When I was nine years old, I went off to summer camp for the first time. And my mother packed me a suitcase full of books, which to me seemed like a perfectly natural thing to do. Because in my family, reading was the primary group activity. And this might sound antisocial to you, but for us it was really just a different way of being social. You have the animal warmth of your family sitting right next to you, but you are also free to go roaming around the adventureland inside your own mind. And I had this idea that camp was going to be just like this, but better.
Toen ik negen was, ging ik voor het eerst op zomerkamp. Mijn moeder pakte me een koffer vol boeken, wat mij een heel natuurlijke zaak leek. In mijn familie was lezen de voornaamste groepsactiviteit. Dat klinkt misschien asociaal voor jou, maar voor ons was het gewoon een andere manier van sociaal zijn. Je hebt de dierlijke warmte van je familie die naast je zit, maar je bent vrij om rond te struinen in avonturenland binnen in je eigen geest. Ik had het idee dat dat kamp net zo zou zijn, maar dan beter.
(Laughter)
(Gelach)
I had a vision of 10 girls sitting in a cabin cozily reading books in their matching nightgowns.
Ik had een visioen van 10 meisjes in een blokhut die gezellig boeken lazen in hun bijpassende nachtjaponnen.
(Laughter)
(Gelach)
Camp was more like a keg party without any alcohol. And on the very first day, our counselor gathered us all together and she taught us a cheer that she said we would be doing every day for the rest of the summer to instill camp spirit. And it went like this: "R-O-W-D-I-E, that's the way we spell rowdie. Rowdie, rowdie, let's get rowdie."
Het kamp leek meer op een gratis vat zonder alcohol. Op de eerste dag riep onze begeleidster ons samen. Ze leerde ons een kreet die we elke dag zouden doen, de hele zomer lang, om de kampgeest erin te houden. Het ging zo: "H-E-R-R-Y, zo spellen wij herrie. "Herry, herry, laten we herry maken."
(Laughter)
Yeah. So I couldn't figure out for the life of me why we were supposed to be so rowdy, or why we had to spell this word incorrectly.
Yeah. Ik kon me absoluut niet voorstellen waarom we zonodig herrie moesten maken, of waarom we het woord fout moesten spellen.
(Laughter)
(Gelach)
But I recited a cheer. I recited a cheer along with everybody else. I did my best. And I just waited for the time that I could go off and read my books.
Maar ik deed mee met de kreet, met alle anderen. Ik deed mijn best. Ik wachtte gewoon op het moment dat ik kon ontsnappen en boeken lezen.
But the first time that I took my book out of my suitcase, the coolest girl in the bunk came up to me and she asked me, "Why are you being so mellow?" -- mellow, of course, being the exact opposite of R-O-W-D-I-E. And then the second time I tried it, the counselor came up to me with a concerned expression on her face and she repeated the point about camp spirit and said we should all work very hard to be outgoing.
De eerste keer dat ik mijn boek pakte, kwam het coolste meisje van de kamer op me af. Ze vroeg me: "Waarom ben je zo rustig?" Rustig was natuurlijk het tegenovergestelde van H-E-R-R-Y. De tweede keer dat ik het probeerde, kwam de begeleidster op me af met een bezorgde gezichtsuitdrukking. Ze herhaalde het punt over kampgeest. Ze zei dat we allemaal ons best moesten doen om naar buiten te komen.
And so I put my books away, back in their suitcase, and I put them under my bed, and there they stayed for the rest of the summer. And I felt kind of guilty about this. I felt as if the books needed me somehow, and they were calling out to me and I was forsaking them. But I did forsake them and I didn't open that suitcase again until I was back home with my family at the end of the summer.
