The first thing I want to do is say thank you to all of you. The second thing I want to do is introduce my co-author and dear friend and co-teacher. Ken and I have been working together for almost 40 years. That's Ken Sharpe over there.
Het eerste wat ik wil doen is jullie allemaal bedanken. Het tweede dat ik wil doen is mijn mede-auteur, goede vriend en mede-leraar introduceren. Ken en ik hebben de afgelopen 40 jaar samengewerkt. Daar zit hij. Ken Sharpe.
(Applause)
(Applaus)
So there is among many people -- certainly me and most of the people I talk to -- a kind of collective dissatisfaction with the way things are working, with the way our institutions run. Our kids' teachers seem to be failing them. Our doctors don't know who the hell we are, and they don't have enough time for us. We certainly can't trust the bankers, and we certainly can't trust the brokers. They almost brought the entire financial system down. And even as we do our own work, all too often, we find ourselves having to choose between doing what we think is the right thing and doing the expected thing, or the required thing, or the profitable thing. So everywhere we look, pretty much across the board, we worry that the people we depend on don't really have our interests at heart. Or if they do have our interests at heart, we worry that they don't know us well enough to figure out what they need to do in order to allow us to secure those interests. They don't understand us. They don't have the time to get to know us.
Veel mensen, zeker ikzelf en de meeste mensen met wie ik spreek hebben een soort algemene onvrede over hoe het allemaal werkt, met hoe onze instituten in elkaar zitten. De docenten van onze kinderen stellen ons teleur. Onze dokters hebben geen idee van wie we zijn en ze hebben niet eens genoeg tijd voor ons. We kunnen de bankiers zeker niet geloven, en de makelaars al helemaal niet. Ze hebben bijna het hele financiële systeem laten instorten. Zelfs als we ons eigen werk doen, moeten we veel te vaak een bepaalde keuze maken tussen wat we denken dat het goede is, en dat wat van ons verwacht wordt, of dat wat nodig is, of dat wat winstgevend is. Overal waar we kijken echt overal, maken we ons zorgen dat de mensen waar we afhankelijk van zijn niet echt onze belangen nastreven. en dat als ze onze belangen nastreven dan maken we ons zorgen dat ze ons niet goed genoeg kennen om uit te maken wat ze dan moeten doen om ons die belangen te laten verzekeren. Ze begrijpen ons niet Ze hebben de tijd niet om ons te leren kennen.
There are two kinds of responses that we make to this sort of general dissatisfaction. If things aren't going right, the first response is: let's make more rules, let's set up a set of detailed procedures to make sure that people will do the right thing. Give teachers scripts to follow in the classroom, so even if they don't know what they're doing and don't care about the welfare of our kids, as long as they follow the scripts, our kids will get educated. Give judges a list of mandatory sentences to impose for crimes, so that you don't need to rely on judges using their judgment. Instead, all they have to do is look up on the list what kind of sentence goes with what kind of crime. Impose limits on what credit card companies can charge in interest and on what they can charge in fees. More and more rules to protect us against an indifferent, uncaring set of institutions we have to deal with.
Er zijn twee soorten reacties die we gebruiken bij dit soort algemene onvrede. Als alles niet goed gaat, is onze eerste reactie: laten we meer regels maken, laten we een set gedetailleerde procedures maken om er zo zeker van te zijn dat de mensen het goede zullen doen. Geef docenten scripts die ze kunnen volgen in het klaslokaal, zodat zelfs als ze niet weten wat ze doen en het welzijn van onze kinderen ze niks kan schelen, zolang ze de scripts volgen, zullen onze kinderen opgeleid worden. Geef de rechters een lijst met verplichte straffen, op te leggen bij bepaalde misdaden zodat je niet hoeft te vertrouwen op het eigen oordeel van de rechters. In plaats daarvan hoeven ze alleen maar naar de lijst te kijken en te bepalen welke straf bij welke misdaad hoort. Stel limieten vast op wat de credit card bedrijven in rente kunnen heffen en wat voor kosten ze kunnen heffen. Steeds meer regels om ons te beschermen tegen een onverschillige, onzorgzame groep bedrijven waar we mee moeten omgaan.
Or -- or maybe and -- in addition to rules, let's see if we can come up with some really clever incentives so that, even if the people we deal with don't particularly want to serve our interests, it is in their interest to serve our interest -- the magic incentives that will get people to do the right thing even out of pure selfishness. So we offer teachers bonuses if the kids they teach score passing grades on these big test scores that are used to evaluate the quality of school systems.
