On the path that American children travel to adulthood, two institutions oversee the journey. The first is the one we hear a lot about: college. Some of you may remember the excitement that you felt when you first set off for college. Some of you may be in college right now and you're feeling this excitement at this very moment.
De weg die Amerikaanse kinderen bewandelen op weg naar volwassenheid, wordt overzien door twee organisaties. De eerste is er een waarvan we veel horen: de universiteit. Je kent vast de opwinding nog die je voelde, toen je voor het eerst naar de universiteit ging. Sommigen zitten misschien nu op de universiteit. Mogelijk voel je die opwinding nu.
College has some shortcomings. It's expensive; it leaves young people in debt. But all in all, it's a pretty good path. Young people emerge from college with pride and with great friends and with a lot of knowledge about the world. And perhaps most importantly, a better chance in the labor market than they had before they got there.
De universiteit heeft ook nadelen. Het is duur en geeft jongeren schulden. Alles bij elkaar is het toch een goede weg. Jonge mensen komen van de universiteit met trots en met geweldige vrienden, en met veel kennis over de wereld. En wat misschien het belangrijkst is: met betere kansen op de arbeidsmarkt dan voordien.
Today I want to talk about the second institution overseeing the journey from childhood to adulthood in the United States. And that institution is prison. Young people on this journey are meeting with probation officers instead of with teachers. They're going to court dates instead of to class. Their junior year abroad is instead a trip to a state correctional facility. And they're emerging from their 20s not with degrees in business and English, but with criminal records.
Vandaag wil ik het hebben over de tweede organisatie, die deze weg naar volwassenheid in de VS overziet. Die tweede organisatie is de gevangenis. Jonge mensen op dit pad ontmoeten reclasseringsambtenaren in plaats van docenten. Ze gaan naar de rechtbank in plaats van school. Hun reis naar het buitenland is een reis naar een staatsgevangenis. Zij komen uit hun jeugd niet met een titel in bedrijfskunde of Engels, maar met een strafblad.
This institution is also costing us a lot, about 40,000 dollars a year to send a young person to prison in New Jersey. But here, taxpayers are footing the bill and what kids are getting is a cold prison cell and a permanent mark against them when they come home and apply for work.
Deze organisatie kost ons veel. Zo'n 40.000 dollar per jaar, om een jongere naar een gevangenis in New Jersey te sturen. Hier betaalt de belastingbetaler voor. Jongeren krijgen een koude cel en een permanent stempel als ze weer thuiskomen en werk gaan zoeken.
There are more and more kids on this journey to adulthood than ever before in the United States and that's because in the past 40 years, our incarceration rate has grown by 700 percent. I have one slide for this talk. Here it is. Here's our incarceration rate, about 716 people per 100,000 in the population. Here's the OECD countries.
Steeds meer kinderen komen op deze weg naar volwassenheid. Meer dan ooit tevoren in de VS, omdat in de laatste 40 jaar het percentage gedetineerden met 700 procent is toegenomen. Ik heb één dia voor deze talk. Dit is hem. Dit is het percentage van de VS. Ongeveer 716 mensen per 100.000. Dit zijn de OESO-landen.
What's more, it's poor kids that we're sending to prison, too many drawn from African-American and Latino communities so that prison now stands firmly between the young people trying to make it and the fulfillment of the American Dream. The problem's actually a bit worse than this 'cause we're not just sending poor kids to prison, we're saddling poor kids with court fees, with probation and parole restrictions, with low-level warrants, we're asking them to live in halfway houses and on house arrest, and we're asking them to negotiate a police force that is entering poor communities of color, not for the purposes of promoting public safety, but to make arrest counts, to line city coffers.
We sturen vooral arme kinderen naar de gevangenis, Te veel mensen komen uit Afro-Amerikaanse of Latinogemeenschap. De gevangenis staat stevig tussen de jongeren die het proberen te maken en het realiseren van de Amerikaanse droom. Het probleem is nog een beetje erger, want we sturen jongeren niet alleen naar de gevangenis. We zadelen arme jongeren op met juridische kosten, met voorwaardelijke straffen, voorwaarden en dwangbevelen. Ze wonen onder begeleiding of met huisarrest. Ze moeten omgaan met de politie die arme wijken binnendringt, niet om de veiligheid te vergroten, maar om hun arrestatiequotum te halen om de gemeentekas te spekken.