Ik borg dus mijn boeken op, in hun koffer, en stopte ze onder mijn bed, waar ze voor de rest van de zomer bleven zitten. Ik voelde me hier schuldig over, alsof de boeken me nodig hadden, alsof ze me riepen en ik ze in de steek liet. Maar ik deed die koffer niet meer open tot ik weer thuis was bij mijn familie
Now, I tell you this story about summer camp. I could have told you 50 others just like it -- all the times that I got the message that somehow my quiet and introverted style of being was not necessarily the right way to go, that I should be trying to pass as more of an extrovert. And I always sensed deep down that this was wrong and that introverts were pretty excellent just as they were. But for years I denied this intuition, and so I became a Wall Street lawyer, of all things, instead of the writer that I had always longed to be -- partly because I needed to prove to myself that I could be bold and assertive too. And I was always going off to crowded bars when I really would have preferred to just have a nice dinner with friends. And I made these self-negating choices so reflexively, that I wasn't even aware that I was making them.
op het einde van de zomer. Ik vertel jullie dit verhaal over het zomerkamp. Ik had je er 50 andere kunnen vertellen -- telkens wanneer ik de boodschap kreeg dat mijn rustige en introverte manier van zijn niet noodzakelijk de juiste weg was, dat ik moest proberen meer extravert te lijken. Ik voelde van binnen altijd al wel aan dat dit fout was, dat introverte mensen excellent zijn zoals ze zijn. Jarenlang ontkende ik die intuïtie. Ik werd advocaat op Wall Street, uitgerekend daar, in plaats van schrijver, wat ik altijd had gewild, deels omdat ik aan mezelf moest bewijzen dat ik ook gedurfd en assertief kon zijn. Ik ging altijd uit in drukke bars terwijl ik eigenlijk liever gezellig met vrienden had gedineerd. Ik maakte keuzes die mezelf negeerden zo reflexmatig dat ik me er zelfs niet van bewust was dat ik ze maakte.
Now this is what many introverts do, and it's our loss for sure, but it is also our colleagues' loss and our communities' loss. And at the risk of sounding grandiose, it is the world's loss. Because when it comes to creativity and to leadership, we need introverts doing what they do best. A third to a half of the population are introverts -- a third to a half. So that's one out of every two or three people you know. So even if you're an extrovert yourself, I'm talking about your coworkers and your spouses and your children and the person sitting next to you right now -- all of them subject to this bias that is pretty deep and real in our society. We all internalize it from a very early age without even having a language for what we're doing.
Vele introverte mensen doen dat. Dat is zeker een verlies voor ons, maar ook voor onze collega's en voor onze gemeenschappen. Op het gevaar af pretentieus te klinken: het is een verlies voor te wereld. Want voor creativiteit en leiderschap moeten introverte mensen doen waar ze goed in zijn. Een derde tot de helft van de bevolking is introvert. Een derde tot de helft. Dat zijn één op elke twee of drie mensen die je kent. Als je zelf een extraverte persoon bent, dan heb ik het over je collega's, je echtgenoten en je kinderen, en de persoon die naast je zit. Ze zijn allen slachtoffer van dat vooroordeel dat heel diep in onze maatschappij is ingesleten. We maken het ons allemaal op heel jonge leeftijd eigen, zelfs zonder dat we woorden hebben voor wat we doen.
Now, to see the bias clearly, you need to understand what introversion is. It's different from being shy. Shyness is about fear of social judgment. Introversion is more about, how do you respond to stimulation, including social stimulation. So extroverts really crave large amounts of stimulation, whereas introverts feel at their most alive and their most switched-on and their most capable when they're in quieter, more low-key environments. Not all the time -- these things aren't absolute -- but a lot of the time. So the key then to maximizing our talents is for us all to put ourselves in the zone of stimulation that is right for us.
Om die vooringenomenheid duidelijk te zien, moet je begrijpen wat introversie is. Het is geen verlegenheid. Verlegenheid gaat om angst voor een sociaal oordeel. Introversie gaat meer over hoe je reageert op stimuli, met inbegrip van sociale stimuli. Extraverte mensen hebben nood aan grote hoeveelheden stimuli, terwijl introverte mensen op hun best, op hun alertst en bekwaamst zijn, als ze in een rustiger, meer ingehouden omgeving zitten. Niet altijd -- deze dingen zijn niet absoluut -- maar vaak. De sleutel waarmee elk van ons het beste uit zijn talenten kan halen, is dat we ons allemaal plaatsen in de stimulus-zone die bij ons past.
But now here's where the bias comes in. Our most important institutions, our schools and our workplaces, they are designed mostly for extroverts and for extroverts' need for lots of stimulation. And also we have this belief system right now that I call the new groupthink, which holds that all creativity and all productivity comes from a very oddly gregarious place.