Of - of misschien en - in aanvulling van de regels, laten we eens kijken of we enorm slimme stimulansen kunnen bedenken die, als we met mensen omgaan die niet specifiek onze belangen willen behartigen, dat het in hun voordeel is om toch onze belangen te behartigen -- de magische stimulansen die mensen juist laten handelen zelfs uit pure zelfzucht. We bieden leraren bonussen aan als de kinderen die ze doceren goede scores halen bij grote tests die ze gebruiken om de kwaliteit van de scholen te evalueren.
Rules and incentives -- "sticks" and "carrots." We passed a bunch of rules to regulate the financial industry in response to the recent collapse. There's the Dodd-Frank Act, there's the new Consumer Financial Protection Agency that is temporarily being headed through the backdoor by Elizabeth Warren. Maybe these rules will actually improve the way these financial services companies behave. We'll see. In addition, we are struggling to find some way to create incentives for people in the financial services industry that will have them more interested in serving the long-term interests even of their own companies, rather than securing short-term profits. So if we find just the right incentives, they'll do the right thing -- as I said -- selfishly, and if we come up with the right rules and regulations, they won't drive us all over a cliff. And Ken [Sharpe] and I certainly know that you need to reign in the bankers. If there is a lesson to be learned from the financial collapse it is that.
Regels en stimulansen -- straf en beloning. We hebben een hoop regels om de financiële industrie te reguleren als antwoord op de recente ineenstorting. De 'Dodd-Frank Act' is er een van, en bijvoorbeeld het nieuwe 'Consumer Financial Protection Agency' die tijdelijk binnengesmokkeld worden door Elizabeth Warren. Misschien zullen deze regels echt helpen bij een verbetering van de manier waarop deze bedrijven zich gedragen. We zullen zien. Daarnaast zijn we aan het worstelen met een manier om stimulansen te bedenken voor mensen in de financiële diensten-industrie om het nastreven van lange-termijndoelen interessanter te maken ook van de eigen bedrijven, in plaats van het nastreven van snelle winst. Als we dus de goede stimulansen vinden zullen ze -- zoals ik al zei -- uit eigenbelang juist handelen, en als we de goede regels en voorschriften bedenken, zullen ze ons niet allemaal het ravijn inrijden. Ken [Sharpe] en ik weten zeker dat je de bankiers kort moet houden. Als er een les te leren valt van de financiële ineenstorting is het dat wel.
But what we believe, and what we argue in the book, is that there is no set of rules, no matter how detailed, no matter how specific, no matter how carefully monitored and enforced, there is no set of rules that will get us what we need. Why? Because bankers are smart people. And, like water, they will find cracks in any set of rules. You design a set of rules that will make sure that the particular reason why the financial system "almost-collapse" can't happen again. It is naive beyond description to think that having blocked this source of financial collapse, you have blocked all possible sources of financial collapse. So it's just a question of waiting for the next one and then marveling at how we could have been so stupid as not to protect ourselves against that.
Maar wat wij geloven, en wat we stellen in het boek, is dat er geen enkele set regels is, maakt niet uit hoe gedetailleerd, of hoe specifiek, of hoe zorgvuldig nageleefd en afgedwongen, er is geen set regels die ons zal geven wat we nodig hebben. Waarom? Omdat bankiers slimme mensen zijn. En, net als water, zullen ze kieren vinden in elke set regels. Je ontwerpt een set regels om ervoor te zorgen dat de specifieke reden waarom het financiele systeem bijna ineenstortte niet opnieuw kan gebeuren. Het is onbeschrijfelijk naief te denken dat het blokkeren van de oorzaakvan de financiële ineenstorting, alle mogelijke oorzaken van financiële ineenstorting geblokkeerd zou hebben. Dus het is gewoon een kwestie van wachten op de volgende en ons dan afvragen hoe we zo dom hebben kunnen zijn dat we ons daar niet tegen beschermd hadden.
What we desperately need, beyond, or along with, better rules and reasonably smart incentives, is we need virtue. We need character. We need people who want to do the right thing. And in particular, the virtue that we need most of all is the virtue that Aristotle called "practical wisdom." Practical wisdom is the moral will to do the right thing and the moral skill to figure out what the right thing is. So Aristotle was very interested in watching how the craftsmen around him worked. And he was impressed at how they would improvise novel solutions to novel problems -- problems that they hadn't anticipated. So one example is he sees these stonemasons working on the Isle of Lesbos, and they need to measure out round columns. Well if you think about it, it's really hard to measure out round columns using a ruler. So what do they do? They fashion a novel solution to the problem. They created a ruler that bends, what we would call these days a tape measure -- a flexible rule, a rule that bends. And Aristotle said, "Hah, they appreciated that sometimes to design rounded columns, you need to bend the rule." And Aristotle said often in dealing with other people, we need to bend the rules.
