I woke up in the middle of the night with the sound of heavy explosion. It was deep at night. I do not remember what time it was. I just remember the sound was so heavy and so very shocking. Everything in my room was shaking -- my heart, my windows, my bed, everything. I looked out the windows and I saw a full half-circle of explosion. I thought it was just like the movies, but the movies had not conveyed them in the powerful image that I was seeing full of bright red and orange and gray, and a full circle of explosion. And I kept on staring at it until it disappeared. I went back to my bed, and I prayed, and I secretly thanked God that that missile did not land on my family's home, that it did not kill my family that night. Thirty years have passed, and I still feel guilty about that prayer, for the next day, I learned that that missile landed on my brother's friend's home and killed him and his father, but did not kill his mother or his sister. His mother showed up the next week at my brother's classroom and begged seven-year-old kids to share with her any picture they may have of her son, for she had lost everything.
Ik werd midden in de nacht wakker door het geluid van een krachtige explosie. Het was diep in de nacht. Ik weet niet meer hoe laat het was. Ik weet alleen nog dat het geluid zo hevig was en zo heel erg schokkend. Alles in mijn kamer daverde -- mijn hart, mijn vensters, mijn bed -- alles. Ik keek uit het raam en zag een volledige halve cirkel van explosies. Ik dacht dat het net zoals in de film was, maar films hadden het niet vertaald naar het krachtige beeld dat ik zag -- vol met felrood en oranje en grijs, en een volledige cirkel van ontploffingen. Ik bleef ernaar staren tot het verdween. Ik ging terug naar bed en ik bad en ik dankte God heimelijk omdat die raket niet op het huis van mijn familie was terechtgekomen, dat ze mijn familie die nacht niet had gedood. 30 jaar gingen voorbij en ik voel me nog steeds schuldig om dat gebed. Want daags daarna vernam ik dat die raket op het huis van de vriend van mijn broer was terechtgekomen en hem had gedood en zijn vader, maar niet zijn moeder of zijn zus. Zijn moeder verscheen de week erna in de klas van mijn broer en smeekte 7-jarige kinderen om alle foto's met haar te delen die ze hadden van haar zoon, want zij was alles kwijt.
This is not a story of a nameless survivor of war, and nameless refugees, whose stereotypical images we see in our newspapers and our TV with tattered clothes, dirty face, scared eyes. This is not a story of a nameless someone who lived in some war, who we do not know their hopes, their dreams, their accomplishments, their families, their beliefs, their values. This is my story. I was that girl. I am another image and vision of another survivor of war. I am that refugee, and I am that girl. You see, I grew up in war-torn Iraq, and I believe that there are two sides of wars and we've only seen one side of it. We only talk about one side of it. But there's another side that I have witnessed as someone who lived in it and someone who ended up working in it.
Dit is niet het verhaal van een anonieme oorlogsoverlevende, en anonieme vluchtelingen, wiens stereotiepe beelden we in onze kranten zien en op onze televisie, in lompen, vuil gelaat, bange ogen. Dit is niet het verhaal van een anonieme persoon die in een oorlog leefde, van wie we de hoop niet kennen, of de dromen, de verwezenlijkingen, de families, het geloof, de waarden. Dit is mijn verhaal. Ik was dat meisje. Ik ben een ander beeld, een andere visie van nog een oorlogsoverlevende. Ik ben die vluchteling en ik ben dat meisje. Ziet u, ik groeide op in een door de oorlog verscheurd Irak. Ik geloof dat er twee kanten aan de oorlog zijn en dat we maar één kant hebben gezien. We praten alleen over één kant. Maar er is een andere kant die ik heb geobserveerd, als iemand die erin leefde, en uiteindelijk als iemand die erin werkte.
I grew up with the colors of war -- the red colors of fire and blood, the brown tones of earth as it explodes in our faces and the piercing silver of an exploded missile, so bright that nothing can protect your eyes from it. I grew up with the sounds of war -- the staccato sounds of gunfire, the wrenching booms of explosions, ominous drones of jets flying overhead and the wailing warning sounds of sirens. These are the sounds you would expect, but they are also the sounds of dissonant concerts of a flock of birds screeching in the night, the high-pitched honest cries of children and the thunderous, unbearable silence. "War," a friend of mine said, "is not about sound at all. It is actually about silence, the silence of humanity."