Maar dit is waar het vooroordeel om de hoek komt kijken. Onze belangrijkste instellingen, onze scholen en bedrijven, zijn vooral voor extraverte mensen ontworpen, voor hun nood aan veel stimuli. Vandaag hangen we een geloof aan dat ik het nieuwe groepsdenken noem. Het zegt dat alle creativiteit en productiviteit voortkomt uit een bizar kudde-achtige omgeving.
So if you picture the typical classroom nowadays: When I was going to school, we sat in rows. We sat in rows of desks like this, and we did most of our work pretty autonomously. But nowadays, your typical classroom has pods of desks -- four or five or six or seven kids all facing each other. And kids are working in countless group assignments. Even in subjects like math and creative writing, which you think would depend on solo flights of thought, kids are now expected to act as committee members. And for the kids who prefer to go off by themselves or just to work alone, those kids are seen as outliers often or, worse, as problem cases. And the vast majority of teachers reports believing that the ideal student is an extrovert as opposed to an introvert, even though introverts actually get better grades and are more knowledgeable, according to research.
Beeld je het typische hedendaagse klaslokaal in. Toen ik naar school ging, zaten we in rijen. We zaten in rijen banken zoals deze, en we werkten meestal tamelijk autonoom. Heden ten dage heeft het typische klaslokaal eilandjes van banken -- vier, vijf, zes, zeven kinderen die elkaar aankijken. De kinderen werken aan talloze groepswerkjes. Zelfs voor vakken als wiskunde en stellen, waar je zou denken dat je op je eigen gedachtengang afgaat, moeten kinderen nu handelen als leden van een comité. Kinderen die verkiezen om zich terug te trekken of alleen te werken, worden vaak als buitenstaanders beschouwd, of erger nog, als probleemgevallen. Verreweg de meeste leerkrachten zeggen dat ze geloven dat de ideale student extravert is, niet introvert, terwijl introverte mensen betere punten halen en meer weten, zo blijkt uit onderzoek.
(Laughter)
(Gelach)
Okay, same thing is true in our workplaces. Now, most of us work in open plan offices, without walls, where we are subject to the constant noise and gaze of our coworkers. And when it comes to leadership, introverts are routinely passed over for leadership positions, even though introverts tend to be very careful, much less likely to take outsize risks -- which is something we might all favor nowadays. And interesting research by Adam Grant at the Wharton School has found that introverted leaders often deliver better outcomes than extroverts do, because when they are managing proactive employees, they're much more likely to let those employees run with their ideas, whereas an extrovert can, quite unwittingly, get so excited about things that they're putting their own stamp on things, and other people's ideas might not as easily then bubble up to the surface.
Hetzelfde is waar op onze werkplek. De meesten van ons werken in landschapskantoren, zonder muren, blootgesteld aan het constante lawaai en de blikken van onze collega's. Als het op leiderschap aankomt, krijgen introverte mensen meestal niet de job, hoewel ze erg zorgvuldig zijn en veel minder snel te grote risico's nemen -- iets waar we vandaag de dag wellicht allemaal voorstander van zijn. Interessant onderzoek van Adam Grant van de Wharton School geeft aan dat introverte leiders vaak betere resultaten halen dan extraverte leiders. Als ze leiding geven aan proactieve medewerkers, laten ze die werknemers veel eerder hun ideeën uitwerken, terwijl extraverte leiders onbewust zo in de ban van de dingen kunnen raken dat ze er hun eigen stempel op drukken, waardoor de ideeën van anderen
Now in fact, some of our transformative leaders in history have been introverts. I'll give you some examples. Eleanor Roosevelt, Rosa Parks, Gandhi -- all these people described themselves as quiet and soft-spoken and even shy. And they all took the spotlight, even though every bone in their bodies was telling them not to. And this turns out to have a special power all its own, because people could feel that these leaders were at the helm not because they enjoyed directing others and not out of the pleasure of being looked at; they were there because they had no choice, because they were driven to do what they thought was right.
