijke verklaring voor waarom mensen, als ze heel veel pech hebben, ernstig zwaarlijvig kunnen worden, zo erg dat het totaal onmogelijk zou zijn voor andere primaten, fysiek onmogelijk. Dat is iets heel raars, nooit verklaard.
The question of why we can speak. We can speak. And the gorilla can't speak. Why? Nothing to do with his teeth or his tongue or his lungs or anything like that -- purely has to do with its conscious control of its breath. You can't even train a gorilla to say "Ah" on request. The only creatures that have got conscious control of their breath are the diving animals and the diving birds. It was an absolute precondition for our being able to speak.
De vraag waarom we kunnen praten. We kunnen praten. En de gorilla kan dat niet. Waarom niet? Dat heeft niets te maken met zijn tanden of tong of longen of zoiets. Het komt door de bewust geregelde ademhaling. Je kunt een gorilla niet eens leren om op commando "Ah" te zeggen. De enige dieren die bewust hun ademhaling regelen zijn dieren en vogels die duiken. Het was een absolute voorwaarde om te kunnen praten.
And then again, there is the fact that we are streamlined. Trying to imagine a diver diving into water -- hardly makes a splash. Try to imagine a gorilla performing the same maneuver, and you can see that, compared with gorilla, we are halfway to being shaped like a fish. I am trying to suggest that, for 40-odd years, this aquatic idea has been miscategorized as lunatic fringe, and it is not lunatic fringe.
En dan is er nog het feit dat we gestroomlijnd zijn. Beeldt u zich eens een menselijke duiker in, die duikt het water in en er spat bijna niets op. Beeldt u zich eens een gorilla in die dezelfde manoeuvre uithaalt. En dan ziet u dat, vergeleken met gorilla's, we halverwege zijn om in de vorm van een vis te veranderen. Ik probeer te suggereren dat, voor meer dan 40 jaar, dit wateridee verkeerdelijk geplaatst is onder gestoorde randwetenschap, en het is geen randwetenschap.
And the ironic thing about it is that they are not staving off the aquatic theory to protect a theory of their own, which they've all agreed on, and they love. There is nothing there. They are staving off the aquatic theory to protect a vacuum. (Laughter) (Applause)
En het ironische eraan is dat ze de watertheorie niet afhouden om hun eigen theorie te beschermen, waar ze het allemaal mee eens zijn, en waar ze van houden. Er is daar niets. Ze houden de watertheorie af om een vacuüm te beschermen. (gelach) (applaus)
How do they react when I say these things? One very common reaction I've heard about 20 times is, "But it was investigated. They conducted a serious investigation of this at the beginning, when Hardy put forward his article." I don't believe it. For 35 years I've been looking for any evidence of any incident of that kind, and I've concluded that that's one of the urban myths. It's never been done.
Hoe reageren ze als ik deze dingen zeg? Een reactie die ik al meer dan 20 keer heb gehoord is: "Maar het is al onderzocht. Ze hebben hier in het begin een serieus onderzoek naar ingesteld, toen Hardy met zijn artikel kwam." Dat geloof ik niet. Al 35 jaar zoek ik naar aanwijzingen die duiden op wat voor soortgelijke gebeurtenis dan ook, en mijn conclusie is dat het een verzonnen fabeltje is. Het is nog nooit gedaan.
I ask people sometimes, and they say, "I like the aquatic theory! Everybody likes the aquatic theory. Of course they don't believe it, but they like it." Well I say, "Why do you think it's rubbish?" They say "Well ... everybody I talk to says it's rubbish. And they can't all be wrong, can they?" The answer to that, loud and clear, is, "Yes! They can all be wrong." History is strewn with the cases when they've all got it wrong. (Applause) And if you've got a scientific problem like that, you can't solve it by holding a head count, and saying, "More of us say yes than say no."
Ik vraag het mensen soms, en ze zeggen dan: "Ik vind het een leuke theorie! Iedereen vindt de watertheorie leuk. Natuurlijk geloven ze het niet, maar het is wel leuk." Dan zeg ik, "Waarom vindt u het dan onzin?" Ze zeggen dan "Nou... iedereen die ik spreek zegt dat het onzin is. En die kunnen het toch zeker niet allemaal mis hebben?" Het antwoord daarop, luid en duidelijk is, "Jawel! Dat kunnen ze wel." De geschiedenis is bezaaid met zaken waarbij we het allemaal mis hadden. (applaus) En als je zo'n wetenschappelijk probleem hebt, kun je het niet oplossen door handen te tellen, en dan te zeggen: "Meer handen zeggen ja dan nee."
(Laughter)
(gelach)
Apart from that, some of the heads count more than others. Some of them have come over. There was Professor Tobias. He's come over. Daniel Dennett, he's come over. Sir David Attenborough, he's come over. Anybody else out there? Come on in. The water is lovely.
Afgezien daarvan tellen sommige handen meer dan andere. Sommigen zijn overgelopen. Je had professor Tobias, die is overgelopen. Daniel Dennett, die is overgelopen. Sir David Attenborough is overgelopen. Zijn er nog meer? Kom erbij. Het water is heerlijk.