This is the hidden underside to our historic experiment in punishment: young people worried that at any moment, they will be stopped, searched and seized. Not just in the streets, but in their homes, at school and at work.
Dit is de verborgen onderkant van ons historische strafexperiment. Jongeren die bezorgd zijn om aangehouden, gefouilleerd, gepakt te worden. Niet alleen op straat, maar ook thuis, op school of op het werk.
I got interested in this other path to adulthood when I was myself a college student attending the University of Pennsylvania in the early 2000s. Penn sits within a historic African-American neighborhood. So you've got these two parallel journeys going on simultaneously: the kids attending this elite, private university, and the kids from the adjacent neighborhood, some of whom are making it to college, and many of whom are being shipped to prison.
Ik raakte geïnteresseerd in deze weg naar volwassenheid, toen ik zelf op de universiteit zat, de universiteit van Pennsylvania, in de beginjaren 2000. Deze universiteit ligt in een Afro-Amerikaanse wijk. Hier lopen die twee wegen naast elkaar: met de jongeren die naar deze elitaire, privé-universiteit gaan, en de jongeren van deze naburige wijk, van wie sommigen de universiteit halen en velen naar de gevangenis gaan.
In my sophomore year, I started tutoring a young woman who was in high school who lived about 10 minutes away from the university. Soon, her cousin came home from a juvenile detention center. He was 15, a freshman in high school. I began to get to know him and his friends and family, and I asked him what he thought about me writing about his life for my senior thesis in college. This senior thesis became a dissertation at Princeton and now a book.
In mijn tweede jaar gaf ik les aan een middelbare scholiere. Zij woonde 10 minuten van de universiteit. Haar neef kwam terug uit een jeugdgevangenis. Hij was 15, eerstejaars op de middelbare school. Ik leerde hem en zijn familie en vrienden kennen. Ik vroeg hem wat hij ervan vond dat ik over zijn leven ging schrijven, voor mijn doctoraalscriptie. Deze scriptie werd een promotie-onderzoek aan Princeton. Nu is het een boek.
By the end of my sophomore year, I moved into the neighborhood and I spent the next six years
Aan het eind van mijn tweede jaar, verhuisde ik naar deze buurt en bleef er zes jaar wonen.
trying to understand what young people were facing as they came of age. The first week I spent in this neighborhood, I saw two boys, five and seven years old, play this game of chase, where the older boy ran after the other boy. He played the cop. When the cop caught up to the younger boy, he pushed him down, handcuffed him with imaginary handcuffs, took a quarter out of the other child's pocket, saying, "I'm seizing that." He asked the child if he was carrying any drugs or if he had a warrant. Many times, I saw this game repeated, sometimes children would simply give up running, and stick their bodies flat against the ground with their hands above their heads, or flat up against a wall. Children would yell at each other, "I'm going to lock you up, I'm going to lock you up and you're never coming home!" Once I saw a six-year-old child pull another child's pants down and try to do a cavity search.
Ik probeerde te begrijpen wat zij tegenkwamen op weg naar volwassenheid. In mijn eerste week in deze wijk zag ik twee jongens van vijf en zeven. Zij speelden krijgertje. De oudste rende de jongste achterna. Hij speelde de agent. Toen de agent de jongen inhaalde, duwde hij hem op de grond. Hij boeide hem met denkbeeldige handboeien. Hij haalde een kwartje uit zijn zak, en zei: 'dit neem ik in beslag.' Hij vroeg of de jongen drugs bij zich had en of er een arrestatiebevel voor hem was. Ik heb dit spelletje heel vaak gezien. Soms gaven de kinderen het rennen gewoon op. Ze gingen plat op de grond liggen, met hun handen omhoog, of tegen de muur staan. Kinderen schreeuwden tegen elkaar, "Ik ga je opsluiten", "Ik ga je opsluiten en je komt nooit meer thuis!" Een keer zag ik hoe een zesjarige een jongetjes broek naar beneden trok en hem probeerde te visiteren.