niet zo gemakkelijk komen bovendrijven. Enkele van onze transformatieve leiders in de geschiedenis waren introvert. Ik geef een paar voorbeelden. Eleanor Roosevelt, Rosa Parks, Gandhi -- deze mensen beschreven zichzelf allemaal als rustig, zachtaardig en zelfs verlegen. Ze zochten allemaal de schijnwerpers op, zelfs als elke vezel in hun lijf schreeuwde om het niet te doen. Dit blijkt een aparte kracht te hebben. De mensen voelden aan dat deze leiders aan het roer stonden, niet omdat ze graag leiding gaven, niet omdat ze graag het middelpunt waren; ze deden het omdat ze geen keuze hadden, omdat ze gedreven waren te doen wat ze juist achtten.
Now I think at this point it's important for me to say that I actually love extroverts. I always like to say some of my best friends are extroverts, including my beloved husband. And we all fall at different points, of course, along the introvert/extrovert spectrum. Even Carl Jung, the psychologist who first popularized these terms, said that there's no such thing as a pure introvert or a pure extrovert. He said that such a man would be in a lunatic asylum, if he existed at all. And some people fall smack in the middle of the introvert/extrovert spectrum, and we call these people ambiverts. And I often think that they have the best of all worlds. But many of us do recognize ourselves as one type or the other.
Op dit punt vind ik het belangrijk om te zeggen dat ik dol ben op extraverte mensen. Ik zeg er graag bij dat een aantal van mijn beste vrienden extravert zijn, inclusief mijn geliefde echtgenoot. We bevinden ons allemaal op verschillende punten van het introvert/extravert-spectrum. Zelfs Carl Jung, de psycholoog die deze termen als eerste populariseerde, zei dat de pure introverte mens niet bestaat, en de pure extraverte evenmin. Hij zei dat die in een gekkenhuis zou zitten, als hij al bestond. Sommige mensen zitten helemaal in het midden van het introvert/extravert-spectrum. Die mensen noemen we ambivert. Ik denk vaak dat ze het beste van twee werelden hebben. Maar velen van ons herkennen zichzelf in het ene of het andere type.
And what I'm saying is that culturally, we need a much better balance. We need more of a yin and yang between these two types. This is especially important when it comes to creativity and to productivity, because when psychologists look at the lives of the most creative people, what they find are people who are very good at exchanging ideas and advancing ideas, but who also have a serious streak of introversion in them.
Ik zeg dat we cultureel gezien nood hebben aan een beter evenwicht. We hebben meer yin en yang nodig tussen deze twee types. Dit is vooral belangrijk als het op creativiteit en productiviteit aankomt. Als psychologen onderzoek doen naar het leven van de meest creatieve mensen, komen ze uit bij mensen die heel goed zijn in ideeën uitwisselen en promoten, maar die ook een stevig introvert trekje hebben.
And this is because solitude is a crucial ingredient often to creativity. So Darwin, he took long walks alone in the woods and emphatically turned down dinner-party invitations. Theodor Geisel, better known as Dr. Seuss, he dreamed up many of his amazing creations in a lonely bell tower office that he had in the back of his house in La Jolla, California. And he was actually afraid to meet the young children who read his books for fear that they were expecting him this kind of jolly Santa Claus-like figure and would be disappointed with his more reserved persona. Steve Wozniak invented the first Apple computer sitting alone in his cubicle in Hewlett-Packard where he was working at the time. And he says that he never would have become such an expert in the first place had he not been too introverted to leave the house when he was growing up.
Dat komt omdat alleen zijn vaak een cruciaal ingrediënt is voor creativiteit Darwin maakte lange wandelingen in de bossen en wees uitnodigingen voor etentjes met klem af. Theodor Geisel, beter gekend als Dr. Seuss, bedacht vele van zijn wonderlijke creaties in de eenzame klokkentoren achterin zijn huis in La Jolla, Californië. Hij was bang van ontmoetingen met de jonge lezers van zijn boeken, uit vrees dat ze verwachtten dat hij een soort jolige kerstmanfiguur was, en teleurgesteld zouden zijn over zijn gereserveerde persoonlijkheid. Steve Wozniak vond de eerste Apple-computer uit terwijl hij in zijn kantoorhokje zat bij Hewlett-Packard, waar hij toen werkte. Hij zegt dat hij nooit zo'n expert zou zijn geworden als hij niet te introvert was geweest om het huis te verlaten waar hij opgroeide.
