In this talk today, I want to present a different idea for why investing in early childhood education makes sense as a public investment. It's a different idea, because usually, when people talk about early childhood programs, they talk about all the wonderful benefits for participants in terms of former participants, in preschool, they have better K-12 test scores, better adult earnings. Now that's all very important, but what I want to talk about is what preschool does for state economies and for promoting state economic development.
Ik wil het hebben over een ander idee waarom investeren in vroeg onderwijs zinvol is als overheidsbesteding. Het is een ander idee, want meestal als mensen praten over vroeg onderwijs, praten ze over alle prachtige voordelen die voormalige deelnemers genieten: ze halen betere cijfers en verdienen later meer. En dat is allemaal erg belangrijk, maar ik wil bespreken wat dat allereerste onderwijs doet voor de economie van een staat en voor de promotie van zijn economische ontwikkeling.
And that's actually crucial because if we're going to get increased investment in early childhood programs, we need to interest state governments in this. The federal government has a lot on its plate, and state governments are going to have to step up. So we have to appeal to them, the legislators in the state government, and turn to something they understand, that they have to promote the economic development of their state economy. Now, by promoting economic development, I don't mean anything magical. All I mean is, is that early childhood education can bring more and better jobs to a state and can thereby promote higher per capita earnings for the state's residents.
Dat is zelfs cruciaal, want om meer investeringen te krijgen in het basisonderwijs, moeten we staten hierin interesseren. De federale regering heeft haar handen vol, dus zullen de afzonderlijke staten het moeten doen. We moeten de beleidsmakers van een staat dus aanspreken op iets dat ze begrijpen: dat ze de economische ontwikkeling van hun staat moeten stimuleren. Met stimulering van economische ontwikkeling bedoel ik niets magisch. Ik bedoel alleen dat vroeg onderwijs kan zorgen voor meer en betere banen, en dus ook voor een hoger gemiddeld inkomen voor de inwoners. Als mensen nadenken over
Now, I think it's fair to say that when people think about state and local economic development, they don't generally think first about what they're doing about childcare and early childhood programs. I know this. I've spent most of my career researching these programs. I've talked to a lot of directors of state economic development agencies about these issues, a lot of legislators about these issues. When legislators and others think about economic development, what they first of all think about are business tax incentives, property tax abatements, job creation tax credits, you know, there are a million of these programs all over the place. So for example, states compete very vigorously to attract new auto plants or expanded auto plants. They hand out all kinds of business tax breaks. Now, those programs can make sense if they in fact induce new location decisions, and the way they can make sense is, by creating more and better jobs, they raise employment rates, raise per capita earnings of state residents. So there is a benefit to state residents that corresponds to the costs that they're paying by paying for these business tax breaks.
de economische ontwikkeling van een staat of regio, denken ze meestal niet direct aan wat ze doen voor kinderdagverblijven en vroeg onderwijsprogramma's. Ik weet dit omdat ik veel onderzoek heb gedaan naar deze programma's. Ik heb met veel hoge ambtenaren en politici gesproken over deze zaken. Als beleidsmakers en anderen nadenken over economische ontwikkeling denken ze als eerste aan fiscale stimuleringsmaatregelen: onroerendgoedbelastingen, heffingskortingen, er zijn tal van dit soort programma's. Staten concurreren bijvoorbeeld hevig met elkaar om nieuwe of grotere autofabrieken aan te trekken. Ze bieden allerlei belastingvoordelen aan. Die programma's kunnen zinvol zijn als ze ook echt meer bedrijven aantrekken. Ze zijn zinvol doordat ze meer en betere banen creëren, de werkloosheid terugdringen en het inkomen per hoofd verhogen. Het voordeel voor de inwoners is dus evenredig aan wat deze belastingvoordelen voor bedrijven hen kosten.
My argument is essentially that early childhood programs can do exactly the same thing, create more and better jobs, but in a different way. It's a somewhat more indirect way. These programs can promote more and better jobs by, you build it, you invest in high-quality preschool, it develops the skills of your local workforce if enough of them stick around, and, in turn, that higher-quality local workforce will be a key driver of creating jobs and creating higher earnings per capita in the local community.
Mijn punt is dat programma's voor vroeg onderwijs precies hetzelfde kunnen doen: meer en betere banen creëren, maar op een andere manier. Op een indirectere manier kunnen deze programma's zorgen voor meer en betere banen omdat investeringen in het basisonderwijs de vaardigheden van je lokale beroepsbevolking verbeteren als genoeg mensen in het gebied blijven wonen. Vervolgens zal dat hoogwaardige personeel een sleutelrol vervullen bij het creëren van banen en hogere salarissen voor de lokale gemeenschap.
