Cultural evolution is a dangerous child for any species to let loose on its planet. By the time you realize what's happening, the child is a toddler, up and causing havoc, and it's too late to put it back. We humans are Earth's Pandoran species. We're the ones who let the second replicator out of its box, and we can't push it back in. We're seeing the consequences all around us.
Culturele evolutie is een gevaarlijk kind voor eender welke soort om los te laten op zijn planeet. Tegen de tijd dat je je realiseert wat er gebeurt is het kind al een kleuter die de boel overhoop zet en is het te laat om het ongedaan te maken. Wij mensen zijn de Pandoraanse soort op Aarde. Wij hebben de tweede replicator uit de doos laten ontsnappen, en kunnen hem niet meer tegenhouden. Overal zien we de gevolgen.
Now that, I suggest, is the view that comes out of taking memetics seriously. And it gives us a new way of thinking about not only what's going on on our planet, but what might be going on elsewhere in the cosmos. So first of all, I'd like to say something about memetics and the theory of memes, and secondly, how this might answer questions about who's out there, if indeed anyone is.
Dat is, zoals ik voorstel, het inzicht dat voortkomt uit het ernstig nemen van de memetica. Daardoor krijgen we nieuwe inzichten over wat er niet alleen op deze planeet maar ook elders in de kosmos aan de gang zou kunnen zijn. Daarom wil ik eerst iets vertellen over memetica en de mementheorie en, ten tweede, hoe dit antwoord zou kunnen geven op vragen over wie daarginder is, als er al iemand is.
So, memetics: memetics is founded on the principle of Universal Darwinism. Darwin had this amazing idea. Indeed, some people say it's the best idea anybody ever had. Isn't that a wonderful thought, that there could be such a thing as a best idea anybody ever had? Do you think there could? Audience: No. (Laughter) Susan Blackmore: Someone says no, very loudly, from over there. Well, I say yes, and if there is, I give the prize to Darwin.
Memetica dus. Memetica is gebaseerd op het principe van universeel Darwinisme. Darwin had dit wonderlijke idee. Sommige mensen zeggen dat dit het beste idee is dat iemand ooit heeft gehad. Is dat geen wonderlijke gedachte dat er zoiets zou kunnen bestaan als het beste idee dat iemand ooit heeft gehad? Zou dat kunnen? Publiek: "Nee!" (Gelach) Susan Blackmore: Iemand zegt daar luidop nee. Wel ik zeg ja en als er zoiets is, dan geef ik de prijs aan Darwin.
Why? Because the idea was so simple, and yet it explains all design in the universe. I would say not just biological design, but all of the design that we think of as human design. It's all just the same thing happening. What did Darwin say? I know you know the idea, natural selection, but let me just paraphrase "The Origin of Species," 1859, in a few sentences.
Waarom? Omdat dat idee zo eenvoudig is en toch alle ontwerp in het heelal verklaart. Ik zou zelfs zeggen: niet alleen biologisch ontwerp maar ook al het ontwerp dat we als menselijk beschouwen. Het gaat allemaal om hetzelfde. Wat zei Darwin? Ik weet dat je weet wat "natuurlijke selectie" is, maar laat me toe even "De Oorsprong van de Soorten", 1859, in enkele zinnen parafraseren.
What Darwin said was something like this: if you have creatures that vary, and that can't be doubted -- I've been to the Galapagos, and I've measured the size of the beaks and the size of the turtle shells and so on, and so on. And 100 pages later. (Laughter) And if there is a struggle for life, such that nearly all of these creatures die -- and this can't be doubted, I've read Malthus and I've calculated how long it would take for elephants to cover the whole world if they bred unrestricted, and so on and so on. And another 100 pages later. And if the very few that survive pass onto their offspring whatever it was that helped them survive, then those offspring must be better adapted to the circumstances in which all this happened than their parents were.
Darwin beweerde iets als het volgende: als je wezens hebt die variëren, en daaraan kan je niet twijfelen want ik heb op de Galapagoseilanden de grootte van snavels gemeten en de grootte van de schilden van schildpadden enzovoort enzovoort. Een 100 paginas verder - (Gelach) als er zoiets bestaat als een natuurlijke selectie zodat bijna al deze wezens doodgaan - en daaraan kan je evenmin twijfelen, ik heb Malthus gelezen en uitgerekend hoelang het zou duren vooraleer olifanten de hele wereld zouden bedekken mochten ze zich ongebreideld voortplanten, enzovoort. En weer 100 pagina's verder. En als de weinigen die overleven aan hun nakomelingen de eigenschappen die hen daarbij hielpen, overdragen, dan moeten deze nakomelingen beter aangepast zijn aan de omstandigheden waaronder dit gebeurde dan hun ouders.