Now, of course, this does not mean that we should all stop collaborating -- and case in point, is Steve Wozniak famously coming together with Steve Jobs to start Apple Computer -- but it does mean that solitude matters and that for some people it is the air that they breathe. And in fact, we have known for centuries about the transcendent power of solitude. It's only recently that we've strangely begun to forget it. If you look at most of the world's major religions, you will find seekers -- Moses, Jesus, Buddha, Muhammad -- seekers who are going off by themselves alone to the wilderness, where they then have profound epiphanies and revelations that they then bring back to the rest of the community. So, no wilderness, no revelations.
Natuurlijk betekent dit niet dat we moeten stoppen met samenwerken. Ten bewijze: het bekende geval van Steve Wozniak die samen met Steve Jobs Apple Computer opstart. Het betekent dat eenzaamheid belangrijk is en dat het voor sommige mensen de lucht is waar ze van leven. We weten al eeuwenlang dat eenzaamheid transcendente kracht heeft. We zijn het pas recent vreemd genoeg beginnen te vergeten. Als je de belangrijkste religies van de wereld bekijkt, zal je zoekers aantreffen -- Mozes, Jezus, Boeddha, Mohammed -- zoekers die er alleen op uittrekken, alleen in de wildernis, waar ze dan diepe inzichten of revelaties kennen die ze vervolgens terugbrengen naar de rest van de gemeenschap.
This is no surprise, though,
Geen wildernis? Geen revelaties.
if you look at the insights of contemporary psychology. It turns out that we can't even be in a group of people without instinctively mirroring, mimicking their opinions. Even about seemingly personal and visceral things like who you're attracted to, you will start aping the beliefs of the people around you without even realizing that that's what you're doing.
Dit is niet verrassend als je kijkt naar de inzichten van de hedendaagse psychologie. Het blijkt dat we zelfs niet in een groep mensen kunnen zijn zonder dat we instinctief de meningen van anderen kopiëren. Zelfs over dingen die persoonlijk en diepgeworteld lijken, zoals tot wie je je aangetrokken voelt, zal je de mening van de anderen gaan na-apen, zonder dat je het beseft.
And groups famously follow the opinions of the most dominant or charismatic person in the room, even though there's zero correlation between being the best talker and having the best ideas -- I mean zero. So --
Ook volgen groepen zoals bekend de mening van de meest dominante of charismatische persoon, ook al is er volstrekt geen correlatie tussen de beste spreker zijn en de beste ideeën hebben. Ik bedoel volstrekt geen. Dus ...
(Laughter)
(Gelach)
You might be following the person with the best ideas, but you might not. And do you really want to leave it up to chance? Much better for everybody to go off by themselves, generate their own ideas freed from the distortions of group dynamics, and then come together as a team to talk them through in a well-managed environment and take it from there.
Misschien volg je de persoon met de beste ideeën, misschien niet. Wil je dat echt aan het toeval overlaten? Iedereen kan beter op zijn eentje zijn eigen ideeën gaan voortbrengen, los van de distorties van groepsdynamica, en dan samenkomen als team om ze door te praten in een goed beheerde omgeving, om van daar weer verder te gaan.
Now if all this is true, then why are we getting it so wrong? Why are we setting up our schools this way, and our workplaces? And why are we making these introverts feel so guilty about wanting to just go off by themselves some of the time? One answer lies deep in our cultural history. Western societies, and in particular the U.S., have always favored the man of action over the "man" of contemplation. But in America's early days, we lived in what historians call a culture of character, where we still, at that point, valued people for their inner selves and their moral rectitude. And if you look at the self-help books from this era, they all had titles with things like "Character, the Grandest Thing in the World." And they featured role models like Abraham Lincoln, who was praised for being modest and unassuming. Ralph Waldo Emerson called him "A man who does not offend by superiority."