Now, let me turn to some numbers on this. Okay. If you look at the research evidence -- that's extensive -- on how much early childhood programs affect the educational attainment, wages and skills of former participants in preschool as adults, you take those known effects, you take how many of those folks will be expected to stick around the state or local economy and not move out, and you take research on how much skills drive job creation, you will conclude, from these three separate lines of research, that for every dollar invested in early childhood programs, the per capita earnings of state residents go up by two dollars and 78 cents, so that's a three-to-one return. Now you can get much higher returns, of up to 16-to-one, if you include anti-crime benefits, if you include benefits to former preschool participants who move to some other state, but there's a good reason for focusing on these three dollars because this is salient and important to state legislators and state policy makers, and it's the states that are going to have to act. So there is this key benefit that is relevant to state policy makers in terms of economic development.
Laten we naar wat cijfers kijken. Als je naar het overvloedige bewijsmateriaal kijkt over de invloed van vroeg onderwijs-programma's op het opleidingsniveau, het salaris en de vaardigheden van voormalige deelnemers als volwassenen; je kijkt naar de bekende effecten; dan kijk je naar hoeveel mensen naar verwachting in het gebied zullen blijven wonen, en je kijkt naar onderzoek over hoezeer vaardigheden leiden tot de creatie van banen, dan zul je concluderen uit deze drie afzonderlijke onderzoekslijnen, dat elke dollar geïnvesteerd in vroeg onderwijsprogramma's het inkomen per hoofd in de staat doet stijgen met 2 dollars en 78 cent. Dit betekent een verdrievoudiging. Een zestienvoudig rendement is mogelijk als je de lagere misdaadcijfers incalculeert, en de voordelen voor ex-deelnemers die naar een andere staat verhuizen. Maar er is een goede reden om op deze 3 dollar te focussen omdat dit eruit springt en belangrijk is voor de overheid van de staat en die overheid zal het moeten doen. Dit is dus een cruciaal voordeel voor de overheid dat relevant is voor de economische ontwikkeling van een staat.
Now, one objection you often hear, or maybe you don't hear it because people are too polite to say it, is, why should I pay more taxes to invest in other people's children? What's in it for me? And the trouble with that objection, it reflects a total misunderstanding of how much local economies involve everyone being interdependent. Specifically, the interdependency here is, is that there are huge spillovers of skills -- that when other people's children get more skills, that actually increases the prosperity of everyone, including people whose skills don't change. So for example, numerous research studies have shown if you look at what really drives the growth rate of metropolitan areas, it's not so much low taxes, low cost, low wages; it's the skills of the area. Particularly, the proxy for skills that people use is percentage of college graduates in the area. So when you look, for example, at metropolitan areas such as the Boston area, Minneapolis-St. Paul, Silicon Valley, these areas are not doing well economically because they're low-cost. I don't know if you ever tried to buy a house in Silicon Valley. It's not exactly a low-cost proposition. They are growing because they have high levels of skills. So when we invest in other people's children, and build up those skills, we increase the overall job growth of a metro area. As another example, if we look at what determines an individual's wages, and we do statistical exploration of that, what determines wages, we know that the individual's wages will depend, in part, on that individual's education, for example whether or not they have a college degree. One of the very interesting facts is that, in addition, we find that even once we hold constant, statistically, the effect of your own education, the education of everyone else in your metropolitan area also affects your wages. So specifically, if you hold constant your education, you stick in percentage of college graduates in your metro area, you will find that has a significant positive effect on your wages without changing your education at all. In fact, this effect is so strong that when someone gets a college degree, the spillover effects of this on the wages of others in the metropolitan area are actually greater than the direct effects. So if someone gets a college degree, their lifetime earnings go up by a huge amount, over 700,000 dollars. There's an effect on everyone else in the metro area of driving up the percentage of college graduates in the metro area, and if you add that up -- it's a small effect for each person, but if you add that up across all the people in the metro area, you actually get that the increase in wages for everyone else in the metropolitan area adds up to almost a million dollars. That's actually greater than the direct benefits of the person choosing to get education.