You see the idea? If, if, if, then. He had no concept of the idea of an algorithm, but that's what he described in that book, and this is what we now know as the evolutionary algorithm. The principle is you just need those three things -- variation, selection and heredity. And as Dan Dennett puts it, if you have those, then you must get evolution. Or design out of chaos, without the aid of mind.
Zie je het idee? Als, als, als, dan. Hij had geen idee van een algoritme. Maar hij beschreef het wel in zijn boek, an dat is wat wij vandaag een evolutionair algoritme noemen. Het principe is dat je slechts drie zaken nodig hebt: variatie, selectie en overerving. En, zoals Dan Dennett het zegt, als je die hebt dan krijg je evolutie. Of ontwerp uit chaos zonder de hulp van verstand.
There's one word I love on that slide. What do you think my favorite word is? Audience: Chaos. SB: Chaos? No. What? Mind? No. Audience: Without. SB: No, not without. (Laughter) You try them all in order: Mmm...? Audience: Must. SB: Must, at must. Must, must. This is what makes it so amazing. You don't need a designer, or a plan, or foresight, or anything else. If there's something that is copied with variation and it's selected, then you must get design appearing out of nowhere. You can't stop it. Must is my favorite word there.
Op die dia staat een woord waar ik van hou. Wat denk je dat het is? Publiek: Chaos. SB: Chaos? Neen. Wat? Verstand? Nee. Publiek: Zonder. SB: Nee, ook niet "zonder". (Gelach) Probeer ze maar allemaal in volgorde: Mmm...? Publiek: Moet. Moet, moet, moet. Dat is wat het zo bijzonder maakt. Je hebt geen ontwerper nodig, of een plan, of vooruitziendheid of iets anders. Als er iets is dat gekopieerd wordt met variatie en het wordt geselecteerd, dan moet er ontwerp vanuit het niets opduiken. Er is geen houden aan. "Moet" is hier dus mijn favoriete woord.
Now, what's this to do with memes? Well, the principle here applies to anything that is copied with variation and selection. We're so used to thinking in terms of biology, we think about genes this way. Darwin didn't, of course; he didn't know about genes. He talked mostly about animals and plants, but also about languages evolving and becoming extinct. But the principle of Universal Darwinism is that any information that is varied and selected will produce design.
Wat heeft dat nu vandoen met memen? Wel dit principe is van toepassing op alles dat met variatie en selectie wordt gekopieerd. Wij zijn zo gewend om in biologische termen te denken, op deze manier denken we aan genen. Darwin niet natuurlijk, hij wist nog niet van het bestaan van genen. Hij had het meestal over planten en dieren, maar ook over de evolutie en uitsterven van talen. Maar het principe van het universele Darwinisme is nu precies dat elke informatie die wordt gevarieerd en geselecteerd ontwerp zal voortbrengen.
And this is what Richard Dawkins was on about in his 1976 bestseller, "The Selfish Gene." The information that is copied, he called the replicator. It selfishly copies. Not meaning it kind of sits around inside cells going, "I want to get copied." But that it will get copied if it can, regardless of the consequences. It doesn't care about the consequences because it can't, because it's just information being copied. And he wanted to get away from everybody thinking all the time about genes, and so he said, "Is there another replicator out there on the planet?" Ah, yes, there is.
En hierover had Dawkins het eveneens in zijn bestseller van 1976, "De Zelfzuchtige Genen". De gekopieerde informatie noemde hij de "replicator". Het kopieert zichzelf "zelfzuchtig". Dat betekent niet dat het zelf zegt "Ik wil gekopieerd worden;" Maar gekopieerd worden zal het onafgezien de gevolgen. Het zit niets in met de gevolgen omdat het dat niet kan, omdat het alleen maar informatie is die wordt gekopieerd. En hij vroeg zich af, terwijl anderen de hele tijd aan genen bleven denken, of er nog iets anders was op deze planeet dat zich "repliceerde". En ja, dat is er.
