I've been fascinated for a lifetime by the beauty, form and function of giant bluefin tuna. Bluefin are warmblooded like us. They're the largest of the tunas, the second-largest fish in the sea -- bony fish. They actually are a fish that is endothermic -- powers through the ocean with warm muscles like a mammal. That's one of our bluefin at the Monterey Bay Aquarium. You can see in its shape and its streamlined design it's powered for ocean swimming. It flies through the ocean on its pectoral fins, gets lift, powers its movements with a lunate tail. It's actually got a naked skin for most of its body, so it reduces friction with the water. This is what one of nature's finest machines.
Mijn leven lang ben ik al gefascineerd door de schoonheid, vorm en functie van de reusachtige blauwvintonijn. Blauwvintonijnen zijn net als wij warmbloedig. Het zijn de grootste tonijnen, de tweede grootste vis in de zee - beenvissen. Ze zijn endotherm. Ze bewegen door de oceaan met warme spieren, net als een zoogdier. Dit is een van onze blauwvintonijnen in het Monterey Bay Aquarium. Je kunt aan de gestroomlijnde vorm zien dat ze gemaakt zijn om in de oceaan te zwemmen. Hij vliegt door de oceaan op zijn borstvinnen, ondervindt liftkracht en wordt voortgedreven door een halvemaanvormige staart. Hij heeft een naakte huid over het grootste deel van zijn lichaam, waardoor de wrijving met het water vermindert. Dit is een van de mooiste machines van de natuur.
Now, bluefin were revered by Man for all of human history. For 4,000 years, we fished sustainably for this animal, and it's evidenced in the art that we see from thousands of years ago. Bluefin are in cave paintings in France. They're on coins that date back 3,000 years. This fish was revered by humankind. It was fished sustainably till all of time, except for our generation. Bluefin are pursued wherever they go -- there is a gold rush on Earth, and this is a gold rush for bluefin. There are traps that fish sustainably up until recently. And yet, the type of fishing going on today, with pens, with enormous stakes, is really wiping bluefin ecologically off the planet. Now bluefin, in general, goes to one place: Japan. Some of you may be guilty of having contributed to the demise of bluefin. They're delectable muscle, rich in fat -- absolutely taste delicious. And that's their problem; we're eating them to death. Now in the Atlantic, the story is pretty simple. Bluefin have two populations: one large, one small. The North American population is fished at about 2,000 ton. The European population and North African -- the Eastern bluefin tuna -- is fished at tremendous levels: 50,000 tons over the last decade almost every year.
Blauwvintonijn werd de hele menselijke geschiedenis door door mensen vereerd. 4.000 jaar lang visten we duurzaam op dit dier, wat aangetoond wordt in de kunst van duizenden jaren geleden. Blauwvintonijn in grotschilderingen in Frankrijk. Op 3.000 jaar oude munten. Deze vis werd vereerd door de mensheid. Hij werd gedurende al die tijd duurzaam bevist, behalve in onze generatie. Blauwvintonijnen worden vervolgd waar ze ook naartoe gaan. Er is een goudkoorts op Aarde, en dit is een goudkoorts gericht op blauwvintonijn. Dit zijn netten die duurzaam visten tot voor kort. Het type visserij van vandaag met kooien, met enorme lijnen, is bezig de blauwvintonijn ecologisch van de planeet te wissen. De meeste blauwvintonijn gaat in het algemeen naar één plaats, Japan. Sommigen onder jullie zijn misschien schuldig aan een bijdrage tot de ondergang van blauwvintonijn. Hun vlees is verrukkelijk en erg vet. Ze smaken absoluut heerlijk. Dat is hun probleem, we zijn ze dood aan het eten. In de Atlantische Oceaan is het verhaal vrij eenvoudig. Blauwvintonijnen komen voor in twee populaties, een grote en een kleine. De Noord-Amerikaanse populatie wordt bevist op ongeveer 2.000 ton. De Europese en Noord-Afrikaanse populatie - de oostelijke blauwvintonijn - wordt massaal bevist: bijna elk jaar 50.000 ton in het afgelopen decennium.