Wat we echt heel erg nodig hebben, nog meer dan, of samen met, betere regels en behoorlijk slimme stimulansen, is dat we deugd nodig hebben, we hebben karakter nodig, we hebben mensen nodig die het goede wíllen doen. En, specifiek, de deugd die we het meest nodig hebben is de deugd die Aristoteles noemde; praktische wijsheid. Praktische wijsheid is de morele wil om het goede te doen en de morele vaardigheid om uit te vinden wat het goede is. Aristoteles was daarom erg geïnteresseerd in hoe de ambachtslieden werkten. En hij was onder de indruk van hoe ze nieuwe oplossingen voor nieuwe problemen improviseerden -- problemen die ze niet hadden voorzien. Hij bekeek bijvoorbeeld de steenhouwers die aan het werken zijn op het eiland Lesbos, en hoe ze ronde pilaren opmaten. Als je er goed over nadenkt, is het bijzonder moeilijk om ronde pilaren op te meten met een lineaal. Dus wat deden ze? Ze vonden een nieuwe oplossing voor het probleem. Ze hebben een buigbare lineaal bedacht, wat we vandaag de dag een meetlint zouden noemen -- een flexibele regel, een buigbare regel. En Aristoteles zei, ha, zij waardeerden tenminste dat soms, als je ronde pilaren moet ontwerpen, je de regels moet buigen. En Aristoteles zei dat vaak, als we met andere mensen moeten omgaan, we de regels moeten aanpassen.
Dealing with other people demands a kind of flexibility that no set of rules can encompass. Wise people know when and how to bend the rules. Wise people know how to improvise. The way my co-author , Ken, and I talk about it, they are kind of like jazz musicians. The rules are like the notes on the page, and that gets you started, but then you dance around the notes on the page, coming up with just the right combination for this particular moment with this particular set of fellow players. So for Aristotle, the kind of rule-bending, rule exception-finding and improvisation that you see in skilled craftsmen is exactly what you need to be a skilled moral craftsman. And in interactions with people, almost all the time, it is this kind of flexibility that is required. A wise person knows when to bend the rules. A wise person knows when to improvise. And most important, a wise person does this improvising and rule-bending in the service of the right aims. If you are a rule-bender and an improviser mostly to serve yourself, what you get is ruthless manipulation of other people. So it matters that you do this wise practice in the service of others and not in the service of yourself. And so the will to do the right thing is just as important as the moral skill of improvisation and exception-finding. Together they comprise practical wisdom, which Aristotle thought was the master virtue.
Met andere mensen omgaan vraagt een bepaalde flexibiliteit die geen enkele set regels kan omvatten. Wijze mensen weten waar en hoe ze de regels moeten buigen. Slimme mensen weten hoe ze moeten improviseren. De manier waarop mijn mede-auteur, Ken en Ik het erover hebben is dat ze een beetje als jazzmuzikanten zijn de regels zijn als de muzieknoten op de pagina, en dat is waar je begint, maar dan dans je om de noten op de pagina heen, net de goede combinatie bedenkend voor dit specifieke moment met deze specifieke groep medespelers. Dus voor Aristoteles, het soort regelbuigen, het uitzonderingen vinden op regels, en de improvisatie, dat je ziet bij vaardige ambachtslieden is precies wat je nodig hebt om een vaardig moreel ambachtsman te zijn. En in de interactie met mensen, bijna de hele tijd, is het deze flexibiliteit die je nodig hebt. Een slim mens weet wanneer hij de regels moet buigen. Een slim persoon weet wanneer hij moet improviseren. Het meest belangrijk is nog wel dat, een slim mens dit improviseren en regelbuigen doet met de beste bedoelingen. Als je een regelbuiger en improvisator bent met het doel jezelf te helpen word je een meedogenloze manipulator van anderen. Dus het maakt uit dat je deze wijze kunst uitoefent in het belang van anderen en niet in je eigen belang. En dus is de wil om het goede te doen net zo belangrijk als de morele vaardigheid om te improviseren en uitzonderingen te vinden. Samen omvatten ze de praktische wijsheid waarvan Aristoteles dacht dat het de grootste deugd was.
So I'll give you an example of wise practice in action. It's the case of Michael. Michael's a young guy. He had a pretty low-wage job. He was supporting his wife and a child, and the child was going to parochial school. Then he lost his job. He panicked about being able to support his family. One night, he drank a little too much, and he robbed a cab driver -- stole 50 dollars. He robbed him at gunpoint. It was a toy gun. He got caught. He got tried. He got convicted. The Pennsylvania sentencing guidelines required a minimum sentence for a crime like this of two years, 24 months. The judge on the case, Judge Lois Forer thought that this made no sense. He had never committed a crime before. He was a responsible husband and father. He had been faced with desperate circumstances. All this would do is wreck a family. And so she improvised a sentence -- 11 months, and not only that, but release every day to go to work. Spend your night in jail, spend your day holding down a job. He did. He served out his sentence. He made restitution and found himself a new job. And the family was united.