Look around you -- here will do, in this room. All around us, still clumsily drifting about in its primeval soup of culture, is another replicator. Information that we copy from person to person, by imitation, by language, by talking, by telling stories, by wearing clothes, by doing things. This is information copied with variation and selection. This is design process going on. He wanted a name for the new replicator. So, he took the Greek word "mimeme," which means that which is imitated. Remember that, that's the core definition: that which is imitated. And abbreviated it to meme, just because it sounds good and made a good meme, an effective spreading meme. So that's how the idea came about. It's important to stick with that definition.
Kijk om je heen in deze zaal. Hier om ons heen nog onhandig rondzwervend in de oersoep van de cultuur, zit een andere replicator. Informatie die we van persoon tot persoon kopiëren door imitatie, door taal, door te praten, door verhalen te vertellen, door kleren te dragen, door dingen te doen. Dat is informatie die gekopieerd wordt door variatie en selectie. Dat is een lopend ontwerpproces. Hij zocht een naam voor deze nieuwe replicator. Hij nam het Griekse woord "mimeme", i.e. "dat wat wordt gekopieerd". Onthoud dat, het is de basisdefinitie. Dat wat wordt gekopieerd. Hij vereenvoudigde het tot "meme", omdat dat beter bekte en maakte zo een goed meme, een effectief zich voortplantend meme. Zo ontstond dus dat idee. Het is van belang dat we die definitie aanhouden.
The whole science of memetics is much maligned, much misunderstood, much feared. But a lot of these problems can be avoided by remembering the definition. A meme is not equivalent to an idea. It's not an idea. It's not equivalent to anything else, really. Stick with the definition. It's that which is imitated, or information which is copied from person to person. So, let's see some memes.
De hele memetische wetenschap wordt vaak belasterd, vaak misbegrepen, vaak gevreesd. Maar veel problemen kunnen vermeden worden door je de definitie te herinneren. Een meme is niet hetzelfde als een idee. Het is geen idee, het is niet gelijk aan iets anders. Blijf bij de definitie. Het is "dat wat wordt gekopieerd". Of informatie die wordt gekopieerd van persoon tot persoon. Laat ons eens enkele memen nader bekijken.
Well, you sir, you've got those glasses hung around your neck in that particularly fetching way. I wonder whether you invented that idea for yourself, or copied it from someone else? If you copied it from someone else, it's a meme. And what about, oh, I can't see any interesting memes here. All right everyone, who's got some interesting memes for me? Oh, well, your earrings, I don't suppose you invented the idea of earrings. You probably went out and bought them. There are plenty more in the shops. That's something that's passed on from person to person. All the stories that we're telling -- well, of course, TED is a great meme-fest, masses of memes.
Wel, meneer, je hebt die bril op zo'n pakkende manier rond je nek hangen. Ik ben benieuwd of je dat zelf hebt bedacht of dat je het van iemand anders hebt gekopieerd. Als je het van iemand anders kopieerde is het een meme. En wat met, och, ik zie hier geen interessante memen meer. Wie heeft hier nog wat interessante memen voor me? Och ja, je oorringen, Ik denk niet dat jij het idee van oorringen hebt uitgevonden. Je hebt ze waarschijnlijk ergens gekocht. Er zijn er nog te vinden in de winkels. Ook dat is iets dat werd doorgegeven van persoon naar persoon. En al die verhalen die we doorvertellen natuurlijk, TED is één groot "memefeest", hopen memen.
The way to think about memes, though, is to think, why do they spread? They're selfish information, they will get copied, if they can. But some of them will be copied because they're good, or true, or useful, or beautiful. Some of them will be copied even though they're not. Some, it's quite hard to tell why.
Maar de juiste manier om over memen te denken is je af te vragen: "Hoe verspreiden ze zich?" Ze zijn zelfzuchtige informatie, ze zullen zich laten kopiëren als ze maar kunnen. Maar sommigen zullen gekopieerd worden omdat ze goed zijn of waar, of nuttig, of mooi. En sommigen zullen worden gekopieerd ook al zijn ze het niet. Sommige, en het is moeilijk uit te maken waarom.