The result is whether you're looking at the West or the Eastern bluefin population, there's been tremendous decline on both sides, as much as 90 percent if you go back with your baseline to 1950. For that, bluefin have been given a status equivalent to tigers, to lions, to certain African elephants and to pandas. These fish have been proposed for an endangered species listing in the past two months. They were voted on and rejected just two weeks ago, despite outstanding science that shows from two committees this fish meets the criteria of CITES I. And if it's tunas you don't care about, perhaps you might be interested that international long lines and pursing chase down tunas and bycatch animals such as leatherbacks, sharks, marlin, albatross. These animals and their demise occurs in the tuna fisheries. The challenge we face is that we know very little about tuna, and everyone in the room knows what it looks like when an African lion takes down its prey. I doubt anyone has seen a giant bluefin feed. This tuna symbolizes what's the problem for all of us in the room.
Of je nu de westelijke of de oostelijke blauwvintonijnpopulatie onderzoekt, er is al een enorme daling aan beide zijden. Een daling met 90 procent als je teruggaat tot 1950. Daardoor kreeg de blauwvintonijn dezelfde status als tijgers, leeuwen, bepaalde Afrikaanse olifanten en panda's. In de afgelopen twee maanden zijn deze vissen voorgedragen voor de lijst van de bedreigde diersoorten. Het voorstel werd twee weken geleden na stemming afgewezen, ondanks de uitstekende wetenschappelijke fundering. Twee commissies stelden vast dat deze vis voldoet aan de criteria van CITES I. Maar als het lot van de tonijn je onberoerd laat, heb je misschien wel interesse voor dat internationale lange lijnen en sleepnetten tonijn vangen en daarbij ook dieren als zeeschildpadden, haaien, zeilvissen en albatrossen vangen. Deze dieren gaan ten onder door de tonijnvisserij. De uitdaging waar we voor staan is dat we heel weinig weten over de tonijn. Iedereen hier weet hoe een Afrikaanse leeuw zijn prooi slaat. Ik betwijfel of iemand ooit een gigantische blauwvin heeft zien eten. De tonijn staat symbool voor het probleem dat we allemaal hebben.
It's the 21st century, but we really have only just begun to really study our oceans in a deep way. Technology has come of age that's allowing us to see the Earth from space and go deep into the seas remotely. And we've got to use these technologies immediately to get a better understanding of how our ocean realm works. Most of us from the ship -- even I -- look out at the ocean and see this homogeneous sea. We don't know where the structure is. We can't tell where are the watering holes like we can on an African plain. We can't see the corridors, and we can't see what it is that brings together a tuna, a leatherback and an albatross. We're only just beginning to understand how the physical oceanography and the biological oceanography come together to create a seasonal force that actually causes the upwelling that might make a hot spot a hope spot. The reasons these challenges are great is that technically it's difficult to go to sea. It's hard to study a bluefin on its turf, the entire Pacific realm. It's really tough to get up close and personal with a mako shark and try to put a tag on it. And then imagine being Bruce Mate's team from OSU, getting up close to a blue whale and fixing a tag on the blue whale that stays, an engineering challenge we've yet to really overcome.
Het is de 21e eeuw, maar we zijn nog maar net begonnen met het grondig bestuderen van onze oceanen. De technologie is nu zover gekomen dat we de aarde zien vanuit de ruimte en met afstandbediening diep in zee kunnen duiken. We moeten gebruik maken van deze technologieën om een beter inzicht te krijgen in hoe het eraan toe gaat in onze oceanen. Als de meesten van ons, ook ik, vanuit een schip uitkijken op de oceaan, dan zien we een homogene zee. We zien de structuur niet. We zien geen drinkplaatsen zoals op een Afrikaanse vlakte. We zien geen routes en we kunnen niet zien wat een tonijn, een zeeschildpad en een albatros gemeen hebben. We beginnen nog maar net te begrijpen hoe de fysische oceanografie en de biologische oceanografie samenkomen om een seizoensgebonden kracht op te wekken die voor de opwelling zorgt waardoor een 'hot spot' een 'hope spot' wordt. Dat deze uitdaging zo groot is, komt door de technische moeilijkheden om de zee te verkennen. Het is moeilijk om een blauwvin te bestuderen in zijn eigen habitat, de hele Stille Zuidzee. Het valt niet mee om een makreelhaai te benaderen om er een tag op te zetten. Stel je dan voor dat Bruce Mate's team van OSU dicht bij een blauwe vinvis moeten komen om er een tag op te zetten die blijft zitten. Een technische uitdaging die we nog niet overwonnen hebben.
