This is an equipment graveyard. It's a typical final resting place for medical equipment from hospitals in Africa. Now, why is this? Most of the medical devices used in Africa are imported, and quite often, they're not suitable for local conditions. They may require trained staff that aren't available to operate and maintain and repair them; they may not be able to withstand high temperatures and humidity; and they usually require a constant and reliable supply of electricity.
Dit is een begraafplaats voor apparatuur. Het is een typische laatste rustplaats voor medische apparatuur van ziekenhuizen in Afrika. Hoe komt dit? De meeste medische apparatuur in Afrika wordt geïmporteerd. En vaak is ze niet geschikt voor de plaatselijke omstandigheden. Het personeel heeft soms een speciale opleiding nodig om de apparatuur te gebruiken, onderhouden en repareren. Misschien is het niet bestand tegen hoge temperaturen en vocht. En vaak vereist zulke apparatuur een constante, betrouwbare stroomtoevoer.
An example of a medical device that may have ended up in an equipment graveyard at some point is an ultrasound monitor to track the heart rate of unborn babies. This is the standard of care in rich countries. In low-resource settings, the standard of care is often a midwife listening to the baby's heart rate through a horn. Now, this approach has been around for more than a century. It's very much dependent on the skill and the experience of the midwife.
Een voorbeeld van een medisch instrument dat op zo'n begraafplaats terecht kan komen is een echoscopie-monitor om de hartslag van ongeboren baby's te meten. Dit is standaardzorg in rijke landen. Op plaatsen met minder middelen is de standaardzorg vaak een vroedvrouw die naar de hartslag van de baby luistert met een hoorn. Deze methode wordt al meer dan 100 jaar gebruikt en hangt af van de vaardigheid en ervaring van de vroedvrouw.
Two young inventors from Uganda visited an antenatal clinic at a local hospital a few years ago, when they were students in information technology. They noticed that quite often, the midwife was not able to hear any heart rate when trying to listen to it through this horn. So they invented their own fetal heart rate monitor. They adapted the horn and connected it to a smartphone. An app on the smartphone records the heart rate, analyzes it and provides the midwife with a range of information on the status of the baby. These inventors --
Twee jonge uitvinders uit Oeganda bezochten enkele jaren terug de prenatale afdeling in een lokaal ziekenhuis toen ze nog IT-student waren. Ze zagen dat de vroedvrouw heel vaak geen hartslag kon detecteren als ze probeerde te luisteren met deze hoorn. Dus vonden ze hun eigen foetale hartslagdetector uit. Ze pasten de hoorn aan en verbonden hem met een smartphone. Een app op de smartphone neemt de hartslag op, analyseert hem en geeft de vroedvrouw een heel scala aan informatie over de toestand van de baby. Deze uitvinders --
(Applause)
(Applaus)
are called Aaron Tushabe and Joshua Okello.
heten Aaron Tushabe en Joshua Okello.
Another inventor, Tendekayi Katsiga, was working for an NGO in Botswana that manufactured hearing aids. Now, he noticed that these hearing aids needed batteries that needed replacement, very often at a cost that was not affordable for most of the users that he knew. In response, and being an engineer, Tendekayi invented a solar-powered battery charger with rechargeable batteries, that could be used in these hearing aids. He cofounded a company called Deaftronics, which now manufactures the Solar Ear, which is a hearing aid powered by his invention.
Een andere uitvinder, Tendekayi Katsiga, werkte bij een ngo in Botswana die hoorapparaten maakte. Hij zag dat deze hoorapparaten batterijen nodig hadden die vervangen moesten worden, vaak aan een prijs die niet betaalbaar was voor de meeste gebruikers die hij kende. Als ingenieur reageerde Tendekayi daarop door het volgende uit te vinden: een batterijoplader op zonne-energie met herlaadbare batterijen, voor gebruik in die hoorapparaten. Hij was mede-oprichter van het bedrijf Deaftronics, dat nu Solar Ear produceert. Dat is een hoorapparaat dat werkt op zijn uitvinding.
My colleague, Sudesh Sivarasu, invented a smart glove for people who have suffered from leprosy. Even though their disease may have been cured, the resulting nerve damage will have left many of them without a sense of touch in their hands. This puts them at risk of injury. The glove has sensors to detect temperature and pressure and warn the user. It effectively serves as an artificial sense of touch and prevents injury. Sudesh invented this glove after observing former leprosy patients as they carried out their day-to-day activities, and he learned about the risks and the hazards in their environment.