Als dat allemaal waar is, waarom pakken we het dan zo verkeerd aan? Waarom organiseren we onze scholen en werkplekken zo? Waarom praten we introverte mensen zo'n schuldgevoel aan over het feit dat ze soms op zichzelf willen zijn? Eén antwoord ligt diep in onze culturele geschiedenis. Westerse maatschappijen, vooral die van de VS, gaven altijd al de voorkeur aan de actieman boven de man van contemplatie, de zogenaamde man van contemplatie. In de beginjaren van Amerika beleefden we wat historici een karaktercultuur noemen, toen we mensen nog waardeerden om hun innerlijk en hun morele ruggengraat. Als je de zelfhulpboeken van die tijd bekijkt, hadden ze titels als: "Karakter, het meest grootse dat er is op de wereld". Er zaten rolmodellen als Abraham Lincoln, wiens bescheidenheid en gereserveerdheid werden geprezen. Ralph Waldo Emerson noemde hem "een man die geen aanstoot geeft door superioriteit".
But then we hit the 20th century, and we entered a new culture that historians call the culture of personality. What happened is we had evolved an agricultural economy to a world of big business. And so suddenly people are moving from small towns to the cities. And instead of working alongside people they've known all their lives, now they are having to prove themselves in a crowd of strangers. So, quite understandably, qualities like magnetism and charisma suddenly come to seem really important. And sure enough, the self-help books change to meet these new needs and they start to have names like "How to Win Friends and Influence People." And they feature as their role models really great salesmen. So that's the world we're living in today. That's our cultural inheritance.
Maar toen we de 20e eeuw bereikten, brak een nieuwe cultuur aan die historici de persoonlijkheidscultuur noemen. We waren van een landbouweconomie een wereld van big business geworden. Plots verhuizen mensen van kleine steden naar de grootsteden. Ze werken niet meer samen met mensen die ze hun hele leven kennen. Ze moeten zichzelf nu bewijzen in een massa vreemdelingen. Het is dan ook begrijpelijk dat kwaliteiten als aantrekkingskracht en charisma plotseling heel belangrijk lijken. Reken maar dat de zelfhulpboeken zich aan deze nieuwe noden aanpassen. Nieuwe titels maken opgeld: "Hoe maak ik vrienden en beïnvloed ik mensen". Hun rolmodellen zijn geweldige verkopers. In die wereld wonen we vandaag. Dat is onze culturele erfenis.
Now none of this is to say that social skills are unimportant, and I'm also not calling for the abolishing of teamwork at all. The same religions who send their sages off to lonely mountain tops also teach us love and trust. And the problems that we are facing today in fields like science and in economics are so vast and so complex that we are going to need armies of people coming together to solve them working together. But I am saying that the more freedom that we give introverts to be themselves, the more likely that they are to come up with their own unique solutions to these problems.
Ik wil hier helemaal niet betogen dat sociale vaardigheden niet belangrijk zijn. Ik pleit evenmin voor de afschaffing van groepswerk. Dezelfde religies die hun wijzen naar de eenzame bergtoppen sturen, leren ons ook om lief te hebben en vertrouwen te hebben. De problemen waar we vandaag voor staan in domeinen als wetenschap en economie zijn zo enorm en zo complex dat we legers van mensen nodig hebben die samen werken aan een oplossing. Ik zeg dat hoe meer vrijheid we introverte mensen geven zichzelf te zijn, hoe groter de kans is dat ze hun eigen unieke oplossingen voor deze problemen zullen bijdragen.
So now I'd like to share with you what's in my suitcase today. Guess what? Books. I have a suitcase full of books. Here's Margaret Atwood, "Cat's Eye." Here's a novel by Milan Kundera. And here's "The Guide for the Perplexed" by Maimonides. But these are not exactly my books. I brought these books with me because they were written by my grandfather's favorite authors.
Ik zou graag met jullie delen wat vandaag in mijn koffer zit. Raad eens? Boeken. Ik heb een koffer vol boeken. Hier is "Kattenoog" van Margaret Atwood. Hier is een roman van Milan Kundera. Hier is de "Gids der verdoolden" van Maimonides. Maar dat zijn niet bepaald mijn boeken. Ik heb deze boeken meegebracht omdat ze geschreven zijn door de favoriete auteurs van mijn opa.