In the first 18 months that I lived in this neighborhood, I wrote down every time I saw any contact between police and people that were my neighbors. So in the first 18 months, I watched the police stop pedestrians or people in cars, search people, run people's names, chase people through the streets, pull people in for questioning, or make an arrest every single day, with five exceptions. Fifty-two times, I watched the police break down doors, chase people through houses or make an arrest of someone in their home. Fourteen times in this first year and a half, I watched the police punch, choke, kick, stomp on or beat young men after they had caught them.
In de eerste anderhalf jaar in deze buurt, schreef ik elk contact op tussen de politie en de bewoners. In de eerste anderhalf jaar zag ik de politie mensen staande houden op straat of in de auto, zag ik ze mensen fouilleren en natrekken, zag ik ze mensen achtervolgen, of meenemen om te ondervragen. Ik zag ze elke dag mensen arresteren, met maar 5 uitzonderingen. Ik zag de politie 52 keer deuren intrappen, mensen achtervolgen door huizen, of mensen arresteren in hun huis. 14 keer in anderhalf jaar zag ik de politie jonge mannen stompen, wurgen, trappen, stampen en slaan, nadat ze hen hadden gepakt.
Bit by bit, I got to know two brothers, Chuck and Tim. Chuck was 18 when we met, a senior in high school. He was playing on the basketball team and making C's and B's. His younger brother, Tim, was 10. And Tim loved Chuck; he followed him around a lot, looked to Chuck to be a mentor. They lived with their mom and grandfather in a two-story row home with a front lawn and a back porch. Their mom was struggling with addiction all while the boys were growing up. She never really was able to hold down a job for very long. It was their grandfather's pension that supported the family, not really enough to pay for food and clothes and school supplies for growing boys. The family was really struggling.
Beetje bij beetje leerde ik twee broers kennen, Chuck en Tim. Chuck was 18 en zat in zijn eindexamenjaar. Hij speelde in het basketbalteam en haalde zessen en zevens. Zijn jongere broer Tim was tien. Tim hield van Chuck, hij volgde hem overal. Hij keek naar hem op. Zij woonden bij hun moeder en opa, in een rijtjeshuis met een tuintje voor en achter. Hun moeder vocht tegen verslaving terwijl de kinderen opgroeiden. Het lukte haar nooit lang werk te houden. Zij leefden van opa's pensioen. Het was eigenlijk niet genoeg voor voedsel en kleding. Niet genoeg voor schoolspullen. Het gezin had het echt moeilijk.
So when we met, Chuck was a senior in high school. He had just turned 18. That winter, a kid in the schoolyard called Chuck's mom a crack whore. Chuck pushed the kid's face into the snow and the school cops charged him with aggravated assault. The other kid was fine the next day, I think it was his pride that was injured more than anything.
Chuck deed bijna eindexamen toen ik hem ontmoette. Hij was net 18 geworden. Die winter, op het schoolplein, schold een kind Chucks moeder uit voor heroïnehoer. Chuck duwde hem met zijn gezicht in de sneeuw. De schoolpolitie klaagde hem aan voor zware mishandeling. Met het andere kind ging het goed. Ik denk dat het meer gekrenkte trots was.
But anyway, since Chuck was 18, this agg. assault case sent him to adult county jail on State Road in northeast Philadelphia, where he sat, unable to pay the bail -- he couldn't afford it -- while the trial dates dragged on and on and on through almost his entire senior year. Finally, near the end of this season, the judge on this assault case threw out most of the charges and Chuck came home with only a few hundred dollars' worth of court fees hanging over his head. Tim was pretty happy that day.
Omdat Chuck 18 was, werd hij naar de gevangenis gestuurd. In het noordoosten van Philadelphia. Hij bleef vastzitten, omdat hij de borgtocht niet kon betalen. De rechtszaak sleepte zich voort. Zijn hele eindexamenjaar lang. Aan het eind van het schooljaar, seponeerde de rechter de meeste aanklachten. Chuck mocht naar huis. Hij moest alleen de kosten betalen. Tim was die dag heel blij.