Een bezwaar dat je vaak hoort, of minder vaak omdat mensen het niet willen uitspreken, is: "Waarom zou ik meer belastingen moeten betalen om te investeren in andermans kinderen? Wat is mijn voordeel?" Het probleem met dit bezwaar is het achterliggende misverstand over hoezeer lokale economieën draaien om onderlinge afhankelijkheid. De afhankelijkheid heeft betrekking op de grote indirecte effecten van vaardigheden. Wanneer andermans kinderen meer vaardigheden krijgen, verhoogt dit de welvaart voor iedereen, inclusief de mensen wiens vaardigheden niet veranderen. Bijvoorbeeld, vele studies hebben aangetoond dat wat groei in stedelijke gebieden werkelijk aandrijft, niet zozeer lagere belastingen, lagere kosten of lagere lonen zijn, maar de vaardigheden in dit gebied. Met name wordt dan gekeken naar het percentage hoger geschoolden in het gebied. Bijvoorbeeld: stedelijke gebieden als Boston, Minneapolis-St.Paul, en Silicon Valley zijn niet welvarend door de lage kosten! Probeer maar eens een huis te kopen in Silicon Valley. Dat is niet echt goedkoop. Deze gebieden groeien omdat er veel hoogopgeleiden wonen. Dus als wij investeren in andermans kinderen, en deze vaardigheden opbouwen, dan verhogen we de algehele banengroei in een stad. Een ander voorbeeld. Als we kijken waarop een salaris is gebaseerd, en we naar de statistische gegevens kijken, zien we dat een salaris deels wordt bepaald door het opleidingsniveau. Bijvoorbeeld het bezit van een academische graad. Een interessant feit is dat zelfs als we het effect van je eigen opleiding niet meerekenen, het opleidingsniveau van alle anderen in je stad ook jouw salaris beïnvloed. Als je je eigen opleiding niet meerekent, en je kijkt naar het percentage hoogopgeleiden in jouw omgeving, dan zul je zien dat dit een behoorlijk positief effect heeft op je salaris zonder je eigen opleidingsniveau te veranderen. Dit effect is zo sterk, dat als iemand afstudeert, het effect hiervan op salarissen van anderen in de regio groter is dan het directe effect. Dus als iemand afstudeert, zal zijn totale inkomen in zijn leven enorm stijgen, met ruim 700.000 dollar. Iedereen in een regio heeft baat bij een groter percentage hoogopgeleiden in de stad, als je kijkt naar het totaal -- per persoon is het een klein effect -- maar in totaal voor alle mensen in de stad, zie je dat de salarissen voor iedereen in de stad omhoog gaan met in totaal bijna een miljoen dollar. Dat is meer dan de directe voordelen voor de persoon die de opleiding afrondt.
Now, what's going on here? What can explain these huge spillover effects of education? Well, let's think about it this way. I can be the most skilled person in the world, but if everyone else at my firm lacks skills, my employer is going to find it more difficult to introduce new technology, new production techniques. So as a result, my employer is going to be less productive. They will not be able to afford to pay me as good wages. Even if everyone at my firm has good skills, if the workers at the suppliers to my firm do not have good skills, my firm is going to be less competitive competing in national and international markets. And again, the firm that's less competitive will not be able to pay as good wages, and then, particularly in high-tech businesses, they're constantly stealing ideas and workers from other businesses. So clearly the productivity of firms in Silicon Valley has a lot to do with the skills not only of the workers at their firm, but the workers at all the other firms in the metro area. So as a result, if we can invest in other people's children through preschool and other early childhood programs that are high-quality, we not only help those children, we help everyone in the metropolitan area gain in wages and we'll have the metropolitan area gain in job growth.
Wat is er aan de hand? Wat verklaart deze grote indirecte effecten van onderwijs? Bekijk het als volgt: ik kan de hoogst opgeleide persoon ter wereld zijn, maar als mijn collega's niet over de juiste vaardigheden beschikken, wordt het voor mijn werkgever moeilijker om nieuwe technologie of productietechnieken te introduceren. Daardoor wordt mijn werkgever dus minder productief. Hij zal me een minder hoog salaris kunnen betalen. Zelfs als al mijn collega's de juiste vaardigheden hebben, maar de werknemers bij de toeleverancier niet de juiste vaardigheden hebben, zal mijn bedrijf minder kunnen concurreren in de nationale en internationale markten. Zo'n bedrijf zal minder goede salarissen kunnen betalen, en daarnaast is men, vooral in de technologische sector, constant bezig de ideeën en werknemers van andere bedrijven te stelen. Dus de productiviteit van bedrijven in Silicon Valley is niet alleen afhankelijk van het niveau van hun eigen werknemers, maar van de werknemers van alle bedrijven in de regio. Als we kunnen investeren in andermans kinderen via kleuter- en basisonderwijs van hoge kwaliteit helpen we niet alleen die kinderen, maar tevens zal iedereen in die regio hogere salarissen ontvangen en de werkgelegenheid zal stijgen.