Mijn collega, Sudesh Sivarasu, vond een slimme handschoen uit voor mensen die lepra hebben gehad. Zelfs als ze genezen zijn van de ziekte kan er schade zijn aan de zenuwen waardoor velen geen gevoel in hun handen meer hebben. Hierdoor kunnen ze zich verwonden. De handschoen heeft sensoren voor temperatuur en druk en kan de gebruiker waarschuwen. Het is eigenlijk een kunstmatig tastzintuig om verwondingen te voorkomen. Sudesh vond deze handschoen uit nadat hij voormalige lepralijders observeerde tijdens hun dagelijkse bezigheden en zo kennis verwierf over de risico's en gevaren in hun omgeving.
Now, the inventors that I've mentioned integrated engineering with healthcare. This is what biomedical engineers do. At the University of Cape Town, we run a course called Health Innovation and Design. It's taken by many of our graduate students in biomedical engineering. The aim of the course is to introduce these students to the philosophy of the design world. The students are encouraged to engage with communities as they search for solutions to health-related problems.
De uitvinders die ik net heb opgenoemd integreerden techniek in gezondheidszorg. Dit is wat biomedische ingenieurs doen. Aan de universiteit van Kaapstad hebben we het vak Gezondheidsinnovatie en -design. Veel postdoctorale studenten in biomedische techniek volgen het. Het doel van het vak is om de studenten te laten kennismaken met de filosofie van design. Studenten worden aangezet contact te zoeken in gemeenschappen terwijl ze oplossingen zoeken voor gezondheidsproblemen.
One of the communities that we work with is a group of elderly people in Cape Town. A recent class project had the task of addressing hearing loss in these elderly people. The students, many of them being engineers, set out believing that they would design a better hearing aid. They spent time with the elderly, chatted to their healthcare providers and their caregivers. They soon realized that, actually, adequate hearing aids already existed, but many of the elderly who needed them and had access to them didn't have them. And many of those who had hearing aids wouldn't wear them. The students realized that many of these elderly people were in denial of their hearing loss. There's a stigma attached to wearing a hearing aid. They also discovered that the environment in which these elderly people lived did not accommodate their hearing loss. For example, their homes and their community center were filled with echoes that interfered with their hearing. So instead of developing and designing a new and better hearing aid, the students did an audit of the environment, with a view to improving the acoustics. They also devised a campaign to raise awareness of hearing loss and to counter the stigma attached to wearing a hearing aid. Now, this often happens when one pays attention to the user -- in this case, the elderly -- and their needs and their context. One often has to move away from the focus of technology and reformulate the problem.
Een van de groepen waarmee we werken, is een groep oudere mensen in Kaapstad. Voor een recent klasproject moesten ze een oplossing zoeken voor de hoorproblemen van deze oudere mensen. De studenten, onder wie veel ingenieurs, dachten aanvankelijk dat ze een beter hoorapparaat zouden ontwerpen. Ze brachten wat tijd door met de bejaarden en praatten met artsen en verzorgers. Ze kwamen er snel achter dat goede hoorapparaten al bestonden, maar veel bejaarden die ze nodig hadden en er makkelijk één konden krijgen, hadden er geen. En veel mensen die een hoorapparaat hadden gebruikten het niet. De studenten realiseerden zich dat veel bejaarden in ontkenning waren over hun gehoorverlies. Er hangt een stigma vast aan hoorapparaten. Ze kwamen er ook achter dat de omgeving van de bejaarden niet was aangepast aan hun slechte gehoor. Zo waren er veel echo's in hun huizen en buurtcentra, die het lastig maakten om goed te horen. Dus, in plaats van een nieuw en beter gehoorapparaat te ontwerpen, hielden de studenten een audit over de omgeving, om zo de akoestiek te kunnen verbeteren. Ze zetten ook een campagne op om aandacht te vragen voor hoorverlies en om het stigma rond hoorapparaten te bestrijden. Dit gebeurt vaak als er aandacht wordt besteedt aan de gebruiker -- in dit geval ouderen -- en aan hun noden en de context. Vaak moet je afstand nemen van de focus op technologie en het probleem herformuleren.