Laat ik jullie een voorbeeld geven van praktische wijsheid in actie. Het geval van Michael. Michael is een jonge vent. Hij had een behoorlijk laag betaalde baan. Hij werkte voor vrouw en kind, en het kind ging naar een parochiale school. Toen raakte hij zijn baan kwijt. Hij raakte in paniek over of hij zijn familie nog wel zou kunnen onderhouden. Op een nacht had hij teveel gedronken, en beroofde een taxichauffeur -- stal $50. Hij beroofde hem terwijl hij hem onder schot hield. Met een speelgoedgeweer. Hij werd gepakt, berecht, en veroordeeld. De richtlijnen in Pennsylvania omtrent straffen vereisten een minimumstraf voor dit soort misdaad van twee jaar, dus 24 maanden. De rechter in de zaak, rechter Lois Forer vond dat dit nergens op sloeg. Hij had nog nooit een misdaad begaan. Hij was een verantwoordelijke man en vader. Maar werd geconfronteerd met wanhopige omstandigheden. Dit alles zou een familie ontwricht hebben. Ze bedacht daarom een straf -- 11 maanden. Niet alleen dat, maar elke dag werd hij vrijgelaten om te gaan werken. Breng je nacht door in de gevangenis, breng de dag door terwijl je een baan hebt. Dat deed hij. Hij diende zijn straf uit. Hij betaalde zijn schuld aan de maatschappij en vond een nieuwe baan. De familie was herenigd.
And it seemed on the road to some sort of a decent life -- a happy ending to a story involving wise improvisation from a wise judge. But it turned out the prosecutor was not happy that Judge Forer ignored the sentencing guidelines and sort of invented her own, and so he appealed. And he asked for the mandatory minimum sentence for armed robbery. He did after all have a toy gun. The mandatory minimum sentence for armed robbery is five years. He won the appeal. Michael was sentenced to five years in prison. Judge Forer had to follow the law. And by the way, this appeal went through after he had finished serving his sentence, so he was out and working at a job and taking care of his family and he had to go back into jail. Judge Forer did what she was required to do, and then she quit the bench. And Michael disappeared. So that is an example, both of wisdom in practice and the subversion of wisdom by rules that are meant, of course, to make things better.
En ze leken goed op weg om een soort fatsoenlijk leven te leiden -- een vrolijk einde van een verhaal dat wijze improvisatie bevat van een slimme rechter. Maar het bleek dat de openbare aanklager niet blij was dat Rechter Forer de strafrichtlijn had genegeerd en een beetje haar eigen ding had uitgevonden, dus ging hij in hoger beroep. En vroeg om de verplichte minimumstraf voor een gewapende overval. Hij had tenslotte een speelgoedgeweer. De verplichte minimumstraf voor een gewapende overval is vijf jaar. Hij won het beroep. Michael werd veroordeeld tot vijf jaar in de gevangenis. Rechter Forer moest de wet volgen. En, tussen haakjes, het beroep werd toegekend nadat hij zijn straf had uitgezeten, hij was er dus uit en had een baan terwijl hij voor zijn familie zorgde en moest terug de gevangenis in. Rechter Forer deed wat ze moest doen, en toen verliet ze haar werk. Michael verdween. Dat is een voorbeeld van zowel praktische wijsheid als wel de omverwerping van wijsheid door de regels die, uiteraard, bedoeld zijn om de dingen beter te maken.
Now consider Ms. Dewey. Ms. Dewey's a teacher in a Texas elementary school. She found herself listening to a consultant one day who was trying to help teachers boost the test scores of the kids, so that the school would reach the elite category in percentage of kids passing big tests. All these schools in Texas compete with one another to achieve these milestones, and there are bonuses and various other treats that come if you beat the other schools. So here was the consultant's advice: first, don't waste your time on kids who are going to pass the test no matter what you do. Second, don't waste your time on kids who can't pass the test no matter what you do. Third, don't waste your time on kids who moved into the district too late for their scores to be counted. Focus all of your time and attention on the kids who are on the bubble, the so-called "bubble kids" -- kids where your intervention can get them just maybe over the line from failing to passing. So Ms. Dewey heard this, and she shook her head in despair while fellow teachers were sort of cheering each other on and nodding approvingly. It's like they were about to go play a football game. For Ms. Dewey, this isn't why she became a teacher.