So the story of our team, a dedicated team, is fish and chips. We basically are taking the same satellite phone parts, or the same parts that are in your computer, chips. We're putting them together in unusual ways, and this is taking us into the ocean realm like never before. And for the first time, we're able to watch the journey of a tuna beneath the ocean using light and photons to measure sunrise and sunset. Now, I've been working with tunas for over 15 years. I have the privilege of being a partner with the Monterey Bay Aquarium. We've actually taken a sliver of the ocean, put it behind glass, and we together have put bluefin tuna and yellowfin tuna on display. When the veil of bubbles lifts every morning, we can actually see a community from the Pelagic ocean, one of the only places on Earth you can see giant bluefin swim by. We can see in their beauty of form and function, their ceaseless activity. They're flying through their space, ocean space. And we can bring two million people a year into contact with this fish and show them its beauty.
Het verhaal van ons team, een toegewijd team, gaat over 'fish and chips'. We vertrekken van satelliettelefoon- of computeronderdelen, chips dus. We maken er iets speciaals mee waardoor we het oceaanrijk als nooit tevoren kunnen gaan onderzoeken. Voor de eerste keer kunnen we de reis van een tonijn door de oceaan meemaken. Met behulp van licht en fotonen meten we zonsopgang en zonsondergang. Ik heb meer dan 15 jaar gewerkt met tonijn. Ik heb het voorrecht om een partner te zijn van het Monterey Bay Aquarium. We hebben daar een stukje oceaan achter glas geplaatst. Je kan er de blauwvintonijn en de geelvintonijn gaan bekijken. Wanneer de sluier van bubbels elke ochtend omhooggaat, kan je er een gemeenschap van de pelagische oceaan bekijken, een van de weinige plaatsen op aarde waar je de reusachtige blauwvin kunt zien rondzwemmen. We kunnen ze zien in hun schoonheid van vorm en functie, met hun onophoudelijke activiteit. Ze vliegen door hun ruimte, de oceanen. Twee miljoen mensen per jaar laten wij in contact komen met deze vis en zijn schoonheid bewonderen.
Behind the scenes is a working lab at Stanford University partnered with the Monterey Bay Aquarium. Here, for over 14 or 15 years, we've actually brought in both bluefin and yellowfin in captivity. We'd been studying these fish, but first we had to learn how to husbandry them. What do they like to eat? What is it that they're happy with? We go in the tanks with the tuna -- we touch their naked skin -- it's pretty amazing. It feels wonderful. And then, better yet, we've got our own version of tuna whisperers, our own Chuck Farwell, Alex Norton, who can take a big tuna and in one motion, put it into an envelope of water, so that we can actually work with the tuna and learn the techniques it takes to not injure this fish who never sees a boundary in the open sea. Jeff and Jason there, are scientists who are going to take a tuna and put it in the equivalent of a treadmill, a flume. And that tuna thinks it's going to Japan, but it's staying in place. We're actually measuring its oxygen consumption, its energy consumption. We're taking this data and building better models. And when I see that tuna -- this is my favorite view -- I begin to wonder: how did this fish solve the longitude problem before we did? So take a look at that animal. That's the closest you'll probably ever get. Now, the activities from the lab have taught us now how to go out in the open ocean.
Achter de schermen werkt een laboratorium van de Stanford University samen met het Monterey Bay Aquarium. Hier hebben we nu al meer dan 14 of 15 jaar zowel blauwvintonijnen als geelvintonijnen in gevangenschap gehouden en bestudeerd. Maar eerst moesten we leren hoe ze te onderhouden. Wat eten ze graag? Waardoor voelen ze zich goed? We gaan in de bassins met de tonijnen en raken hun naakte huid aan. Het is geweldig. Het voelt heerlijk. Maar nog beter, we hebben onze eigen versie van tonijnfluisteraars, onze eigen Chuck Farwell, Alex Norton, die een grote tonijn in één beweging in een omhulling van water kunnen zetten. Zo kunnen we effectief met de tonijn werken en de nodige technieken leren om deze vis, die in de open zee nooit tegen een grens opbotst, niet te verwonden. Jeff en Jason zijn wetenschappers die een tonijn in een goot, het equivalent van een loopband, plaatsen. Die tonijn denkt dat hij onderweg is naar Japan, maar hij blijft ter plekke. We meten zijn zuurstofopname en zijn energieverbruik. We verzamelen deze gegevens om betere modellen te ontwerpen. Als ik die tonijn bekijk - dit is mijn favoriete uitzicht - dan vraag ik me af: "Hoe heeft deze vis het lengtegraadprobleem kunnen oplossen voordat wij dat deden?" Bekijk hem maar eens goed. Dichterbij zal je hem waarschijnlijk nooit te zien krijgen. Nu hebben de activiteiten van het lab ons geleerd hoe te werk te gaan in de open oceaan.
