Each one of these machines represents the economic system of a country.
Elk van deze machines vertegenwoordigt het economische systeem van een land.
Every machine has three inputs:
Elke machine heeft drie ingangen:
labor, people’s work. Capital, all the stuff that a business might use, including intangibles, like ideas. And natural resources. The machine converts these inputs into goods and services, and because we’re willing to pay for the things the machine produces, what the machine is really creating here is value. Economies turn inputs into value.
Arbeid, mensenwerk. Kapitaal, alle spullen die een bedrijf kan gebruiken, inclusief ontastbare zaken, zoals ideeën. En natuurlijke bronnen. De machine zet deze invoer om in goederen en diensten. Omdat we bereid zijn te betalen voor de dingen die de machine levert, creëert de machine eigenlijk waarde. Economieën zetten invoer om in waarde.
What determines whether the machine is capitalist, communist, socialist, or something else? Three dials.
Wat maakt zo’n machine kapitalistisch, communistisch, socialistisch of iets anders? Drie knoppen.
The first dial controls who owns the capital. Over here, the government owns every bit of capital, down to the last office paperclip. North Korea is probably the closest economy to 0%. On the other end of the spectrum, at 100%, private citizens own all the capital. The US is about here, at roughly two-thirds private ownership.
De eerste knop regelt wie het kapitaal bezit. Hier bezit de regering al het kapitaal, tot de laatste paperclip. Noord-Korea is waarschijnlijk de economie die het dichtst bij 0% komt. Aan de andere kant, bij 100%, bezitten burgers al het kapitaal. De VS zit ongeveer hier, met ruwweg tweederde privébezit.
The second dial dictates how much control the government has over what gets produced. In economies with high coordination, like the old USSR, the government dictated what the economy could— and would— produce. In economies with low coordination, the government might mandate a few things, but leaves most decision-making up to the private sector.
De tweede knop bepaalt hoeveel controle de regering heeft over wat er geproduceerd wordt. In sterk gecoördineerde economieën, zoals de oude Sovjet-Unie, bepaalde de regering wat de economie kon en zou produceren. In laag gecoördineerde economieën, kan de regering wat dingen verplichten, maar laat de meeste besluitvorming aan de privésector over.
The third dial controls how extensively markets are used to set prices. Over here at 0%, we have economies with no markets, where the government sets all prices, and consumers have no say. Over here at 100%, markets are used to set the price of everything, even things like basic life-saving health care. You can also think of this dial as controlling the number and extent of government regulations— from tariffs on foreign goods to antitrust laws to regulations on net neutrality.
De derde knop bepaalt hoe uitgebreid markten dienen om prijzen vast te stellen. Hier, bij 0%, staan de economieën zonder markten, waar de overheid alle prijzen bepaalt, en de consument geen inspraak heeft. Hier, op 100%, bepalen markten de prijs van alles, zelfs dingen zoals basale gezondheidszorg. Je kunt ook zeggen dat deze knop het aantal en de omvang controleert van overheidsregelgeving, van importtarieven en antitrustwetten tot regelgeving over netneutraliteit.
So, capitalism isn’t just one type of economy— it’s a wide range of possible economies, which makes answering the question of whether capitalism is broken, complicated. But we’re going to try.
Kapitalisme is dus meer dan één type economie, het is een breed scala van mogelijke economieën. Daarom is het beantwoorden van de vraag of het kapitalisme failliet is ingewikkeld. Maar we zullen het proberen.
At the height of the Industrial Revolution, the dials were set pretty close to what we now call free market, or “laissez-faire” capitalism. There were very few regulations, and economists of the time believed that capitalism’s “invisible hand”— basically, individuals acting freely and in their own self-interest— would produce optimal outcomes, both for the economy and for society.