Another objection used sometimes here to invest in early childhood programs is concern about people moving out. So, you know, maybe Ohio's thinking about investing in more preschool education for children in Columbus, Ohio, but they're worried that these little Buckeyes will, for some strange reason, decide to move to Ann Arbor, Michigan, and become Wolverines. And maybe Michigan will be thinking about investing in preschool in Ann Arbor, Michigan, and be worried these little Wolverines will end up moving to Ohio and becoming Buckeyes. And so they'll both underinvest because everyone's going to move out. Well, the reality is, if you look at the data, Americans aren't as hyper-mobile as people sometimes assume. The data is that over 60 percent of Americans spend most of their working careers in the state they were born in, over 60 percent. That percentage does not vary much from state to state. It doesn't vary much with the state's economy, whether it's depressed or booming, it doesn't vary much over time. So the reality is, if you invest in kids, they will stay. Or at least, enough of them will stay that it will pay off for your state economy.
Een ander bezwaar dat soms wordt gebruikt tegen investeringen in vroeg onderwijsprogramma's is de bezorgdheid dat mensen zullen verhuizen. Dus als Ohio wil gaan investeren in beter kleuteronderwijs voor kinderen in Columbus, Ohio, maar ze maken zich zorgen dat deze mensen misschien gaan besluiten te verhuizen naar Ann Arbor, Michigan, En Michigan wil misschien investeren in het kleuteronderwijs in Ann Arbor, Michigan, maar bezorgd is dat deze mensen verhuizen naar Columbus, Ohio. Ze zullen beide te weinig investeren omdat iedereen zal verhuizen. Maar in de realiteit, als je naar de gegevens kijkt, verhuizen Amerikanen niet zo snel als mensen denken. De data laat zien dat ruim 60% van alle Amerikanen vrijwel hun hele carrière zullen werken in de staat waarin ze geboren zijn. Ruim 60 procent. Dat percentage verschilt niet veel per staat. Het verschilt niet veel met de economische situatie, zij het recessie of economische groei, en het verschilt weinig gedurende langere tijd. Dus, de realiteit is: als je investeert in kinderen, dan zullen ze blijven. Of tenminste, genoeg zullen blijven, om de investering rendabel te maken.
Okay, so to sum up, there is a lot of research evidence that early childhood programs, if run in a high-quality way, pay off in higher adult skills. There's a lot of research evidence that those folks will stick around the state economy, and there's a lot of evidence that having more workers with higher skills in your local economy pays off in higher wages and job growth for your local economy, and if you calculate the numbers for each dollar, we get about three dollars back in benefits for the state economy. So in my opinion, the research evidence is compelling and the logic of this is compelling. So what are the barriers to getting it done?
Samenvattend: er is veel wetenschappelijk bewijs dat vroeg onderwijsprogramma's, als ze kwalitatief goed zijn, zich zullen terugbetalen in een hoger opgeleide volwassen bevolking. Er is veel bewijs dat deze mensen in de staat zullen blijven. Er is veel bewijs dat mensen met een hoge opleiding in de regio een positief effect hebben op de lokale salarissen en werkgelegenheid. En per geïnvesteerde dollar krijgen we zo'n drie dollar terug aan voordelen voor de lokale economie. Ik vind het bewijs overduidelijk, en de logica hierachter klopt. Dus wat zijn de barrières?
Well, one obvious barrier is cost. So if you look at what it would cost if every state government invested in universal preschool at age four, full-day preschool at age four, the total annual national cost would be roughly 30 billion dollars. So, 30 billion dollars is a lot of money. On the other hand, if you reflect on that the U.S.'s population is over 300 million, we're talking about an amount of money that amounts to 100 dollars per capita. Okay? A hundred dollars per capita, per person, is something that any state government can afford to do. It's just a simple matter of political will to do it. And, of course, as I mentioned, this cost has corresponding benefits. I mentioned there's a multiplier of about three, 2.78, for the state economy, in terms of over 80 billion in extra earnings. And if we want to translate that from just billions of dollars to something that might mean something, what we're talking about is that, for the average low-income kid, that would increase earnings by about 10 percent over their whole career, just doing the preschool, not improving K-12 or anything else after that, not doing anything with college tuition or access, just directly improving preschool, and we would get five percent higher earnings for middle-class kids. So this is an investment that pays off in very concrete terms for a broad range of income groups in the state's population and produces large and tangible benefits.