There's one particular curious meme which I rather enjoy. And I'm glad to say, as I expected, I found it when I came here, and I'm sure all of you found it, too. You go to your nice, posh, international hotel somewhere, and you come in and you put down your clothes and you go to the bathroom, and what do you see? Audience: Bathroom soap. SB: Pardon? Audience: Soap. SB: Soap, yeah. What else do you see? Audience: (Inaudible) SB: Mmm mmm. Audience: Sink, toilet! SB: Sink, toilet, yes, these are all memes, they're all memes, but they're sort of useful ones, and then there's this one. (Laughter) What is this one doing? (Laughter) This has spread all over the world. It's not surprising that you all found it when you arrived in your bathrooms here. But I took this photograph in a toilet at the back of a tent in the eco-camp in the jungle in Assam. (Laughter) Who folded that thing up there, and why? (Laughter) Some people get carried away. (Laughter) Other people are just lazy and make mistakes. Some hotels exploit the opportunity to put even more memes with a little sticker. (Laughter) What is this all about? I suppose it's there to tell you that somebody's cleaned the place, and it's all lovely. And you know, actually, all it tells you is that another person has potentially spread germs from place to place. (Laughter)
Er is één eigenaardig meme waar ik nogal van hou. En ik vond het, zoals verwacht, toen ik naar hier kwam en ik ben er zeker van dat jullie het ook vonden. Als je ergens naar een mooi, chique hotel gaat, binnenkomt en je kleren ophangt en naar de badkamer gaat, wat merk je dan op? Publiek: Badzeep. SB: Watblieft? Publiek: Zeep. SB: Zeep, OK. En wat nog? Publiek: (onhoorbaar) SB: Mmm mmm. Publiek: Lavabo, toilet. SB: Lavabo, toilet, ja, allemaal memen, allemaal memen, maar dat zijn er allemaal nuttige, maar dan is er dit ook nog. (Gelach) Wat doet dit? (Gelach) Het heeft zich over de wereld verspreid. Het is niet te verwonderen dat jullie het allemaal vonden toen je je badkamer binnenstapte. Maar ik maakte deze foto op een toilet achteraan in een tent in een eco-kamp in de jungle van Assam. (Gelach) Wie plooide daar dat ding op en waarom? (Gelach) Sommige mensen laten zich meeslepen. (Gelach) Anderen zijn een beetje lui en maken foutjes. Sommige hotels gebruiken de kans om nog meer memen te verspreiden door middel van een kleine sticker. (Gelach) Waarover gaat dit nu? Ik veronderstel dat het er is om aan te geven dat iemand de kamer heeft opgeruimd en dat ze in orde is. Maar eigenlijk zegt het je dat iemand misschien ziektekiemen aan het verspreiden is geweest. (Gelach)
So, think of it this way. Imagine a world full of brains and far more memes than can possibly find homes. The memes are all trying to get copied -- trying, in inverted commas -- i.e., that's the shorthand for, if they can get copied, they will. They're using you and me as their propagating, copying machinery, and we are the meme machines.
Denk er eens aan op deze manier. Beeld je een wereld vol breinen in en meer memen dan dat er een thuis kunnen vinden. Al die memen proberen gekopieerd te geraken, proberen tussen aanhalingstekens, bedoel ik, dat is bondig voor: als ze kunnen gekopieerd worden dan gebeurt het. Ze gebruiken jou en mij als hun voortplantingsmachines, wij zijn dus de "mememachines".
Now, why is this important? Why is this useful, or what does it tell us? It gives us a completely new view of human origins and what it means to be human, all conventional theories of cultural evolution, of the origin of humans, and what makes us so different from other species. All other theories explaining the big brain, and language, and tool use and all these things that make us unique, are based upon genes. Language must have been useful for the genes. Tool use must have enhanced our survival, mating and so on. It always comes back, as Richard Dawkins complained all that long time ago, it always comes back to genes.
Waarom is dat nu belangrijk? Waarom is dit nuttig en wat zegt ons dat nu? Het werpt een totaal nieuw licht op het ontstaan van de mens en op wat menselijk zijn betekent. Op alle conventionele theorieën van culturele evolutie, op de oorsprong van mensen, en op wat ons zo onderscheidt van andere soorten. Alle andere theorieën die ons grote brein verklaren, en taal en werktuiggebruik en al deze andere dingen die ons zo uniek maken, zijn gebaseerd op genen. Taal moet nuttig voor de genen zijn geweest. Gebruik van werktuigen moet ons overleven bevorderd hebben, het paren enzovoort. Het draaide altijd, zoals Richard Dawkins klaagde, de hele tijd om genen.