Op het toppunt van de industriële revolutie, stonden de knoppen dicht bij wat we nu de vrije markt noemen, of ‘laissez-faire’ kapitalisme. Er waren weinig regels. Economen uit die tijd geloofden dat de ‘onzichtbare hand’ van het kapitalisme, individuen die vrij en in hun eigenbelang handelen, optimale resultaten zou opleveren, zowel voor de economie als de samenleving.
And that’s how we ended up with embalming fluid in milk. In the late 1800s in the United States, food manufacturers put all kinds of cheap (and sometimes dangerous) adulterants in food to maximize profits. What they were doing was legal, but of course, wrong. There was a public outcry, and in 1906, Congress passed the Pure Food and Drugs Act, setting the stage for the Food and Drug Administration, which watches over the US’s food supply to this day.
En zo kon het gebeuren dat er balsemvloeistof in melk werd verkocht. In de Verenigde Staten deden eind 19e eeuw voedselfabrikanten allerlei goedkope (en soms gevaarlijke) toevoegingen aan voedsel om de winst te maximaliseren. Wat ze deden was legaal, maar het was natuurlijk verkeerd. Na een publieke protestactie, in 1906 nam het Congres de Pure Food and Drugs Act aan, die de basis legde voor de Food and Drug Administration, die sindsdien over de Amerikaanse voedselvoorziening waakt.
These days, no economy really practices pure “invisible hand” capitalism, but some people are increasingly worried that today’s threats, like climate change and rising inequality, can’t be solved by any capitalist system.
Nu oefent geen enkele economie het pure kapitalisme met ‘onzichtbare hand’ uit. Er zijn mensen die bezorgd zijn dat de huidige bedreigingen, als klimaatverandering en ongelijkheid, niet op te lossen zijn met kapitalisme.
Let’s look at climate change first.
Allereerst klimaatverandering.
Capitalist economies incentivize growth. That’s created massive demand for the cheapest energy possible, which, for a long time, was fossil fuels. Burning all those fossil fuels unquestionably drove— and continues to drive— climate change.
De kapitalistische economie stimuleert groei. Dat leidde tot een enorme vraag naar de goedkoopste energie, wat lange tijd fossiele brandstof was. Het verbranden van fossiele brandstof heeft geleid tot, en blijft leiden tot, klimaatverandering.
Not only that, but the desire to maximize profit usually gives corporations a powerful incentive to ignore inconvenient truths. Just like tobacco companies denied the link between cigarettes and cancer, oil and gas companies denied or downplayed climate science for decades.
En de wens om de winst te maximaliseren geeft bedrijven meestal een krachtige stimulans om pijnlijke waarheden te negeren. Net zoals tabaksbedrijven het verband tussen roken en kanker ontkennen, ontkenden olie- en gasbedrijven de klimaatwetenschap tientallen jaren lang.
Next, inequality.
Nu, ongelijkheid.
Inequality is complicated enough that we made a whole video about it, but the simple story is: in many countries, inequality is rising. In the US, the UK, Canada, Ireland, and Australia, the top 1% of income earners have been eating up a larger and larger share of total income over the past 50 years. In the UK, the top 1% share doubled from 7% in 1980 to 14% in 2014.
Ongelijkheid is zo complex dat we er een hele video over hebben gemaakt, maar in het kort: in veel landen stijgt de ongelijkheid. In de VS, het VK, Canada, Ierland, en Australië eet de top 1% van de verdieners een steeds groter deel op van het totale inkomen over de afgelopen 50 jaar. In het VK is het deel van de top 1% verdubbeld van 7% in 1980 tot 14% in 2014.
But that's not the whole picture. In England, the country for which we have the best data before capitalism, the share of income going to the top 5% of income earners peaked at around 40% in 1801, and then, as capitalism took hold, it fell steadily to a low of about 17% in 1977. These days, it’s back up— hovering around 26%.
Maar dat is niet alles. In Engeland, waarvan we de beste gegevens vóór het kapitalisme hebben, was het inkomen van de top 5% van de verdieners op zijn top rond de 40% in 1800 en toen het kapitalisme doorzette, daalde het tot circa 17% in 1977. Op dit moment is het weer gestegen naar rond de 26%.