Ik ben met de kleuren van de oorlog opgegroeid -- de rode kleuren van vuur en bloed, de bruine tinten van aarde die ontploft in ons gezicht, en het doordringende zilver van een ontplofte raket, zo schitterend dat niets je ogen ertegen kan beschermen. Ik groeide op met de klanken van de oorlog -- het staccato geluid van geweerschoten, de wrange knallen van ontploffingen, het onheilspellende gegons van overvliegende vliegtuigen en de loeiende alarmsignalen van sirenes. Dit zijn de geluiden die je verwacht, maar het zijn ook de geluiden van dissonante concerten van een vlucht vogels die krijsen in de nacht, de hoge oprechte kreten van kinderen en de donderende, ondraaglijke stilte. "Oorlog," zei een vriend van me, "gaat helemaal niet over geluid. Het gaat eigenlijk over stilte. De stilte van de mensheid."
I have since left Iraq and founded a group called Women for Women International that ends up working with women survivors of wars. In my travels and in my work, from Congo to Afghanistan, from Sudan to Rwanda, I have learned not only that the colors and the sounds of war are the same, but the fears of war are the same. You know, there is a fear of dying, and do not believe any movie character where the hero is not afraid. It is very scary to go through that feeling of "I am about to die" or "I could die in this explosion." But there's also the fear of losing loved ones, and I think that's even worse. It's too painful. You don't want to think about it. But I think the worst kind of fear is the fear -- as Samia, a Bosnian woman, once told me, who survived the four-years besiege of Sarajevo; she said, "The fear of losing the 'I' in me, the fear of losing the 'I' in me." That's what my mother in Iraq used to tell me. It's like dying from inside-out. A Palestinian woman once told me, "It is not about the fear of one death," she said, "sometimes I feel I die 10 times in one day," as she was describing the marches of soldiers and the sounds of their bullets. She said, "But it's not fair, because there is only one life, and there should only be one death."
Ik heb Irak sindsdien verlaten en een groep gesticht die Women for Women International heet en werkt met vrouwelijke overlevenden van oorlogen. Op mijn reizen en in mijn werk, van Congo tot Afghanistan, van Soedan tot Rwanda, heb ik geleerd dat niet alleen de kleur en het geluid van oorlog gelijk zijn, maar ook de angst voor de oorlog. Er is angst voor de dood. Geloof geen filmpersonage waar de held niet bang is. Het is erg angstaanjagend om dat gevoel te hebben van "Straks ga ik dood," of "Ik zou kunnen sterven in deze explosie." Maar er is ook de angst om geliefden te verliezen, en we denken dat dat nog erger is. Het is te pijnlijk, je wil er niet aan denken. Volgens mij is de ergste angst de angst -- zoals Samia, een Bosnische vrouw, me ooit zei, die het vierjarige beleg van Sarajevo overleefde. Ze zei: "De angst om de Ik in mezelf kwijt te geraken, de angst om de Ik in mezelf kwijt te geraken." Dat is wat mijn moeder mij in Irak vertelde. Het is als sterven van binnenuit. Een Palestijnse vrouw zei me: "Het gaat niet om de angst voor één dood," zei ze, "soms voelt het alsof ik 10 keer sterf op één dag," terwijl ze de marsen beschreef van de soldaten en het geluid van hun kogels. Ze zei: "Maar het is niet eerlijk, want er is maar één leven, dus zou er maar één dood mogen zijn."
We have been only seeing one side of war. We have only been discussing and consumed with high-level preoccupations over troop levels, drawdown timelines, surges and sting operations, when we should be examining the details of where the social fabric has been most torn, where the community has improvised and survived and shown acts of resilience and amazing courage just to keep life going. We have been so consumed with seemingly objective discussions of politics, tactics, weapons, dollars and casualties. This is the language of sterility.
We zien maar één kant van de oorlog. We bespreken en zijn in beslag genomen door bekommernissen op hoog niveau, over aantal troepen, tijdslijnen voor terugtrekking, opstand en hinderlagen, terwijl we details zouden moeten onderzoeken van waar het sociale weefsel het meest verscheurd is, waar de gemeenschap geïmproviseerd en overleefd heeft, waar we daden van weerbaarheid en verbluffende moed zien, alleen om het leven te laten verdergaan. We zijn zo in beslag genomen door ogenschijnlijk objectieve discussies over politiek, tactiek, wapens, dollars en slachtoffers. Dit is de taal van de steriliteit.
How casually we treat casualties in the context of this topic. This is where we conceive of rape and casualties as inevitabilities. Eighty percent of refugees around the world are women and children. Oh. Ninety percent of modern war casualties are civilians. Seventy-five percent of them are women and children. How interesting. Oh, half a million women in Rwanda get raped in 100 days. Or, as we speak now, hundreds of thousands of Congolese women are getting raped and mutilated. How interesting. These just become numbers that we refer to. The front of wars is increasingly non-human eyes peering down on our perceived enemies from space, guiding missiles toward unseen targets, while the human conduct of the orchestra of media relations in the event that this particular drone attack hits a villager instead of an extremist. It is a chess game. You learn to play an international relations school on your way out and up to national and international leadership. Checkmate.