The point of memetics is to say, "Oh no, it doesn't." There are two replicators now on this planet. From the moment that our ancestors, perhaps two and a half million years ago or so, began imitating, there was a new copying process. Copying with variation and selection. A new replicator was let loose, and it could never be -- right from the start -- it could never be that human beings who let loose this new creature, could just copy the useful, beautiful, true things, and not copy the other things. While their brains were having an advantage from being able to copy -- lighting fires, keeping fires going, new techniques of hunting, these kinds of things -- inevitably they were also copying putting feathers in their hair, or wearing strange clothes, or painting their faces, or whatever.
Maar de memetica zegt net: "Nee, dat is niet het geval." Er zijn op deze planeet twee replicatoren. Van het ogenblik af dat onze voorouders, misschien zo'n twee en half miljoen jaar geleden, begonnen na te bootsen, was er een nieuw soort kopiëren ontstaan. Kopiëren met variatie en selectie. Een nieuwe replicator was losgelaten, en het was zo - al vanaf het begin was het zo - dat de mensen die dit nieuwe schepsel hadden losgelaten alleen maar de nuttige, mooie of ware zaken konden kopiëren en niet ook de andere zaken. Terwijl hun breinen het voordeel hadden te kunnen kopiëren - zoals vuur maken, vuur onderhouden, nieuwe jaagtechnieken, dat soort dingen - gaf dat eveneens aanleiding om veren in je haar te steken te kopiëren, of rare kleren te gaan dragen, of je gezicht te beschilderen, of wat dan ook.
So, you get an arms race between the genes which are trying to get the humans to have small economical brains and not waste their time copying all this stuff, and the memes themselves, like the sounds that people made and copied -- in other words, what turned out to be language -- competing to get the brains to get bigger and bigger. So, the big brain, on this theory, is driven by the memes.
Daardoor kreeg je een wapenwedloop tussen de genen die trachtten mensen te maken met kleine economische breinen en geen tijd verloren met het kopiëren van al deze zaken en de memen zelf, zoals de geluiden die mensen maakten en kopieerden - wat, met andere woorden, taal werd - die het erop aanlegden om breinen groter en groter te maken. Het grote brein is dus een resultaat van de sturing door memen.
This is why, in "The Meme Machine," I called it memetic drive. As the memes evolve, as they inevitably must, they drive a bigger brain that is better at copying the memes that are doing the driving. This is why we've ended up with such peculiar brains, that we like religion, and music, and art. Language is a parasite that we've adapted to, not something that was there originally for our genes, on this view. And like most parasites, it can begin dangerous, but then it coevolves and adapts, and we end up with a symbiotic relationship with this new parasite.
Daarom noemde ik het in "De mememachine" memetische sturing. Als de memen evolueren, zoals ze onvermijdelijk moeten, sturen ze aan op een groter brein dat beter is in het kopiëren van memen die net dat sturen doen. Dat is de reden dat wij opgezadeld zitten met zo'n grote breinen, dat we houden van godsdienst, van muziek, van kunst. Taal is een parasiet waar wij ons aan hebben aangepast, niet iets dat al van in het begin in onze genen zat volgens deze inzichten. En zoals de meeste parasieten kan ze ook gevaarlijk zijn, als ze co-evolueert en zich aanpast en we komen tot een symbolische relatie met deze nieuwe parasiet.
And so, from our perspective, we don't realize that that's how it began. So, this is a view of what humans are. All other species on this planet are gene machines only, they don't imitate at all well, hardly at all. We alone are gene machines and meme machines as well. The memes took a gene machine and turned it into a meme machine.
En dus realiseren we ons, vanuit ons standpunt, niet dat het zo is dat het allemaal is begonnen. Dit geeft ons een beeld van wat menszijn betekent. Alle andere soorten op deze planeet zijn alleen maar genmachines, zij zijn geen goede imitators, meestal helemaal niet. Wij alleen zijn tegelijkertijd genmachines en mememachines. De memen gingen uit van een genmachine en maakten er een mememachine van.
But that's not all. We have a new kind of memes now. I've been wondering for a long time, since I've been thinking about memes a lot, is there a difference between the memes that we copy -- the words we speak to each other, the gestures we copy, the human things -- and all these technological things around us? I have always, until now, called them all memes, but I do honestly think now we need a new word for technological memes.