The next fall, Chuck tried to re-enroll as a senior, but the school secretary told him that he was then 19 and too old to be readmitted. Then the judge on his assault case issued him a warrant for his arrest because he couldn't pay the 225 dollars in court fees that came due a few weeks after the case ended. Then he was a high school dropout living on the run.
In september wilde Chuck zich weer op school inschrijven, maar de secretaresse zei dat hij nu 19 was en daarmee te oud om toegelaten te worden. Toen kwam er een arrestatiebevel, omdat hij de 225 dollar aan juridische kosten niet had betaald. Dat had hij moeten doen zodra zijn zaak voorbij was. Zo werd hij een voortvluchtige drop-out.
Tim's first arrest came later that year after he turned 11. Chuck had managed to get his warrant lifted and he was on a payment plan for the court fees and he was driving Tim to school in his girlfriend's car. So a cop pulls them over, runs the car, and the car comes up as stolen in California. Chuck had no idea where in the history of this car it had been stolen. His girlfriend's uncle bought it from a used car auction in northeast Philly. Chuck and Tim had never been outside of the tri-state, let alone to California. But anyway, the cops down at the precinct charged Chuck with receiving stolen property. And then a juvenile judge, a few days later, charged Tim, age 11, with accessory to receiving a stolen property and then he was placed on three years of probation. With this probation sentence hanging over his head,
Tim werd voor het eerst gearresteerd, toen hij net 11 was. Het was Chuck gelukt het bevel op te heffen. Hij had een betalingsregeling voor de juridische kosten. Hij bracht Tim naar school in de auto van zijn vriendin. Hij wordt staande gehouden en de auto wordt gecontroleerd. Die blijkt gestolen in Californië. Chuck had hier geen idee van. Zijn vriendins oom had de auto op een veiling gekocht, in noordoost Philadelphia. Chuck en Tim waren nog nooit buiten de regio geweest. Laat staan in Californië. Maar de agenten op het bureau, legden hem 'bezit van gestolen goederen' ten laste. Een paar dagen later, klaagde de kinderrechter Tim, elf jaar, aan voor medeplichtigheid. Hij kreeg drie jaar voorwaardelijk. Met deze straf die boven zijn hoofd hing,
Chuck sat his little brother down and began teaching him how to run from the police. They would sit side by side on their back porch looking out into the shared alleyway and Chuck would coach Tim how to spot undercover cars, how to negotiate a late-night police raid, how and where to hide.
legde Chuck zijn broertje uit hoe hij kon vluchten voor de politie. Ze zaten naast elkaar in de achtertuin, die uitkeek op een steeg. Chuck leerde Tim hoe hij ongemarkeerde politieauto's kon herkennen. Hoe hij met een politie-inval moest omgaan en waar en hoe hij zich kon verbergen.
I want you to imagine for a second what Chuck and Tim's lives would be like if they were living in a neighborhood where kids were going to college, not prison. A neighborhood like the one I got to grow up in. Okay, you might say. But Chuck and Tim, kids like them, they're committing crimes! Don't they deserve to be in prison? Don't they deserve to be living in fear of arrest? Well, my answer would be no. They don't. And certainly not for the same things that other young people with more privilege are doing with impunity. If Chuck had gone to my high school, that schoolyard fight would have ended there, as a schoolyard fight. It never would have become an aggravated assault case. Not a single kid that I went to college with has a criminal record right now. Not a single one. But can you imagine how many might have if the police had stopped those kids and searched their pockets for drugs as they walked to class? Or had raided their frat parties in the middle of the night?
Denk eens even na hoe het leven van Chuck en Tim eruit zou zien als zij in een buurt woonden waar kinderen naar de universiteit gaan en niet naar de gevangenis. Een buurt zoals waar ik ben opgegroeid. Oké, kun je zeggen, maar Chuck en Tim en kinderen zoals zij begaan misdaden. Horen zij niet in de gevangenis? Horen zij niet bang te zijn om gearresteerd te worden? Ik zou zeggen van niet. Zij horen daar niet, En zeker niet voor dezelfde dingen die andere, meer bevoorrechte jongeren ongestraft doen. Als Chuck op mijn school had gezeten, dan was dat vechtpartijtje afgedaan als vechten op het schoolplein. Het zou nooit een aanklacht voor zware mishandeling zijn geworden. Niemand van mijn studiegenoten heeft een strafblad. Niemand. Maar hoeveel zouden er een hebben als de politie hen had aangehouden en hun zakken op drugs had doorzocht onderweg naar school? Of als ze 's nachts een inval hadden gedaan tijdens een van hun feestjes?