So in a program called Tag-A-Giant we've actually gone from Ireland to Canada, from Corsica to Spain. We've fished with many nations around the world in an effort to basically put electronic computers inside giant tunas. We've actually tagged 1,100 tunas. And I'm going to show you three clips, because I tagged 1,100 tunas. It's a very hard process, but it's a ballet. We bring the tuna out, we measure it. A team of fishers, captains, scientists and technicians work together to keep this animal out of the ocean for about four to five minutes. We put water over its gills, give it oxygen. And then with a lot of effort, after tagging, putting in the computer, making sure the stalk is sticking out so it senses the environment, we send this fish back into the sea. And when it goes, we're always happy. We see a flick of the tail. And from our data that gets collected, when that tag comes back, because a fisher returns it for a thousand-dollar reward, we can get tracks beneath the sea for up to five years now, on a backboned animal.
Voor een programma dat Tag-A-Giant heet, reisden we van Ierland naar Canada en van Corsica naar Spanje. We visten met vele naties over de hele wereld in een poging om elektronische computers op grote tonijnen te plaatsen. Zo hebben we 1.100 tonijnen onder handen genomen. Ik wil jullie drie clips laten zien, omdat ik 1.100 tonijnen getagd heb. Het is een zeer moeilijk proces, maar het is een ballet. Wij halen de tonijn op. We meten hem. Een team van vissers, kapiteins, wetenschappers en technici werken samen om dit dier voor ongeveer vier tot vijf minuten uit de oceaan te houden. We laten water over zijn kieuwen lopen en geven hem zuurstof. Vervolgens wordt na het taggen met veel moeite de computer geplaatst. We zorgen ervoor dat de steel eruit steekt zodat hij het milieu kan waarnemen. Dan laten wij deze vis terug in zee los. Altijd blij hem te zien wegzwemmen. Nog een klap van zijn staart en hij is weg. Uit de verzamelde gegevens - als die tag terugkomt, omdat een visser hem terug bracht voor een beloning van duizend dollar - kunnen we nu al bijna 5 jaar de gangen van een gewerveld dier onder de zee nagaan.
Now sometimes the tunas are really large, such as this fish off Nantucket. But that's about half the size of the biggest tuna we've ever tagged. It takes a human effort, a team effort, to bring the fish in. In this case, what we're going to do is put a pop-up satellite archival tag on the tuna. This tag rides on the tuna, senses the environment around the tuna and actually will come off the fish, detach, float to the surface and send back to Earth-orbiting satellites position data estimated by math on the tag, pressure data and temperature data. And so what we get then from the pop-up satellite tag is we get away from having to have a human interaction to recapture the tag. Both the electronic tags I'm talking about are expensive. These tags have been engineered by a variety of teams in North America. They are some of our finest instruments, our new technology in the ocean today. One community in general has given more to help us than any other community. And that's the fisheries off the state of North Carolina. There are two villages, Harris and Morehead City, every winter for over a decade, held a party called Tag-A-Giant, and together, fishers worked with us to tag 800 to 900 fish. In this case, we're actually going to measure the fish. We're going to do something that in recent years we've started: take a mucus sample. Watch how shiny the skin is; you can see my reflection there. And from that mucus, we can get gene profiles, we can get information on gender, checking the pop-up tag one more time, and then it's out in the ocean. And this is my favorite.
Soms zijn deze tonijnen groot, zoals deze vissen voor de kust van Nantucket. Maar dat is ongeveer de helft van de grootte van de grootste tonijn die we ooit hebben getagd. Er is menselijke inspanning en teaminspanning nodig om deze vis binnen te halen. Wat we in dit geval gaan doen is een 'pop-up-satelliet-archiverende' tag op de tonijn plaatsen. Deze tag zit op de tonijn, neemt de omgeving rond de tonijn waar, zal loskomen van de vis, naar het oppervlak drijven en zijn positie terugsturen naar satellieten in een baan om de aarde. De positiegegevens berekend door de tag, alsook druk- en temperatuurgegevens. Daardoor zijn we niet meer afhankelijk van menselijke tussenkomst om de tag op te halen. Die twee types elektronische tags zijn erg duur. Deze tags zijn ontworpen door een verscheidenheid aan teams in Noord-Amerika. Zij behoren tot onze fijnste instrumenten, onze nieuwe technologie in de oceaan vandaag. Een gemeenschap in het bijzonder heeft ons meer geholpen dan welke andere gemeenschap ook. Dat zijn de visserijen voor de kust van de staat North Carolina. Er zijn twee dorpen, Harris en Morehead City, waar al meer dan een decennium lang elke winter een Tag-A-Giant-party werd gehouden. Samen met ons werkten vissers om 800 tot 900 vissen te taggen. Hier hebben we ook de vis zelf opgemeten. Iets waarmee we de laatste jaren zijn begonnen: een slijmstaal nemen. Kijk hoe glanzend de huid is, je kunt er mijn spiegelbeeld in zien. Uit dat slijm kunnen we genprofielen halen. We krijgen informatie over het geslacht, kunnen de pop-up tag nog een keer controleren, en dan gaat hij terug de oceaan in. Dit is mijn favoriet.