Beschouw nu Mevrouw Dewey eens. Mevrouw Dewey is een lerares op een Texaanse basisschool. Ze luisterde op een dag naar een constultant die de leraren aan het helpen was om de toetsscores van de kinderen hoger te maken, zodat de school de 'elite' categorie zou bereiken qua percentage kinderen die de grote tests haalden. Alle scholen in Texas concurreren met elkaar om deze mijlpalen te bereiken, en er zijn bonussen en nog meer andere cadeautjes die je krijgt als je de andere scholen verslaat. Dit was het advies van de consultant: allereerst: verdoe je tijd niet met kinderen die de test sowieso wel zullen halen. Ten tweede, verdoe je tijd niet met kinderen die de test toch niet halen en het niet uitmaakt wat je doet. Ten derde, verdoe je tijd niet met kinderen die te laat naar hier verhuisd zijn om hun scores nog mee te laten tellen. Focus al je tijd en aandacht op de kinderen die op de luchtbel zitten, de zogenaamde 'luchtbel'-kinderen -- kinderen waar jouw tussenkomst ze misschien net over de lijn kan trekken van zakken tot overgaan. Mevrouw Dewey hoorde dit, en schudde haar hoofd uit wanhoop terwijl andere leraren elkaar juist een beetje opjutten, en goedkeurend knikten. Het was net alsof ze een 'football'-wedstrijd gingen spelen. Voor Mevrouw Dewey was dit niet waarom ze leraar geworden was.
Now Ken and I are not naive, and we understand that you need to have rules. You need to have incentives. People have to make a living. But the problem with relying on rules and incentives is that they demoralize professional activity, and they demoralize professional activity in two senses. First, they demoralize the people who are engaged in the activity. Judge Forer quits, and Ms. Dewey in completely disheartened. And second, they demoralize the activity itself. The very practice is demoralized, and the practitioners are demoralized. It creates people -- when you manipulate incentives to get people to do the right thing -- it creates people who are addicted to incentives. That is to say, it creates people who only do things for incentives.
Nu zijn Ken en ik niet naïef, en we begrijpen dat je regels moet hebben. Je moet stimulansen hebben. Mensen moeten geld verdienen. Het probleem met het vertrouwen op regels en stimulansen is dat ze professionele activiteit demoraliseren. En ze demoraliseren professionele activiteit op twee manieren. Allereerst demoraliseren ze de mensen die de professionele activiteit uitvoeren. Rechter Forer stopt met haar werk, en mevrouw Dewey is compleet ontmoedigd. Daarbij, wordt de activiteit zelf ontmoedigd. De hele beoefening wordt ontmoedigd en de uitvoerenden worden ontmoedigd. Als je speelt met de stimulansen om mensen het goede te laten doen, krijg je mensen die verslaafd zijn aan stimulansen. Dat wil zeggen, het maakt mensen die alleen dingen doen voor de stimulans.
Now the striking thing about this is that psychologists have known this for 30 years. Psychologists have known about the negative consequences of incentivizing everything for 30 years. We know that if you reward kids for drawing pictures, they stop caring about the drawing and care only about the reward. If you reward kids for reading books, they stop caring about what's in the books and only care about how long they are. If you reward teachers for kids' test scores, they stop caring about educating and only care about test preparation. If you were to reward doctors for doing more procedures -- which is the current system -- they would do more. If instead you reward doctors for doing fewer procedures, they will do fewer. What we want, of course, is doctors who do just the right amount of procedures and do the right amount for the right reason -- namely, to serve the welfare of their patients. Psychologists have known this for decades, and it's time for policymakers to start paying attention and listen to psychologists a little bit, instead of economists.
Het interessante hiervan is dat de psychologen dit al zo'n 30 jaar weten. Psychologen kennen al dertig jaar de negatieve gevolgen van het alles stimuleren. We weten dat als je kinderen beloont voor tekenen ze het tekenen niet meer belangrijk vinden en alleen nog geven om de beloning. Als je kinderen beloont voor het lezen van boeken geven ze niet meer om wat er in de boeken staat maar alleen nog om hoe lang ze zijn. Als je leraren beloont voor de scores van de kinderen, geven ze niet meer om educatie maar alleen nog om toetsvoorbereiding. Als je dokters beloont voor het uitvoeren van meer procedures -- wat nu het geval is -- dan doen ze er ook meer. Als we in plaats daarvan dokters gaan belonen voor het uitvoeren van minder procedures, dan zullen ze er minder doen. Wat we natuurlijk willen zijn dokters die precies de juiste hoeveelheid procedures uitvoeren en de juiste hoeveelheid uitvoeren om de juiste redenen -- met name om het welzijn van hun patiënten te dienen. Psychologen weten dit al decennia, en het wordt tijd voor de beleidsmakers om aandachtiger op te letten en te luisteren naar de psychologen, in plaats van naar economen.