Okay, you might say. But doesn't this high incarceration rate partly account for our really low crime rate? Crime is down. That's a good thing. Totally, that is a good thing. Crime is down. It dropped precipitously in the '90s and through the 2000s. But according to a committee of academics convened by the National Academy of Sciences last year, the relationship between our historically high incarceration rates and our low crime rate is pretty shaky. It turns out that the crime rate goes up and down irrespective of how many young people we send to prison.
Oké, kun je zeggen. Zorgt dit hoge percentage gevangenen niet ook voor onze lage criminaliteitscijfers? Er is minder criminaliteit. Dat is goed. Natuurlijk is dat goed, weinig criminaliteit. De criminaliteit daalde plotseling in de jaren 90 en 00. Maar volgens een commissie van academici, vorig jaar bijeengeroepen door de Nationale Academie van Wetenschappen, is de relatie tussen ons historisch hoge aantal gedetineerden en onze historisch lage criminaliteit behoorlijk zwak. Het blijkt dat de criminaliteitscijfers op en neer gaan. Onafhankelijk van hoeveel jongeren we detineren.
We tend to think about justice in a pretty narrow way: good and bad, innocent and guilty. Injustice is about being wrongfully convicted. So if you're convicted of something you did do, you should be punished for it. There are innocent and guilty people, there are victims and there are perpetrators. Maybe we could think a little bit more broadly than that.
We denken nogal kortzichtig over rechtvaardigheid: goed en slecht, onschuldig en schuldig. Onrechtvaardigheid gaat over onterecht veroordeeld worden. Als je veroordeeld wordt voor iets dat je gedaan hebt, dan moet je gestraft worden. Er zijn onschuldigen en schuldigen. Er zijn slachtoffers en daders. Misschien moeten we wat breder kijken dan dat.
Right now, we're asking kids who live in the most disadvantaged neighborhoods, who have the least amount of family resources, who are attending the country's worst schools, who are facing the toughest time in the labor market, who are living in neighborhoods where violence is an everyday problem, we're asking these kids to walk the thinnest possible line -- to basically never do anything wrong.
Vandaag de dag vragen we van kinderen uit achterstandswijken, die het minste geld hebben, die op de slechtste scholen zitten, die het het moeilijkst hebben op de arbeidsmarkt, die leven in buurten waar geweld een dagelijks probleem is... die kinderen vragen we om op het scherp van de snede te lopen. Om eigenlijk nooit iets fout te doen.
Why are we not providing support to young kids facing these challenges? Why are we offering only handcuffs, jail time and this fugitive existence? Can we imagine something better? Can we imagine a criminal justice system that prioritizes recovery, prevention, civic inclusion, rather than punishment? (Applause) A criminal justice system that acknowledges the legacy of exclusion that poor people of color in the U.S. have faced and that does not promote and perpetuate those exclusions. (Applause) And finally, a criminal justice system that believes in black young people, rather than treating black young people as the enemy to be rounded up. (Applause)
Waarom geven we geen hulp aan jongeren met deze problemen? Waarom bieden we ze alleen handboeien, detentie en een voortvluchtig bestaan? Kunnen we niets beters verzinnen? Kunnen we ons een strafrecht voorstellen dat zich richt op herstel, preventie, sociale inclusie, in plaats van op bestraffen? (Applaus) Een strafrecht dat erkent met welke uitsluiting arme, gekleurde mensen in de VS te maken hebben. Een systeem dat deze uitsluiting niet promoot en ook niet voortzet. (Applaus) En tot slot, een strafrecht dat gelooft in jonge zwarte mensen, in plaats van ze te zien als de vijand die je moet opsluiten. (Applaus)
The good news is that we already are. A few years ago, Michelle Alexander wrote "The New Jim Crow," which got Americans to see incarceration as a civil rights issue of historic proportions in a way they had not seen it before. President Obama and Attorney General Eric Holder have come out very strongly on sentencing reform, on the need to address racial disparity in incarceration. We're seeing states throw out Stop and Frisk as the civil rights violation that it is. We're seeing cities and states decriminalize possession of marijuana. New York, New Jersey and California have been dropping their prison populations, closing prisons, while also seeing a big drop in crime. Texas has gotten into the game now, also closing prisons, investing in education. This curious coalition is building from the right and the left, made up of former prisoners and fiscal conservatives, of civil rights activists and libertarians, of young people taking to the streets to protest police violence against unarmed black teenagers, and older, wealthier people -- some of you are here in the audience -- pumping big money into decarceration initiatives In a deeply divided Congress, the work of reforming our criminal justice system is just about the only thing that the right and the left are coming together on.