Eén grote barrière zijn de kosten. Als je kijkt naar wat het zou kosten als elke staat zou investeren in algemeen kleuteronderwijs voor vierjarigen komen de totale jaarlijkse kosten voor de VS neer op ongeveer 30 miljard dollars. 30 miljard dollar is veel geld. Aan de andere kant, als je bedenkt dat de VS ruim 300 miljoen inwoners telt, praten we over ongeveer 100 dollar per persoon. Dat is een bedrag dat elke overheid zich kan veroorloven. Het hangt allemaal af van politieke wil. En natuurlijk, zoals ik al noemde: deze kosten hebben evenredige voordelen. Ik had het over de verdrievoudiging voor de economie van de staat. Dit betekent 80 miljard extra inkomsten. En als we deze miljarden dollars willen vertalen in iets dat betekenis heeft, dan komt dit, voor een gemiddeld kind met een laag inkomen neer op een verhoging in salaris van ongeveer 10 procent, gezien over hun hele carrière, enkel door die kleuterschool! Zonder verbetering van basis- en middelbaar onderwijs. Zonder veranderingen in collegegeld of toegang, maar alleen door verbeteringen in het kleuteronderwijs. En kinderen uit de middenklasse zouden er 5% op vooruit gaan. Dus dit is een investering die zich heel concreet zal terugbetalen voor een breed scala aan inkomensgroepen binnen een staat en grote en tastbare voordelen produceert.
Now, that's one barrier. I actually think the more profound barrier is the long-term nature of the benefits from early childhood programs. So the argument I'm making is, is that we're increasing the quality of our local workforce, and thereby increasing economic development. Obviously if we have a preschool with four-year-olds, we're not sending these kids out at age five to work in the sweatshops, right? At least I hope not. So we're talking about an investment that in terms of impacts on the state economy is not going to really pay off for 15 or 20 years, and of course America is notorious for being a short term-oriented society. Now one response you can make to this, and I sometimes have done this in talks, is people can talk about, there are benefits for these programs in reducing special ed and remedial education costs, there are benefits, parents care about preschool, maybe we'll get some migration effects from parents seeking good preschool, and I think those are true, but in some sense they're missing the point.
Dat was één barrière. Een grotere barrière is het langetermijnaspect van de voordelen van de vroeg onderwijsprogramma's. Ik zou willen stellen dat als we de kwaliteit van de beroepsbevolking verbeteren, we hierdoor de economische ontwikkeling vergroten. Kinderen die op hun vierde kleuterlessen volgen, sturen we uiteraard niet op hun vijfde al aan het werk, toch? Ik hoop tenminste van niet. We praten dus over een investering waarvan het economische rendement niet zichtbaar zal zijn in de komende 15 tot 20 jaar, en Amerika is natuurlijk berucht als een samenleving georiënteerd op de korte termijn. Een mogelijke reactie hierop die ik zelf soms aanvoerde in lezingen, is dat je wijst op de voordelen van deze programma's, zoals het drukken van de kosten voor speciaal onderwijs en bijlessen, ouders die om kleuteronderwijs geven. Misschien zien we migratie van ouders op zoek naar goed kleuteronderwijs. Ik denk dat dit waar is, maar in zekere zin slaan ze de plank mis.
Ultimately, this is something we're investing in now for the future. And so what I want to leave you with is what I think is the ultimate question. I mean, I'm an economist, but this is ultimately not an economic question, it's a moral question: Are we willing, as Americans, are we as a society still capable of making the political choice to sacrifice now by paying more taxes in order to improve the long-term future of not only our kids, but our community? Are we still capable of that as a country? And that's something that each and every citizen and voter needs to ask themselves. Is that something that you are still invested in, that you still believe in the notion of investment? That is the notion of investment. You sacrifice now for a return later.
Uiteindelijk is dit investeren in de toekomst. Dus wat ik je graag wil meegeven is volgens mij de ultieme vraag. Ik ben econoom, maar dit is niet een economische vraag, maar een morele. Zijn wij, Amerikanen, bereid -- is onze gemeenschap nog in staat -- om de politieke keuze te maken om nu een offer te brengen door meer belastingen te betalen, om de langetermijnperspectieven te verbeteren, niet alleen voor onze kinderen, maar voor onze gemeenschap? Zijn wij als land hier nog toe in staat? En dat is iets wat elke inwoner en stemgerechtigde zichzelf moet afvragen. Is dat iets waar je nog waarde aan hecht? Geloof je in het idee van investeren? Dat idee is: je brengt nu offers om later de vruchten te plukken.
So I think the research evidence on the benefits of early childhood programs for the local economy is extremely strong. However, the moral and political choice is still up to us, as citizens and as voters.
Ik denk dat het bewijs voor de voordelen van vroeg onderwijs voor lokale economieën buitengewoon sterk is. Maar de morele en politieke keuze ligt bij ons, als burgers en stemgerechtigden.
Thank you very much. (Applause)
Hartelijk bedankt. (Applaus)