And it doesn't have to be this way. We think, Ken and I, that there are real sources of hope. We identify one set of people in all of these practices who we call canny outlaws. These are people who, being forced to operate in a system that demands rule-following and creates incentives, find away around the rules, find a way to subvert the rules. So there are teachers who have these scripts to follow, and they know that if they follow these scripts, the kids will learn nothing. And so what they do is they follow the scripts, but they follow the scripts at double-time and squirrel away little bits of extra time during which they teach in the way that they actually know is effective. So these are little ordinary, everyday heroes, and they're incredibly admirable, but there's no way that they can sustain this kind of activity in the face of a system that either roots them out or grinds them down.
Het hoeft zo niet te zijn. Ken en Ik denken dat er echte bronnen van hoop zijn. We hebben een groep mensen geïndentificeerd in al deze beroepen die we 'slimme schurken' noemen. Dit zijn mensen die gedwongen worden te werken in een systeem dat het volgen van regels vereist en stimulansen creëert, maar een manier vinden om de regels te buigen, om de regels te omzeilen. Er zijn dus leraren die bepaalde scripts hebben om te volgen, en ze weten dat als ze deze scripts volgen, de kinderen niks zullen leren. Wat ze doen is de scripts wel volgen, maar ze volgen ze op dubbele snelheid en pikken steeds kleine beetjes extra tijd en in die tijd onderwijzen ze de kinderen op de manier waarvan zij weten dat die effectief is. Dit zijn kleine, gewone, alledaagse helden. en ze zijn enorm te bewonderen, maar er is geen enkele manier waarop ze dit kunnen volhouden met een systeem dat ze of uitroeit, of neerhaalt.
So canny outlaws are better than nothing, but it's hard to imagine any canny outlaw sustaining that for an indefinite period of time. More hopeful are people we call system-changers. These are people who are looking not to dodge the system's rules and regulations, but to transform the system, and we talk about several. One in particular is a judge named Robert Russell. And one day he was faced with the case of Gary Pettengill. Pettengill was a 23-year-old vet who had planned to make the army a career, but then he got a severe back injury in Iraq, and that forced him to take a medical discharge. He was married, he had a third kid on the way, he suffered from PTSD, in addition to the bad back, and recurrent nightmares, and he had started using marijuana to ease some of the symptoms. He was only able to get part-time work because of his back, and so he was unable to earn enough to put food on the table and take care of his family. So he started selling marijuana. He was busted in a drug sweep. His family was kicked out of their apartment, and the welfare system was threatening to take away his kids.
Slimme schurken zijn dan beter dan niets, maar het is moelijk om je een slimme schurk voor te stellen die zoiets voor onbepaalde tijd volhoudt. Hoopvoller zijn mensen die we systeemveranderaars noemen. Dit zijn mensen die niet proberen de regels en richtlijnen te omzeilen, maar proberen het systeem te veranderen. En zo zijn er nogal wat. Een typisch voorbeeld is de rechter Robert Russell. Op een dag werd hij geconfronteerd met de zaak van Gary Pettengill. Pettengill was een 23 jaar oude veteraan die gepland had om carrière te maken in het leger, maar een ernstige rugblessure opliep in Irak, die hem dwong ontslag te nemen om medische redenen. Hij was getrouwd en zijn vrouw verwachtte een derde kind hij leed aan posttraumatische stresstoornis, naast zijn slechte rug, en terugkerende nachtmerries, en was begonnen met mariuhana te roken om een paar van de symptomen af te zwakken. Hij kon door zijn rug alleen maar parttime werk krijgen, en daarom verdiende hij niet genoeg om zijn familie te onderhouden. Hij begon marihuana te verkopen. Hij werd opgepakt bij een drugactie. Zijn familie werd uit hun appartement gezet, en de jeugdzorg dreigde met het weghalen van de kinderen.
Under normal sentencing procedures, Judge Russell would have had little choice but to sentence Pettengill to serious jail-time as a drug felon. But Judge Russell did have an alternative. And that's because he was in a special court. He was in a court called the Veterans' Court. In the Veterans' Court -- this was the first of its kind in the United States. Judge Russell created the Veterans' Court. It was a court only for veterans who had broken the law. And he had created it exactly because mandatory sentencing laws were taking the judgment out of judging. No one wanted non-violent offenders -- and especially non-violent offenders who were veterans to boot -- to be thrown into prison. They wanted to do something about what we all know, namely the revolving door of the criminal justice system. And what the Veterans' Court did, was it treated each criminal as an individual, tried to get inside their problems, tried to fashion responses to their crimes that helped them to rehabilitate themselves, and didn't forget about them once the judgment was made. Stayed with them, followed up on them, made sure that they were sticking to whatever plan had been jointly developed to get them over the hump.