And here’s another data point: in many European countries and Japan, the top 1%’s share of income came down from 20 to 25% in the early 1900s to 7 to 12% today.
Een ander gegeven is: in veel Europese landen en Japan, zakte het aandeel van de top 1% inkomens van 20 tot 25% in begin 1900 naar 7 tot 12% tegenwoordig.
So, is capitalism increasing inequality or not?
Dus vergroot het kapitalisme de ongelijkheid of niet?
It depends. Remember, there's a wide range of settings that all fall under capitalism, meaning that one country's version can look very different from another's. It’s totally possible that inequality could be increasing in China’s version of capitalism, while it decreases in France’s.
Dat hangt ervan af. Er is een breed scala aan mogelijkheden die onder het kapitalisme vallen, wat inhoudt dat de versie van één land heel anders is dan die van een ander. Zo kan ongelijkheid toenemen in het kapitalisme van China, terwijl het afneemt in dat van Frankrijk.
Capitalism, it seems, is a double-edged sword. On the one hand, it generates a huge amount of value, which translates to almost everyone having more money than they otherwise would. On the other hand, it also funnels the biggest chunk of that money into the wallets of relatively few people.
Het kapitalistische mes lijkt aan twee kanten te snijden. Aan de ene kant genereert het heel veel waarde, wat betekent dat bijna iedereen meer geld heeft dan anders mogelijk zou zijn. Aan de andere kant, leidt het ook het grootste deel van dat geld naar de portemonnee van relatief weinig mensen.
Capitalism’s staunchest defenders say that with enough grit and determination, anyone can join the ranks of the wealthy.
De felste verdedigers van het kapitalisme zeggen dat met genoeg vastberadenheid iedereen zich bij de rijken kan voegen.
Is that really true?
Is dat echt zo?
In a free, capitalist market, the wealth generated by successful companies mostly flows to the owners. And along with that come other benefits: education, health, social standing, and power. If owners tinker with the machine so that it benefits them more than others, they create a feedback loop where power and everything that flows with it calcifies within their families. And then you’ve got, basically, an aristocracy.
In een vrije, kapitalistische markt, vloeit de winst van succesvolle bedrijven meestal naar de eigenaars. En dat gaat gepaard met andere voordelen: onderwijs, gezondheid, sociale status, en macht. Als eigenaars met de machine knoeien, zodat zij er het meeste baat bij hebben, vormt dat een terugkoppeling waar macht en alles wat daarmee samenhangt zich verankert binnen hun families. En dan vormt zich in feite een aristocratie.
So let’s break down the question we started with: is pure, “invisible hand” capitalism, with all the dials set to the extremes, broken? Yeah. But it’s also kind of irrelevant, since no country uses pure capitalism.
Laten we de vraag waarmee we begonnen opsplitsen: is zuiver, ‘onzichtbare hand’-kapitalisme, met alle knoppen op de uiterste stand, failliet? Ja! Maar dat is ook niet relevant, geen enkel land kent puur kapitalisme.
Is contemporary capitalism— as it’s practiced in much of the world today— broken? Well, it’s the major driver of climate change and in many places is contributing to rising inequality. And it may even be creating a de facto aristocracy in certain countries, so, not looking good.
Is het huidige kapitalisme zoals het in veel landen wordt toegepast, failliet? Het is de motor voor klimaatverandering en het draagt op veel plaatsen toe aan grotere ongelijkheid. Het kan zelfs een soort aristocratie vormen in bepaalde landen, dus dat klinkt niet goed.
The critical question is: can we fix contemporary capitalism by fiddling with the dials or restricting who can turn them, or do we need to tear the machine down and build a new one from scratch?
De hamvraag is: kunnen we het huidige kapitalisme redden door aan de knoppen te draaien of te beperken wie dat mag, of moeten we de machine afbreken en een nieuwe bouwen?