(Applause)
(applaus)
And now we've got to look to the future. Ultimately one of three things is going to happen. Either they will go on for the next 40 years, 50 years, 60 years. "Yeah well we don't talk about that. Let's talk about something interesting." That would be very sad. The second thing that could happen is that some young genius will arrive, and say, "I've found it. It was not the savanna, it was not the water, it was this!" No sign of that happening either. I don't think there is a third option.
En nu moeten we naar de toekomst kijken. Uiteindelijk kunnen er drie dingen gebeuren. Of ze gaan zo nog 40 jaar, 50 jaar, 60 jaar door. "Ja, nou daar hebben we het niet over. Laten we iets interessants bespreken." Dat zou heel jammer zijn. Het tweede dat zou kunnen gebeuren is dat er een jong genie opkomt, dat zegt: "Ik heb het. Het was niet de savanne, het was niet het water, maar dit!" Ook dat lijkt niet te gaan gebeuren. Ik denk niet dat er een derde optie is.
So the third thing that might happen is a very beautiful thing. If you look back at the early years of the last century, there was a stand-off, a lot of bickering and bad feeling between the believers in Mendel, and the believers in Darwin. It ended with a new synthesis: Darwin's ideas and Mendel's ideas blending together. And I think the same thing will happen here. You'll get a new synthesis. Hardy's ideas and Darwin's ideas will be blended together.
Dus het derde dat kan gebeuren is iets heel moois. Als je terugkijkt naar de vroege jaren van de vorige eeuw, was er een patstelling, een hoop gekibbel en scheve blikken tussen de aanhangers van Mendel, en de aanhangers van Darwin. Dat eindigde met een nieuwe synthese. Darwins ideeën en Mendels ideeën vloeiden samen. En ik denk dat hetzellfde nu gaat gebeuren. Je krijgt een nieuwe synthese. Hardy's ideeën en Darwins ideeën zullen samenvloeien.
And we can move forward from there, and really get somewhere. That would be a beautiful thing. It would be very nice for me if it happened soon. (Laughter) Because I'm older now than George Burns was when he said, "At my age, I don't even buy green bananas."
En van daaruit kunnen we vooruitgaan, en echt ergens uitkomen. Dat zou heel mooi zijn. Het zou voor mij erg fijn zijn als dat binnenkort was. (gelach) Want ik ben nu ouder dan George Burns was toen hij zei: "Op mijn leeftijd koop ik al geen groene bananen meer."
(Laughter)
(gelach)
So if it's going to come and it's going to happen, what's holding it up? I can tell you that in three words. Academia says no. They decided in 1960, "That belongs with the UFOs and the yetis." And it's not easy to change their minds. The professional journals won't touch it with a barge pole. The textbooks don't mention it. The syllabus doesn't mention even the fact that we're naked, let alone look for a reason to it. "Horizon," which takes its cue from the academics, won't touch it with a barge pole. So we never hear the case put for it, except in jocular references to people on the lunatic fringe.
Dus als het gaat komen en als het gaat gebeuren, wat houdt het dan op? Dat kan ik u in drie woorden vertellen. Academici zeggen nee. In 1960 besloten ze: "Dat hoort thuis bij de UFO's en de yeti's." En ze bedenken zich niet gemakkelijk. De vakbladen blijven er mijlenver uit de buurt. De studieboeken vermelden het niet. De boeken vermelden niet eens het feit dat we naakt zijn, laat staan een reden ervoor. "Horizon," dat zich naar de academici schikt, blijft er mijlenver vandaan. Dus horen we nooit iemand erover, behalve in grapjes over gestoorde randwetenschappers.
I don't know quite where this diktat comes from. Somebody up there is issuing the commandment, "Thou shalt not believe in the aquatic theory. And if you hope to make progress in this profession, and you do believe it, you'd better keep it to yourself, because it will get in your way."
Waar dat dictaat precies vandaan komt weet ik niet. Iemand daarboven legt het gebod op: "Gij zult niet in de watertheorie geloven." En als u van plan was in dit vakgebied vooruitgang te boeken, en er wel in gelooft, kunt u dat beter voor zich houden. Want het zal u in de weg zitten.
So I get the impression that some parts of the scientific establishment are morphing into a kind of priesthood. But you know, that makes me feel good, because Richard Dawkins has told us how to treat a priesthood. (Laughter) He says, "Firstly, you've got to refuse to give it all the excessive awe and reverence it's been trained to receive." Right. I'll go ahead with that. And secondly, he says, "You must never be afraid to rock the boat." I'll go along with that too. Thank you very much.
Dus krijg ik de indruk dat sommige delen van het wetenschappelijke establishment in een soort priesterdom veranderen. Maar weet u: dat geeft me een goed gevoel. Want Richard Dawkins heeft ons verteld hoe we met een priesterdom moeten omgaan. (gelach) Hij zegt: ten eerste moet je weigeren om het alle overdreven ontzag en verering te geven dat het gewend is te ontvangen." Daar ga ik wel in mee. En ten tweede, zegt hij, "Wees nooit bang voor de knuppel in het hoenderhok." Daar ga ik ook wel in mee. Hartelijk dank.
(Applause)
(applaus)