"What I Will"
"Wat Ik Zal"
I will not dance to your war drum. I will not lend my soul nor my bones to your war drum. I will not dance to that beating. I know that beat. It is lifeless. I know intimately that skin you are hitting. It was alive once, hunted, stolen, stretched. I will not dance to your drummed-up war. I will not pop, spin, break for you. I will not hate for you or even hate you. I will not kill for you. Especially I will not die for you. I will not mourn the dead with murder nor suicide. I will not side with you or dance to bombs because everyone is dancing. Everyone can be wrong. Life is a right, not collateral or casual. I will not forget where I come from. I will craft my own drum. Gather my beloved near, and our chanting will be dancing. Our humming will be drumming. I will not be played. I will not lend my name nor my rhythm to your beat. I will dance and resist and dance and persist and dance. This heartbeat is louder than death. Your war drum ain't louder than this breath. Haaa.
Ik zal niet dansen naar jouw tromgeroffel. Ik leen mijn ziel noch mijn botten aan je oorlogstrommels. Ik dans niet op die slag. Ik ken dat ritme. Het is levenloos. Ik ken de huid waarop je slaat als de mijne. Ooit leefde ze, gejaagd, gestolen, opgespannen. Ik zal niet dansen naar jouw opgetrommelde oorlog. Ik zal niet piepen, draaien, breken voor je. Ik zal niet haten voor jou of zelfs jou haten. Ik zal niet voor je doden. En zeker niet voor je sterven. Ik zal niet om de doden rouwen met moord of zelfmoord. Ik zal jouw kant niet kiezen of dansen voor bommen omdat iedereen danst. Iedereen kan het mis hebben. Leven is een recht, niet bijkomstig of een beetje. Ik zal niet vergeten waar ik vandaan kom. Ik maak mijn eigen trommel. Verzamel mijn vrienden, en ons zingen zal dansen zijn. Wij stemmen ons eigen ritme. Ik laat me niet bespelen. Ik leen mijn naam en ritme niet aan jouw trommels. Ik dans en weersta en dans en doorsta en dans. Deze hartslag overstemt de dood. Jouw oorlogstrommels overstemmen niet eens deze ademtocht. Haaa.
What's up TED people? Let me hear you make some noise.
Hoe gaat het, TEDpubliek? Maak eens wat lawaai.
(Applause)
(Applaus)
A bunch of pacifists. Confused, aspiring pacifists. I understand.
Stelletje pacifisten... verwarde, strevende pacifisten. Ik begrijp het.
I've been wrong a lot lately. Like a lot. So I couldn't figure out what to read today. I mean, I've been saying I've been prepping. What that means is prepping my outfit, (Laughter) prepping options, trying to figure out what I'm coming behind and going in front of. Poetry does that. It preps you. It aims you.
Ik heb het recentelijk vaak mis gehad. ...echt vaak. Daarom kon ik niet beslissen wat ik vandaag wilde voordragen. Ik bedoel, ik zei wel dat ik me voorbereidde. Dat betekent: mijn kleding kiezen, (Gelach) opties voorbereiden, uitzoeken waarachter ik vandaan kom en waarvoor ik ga staan. Dat doet poëzie. Het bereidt je voor. Het richt je.
So I am going to read a poem that was chosen just now. But I'm going to need you to just sit for like 10 minutes and hold a woman who is not here. Hold her now with you. You don't need to say her name out loud, you can just hold her. Are you holding her?
Dus ga ik iets voordragen dat zojuist gekozen is. Maar ik zou willen dat je voor zo'n tien minuten een vrouw die niet hier is, vasthoudt. Houd haar vast bij je. Je hoeft haar naam niet hardop te zeggen, alleen vasthouden. Houd je haar vast?
This is "Break Clustered."
Dit is "Break (clustered)".