With the help of my former postdoc, Gareth Lawson, this is a gorgeous picture of a single tuna. This tuna is actually moving on a numerical ocean. The warm is the Gulf Stream, the cold up there in the Gulf of Maine. That's where the tuna wants to go -- it wants to forage on schools of herring -- but it can't get there. It's too cold. But then it warms up, and the tuna pops in, gets some fish, maybe comes back to home base, goes in again and then comes back to winter down there in North Carolina and then on to the Bahamas. And my favorite scene, three tunas going into the Gulf of Mexico. Three tunas tagged. Astronomically, we're calculating positions. They're coming together. That could be tuna sex -- and there it is. That is where the tuna spawn. So from data like this, we're able now to put the map up, and in this map you see thousands of positions generated by this decade and a half of tagging. And now we're showing that tunas on the western side go to the eastern side. So two populations of tunas -- that is, we have a Gulf population, one that we can tag -- they go to the Gulf of Mexico, I showed you that -- and a second population. Living amongst our tunas -- our North American tunas -- are European tunas that go back to the Med. On the hot spots -- the hope spots -- they're mixed populations.
Met de hulp van mijn voormalige postdoc, Gareth Lawson, werd deze prachtige foto van een tonijn gemaakt. Deze tonijn zwemt in een digitale oceaan. Het warme deel is de Golfstroom, het koude de Golf van Maine. Dat is waar de tonijn naartoe wil. Hij wil er foerageren op haringscholen. Maar hij kan daar niet komen. Het is er te koud. Maar dan warmt het op, de tonijn duikt erin, krijgt een aantal vissen te pakken, komt terug naar de thuisbasis, gaat er weer in en komt dan terug om daar in North Carolina te overwinteren. En dan op naar de Bahama's. Mijn favoriete scène, drie tonijnen in de Golf van Mexico. Drie getagde tonijnen. We berekenen hun posities. Ze komen samen. Dat zou tonijnseks kunnen zijn. Daar is het. Dat is waar de tonijn kuit schiet. Uit gegevens zoals deze, kunnen we nu de kaart opmaken. Op deze kaart zie je duizenden posities gegenereerd in deze 15 jaar van taggen. Hieruit blijkt dat tonijn van de westelijke kant naar de oostelijke kant gaat. De twee populaties van tonijn: een Golfpopulatie, een die wij kunnen taggen - gaat naar de Golf van Mexico, zoals ik liet zien - en een tweede populatie, die leeft tussen onze tonijn, onze Noord-Amerikaanse tonijn, is Europese tonijn die terug naar de Middellandse Zee gaat. Op de 'hot spots', de 'hoopspots', zijn het gemengde populaties.
And so what we've done with the science is we're showing the International Commission, building new models, showing them that a two-stock no-mixing model -- to this day, used to reject the CITES treaty -- that model isn't the right model. This model, a model of overlap, is the way to move forward. So we can then predict where management places should be. Places like the Gulf of Mexico and the Mediterranean are places where the single species, the single population, can be captured. These become forthright in places we need to protect. The center of the Atlantic where the mixing is, I could imagine a policy that lets Canada and America fish, because they manage their fisheries well, they're doing a good job. But in the international realm, where fishing and overfishing has really gone wild, these are the places that we have to make hope spots in. That's the size they have to be to protect the bluefin tuna.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek hebben we voor de Internationale Commissie nieuwe modellen gebouwd. Daarmee kunnen we aantonen dat het model 'twee-populaties niet-mengen' - op basis waarvan zij tot op vandaag het CITES-verdrag verwerpen - niet het juiste model is. Dit model, een model van overlapping, is dé manier om vooruit te komen. Daardoor kunnen we voorspellen waar het beheer zou moeten plaatsvinden. Plaatsen zoals de Golf van Mexico en de Middellandse Zee zijn plekken waar één enkele soort, de enige populatie, kan worden gevangen. Dit worden de plaatsen die we moeten beschermen. Voor het centrum van de Atlantische Oceaan, waar ze zich mengen, kan ik me een beleid voorstellen dat Canada en Amerika laat vissen, omdat zij hun visserij goed beheren, ze doen hun werk goed. Maar in het internationale gebied, waar visserij en overbevissing de spuigaten uitlopen, bevinden zich de plaatsen waar we 'hoopspots' moeten aanleggen. Dat is hoe groot ze moeten zijn om de blauwvintonijn te beschermen.