Maar dat is niet alles. Nu is er een nieuwe soort memen. Ik ben me al lang aan het afvragen, sinds ik zoveel heb nagedacht over memen, of er een verschil is tussen de memen die we kopiëren - de woorden waarmee we met elkaar spreken, de gebaren die we kopiëren, de menselijke dingen dus - en al die technische zaken rondom ons. Ik heb ze altijd, tot nu toe, ook memen genoemd maar ik denk echt dat we nu een nieuw woord nodig hebben voor technologische memen.
Let's call them techno-memes or temes. Because the processes are getting different. We began, perhaps 5,000 years ago, with writing. We put the storage of memes out there on a clay tablet, but in order to get true temes and true teme machines, you need to get the variation, the selection and the copying, all done outside of humans. And we're getting there. We're at this extraordinary point where we're nearly there, that there are machines like that. And indeed, in the short time I've already been at TED, I see we're even closer than I thought we were before.
Ik stel voor ze technomemen of 'temen' te noemen. Omdat er andere processen achter zitten. Misschien 5.000 jaar terug begonnen we te schrijven. We legden een voorraad memen vast op een kleitablet, maar om echte temen en echte tememachines te hebben, moet er variatie, selectie en kopiëren zijn, buiten de mens om. En zover zitten we al. We zijn in het buitengewone stadium gekomen waar we bijna machines hebben die dat doen. En inderdaad, in de korte tijd dat ik bij TED was, zie ik dat we daar zelfs dichter bij zitten dan ik eerst dacht.
So actually, now the temes are forcing our brains to become more like teme machines. Our children are growing up very quickly learning to read, learning to use machinery. We're going to have all kinds of implants, drugs that force us to stay awake all the time. We'll think we're choosing these things, but the temes are making us do it. So, we're at this cusp now of having a third replicator on our planet. Now, what about what else is going on out there in the universe? Is there anyone else out there? People have been asking this question for a long time. We've been asking it here at TED already. In 1961, Frank Drake made his famous equation, but I think he concentrated on the wrong things. It's been very productive, that equation. He wanted to estimate N, the number of communicative civilizations out there in our galaxy, and he included in there the rate of star formation, the rate of planets, but crucially, intelligence.
Het is zover dat de temen onze breinen beginnen te dwingen om meer als tememachines te werken. Onze kinderen leren al zeer vlug lezen en om met machines om te gaan. We zien allerlei soorten implantaten verschijnen, medicijnen die ons wakker houden. We hebben nog de indruk dat we die zaken zelf kiezen, maar de temen dwingen ons dat te doen. We bevinden ons op dit keerpunt waarop er een derde replicator op deze planeet is verschenen. Nu, wat is er elders in het heelal aan de gang? Is daar iemand? Mensen hebben zich dat al altijd afgevraagd. Ook hier bij TED duikt deze vraag op. In 1961 stelde Frank Drake zijn beroemde vergelijking op maar ik denk nu dat hij op de verkeerde dingen focuste. Die vergelijking was zeer productief. Hij wilde een schatting maken van N, het aantal communicatieve beschavingen in onze melkweg. In die vergelijking nam hij op: de snelheid van stervorming, het aantal planeten, of eerder, intelligentie.
I think that's the wrong way to think about it. Intelligence appears all over the place, in all kinds of guises. Human intelligence is only one kind of a thing. But what's really important is the replicators you have and the levels of replicators, one feeding on the one before. So, I would suggest that we don't think intelligence, we think replicators.
Maar ik dacht dat dat niet de juiste manier van denken is. Intelligentie ontstaat overal, in allerlei vormen. Menselijke intelligentie is slechts één zo'n vorm. Maar waar het echt om gaat is of je replicators hebt en de niveaus van replicators, de ene terend op de vorige. Daarom zou ik willen voorstellen niet over intelligentie na te denken, maar over replicators.
And on that basis, I've suggested a different kind of equation. A very simple equation. N, the same thing, the number of communicative civilizations out there [that] we might expect in our galaxy. Just start with the number of planets there are in our galaxy. The fraction of those which get a first replicator. The fraction of those that get the second replicator. The fraction of those that get the third replicator. Because it's only the third replicator that's going to reach out -- sending information, sending probes, getting out there, and communicating with anywhere else.