All holy history banned. Unwritten books predicted the future, projected the past. But my head unwraps around what appears limitless, man's creative violence. Whose son shall it be? Which male child will perish a new day? Our boys' deaths galvanize. We cherish corpses. We mourn women, complicated. Bitches get beat daily. Profits made, prophets ignored. War and tooth, enameled salted lemon childhoods. All colors run, none of us solid. Don't look for shadow behind me. I carry it within. I live cycles of light and darkness. Rhythm is half silence. I see now, I never was one and not the other. Sickness, health, tender violence. I think now I never was pure. Before form I was storm, blind, ign'ant -- still am. Human contracted itself blind, malignant. I never was pure. Girl spoiled before ripened. Language can't math me. I experience exponentially. Everything is everything. One woman loses 15, maybe 20, members of her family. One woman loses six. One woman loses her head. One woman searches rubble. One woman feeds on trash. One woman shoots her face. One woman shoots her husband. One woman straps herself. One woman gives birth to a baby. One woman gives birth to borders. One woman no longer believes love will ever find her. One woman never did. Where do refugee hearts go? Broken, dissed, placed where they're not from, don't want to be missed. Faced with absence. We mourn each one or we mean nothing at all. My spine curves spiral. Precipice running to and running from human beings. Cluster bombs left behind. De facto landmines. A smoldering grief. Harvest contaminated tobacco. Harvest bombs. Harvest baby teeth. Harvest palms, smoke. Harvest witness, smoke. Resolutions, smoke. Salvation, smoke. Redemption, smoke. Breathe. Do not fear what has blown up. If you must, fear the unexploded.
Alle heilige historie verbannen. Ongeschreven boeken voorspelden de toekomst, projecteerden het verleden. Maar mijn hoofd ontvouwt zich rondom wat eindeloos lijkt: 's mensen creatief geweld. Wiens zoon zal het zijn? Welk mannenkind zal deze dag omkomen? Onze dode jongens galvaniseren. We koesteren lijken. We rouwen om vrouwen, gecompliceerd. Wijven dagelijks vertrapt. Winst gemaakt en profeten genegeerd. Oorlog tand glazuur gezouten limoenen jeugd. Alle kleuren verlopen, geen van ons vast. Zoek geen schaduw achter me. Ik draag hem van binnen. Ik leef rondes van licht en donker. Ritme is half stilte. Ik zie nu, nooit was ik een en niet de ander. Ziekte, gezondheid, teder geweld. Ik denk nu dat ik nooit puur was. Voor vorm was ik storm, blind, onwetend -- nog steeds. Mens trok samen: blind, kwaadaardig. Nooit was ik puur. Meisje bedorven voordat rijp. Taal kan me niet meten. Ik ervaar exponentieel. Alles is alles. Een vrouw verliest 15, missschien 20, leden van haar familie. Een vrouw verliest er zes. Een vrouw verliest haar hoofd. Een vrouw doorzoekt puin. Een vrouw eet vuilnis. Een vrouw beschiet haar gezicht. Een vrouw beschiet haar man. Een vrouw snoert zich in. Een vrouw baart een kind. Een vrouw baart grenzen. Een vrouw gelooft niet meer dat liefde haar ooit zal vinden. Een vrouw geloofde dit nooit. Waar gaan vluchtelingenharten heen? Gebroken, afgedankt, gepoot waar ze niet thuis zijn, willen niet vermist zijn. Opgedrongen afwezigheid. We rouwen om elk van hen of we betekenen helemaal niets. Mijn ruggengraat kronkelt. Rotswand van en naar mensen. Clusterbommen achtergelaten. Feitelijke landmijnen. Smeulend ongeluk. Oogst vergiftigde tabak. Oogst bommen. Oogst babytandjes. Oogst palmen, rook. Oogst getuigen, rook. Resoluties, rook. Redding, rook. Verzoening, rook. Adem... Wees niet bang voor wat reeds ontplofte. Als het moet, vrees wat niet ontploft is.
Thank you.
Dankjewel.
(Applause)
(Applaus)