Hoe licht gaan we heen over slachtoffers in deze context. Dit is waar we verkrachting en slachtoffers als onvermijdbaar beschouwen. 80 procent van de vluchtelingen in de wereld zijn vrouwen en kinderen. Oh. 90 procent van de moderne oorlogsslachtoffers zijn burgers -- 75 procent daarvan zijn vrouwen en kinderen. Hoe interessant. Een half miljoen vrouwen in Rwanda worden verkracht in 100 dagen. Terwijl we spreken worden honderdduizenden Congolese vrouwen verkracht en verminkt. Hoe interessant. Het worden gewoon cijfers om naar te verwijzen. Het oorlogsfront bestaat meer en meer uit niet-menselijke ogen die kijken naar wie we als vijand ervaren vanuit de ruimte, en raketten sturen naar ongeziene doelen, terwijl de mensen het orkest van mediarelaties dirigeren als een welbepaalde raketaanval een dorpeling treft in plaats van een extremist. Het is een schaakspel. Je leert een spel van internationale relaties spelen op weg naar buiten en naar boven, naar nationale en internationale leiding. Schaakmat.
We are missing a completely other side of wars. We are missing my mother's story, who made sure with every siren, with every raid, with every cut off-of electricity, she played puppet shows for my brothers and I, so we would not be scared of the sounds of explosions. We are missing the story of Fareeda, a music teacher, a piano teacher, in Sarajevo, who made sure that she kept the music school open every single day in the four years of besiege in Sarajevo and walked to that school, despite the snipers shooting at that school and at her, and kept the piano, the violin, the cello playing the whole duration of the war, with students wearing their gloves and hats and coats. That was her fight. That was her resistance. We are missing the story of Nehia, a Palestinian woman in Gaza who, the minute there was a cease-fire in the last year's war, she left out of home, collected all the flour and baked as much bread for every neighbor to have, in case there is no cease-fire the day after. We are missing the stories of Violet, who, despite surviving genocide in the church massacre, she kept on going on, burying bodies, cleaning homes, cleaning the streets. We are missing stories of women who are literally keeping life going in the midst of wars. Do you know -- do you know that people fall in love in war and go to school and go to factories and hospitals and get divorced and go dancing and go playing and live life going? And the ones who are keeping that life are women.
We missen een volledig andere kant van de oorlog. We missen het verhaal van mijn moeder, die er bij elke sirene, elke aanval, elke stroomonderbreking voor zorgde dat ze poppenkast speelde voor mijn broers en voor mij, zodat we niet bang zouden zijn van het geluid van explosies. We missen het geluid van Fareeda, een muzieklerares, een pianolerares in Sarajevo, die zorgde dat ze de muziekschool openhield, elke dag van het vierjarige beleg van Sarajevo. Ze liep naar die school ondanks de scherpschutters die mikten op die school en op haar. Ze zorgde dat de piano bleef spelen, de viool, de cello, gedurende de hele oorlog, terwijl de kinderen handschoenen en hoeden en jassen droegen. Dat was haar gevecht. Dat was haar verzet. We missen het verhaal van Nehia, een Palestijnse vrouw uit Gaza, die, zodra er tijdens de oorlog vorig jaar een staakt-het-vuren was, haar huis verliet, alle bloem verzamelde, en zoveel brood bakte dat elke buur voldoende had, voor als er de volgende dag geen staakt-het-vuren zou zijn. We missen de verhalen van Violet, die, ondanks het feit dat ze genocide overleefde in het bloedbad in de kerk, toch doorging, en lichamen begroef, huizen poetste en straten veegde. We missen de verhalen van vrouwen die letterlijk het leven gaande houden te midden van de oorlog. Weet u -- weet u dat mensen verliefd worden tijdens de oorlog en naar school gaan en naar fabrieken en ziekenhuizen, en scheiden en gaan dansen en spelen, en hun leven voortzetten? Diegenen die dat leven gaande houden zijn vrouwen.
There are two sides of war. There is a side that fights, and there is a side that keeps the schools and the factories and the hospitals open. There is a side that is focused on winning battles, and there is a side that is focused on winning life. There is a side that leads the front-line discussion, and there is a side that leads the back-line discussion. There is a side that thinks that peace is the end of fighting, and there is a side that thinks that peace is the arrival of schools and jobs. There is a side that is led by men, and there is a side that is led by women. And in order for us to understand how do we build lasting peace, we must understand war and peace from both sides. We must have a full picture of what that means.