Volgens de normale procedures van bestraffing, zou rechter Russel weinig keus hebben gehad behalve het veroordelen van Pettengill tot lange gevangenisstraffen als drugscrimineel. Maar rechter Russel had een alternatief. Dat was omdat hij in een speciale rechtbank zitting hield. Hij sprak recht in de Veteranen-rechtbank. In de veteranen-rechtbank -- de eerste in zijn soort in de Verenigde Staten. Rechter Russel heeft de veteranen-rechtbank opgericht Het was een rechtbank louter voor veteranen die de wet hadden overtreden. Hij had deze rechtbank opgericht precies omdat wetten met verplichte straffen het oordelen uit rechtspraak haalden. Niemand wilde niet-gewelddadige overtreders- en specifiek niet-gewelddadige overtreders die ook nog eens veteraan waren -- in de gevangenis gooien. Ze wilden iets doen aan iets wat we allemaal kennen, namelijk het draaideurprincipe van het strafrechtsysteem. Wat de veteranen-rechtbank deed, was dat het elke crimineel als individu behandelde, probeerde hun problemen te begrijpen, en antwoorden op maat probeerde te vinden voor hun misdaden die ze konden helpen om te rehabiliteren, maar vooral hen niet zouden vergeten nadat het vonnis was geveld. Hen bleef volgen, ze goed in de gaten hield, om er zeker van te zijn dat ze zich aan wat voor plan dan ook dat samen ontwikkeld was zouden houden om hen over de heuvel te krijgen.
There are now 22 cities that have Veterans' Courts like this. Why has the idea spread? Well, one reason is that Judge Russell has now seen 108 vets in his Veterans' Court as of February of this year, and out of 108, guess how many have gone back through the revolving door of justice into prison. None. None. Anyone would glom onto a criminal justice system that has this kind of a record. So here's is a system-changer, and it seems to be catching.
Er zijn nu 22 steden die dezelfde soort veteranen-rechtbanken hebben. Waarom heeft dit idee zich verspreid? Nu, één reden is dat rechter Russel tot nu toe 108 veteranen heeft gezien in zijn rechtbank in februari van dit jaar, en van die 108, mogen jullie raden hoeveel er door de draaideur van het strafrechtsysteem terug naar de gevangenis zijn gegaan. Geen een. Geen een. Iedereen zou zo'n rechtssysteem willen dat zo'n succes heeft. Dit is een verandering van het systeem, en het lijkt erop dat het aanslaat.
There's a banker who created a for-profit community bank that encouraged bankers -- I know this is hard to believe -- encouraged bankers who worked there to do well by doing good for their low-income clients. The bank helped finance the rebuilding of what was otherwise a dying community. Though their loan recipients were high-risk by ordinary standards, the default rate was extremely low. The bank was profitable. The bankers stayed with their loan recipients. They didn't make loans and then sell the loans. They serviced the loans. They made sure that their loan recipients were staying up with their payments. Banking hasn't always been the way we read about it now in the newspapers. Even Goldman Sachs once used to serve clients, before it turned into an institution that serves only itself. Banking wasn't always this way, and it doesn't have to be this way.
Er is een bankier die een gemeenschapsbank met winstoogmerk oprichtte die bankiers aanmoedigt -- ik weet dat dit moeilijk te geloven is -- die bankiers die daar werken aanmoedigt om goed te doen door goed werk te verrichten voor hun cliënten met lage inkomens. De bank heeft geholpen met de wederopbouw van een doodbloedende gemeenschap. Hoewel de lenende mensen een hoog risico vertegenwoordigden volgens de normale standaard, waren er bijna geen wanbetalers. De bank werd winstgevend. De bankiers bleven de lenende mensen volgen. Ze maakten geen leningen om deze daarna door te verkopen. Ze onderhielden hun leningen. Zij zorgden ervoor dat de lenende partijen bijbleven met hun betalingen. Bankieren werd lang niet altijd zo gedaan zoals we nu in de kranten lezen. Zelfs Goldman Sachs bediende vroeger klanten, voordat het een instelling werd die alleen voor zichzelf zorgde. Bankieren was niet altijd zo, en het hoeft ook niet zo te zijn.
So there are examples like this in medicine -- doctors at Harvard who are trying to transform medical education, so that you don't get a kind of ethical erosion and loss of empathy, which characterizes most medical students in the course of their medical training. And the way they do it is to give third-year medical students patients who they follow for an entire year. So the patients are not organ systems, and they're not diseases; they're people, people with lives. And in order to be an effective doctor, you need to treat people who have lives and not just disease. In addition to which there's an enormous amount of back and forth, mentoring of one student by another, of all the students by the doctors, and the result is a generation -- we hope -- of doctors who do have time for the people they treat. We'll see.