Het goede nieuws is dat we dit al doen. Een paar jaar geleden schreef Michelle Alexander 'De nieuwe Jim Crow', waardoor Amerikanen detentie gingen zien als een zaak van burgerrechten. Een zaak groter dan ze ooit hadden gezien. President Obama en Eric Holder, de minister van Justitie, hebben zich sterk uitgelaten voor het hervormen van straffen en de noodzaak om raciale ongelijkheid in detentie aan te pakken. We zien dat staten het beleid van 'stoppen en fouilleren' overboord gooien omdat het burgerrechten schendt. We zien steden en staten het bezit van marihuana decriminaliseren. New York, New Jersey en Californië hebben het aantal gedetineerden teruggebracht en gevangenissen gesloten, terwijl ze ook een grote daling in criminaliteit zien. Texas doet nu ook mee en sluit ook gevangenissen en investeert in onderwijs. Er groeit een vreemde coalitie van links en van rechts, van oud-gevangenen en fiscaal-conservatieven, van burgerrechtenactivisten en libertariërs, van jongeren die demonstreren tegen politiegeweld tegen ongewapende zwarte jongeren, en oudere, rijkere mensen -- sommigen hier in het publiek -- die veel geld stoppen in initiatieven om minder te detineren. Met een sterk verdeeld parlement is de verandering van het strafrecht ongeveer het enige waar links en rechts elkaar vinden.
I did not think I would see this political moment in my lifetime. I think many of the people who have been working tirelessly to write about the causes and consequences of our historically high incarceration rates did not think we would see this moment in our lifetime. The question for us now is, how much can we make of it? How much can we change?
Ik had niet gedacht dat ik dit tijdens mijn leven zou meemaken. Ik denk dat veel mensen die onvermoeibaar hebben geschreven over de oorzaken en gevolgen van onze historisch hoge detentiecijfers ook niet hadden verwacht dit nog mee te mogen maken. De vraag is nu wat we ervan kunnen waarmaken. Hoe zeer kunnen we veranderen?
I want to end with a call to young people, the young people attending college and the young people struggling to stay out of prison or to make it through prison and return home. It may seem like these paths to adulthood are worlds apart, but the young people participating in these two institutions conveying us to adulthood, they have one thing in common: Both can be leaders in the work of reforming our criminal justice system. Young people have always been leaders in the fight for equal rights, the fight for more people to be granted dignity and a fighting chance at freedom. The mission for the generation of young people coming of age in this, a sea-change moment, potentially, is to end mass incarceration and build a new criminal justice system, emphasis on the word justice.
Ik wil eindigen met een oproep aan jongeren. Jongeren op de universiteit. Jongeren die worstelen om uit de gevangenis te blijven, of om hun straf uit te zitten en naar huis te gaan. Deze wegen naar volwassenheid lijken misschien gescheiden werelden, maar de jongeren in deze werelden laten ons zien dat ze een ding gemeen hebben: allen kunnen leiders worden in de hervorming van ons strafrecht. Jongeren zijn altijd voorvechters geweest van gelijke rechten, van menselijke waardigheid, en voorvechters van vrijheid. De missie voor de jongere generatie, die volwassen wordt in deze tijd van --potentieel -- enorme verandering, is om massale detinering te stoppen en een nieuw strafrecht te bouwen met de nadruk op rechtvaardigheid.
Thanks.
Dankjewel.
(Applause)
(Applaus)