This approach to understanding a problem through listening and engaging is not new, but it often isn't followed by engineers, who are intent on developing technology. One of our students has a background in software engineering. He had often created products for clients that the client ultimately did not like. When a client would reject a product, it was common at his company to proclaim that the client just didn't know what they wanted. Having completed the course, the student fed back to us that he now realized that it was he who hadn't understood what the client wanted. Another student gave us feedback that she had learned to design with empathy, as opposed to designing for functionality, which is what her engineering education had taught her.
Deze probleembenadering door te luisteren en contact te maken, is niet nieuw. Maar ingenieurs werken vaak niet zo. Zij willen nieuwe technologie ontwikkelen. Eén van onze studenten heeft wat ervaring met het ontwikkelen van software. Hij had vaak producten ontworpen die de klant uiteindelijk niet goed vond. Als een klant een product afwees, werd er vaak gezegd op zijn bedrijf dat de klant gewoon niet wist wat hij wilde. Nu hij de lessen heeft gevolgd, zegt de student ons dat hij zich nu realiseert dat híj niet wist, wat de klant wilde. Een andere student vertelde ons dat ze had geleerd om empathisch te ontwerpen, in plaats van te focussen op functionaliteit, zoals ze geleerd had tijdens haar ingenieursopleiding.
So what all of this illustrates is that we're often blinded to real needs in our pursuit of technology. But we need technology. We need hearing aids. We need fetal heart rate monitors.
Al deze voorbeelden illustreren dat we vaak blind zijn voor de echte noden omdat we technologie najagen. We hebben technologie nodig. We hebben hoorapparaten nodig, en foetale hartslagdetectors.
So how do we create more medical device success stories from Africa? How do we create more inventors, rather than relying on a few exceptional individuals who are able to perceive real needs and respond in ways that work? Well, we focus on needs and people and context. "But this is obvious," you might say, "Of course context is important."
Hoe komen we tot meer succesverhalen voor medische apparatuur in Afrika? Hoe creëren we meer uitvinders, in plaats van te vertrouwen op een paar uitzonderlijke mensen die de échte noden kunnen zien en een oplossing bieden die werkt? Wij concentreren ons op de noden en de mensen en de context. "Ligt voor de hand", zeg je misschien, "Natuurlijk is context belangrijk."
But Africa is a diverse continent, with vast disparities in health and wealth and income and education. If we assume that our engineers and inventors already know enough about the different African contexts to be able to solve the problems of our different communities and our most marginalized communities, then we might get it wrong. But then, if we on the African continent don't necessarily know enough about it, then perhaps anybody with the right level of skill and commitment could fly in, spend some time listening and engaging and fly out knowing enough to invent for Africa.
Maar Afrika is een divers continent, met grote verschillen in gezondheid, rijkdom, inkomsten en onderwijs. Als we aannemen dat onze ingenieurs en uitvinders al genoeg weten over de verschillende situaties in Afrika om problemen te kunnen oplossen in diverse gemeenschappen en in gemarginaliseerde groepen dan kunnen we het mis hebben. Maar als wij, mensen die in Afrika wonen, niet per se genoeg weten hierover, dan kan iemand met de juiste vaardigheden en motivatie even op bezoek komen, een beetje luisteren en bezig zijn en vertrekken met genoeg kennis om dingen uit te vinden voor Afrika.
But understanding context is not about a superficial interaction. It's about deep engagement and an immersion in the realities and the complexities of our context. And we in Africa are already immersed. We already have a strong and rich base of knowledge from which to start finding solutions to our own problems. So let's not rely too much on others when we live on a continent that is filled with untapped talent.
Maar context begrijp je niet door oppervlakkige interactie. Het draait om verregaande betrokkenheid, en een onderdompeling in onze realiteit met al haar moeilijkheden. En wij, in Afrika, zijn al ondergedompeld. Wij bezitten reeds een sterke, rijke basiskennis vanwaaruit we oplossingen kunnen vinden voor onze eigen problemen. Laten we dus niet te veel vertrouwen op anderen terwijl ons eigen continent overloopt van ongebruikt talent.
Thank you.
Bedankt.
(Applause)
(Applaus)