Er zijn twee kanten aan de oorlog. Er is een kant die vecht, en er is een kant die de scholen, de fabrieken en de hospitalen openhoudt. Er is een kant die is gericht op het winnen van veldslagen en er is een kant die gericht is op het winnen van het leven. Er is een kant die de discussie in de frontlinie leidt en er is een kant die de discussie in de achterhoede leidt. Er is een kant die denkt dat vrede het einde van de gevechten is, en er is een kant die denkt dat vrede de komst van scholen en banen is. Er is een kant die door mannen wordt geleid, en er is een kant die door vrouwen wordt geleid. Om te begrijpen hoe we duurzame vrede bouwen, moeten we oorlog en vrede begrijpen van de twee kanten. We moeten een volledig beeld hebben van wat dat betekent.
In order for us to understand what actually peace means, we need to understand, as one Sudanese woman once told me, "Peace is the fact that my toenails are growing back again." She grew up in Sudan, in Southern Sudan, for 20 years of war, where it killed one million people and displaced five million refugees. Many women were taken as slaves by rebels and soldiers, as sexual slaves who were forced also to carry the ammunition and the water and the food for the soldiers. So that woman walked for 20 years, so she would not be kidnapped again. And only when there was some sort of peace, her toenails grew back again. We need to understand peace from a toenail's perspective.
Om te begrijpen wat vrede echt betekent, moeten we begrijpen wat een Soedanese vrouw me ooit vertelde: "Vrede is het feit dat mijn teennagels weer gaan groeien." Ze groeide op in Soedan, Zuid-Soedan, tijdens 20 oorlogsjaren, die een miljoen mensen doodden en vijf miljoen vluchtelingen op de vlucht jaagden. Vele vrouwen werden meegenomen als slavinnen door rebellen en soldaten, als seksslavinnen die verplicht werden om ook de munitie en het water te dragen en het eten voor de soldaten. Die vrouw liep 20 jaar lang, om niet opnieuw gekidnapt te worden. Pas toen er een soort van vrede was, groeiden haar teennagels opnieuw. We moeten vrede begrijpen vanuit het standpunt van een teennagel.
We need to understand that we cannot actually have negotiations of ending of wars or peace without fully including women at the negotiating table. I find it amazing that the only group of people who are not fighting and not killing and not pillaging and not burning and not raping, and the group of people who are mostly -- though not exclusively -- who are keeping life going in the midst of war, are not included in the negotiating table. And I do argue that women lead the back-line discussion, but there are also men who are excluded from that discussion. The doctors who are not fighting, the artists, the students, the men who refuse to pick up the guns, they are, too, excluded from the negotiating tables. There is no way we can talk about a lasting peace, building of democracy, sustainable economies, any kind of stabilities, if we do not fully include women at the negotiating table. Not one, but 50 percent.
We moeten begrijpen dat we geen onderhandelingen kunnen hebben over het einde van oorlog en vrede zonder dat we de vrouwen er volledig bij betrekken aan de onderhandelingstafel. Ik vind het verbluffend dat de enige groep mensen die niet vecht en niet moordt en niet plundert en niet brandt en niet verkracht, en de groep die het meest -- zij het niet exclusief -- het leven gaande houdt tijdens de oorlog, niet aan de onderhandelingstafel zit. Ik stel dat vrouwen de discussie in de achterhoede leiden, maar er zijn ook mannen die uitgesloten zijn van die discussie. De dokters die niet vechten, de kunstenaars, de studenten, de mannen die de wapens niet willen opnemen, zij worden ook uitgesloten van de onderhandelingstafel. We kunnen onmogelijk over duurzame vrede praten, over de opbouw van democratie, van een duurzame economie, over enig welke stabiliteit, als we de vrouwen geen volwaardige plaats geven aan de onderhandelingstafel. Niet één, maar 50 procent.
There is no way we can talk about the building of stability if we don't start investing in women and girls. Did you know that one year of the world's military spending equals 700 years of the U.N. budget and equals 2,928 years of the U.N. budget allocated for women? If we just reverse that distribution of funds, perhaps we could have a better lasting peace in this world. And last, but not least, we need to invest in peace and women, not only because it is the right thing to do, not only because it is the right thing to do, for all of us to build sustainable and lasting peace today, but it is for the future.