En daarvan uitgaande heb ik een nieuw soort vergelijking voorgesteld. Een eenvoudige vergelijking. N blijft hetzelfde, namelijk het aantal communicatieve beschavingen dat we mogen verwachten in onze melkweg. Begin met het aantal planeten in onze melkweg. De fractie daarvan die een eerste replicator heeft. Dan de fractie daarvan met een tweede replicator. En dan weer de fractie daarvan met een derde replicator. Omdat het pas de derde replicator is die naar buiten zal reiken - door informatie uit te zenden, sondes uit te sturen, de ruimte in te gaan, en met iedereen te communiceren.
OK, so if we take that equation, why haven't we heard from anybody out there? Because every step is dangerous. Getting a new replicator is dangerous. You can pull through, we have pulled through, but it's dangerous. Take the first step, as soon as life appeared on this earth. We may take the Gaian view. I loved Peter Ward's talk yesterday -- it's not Gaian all the time. Actually, life forms produce things that kill themselves. Well, we did pull through on this planet.
OK, als we van die vergelijking uitgaan, waarom hebbe we dan nog van niemand daarginder gehoord? Omdat elke stap gevaarlijk is. Een nieuwe replicator krijgen is gevaarlijk. Je kan het overleven, we hebben het gekund, maar het is gevaarlijk. Neem nu de eerste stap, van zodra het leven verscheen op deze aarde. We kunnen van het Gaia standpunt uitgaan. Ik hield van de lezing van Peter Ward gisteren - het ging niet de hele tijd over Gaia. In feite is het zo dat levensvormen zaken produceren die hen zelf doden. Maar op deze planeet hebben we het overleefd.
But then, a long time later, billions of years later, we got the second replicator, the memes. That was dangerous, all right. Think of the big brain. How many mothers do we have here? You know all about big brains. They are dangerous to give birth to, are agonizing to give birth to. (Laughter) My cat gave birth to four kittens, purring all the time. Ah, mm -- slightly different. (Laughter)
Maar dan weer, miljarden jaren later, kregen we een tweede replicator, memen. Dat bracht weer zijn eigen gevaren mee. Denk aan dat grote brein. Hoeveel moeders zijn er in de zaal? Jullie weten alles van grote breinen. Ze zijn gevaarlijk bij de geboorte. Ze zijn kwellend pijnlijk bij het geboren worden. (Gelach) Mijn kat kreeg vier jongen, de hele tijd rustig snorrend. Ah, mm -- niet helemaal hetzelfde. (Gelach)
But not only is it painful, it kills lots of babies, it kills lots of mothers, and it's very expensive to produce. The genes are forced into producing all this myelin, all the fat to myelinate the brain. Do you know, sitting here, your brain is using about 20 percent of your body's energy output for two percent of your body weight? It's a really expensive organ to run. Why? Because it's producing the memes.
Maar het is niet alleen pijnlijk, hopen kinderen overleven het niet, hopen moeders overleven het niet en daarbij is een brein een kostbaar iets om aan te maken. De genen worden gedwongen al dit myeline te produceren, al dat vetweefsel om het brein te myeliniseren. Weten jullie dat, door hier alleen maar te zitten, jullie brein ongeveer 20% van de energieproductie van jullie lichaam nodig heeft voor slechts 2% van jullie lichaamsgewicht? Het is een duur orgaan om te gebruiken. Waarom? Omdat het memen maakt.
Now, it could have killed us off. It could have killed us off, and maybe it nearly did, but you see, we don't know. But maybe it nearly did. Has it been tried before? What about all those other species? Louise Leakey talked yesterday about how we're the only one in this branch left. What happened to the others? Could it be that this experiment in imitation, this experiment in a second replicator, is dangerous enough to kill people off?
Het had ons het leven kunnen kosten - ons allemaal gedood kunnen hebben, en misschien deed het dat bijna, maar we weten het niet. Maar het is ooit misschien kantje, boordje geweest. Is het nog ooit geprobeerd? Wat met al die andere soorten? Louis Leakey sprak gisteren over hoe dat wij de enigen zijn die in deze branche overblijven. Wat gebeurde er met de anderen? Zou het kunnen dat dit experiment in imitatie, dit experiment naar een tweede replicator gevaarlijk genoeg is om mensen te doden?