Zo zijn er voorbeelden van in de geneeskunde -- dokters op Harvard die het medisch onderwijs proberen te veranderen, zodat je niet de soort ethische erosie, en verlies van invoelend vermogen krijgt die de meeste medische studenten karakteriseert gedurende hun medische opleiding. En de manier waarop ze het doen is de derdejaarsstudenten patiënten geven, die ze een heel jaar volgen. Op die manier zijn de patiënten geen systemen van organen, en geen ziektes maar mensen, mensen met levens. En om een effectieve dokter te zijn, moet je mensen met levens behandelen, en niet alleen ziektes. Daarnaast is er ook een enorme hoeveelheid feedback, het begeleiden van studenten onderling, en het begeleiden van de studenten door de dokters, het resultaat is een generatie -- hopen we -- van dokters die tijd hebben voor de mensen die ze behandelen. We zullen zien.
So there are lots of examples like this that we talk about. Each of them shows that it is possible to build on and nurture character and keep a profession true to its proper mission -- what Aristotle would have called its proper telos. And Ken and I believe that this is what practitioners actually want. People want to be allowed to be virtuous. They want to have permission to do the right thing. They don't want to feel like they need to take a shower to get the moral grime off their bodies everyday when they come home from work.
Er zijn dus een hoop voorbeelden zoals deze waar we het over hebben. Elk voorbeeld laat zien dat het mogelijk is om te bouwen op karakter en dat te voeden en een beroep zuiver te houden tot de oorspronkelijke missie -- wat Aristoteles de ware 'telos' genoemd zou hebben. En Ken en ik geloven dat dit is wat beoefenaars eigenlijk willen. Mensen willen de mogelijkheid hebben om virtuoos te zijn. Ze willen toestemming om het juiste te doen. Ze willen niet het gevoel krijgen dat ze een douche moeten nemen om het morele vuil elke dag van hun lichamen te wassen als ze thuiskomen van hun werk.
Aristotle thought that practical wisdom was the key to happiness, and he was right. There's now a lot of research being done in psychology on what makes people happy, and the two things that jump out in study after study -- I know this will come as a shock to all of you -- the two things that matter most to happiness are love and work. Love: managing successfully relations with the people who are close to you and with the communities of which you are a part. Work: engaging in activities that are meaningful and satisfying. If you have that, good close relations with other people, work that's meaningful and fulfilling, you don't much need anything else.
Aristoteles dacht dat praktische wijsheid de sleutel was tot geluk. en hij had gelijk. Er wordt op dit moment een hoop onderzoek gedaan in de psychologie over wat mensen gelukkig maakt, en de twee dingen die eruit springen, studie na studie -- ik weet dat dit een schok gaat zijn voor jullie allemaal -- de twee dingen die het allerbelangrijkst zijn voor geluk zijn liefde en werk. Liefde: het succesvol onderhouden van relaties met de mensen die dichtbij je staan en met de gemeenschap waar je deel van uitmaakt. Werk: deelnemen aan activiteiten die zinvol zijn en tevreden stellen. Als je dat hebt, goede nauwe relaties met andere mensen, werk dat zinvol en bevredigend is, dan heb je niet veel meer nodig.
Well, to love well and to work well, you need wisdom. Rules and incentives don't tell you how to be a good friend, how to be a good parent, how to be a good spouse, or how to be a good doctor or a good lawyer or a good teacher. Rules and incentives are no substitutes for wisdom. Indeed, we argue, there is no substitute for wisdom. And so practical wisdom does not require heroic acts of self-sacrifice on the part of practitioners. In giving us the will and the skill to do the right thing -- to do right by others -- practical wisdom also gives us the will and the skill to do right by ourselves.
Nouja, om goed lief te hebben en te werken, heb je wijsheid nodig. Regels en stimuli vertellen je niks over hoe je een goede vriend, een goede ouder moet zijn, hoe je een goede echtgenoot moet zijn, of hoe je een goede dokter, of goede advocaat bent of een goede leraar. Regels en stimuli zijn geen vervangers van wijsheid. We betwisten zelfs dat er geen vervanging bestaat voor wijsheid. Praktische wijsheid heeft daarom niet echt heroïsche daden van zelfopoffering nodig van de beoefenaars. Door ons de wil en de vaardigheid geven om het juiste te doen -- ook voor anderen -- geeft praktische wijsheid ons ook de wil en de vaardigheid om onszelf recht te doen.
Thanks.
Dankuwel
(Applause)
(Applaus)