Now in a second project called Tagging of Pacific Pelagics, we took on the planet as a team, those of us in the Census of Marine Life. And, funded primarily through Sloan Foundation and others, we were able to actually go in, in our project -- we're one of 17 field programs and begin to take on tagging large numbers of predators, not just tunas. So what we've done is actually gone up to tag salmon shark in Alaska, met salmon shark on their home territory, followed them catching salmon and then went in and figured out that, if we take a salmon and put it on a line, we can actually take up a salmon shark -- This is the cousin of the white shark -- and very carefully -- note, I say "very carefully," -- we can actually keep it calm, put a hose in its mouth, keep it off the deck and then tag it with a satellite tag. That satellite tag will now have your shark phone home and send in a message. And that shark leaping there, if you look carefully, has an antenna. It's a free swimming shark with a satellite tag jumping after salmon, sending home its data. Salmon sharks aren't the only sharks we tag. But there goes salmon sharks with this meter-level resolution on an ocean of temperature -- warm colors are warmer. Salmon sharks go down to the tropics to pup and come into Monterey.
In een tweede project Tagging of Pacific Pelagics genoemd, ging een team van ons in de Census of Marine Life de hele planeet in kaart brengen. Met geld van voornamelijk de Sloan Foundation en anderen waren we in staat om ons project van start te laten gaan. We zijn een van de 17 veldprogramma's. We begonnen met grote aantallen roofdieren, niet alleen tonijn, te taggen. We zijn ook zalmhaai in Alaska gaan taggen, en hem in zijn eigen territorium gaan volgen bij het zalm vangen. We bedachten dat we met een zalm aan een lijn, een zalmhaai konden vangen. De zalmhaai is een neef van de witte haai. Heel voorzichtig - let wel, ik zeg "heel voorzichtig" - konden we hem kalmeren, een slang in zijn bek steken, hem van het dek houden en vervolgens taggen met een satelliettag. Door die satelliettag zal die haai nu contact houden en berichten uitsturen. Als je goed kijkt, zie je dat die springende haai een antenne heeft. Het is een vrij zwemmende haai met een satelliettag springend naar zalm, die zijn gegevens naar ons stuurt. Zalmhaaien zijn niet de enige haaien wij taggen. Daar zwemmen zalmhaaien in deze éénmeterresolutie op een temperatuuroceaan - warme kleuren zijn warmer. Zalmhaaien gaan naar de tropen om te paaien en komen naar Monterey.
Now right next door in Monterey and up at the Farallones are a white shark team led by Scott Anderson -- there -- and Sal Jorgensen. They can throw out a target -- it's a carpet shaped like a seal -- and in will come a white shark, a curious critter that will come right up to our 16-ft. boat. It's a several thousand-pound animal. And we'll wind in the target. And we'll place an acoustic tag that says, "OMSHARK 10165," or something like that, acoustically with a ping. And then we'll put on a satellite tag that will give us the long-distance journeys with the light-based geolocation algorithms solved on the computer that's on the fish. So in this case, Sal's looking at two tags there, and there they are: the white sharks of California going off to the white shark cafe and coming back. We also tag makos with our NOAA colleagues, blue sharks. And now, together, what we can see on this ocean of color that's temperature, we can see ten-day worms of makos and salmon sharks. We have white sharks and blue sharks. For the first time, an ecoscape as large as ocean-scale, showing where the sharks go.