Well, we did pull through, and we adapted. But now, we're hitting, as I've just described, we're hitting the third replicator point. And this is even more dangerous -- well, it's dangerous again. Why? Because the temes are selfish replicators and they don't care about us, or our planet, or anything else. They're just information, why would they? They are using us to suck up the planet's resources to produce more computers, and more of all these amazing things we're hearing about here at TED. Don't think, "Oh, we created the Internet for our own benefit." That's how it seems to us. Think, temes spreading because they must. We are the old machines.
We hebben het overleefd en ons aangepast. Maar nu zijn we, zoals ik net heb beschreven, op een derde replicator keerpunt aangekomen. En dat is nog gevaarlijker - of tenminste, het is weer eens gevaarlijk. Waarom? Omdat ook de temen zelfzuchtige replicatoren zijn en ze helemaal niet met ons inzitten, of met onze planeet, of wat dan ook. Ze zijn alleen maar informatie - waarom zouden ze? Ze gebruiken ons om de mogelijkheden van onze planeet uit te buiten om nog meer computers te maken, en meer van al deze wonderlijke zaken waarover we hier bij TED horen. Denk niet, "Wij creëerden het Internet voor ons eigen voordeel." Die indruk hebben we. Denk aan temen die zich voortplanten omdat ze dat moeten. Wij zijn de oude machines.
Now, are we going to pull through? What's going to happen? What does it mean to pull through? Well, there are kind of two ways of pulling through. One that is obviously happening all around us now, is that the temes turn us into teme machines, with these implants, with the drugs, with us merging with the technology. And why would they do that? Because we are self-replicating. We have babies. We make new ones, and so it's convenient to piggyback on us, because we're not yet at the stage on this planet where the other option is viable. Although it's closer, I heard this morning, it's closer than I thought it was. Where the teme machines themselves will replicate themselves. That way, it wouldn't matter if the planet's climate was utterly destabilized, and it was no longer possible for humans to live here. Because those teme machines, they wouldn't need -- they're not squishy, wet, oxygen-breathing, warmth-requiring creatures. They could carry on without us.
Gaan wij het overleven? Wat gaat er gebeuren? Wat houdt overleven voor ons in? Wel, er zijn twee manieren om te overleven. De eerste is nu duidelijk rondom ons aan de gang. Temen maken tememachines van ons, met deze implantaten, medicijnen, doordat wij een worden met de technologie. En waarom doen ze dat? Omdat wij zelfreplicerend zijn. Wij maken baby's. Wij maken er nieuwe en het komt ze goed uit daarvan te profiteren, omdat we op deze planeet nog niet zover zijn dat de andere optie leefbaar is. Maar ze komt dichterbij, hoorde ik vanmorgen, ze is dichterbij dan ik dacht. Waar de tememachines zichzelf beginnen te repliceren. Als dat zo is dan zou het er helemaal niet meer toe doen dat ons klimaat volledig ontwricht zou geraken, zodat mensen hier niet meer zouden kunnen leven. Omdat die tememachines dat niet meer zouden nodig hebben - ze zijn geen malse, vochtige, zuurstof ademende warmtevereisende schepselen. Ze kunnen best zonder ons.
So, those are the two possibilities. The second, I don't think we're that close. It's coming, but we're not there yet. The first, it's coming too. But the damage that is already being done to the planet is showing us how dangerous the third point is, that third danger point, getting a third replicator. And will we get through this third danger point, like we got through the second and like we got through the first? Maybe we will, maybe we won't. I have no idea. (Applause) Chris Anderson: That was an incredible talk. SB: Thank you. I scared myself. CA: (Laughter)
Dat zijn dus de twee mogelijkheden. Ik denk wel niet dat we al dicht bij de tweede zitten. Ze komt eraan, maar we zijn er nog niet. De eerste komt er ook aan. Maar de schade die al aan de planeet is aangebracht toont aan hoe gevaarlijk dit derde punt is, dat derde gevaarspunt, de komst van de derde replicator. En zullen we dat derde punt overleven zoals we het tweede en het eerste overleefd hebben? Misschien wel, misschien niet. Geen idee. (Applaus) Chris Anderson: Dit was een ongelooflijke lezing. SB: Dank je. Ik heb mezelf schrik aangejaagd. CA: (Gelach)