My grandfather was a rabbi and he was a widower who lived alone in a small apartment in Brooklyn that was my favorite place in the world when I was growing up, partly because it was filled with his very gentle, very courtly presence and partly because it was filled with books. I mean literally every table, every chair in this apartment had yielded its original function to now serve as a surface for swaying stacks of books. Just like the rest of my family, my grandfather's favorite thing to do in the whole world was to read.
Mijn opa was rabbijn. Hij was weduwnaar en woonde alleen in een kleine flat in Brooklyn. Tijdens mijn jeugd was het mijn favoriete plek, deels omdat ze gevuld was met zijn zachte, hoffelijke aanwezigheid, deels omdat ze gevuld was met boeken. Letterlijk elke tafel, elke stoel in deze flat had zijn oorspronkelijke functie opgegeven om te dienen als draagvlak voor torenhoge stapels boeken. Net zoals de rest van mijn familie had mijn opa één lievelingsbezigheid: lezen.
But he also loved his congregation, and you could feel this love in the sermons that he gave every week for the 62 years that he was a rabbi. He would takes the fruits of each week's reading and he would weave these intricate tapestries of ancient and humanist thought. And people would come from all over to hear him speak.
Maar hij hield ook van zijn gemeente, en die liefde was voelbaar in de preken die hij elke week gaf, gedurende de 62 jaar dat hij rabbijn was. Met de vruchten van een week van lezen weefde hij ingewikkelde tapijten uit oud en humanistisch gedachtengoed. Mensen kwamen van overal om hem te horen spreken.
But here's the thing about my grandfather. Underneath this ceremonial role, he was really modest and really introverted -- so much so that when he delivered these sermons, he had trouble making eye contact with the very same congregation that he had been speaking to for 62 years. And even away from the podium, when you called him to say hello, he would often end the conversation prematurely for fear that he was taking up too much of your time. But when he died at the age of 94, the police had to close down the streets of his neighborhood to accommodate the crowd of people who came out to mourn him. And so these days I try to learn from my grandfather's example in my own way.
Maar dit is wat mijn opa bijzonder maakte. Onder die plechtige rol was hij eigenlijk bescheiden en echt introvert -- zozeer dat hij terwijl hij preekte, maar moeilijk oogcontact kon maken met diezelfde gemeente die hij al 62 jaar toesprak. Zelfs als hij niet op het podium stond, als je hem belde om hallo te zeggen, beëindigde hij het gesprek vaak te vroeg uit angst dat hij te veel van je tijd in beslag zou nemen. Maar toen hij stierf op zijn 94ste moest de politie de straten van zijn buurt afsluiten om plaats te maken voor de massa mensen die om hem kwamen rouwen. Dezer dagen probeer ik te leren van het voorbeeld van mijn opa, op mijn eigen manier.
So I just published a book about introversion, and it took me about seven years to write. And for me, that seven years was like total bliss, because I was reading, I was writing, I was thinking, I was researching. It was my version of my grandfather's hours of the day alone in his library. But now all of a sudden my job is very different, and my job is to be out here talking about it, talking about introversion.
Ik heb pas een boek over introversie gepubliceerd. Het schrijven duurde zo'n zeven jaar. Voor mij waren die zeven jaar een zaligheid, want ik las, ik schreef, ik dacht na, ik deed onderzoek. Dit was mijn versie van de uren die mijn opa alleen in zijn bibliotheek doorbracht. Maar nu is mijn taak plots anders. Ik moet hier staan om erover te praten, om over introversie te praten.
(Laughter)
(Gelach)
And that's a lot harder for me, because as honored as I am to be here with all of you right now, this is not my natural milieu.
Dat vind ik veel moeilijker, want hoezeer ik het ook een eer vind om hier vandaag met jullie te zijn,
So I prepared for moments like these as best I could.
dit is niet mijn natuurlijke habitat.
I spent the last year practicing public speaking every chance I could get. And I call this my "year of speaking dangerously."
Ik bereid me voor op momenten als dit, zo goed als ik kan. Ik heb het afgelopen jaar geoefend in spreken voor publiek, heb elke kans gegrepen.
(Laughter)
Ik noem dit mijn 'jaar van gevaarlijk spreken'.