Vlakbij, in Monterey en op de Farallones, bevindt zich een witte-haaiteam onder leiding van Scott Anderson en Sal Jorgensen. Ze kunnen een lokaas uitgooien - een tapijt in de vorm van een zeehond - en dan komt die witte haai, een merkwaardig beest tot bij onze boot van 5 meter. Hij weegt meer dan duizend kilo. We halen het lokaas binnen. We plaatsen een akoestische tag die zegt, "I'M SHARK 10165" of zoiets, akoestisch met een 'ping'. Vervolgens plaatsen we een satelliet-tag die de lange reizen weergeeft met op licht gebaseerde geolocatie-algoritmen uitgerekend door de computer op de vis. Hier zie je Sal op zoek naar die twee tags. En daar zijn ze: de witte haaien van Californië weg voor een uitje naar het witte-haaicafé en terug. We hebben ook makreelhaaien getagd, samen met onze collega's van NOAA, blauwe haaien. We kunnen nu kijken naar deze oceaan van kleur die de temperatuur weergeeft. We zien tiendaagse wormsporen van makreelhaaien en zalmhaaien. Witte haaien en blauwe haaien. Voor de eerste keer zien we op een 'eco-landschap' op oceaanschaal waar de haaien zich ophouden.
The tuna team from TOPP has done the unthinkable: three teams tagged 1,700 tunas, bluefin, yellowfin and albacore all at the same time -- carefully rehearsed tagging programs in which we go out, pick up juvenile tunas, put in the tags that actually have the sensors, stick out the tuna and then let them go. They get returned, and when they get returned, here on a NASA numerical ocean you can see bluefin in blue go across their corridor, returning to the Western Pacific.
Het tonijnteam van TOPP heeft het ondenkbare gedaan: drie teams tagden 1.700 tonijnen, blauwvintonijn, geelvintonijn en witte tonijn allemaal tezelfdertijd - we repeteerden zorgvuldig de tagging-programma's waarbij we jonge tonijn vangen, tags met sensoren op de tonijn plaatsen en hem terug uitzetten. We krijgen ze terug en nu kan je hier op een digitale oceaan van NASA de blauwvintonijnen in het blauw hun corridor zien passeren als ze terugkeren naar de westelijke Stille Oceaan.
Our team from UCSC has tagged elephant seals with tags that are glued on their heads, that come off when they slough. These elephant seals cover half an ocean, take data down to 1,800 feet -- amazing data. And then there's Scott Shaffer and our shearwaters wearing tuna tags, light-based tags, that now are going to take you from New Zealand to Monterey and back, journeys of 35,000 nautical miles we had never seen before. But now with light-based geolocation tags that are very small, we can actually see these journeys. Same thing with Laysan albatross who travel an entire ocean on a trip sometimes, up to the same zone the tunas use. You can see why they might be caught. Then there's George Schillinger and our leatherback team out of Playa Grande tagging leatherbacks that go right past where we are. And Scott Benson's team that showed that leatherbacks go from Indonesia all the way to Monterey. So what we can see on this moving ocean is we can finally see where the predators are. We can actually see how they're using ecospaces as large as an ocean.
Ons team van UCSC heeft zeeolifanten getagd met tags die op hun hoofd zijn gelijmd. Ze komen los bij het vervellen. Deze zeeolifanten bestrijken een halve oceaan, nemen data op tot op 1.800 meter diepte - Fantastische data. En dan is er Scott Shaffer en onze pijlstormvogels met tonijntags, op licht gebaseerde tags. Die nemen je mee van Nieuw-Zeeland naar Monterey en terug, reizen van 65.000 kilometer. Nooit eerder gezien. Met erg kleine, op licht gebaseerde geolocatie-tags kunnen nu we deze reizen meemaken. Hetzelfde met de Laysan-albatros die een hele oceaan bereist. Soms een reis naar hetzelfde gebied als dat van de tonijn. Je kan zien waarom ze zouden kunnen worden gevangen. Dan is er George Schillinger en ons zeeschildpadteam uit Playa Grande die zeeschildpadden taggen die nog verder gaan dan waar wij gaan. Scott Benson's team toonde aan dat zeeschildpadden vanuit Indonesië helemaal naar Monterey reizen. Op deze bewegende oceaan kunnen we eindelijk zien waar de roofdieren zijn. We kunnen zien hoe ze een ecoruimte zo groot als een oceaan gebruiken.
And from this information, we can begin to map the hope spots. So this is just three years of data right here -- and there's a decade of this data. We see the pulse and the seasonal activities that these animals are going on. So what we're able to do with this information is boil it down to hot spots, 4,000 deployments, a huge herculean task, 2,000 tags in an area, shown here for the first time, off the California coast, that appears to be a gathering place. And then for sort of an encore from these animals, they're helping us. They're carrying instruments that are actually taking data down to 2,000 meters. They're taking information from our planet at very critical places like Antarctica and the Poles. Those are seals from many countries being released who are sampling underneath the ice sheets and giving us temperature data of oceanographic quality on both poles.