Er is geen manier om over de opbouw van stabiliteit te praten als we niet beginnen te investeren in vrouwen en meisjes. Wist u dat 's werelds militaire uitgaven van één jaar overeenstemmen met het VN-budget voor 700 jaar, en met 2.928 jaar VN-budget toegewezen aan vrouwen? Als we die verdeling van fondsen gewoon omkeren, dan zouden we misschien een meer duurzame vrede in deze wereld hebben. Tenslotte, belangrijkst van al, moeten we investeren in vrede en vrouwen, niet alleen omdat we daarmee het juiste doen, niet alleen omdat we het juiste doen door vandaag aan duurzame en blijvende vrede te bouwen, maar omwille van de toekomst.
A Congolese woman, who was telling me about how her children saw their father killed in front of them and saw her raped in front of them and mutilated in front of them, and her children saw their nine-year-old sibling killed in front of them, how they're doing okay right now. She got into Women for Women International's program. She got a support network. She learned about her rights. We taught her vocational and business skills. We helped her get a job. She was earning 450 dollars. She was doing okay. She was sending them to school. Have a new home. She said, "But what I worry about the most is not any of that. I worry that my children have hate in their hearts, and when they want to grow up, they want to fight again the killers of their father and their brother." We need to invest in women, because that's our only chance to ensure that there is no more war in the future. That mother has a better chance to heal her children than any peace agreement can do.
Een Congolese vrouw die me vertelde hoe haar kinderen hun vader voor hun ogen vermoord zagen worden, en haar voor hun ogen verkracht zagen, en verminkt voor hun ogen, en hun 9 jaar oude broer vermoord voor hun ogen, en hoe ze het vandaag goed doen. Ze volgde het programma van Women for Women International. Ze kreeg een ondersteunend netwerk. Ze leerde haar rechten kennen. We leerden haar een vak en businessvaardigheden. We hielpen haar aan werk. Ze verdiende 450$. Ze deed het goed. Ze stuurde ze naar school. Ze hadden een nieuw huis. Ze zei: "Waar ik me het meeste zorgen over maak, is niets van dat alles. Ik ben bang dat mijn kinderen haat in hun hart hebben, en als ze opgroeien, opnieuw willen vechten tegen de moordenaars van hun vader en hun broer." We moeten in vrouwen investeren, want dat is onze enige kans om ervoor te zorgen dat er geen oorlog meer is in de toekomst. Deze moeder heeft meer kans om haar kinderen te laten helen dan welk vredesverdrag ook.
Are there good news? Of course, there are good news. There are lots of good news. To start with, these women that I told you about are dancing and singing every single day, and if they can, who are we not to dance? That girl that I told you about ended up starting Women for Women International Group that impacted one million people, sent 80 million dollars, and I started this from zero, nothing, nada, [unclear].
Is er goed nieuws? Natuurlijk. Er is veel goed nieuws. Om te beginnen, de vrouwen over wie ik vertelde dansen en zingen elke dag, en als zij dat kunnen, wie zijn wij dan om niet te dansen? Het meisje over wie ik vertelde richtte Women for Women International Group op, en had een impact op een miljoen mensen, stuurde 80 miljoen dollar, en ik begon met niets, nothing, nada.
(Laughter)
(Gelach)
They are women who are standing on their feet in spite of their circumstances, not because of it. Think of how the world can be a much better place if, for a change, we have a better equality, we have equality, we have a representation and we understand war, both from the front-line and the back-line discussion.
Er zijn vrouwen die op de been blijven, ondanks hun omstandigheden, niet door hun omstandigheden. Bedenk hoe de wereld een veel betere plek kan zijn als we, voor de verandering, meer gelijkheid hebben, gelijkheid, een vertegenwoordiging en als we oorlog begrijpen zowel vanuit de frontlijn als vanuit het debat in de achterhoede.
Rumi, a 13th-century Sufi poet, says, "Out beyond the worlds of right-doings and wrong-doings, there is a field. I will meet you there. When the soul lies down in that grass, the world is too full to talk about. Ideas, language, even the phrase 'each other' no longer makes any sense." I humbly add -- humbly add -- that out beyond the worlds of war and peace, there is a field, and there are many women and men [who] are meeting there. Let us make this field a much bigger place. Let us all meet in that field.
Rumi, een 13e-eeuwse Soefi-dichter, zegt: "Verder dan de werelden van goed doen en kwaad doen, is er een veld. Ik zal je daar ontmoeten. Als de ziel zich in dat gras neervlijt, is de wereld te vol om erover te praten. Ideeën, taal, zelfs het woord "elkaar" betekenen niets meer." Ik voeg daar nederig aan toe -- dat verder dan de werelden van oorlog en vrede, een veld ligt, en dat vele vrouwen en mannen elkaar daar ontmoeten. Laat ons dat veld stevig uitbreiden. Laten we elkaar ontmoeten op dat veld.
Thank you.
Dank u wel.
(Applause)
(Applaus)