And that actually helped a lot. But I'll tell you, what helps even more is my sense, my belief, my hope that when it comes to our attitudes to introversion and to quiet and to solitude, we truly are poised on the brink on dramatic change. I mean, we are. And so I am going to leave you now with three calls for action for those who share this vision.
(Gelach) Het heeft echt geholpen. Maar wat nog meer helpt, is mijn gevoel, mijn geloof, mijn hoop dat we, met betrekking tot onze houding tegenover introversie, rust en eenzaamheid echt op de rand van een dramatische omwenteling staan. Dat is echt zo. Dus sluit ik nu af met drie oproepen tot actie
Number one: Stop the madness for constant group work. Just stop it.
voor diegenen die deze visie delen. Nummer één: stop de waanzin van constant groepswerk.
(Laughter)
Stop er gewoon mee.
Thank you.
(Gelach)
(Applause)
Hartelijk dank.
And I want to be clear about what I'm saying, because I deeply believe our offices should be encouraging casual, chatty cafe-style types of interactions -- you know, the kind where people come together and serendipitously have an exchange of ideas. That is great. It's great for introverts and it's great for extroverts. But we need much more privacy and much more freedom and much more autonomy at work. School, same thing. We need to be teaching kids to work together, for sure, but we also need to be teaching them how to work on their own. This is especially important for extroverted children too. They need to work on their own because that is where deep thought comes from in part.
(Applaus) Ik wil dit heel duidelijk maken, want ik geloof echt dat onze kantoren zouden moeten aanzetten tot losse, praatcafé-achtige interactie -- waar mensen samenkomen en in het wilde weg ideeën uitwisselen. Dat is geweldig voor zowel introverte als extraverte mensen. Maar we hebben nood aan meer privacy en vrijheid en autonomie op het werk. School: zelfde verhaal. We moeten kinderen zeker leren om samen te werken, maar we moeten hen ook leren zelfstandig werken. Dat is extra belangrijk voor extraverte kinderen. Ze moeten zelfstandig werken want dat is deels waar diepe gedachten uit voortkomen.
Okay, number two: Go to the wilderness. Be like Buddha, have your own revelations. I'm not saying that we all have to now go off and build our own cabins in the woods and never talk to each other again, but I am saying that we could all stand to unplug and get inside our own heads a little more often.
Nummer twee: zoek de wildernis op. Wees als Boeddha, ken je eigen openbaring. Ik zeg niet dat we nu allemaal onze blokhut moeten gaan bouwen en niet meer met elkaar spreken, maar ik zeg dat we allemaal de stekker wel eens kunnen uittrekken en eens wat vaker in ons eigen hoofd gaan kijken.
Number three: Take a good look at what's inside your own suitcase and why you put it there. So extroverts, maybe your suitcases are also full of books. Or maybe they're full of champagne glasses or skydiving equipment. Whatever it is, I hope you take these things out every chance you get and grace us with your energy and your joy. But introverts, you being you, you probably have the impulse to guard very carefully what's inside your own suitcase. And that's okay. But occasionally, just occasionally, I hope you will open up your suitcases for other people to see, because the world needs you and it needs the things you carry.
Nummer drie: bekijk eens goed wat er in je eigen koffer zit en waarom je het daar hebt gestoken. Beste extraverte mensen, misschien zitten jullie koffers ook vol boeken. Misschien zitten ze vol champagneglazen of zit er een skydiving-uitrusting is. Wat het ook is, hopelijk grijp je elke kans om ze boven te halen en ons te laten delen in jullie energie en vreugde. Maar beste introverte mensen, zijnde wie jullie zijn, hebben jullie wellicht de neiging om goed te bewaken wat er in je koffer zit. Dat is oké. Maar af en toe, heel af en toe, hoop ik dat je je koffer opent en andere mensen laat kijken. De wereld heeft nood aan jullie en je bagage.
So I wish you the best of all possible journeys and the courage to speak softly.
Ik wens jullie de allerbeste reis en de moed om zacht te spreken.
Thank you very much.
Heel hartelijk dank.
(Applause)
(Applaus)
Thank you. Thank you.
Hartelijk dank.
(Applause)
(Applaus)