Op basis van deze informatie kunnen we beginnen de 'hoopspots' in kaart te brengen. Dit hier is nog maar drie jaar aan gegevens. En er is al een decennium aan gegevens. We zien de polsslag en de seizoensgebonden activiteiten van deze dieren. Deze informatie kunnen we gebruiken om de 'hotspots' te lokaliseren, 4.000 implementaties, een enorme taak, 2.000 tags in een gebied, hier voor de eerste keer getoond, voor de Californische kust, die een verzamelpunt lijkt te zijn. Als een soort toegift van deze dieren, helpen ze ons nog. Ze dragen instrumenten die gegevens tot op 2.000 meter diepte opnemen. Ze verzamelen informatie over onze planeet op zeer kritieke plaatsen zoals Antarctica en de Noordpool. Dit zijn zeehonden uit vele landen die worden losgelaten om onder de ijskappen data te verzamelen. Ze geven ons temperatuurgegevens van oceanografische kwaliteit op beide polen.
This data, when visualized, is captivating to watch. We still haven't figured out best how to visualize the data. And then, as these animals swim and give us the information that's important to climate issues, we also think it's critical to get this information to the public, to engage the public with this kind of data. We did this with the Great Turtle Race -- tagged turtles, brought in four million hits. And now with Google's Oceans, we can actually put a white shark in that ocean. And when we do and it swims, we see this magnificent bathymetry that the shark knows is there on its path as it goes from California to Hawaii. But maybe Mission Blue can fill in that ocean that we can't see. We've got the capacity, NASA has the ocean. We just need to put it together.
Deze gegevens zijn, gevisualiseerd, boeiend om naar te kijken. We hebben nog niet uitgedokterd hoe je het beste de data kan visualiseren. Als deze dieren al zwemmend voor ons informatie verzamelen die belangrijk is voor klimaatkwesties, dan vinden wij het ook van cruciaal belang om deze informatie aan het publiek voor te stellen, om het publiek te betrekken bij dit soort gegevens. We deden dit met de Grote Schildpadrace - we tagden schildpadden, wat vier miljoen hits opleverde. En nu, met Google's Oceans, kunnen we een witte haai uitzetten in de oceaan. Als we dat doen en hij zwemt, zien we deze prachtige bathymetrie waarvan de haai weet dat ze er is als hij van Californië naar Hawaï zwemt. Maar misschien kan Mission Blue de oceaan invullen die we niet kunnen zien. Wij hebben de mogelijkheid, NASA heeft de oceaan. We hoeven dat alleen maar te combineren.
So in conclusion, we know where Yellowstone is for North America; it's off our coast. We have the technology that's shown us where it is. What we need to think about perhaps for Mission Blue is increasing the biologging capacity. How is it that we can actually take this type of activity elsewhere? And then finally -- to basically get the message home -- maybe use live links from animals such as blue whales and white sharks. Make killer apps, if you will. A lot of people are excited when sharks actually went under the Golden Gate Bridge. Let's connect the public to this activity right on their iPhone. That way we do away with a few internet myths.
Als conclusie kunnen we zeggen: we weten waar het equivalent van Yellowstone ligt voor Noord-Amerika, namelijk net voor onze kust. Wij hebben de technologie die ons liet zien waar het is. Waar we misschien over moeten nadenken, is een verhoging van de biologgingcapaciteit van Mission Blue. Hoe kunnen we elders dit soort activiteiten toepassen? En dan tot slot: om de boodschap te laten doordringen, kunnen we misschien live verbindingen naar dieren zoals blauwe walvissen en witte haaien gebruiken. Killer apps maken, als je wil. Veel mensen zijn enthousiast als haaien nog eens onder de Golden Gate Bridge zwemmen. Laten we het publiek betrekken bij deze activiteit, op hun iPhone. Zo raken we af van een paar internetmythes.
So we can save the bluefin tuna. We can save the white shark. We have the science and technology. Hope is here. Yes we can. We need just to apply this capacity further in the oceans.
We kunnen de blauwvintonijn redden. We kunnen de witte haai redden. Wij hebben de wetenschap en de technologie. Er is hoop. Yes we can. We hoeven deze capaciteit alleen maar verder in de oceanen toe te passen.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)