I read poetry all the time and write about it frequently and take poems apart to see how they work because I'm a word person. I understand the world best, most fully, in words rather than, say, pictures or numbers, and when I have a new experience or a new feeling, I'm a little frustrated until I can try to put it into words. I think I've always been that way. I devoured science fiction as a child. I still do. And I found poems by Andrew Marvell and Matthew Arnold and Emily Dickinson and William Butler Yeats because they were quoted in science fiction, and I loved their sounds and I went on to read about ottava rima and medial caesuras and enjambment and all that other technical stuff that you care about if you already care about poems, because poems already made me happier and sadder and more alive. And I became a poetry critic because I wanted to know how and why.
Ik lees veel gedichten en schrijf er vaak over en ik ontleed gedichten om te zien hoe ze werken, want ik ben een woordenmens. Ik begrijp de wereld beter in woorden dan in plaatjes of cijfers en als ik iets nieuws meemaak of voel, ben ik wat gefrustreerd, totdat ik het in woorden uit kan drukken. Zo ben ik denk ik altijd geweest. Ik verslond science fiction als kind, en nog steeds. Ik ontdekte gedichten van Andrew Marvell en Matthew Arnold en Emily Dickinson en William Butler Yeats, omdat ze in sciencefiction werden geciteerd. Ik was dol op de klanken en ging vervolgens lezen over ottava rima en medial caesura en enjambement en alle technische dingen waar je om geeft als je al van gedichten houdt. Want gedichten maakten me al blijer en verdrietiger en levendiger. Ik werd poëziecriticus omdat ik van de hoed en de rand wilde weten. Poëzie kan niet worden omschreven als één ding met één doel,
Now, poetry isn't one thing that serves one purpose any more than music or computer programming serve one purpose. The greek word poem, it just means "a made thing," and poetry is a set of techniques, ways of making patterns that put emotions into words. The more techniques you know, the more things you can make, and the more patterns you can recognize in things you might already like or love.
net zo min als muziek of programmeren één doel hebben. Het Griekse woord 'poéma' betekent gewoon 'iets wat is gemaakt' en dichtkunst bestaat uit technieken, manieren om patronen te maken die emoties in woorden weergeven. Als je meer technieken kent, kan je meer dingen maken en meer patronen herkennen in dingen die je misschien al leuk vindt.
That said, poetry does seem to be especially good at certain things. For example, we are all going to die. Poetry can help us live with that. Poems are made of words, nothing but words. The particulars in poems are like the particularities, the personalities, that distinguish people from one another. Poems are easy to share, easy to pass on, and when you read a poem, you can imagine someone's speaking to you or for you, maybe even someone far away or someone made up or someone deceased. That's why we can go to poems when we want to remember something or someone, to celebrate or to look beyond death or to say goodbye, and that's one reason poems can seem important, even to people who aren't me, who don't so much live in a world of words. The poet Frank O'Hara said, "If you don't need poetry, bully for you," but he also said when he didn't want to be alive anymore, the thought that he wouldn't write any more poems had stopped him. Poetry helps me want to be alive, and I want to show you why by showing you how, how a couple of poems react to the fact that we're alive in one place at one time in one culture, and in another we won't be alive at all.
Maar het lijkt erop dat poëzie met name geschikt is voor specifieke dingen. Bijvoorbeeld: we gaan allemaal dood. Poëzie kan ons helpen om daarmee te leven. Gedichten bestaan uit woorden, verder niets. De bijzonderheden van gedichten zijn als de eigenaardigheden, als de karakters die mensen van elkaar onderscheiden. Gedichten zijn eenvoudig te delen en door te geven en als je een gedicht leest lijkt het soms alsof iemand tegen, of voor jou, spreekt. Misschien iemand ver weg of iemand die niet echt bestaat of die is overleden. Daarom grijpen we soms naar gedichten als we ons iets of iemand willen herinneren, om iets te vieren, om verder dan de dood te kijken, of om afscheid te nemen. Dat is waarom gedichten belangrijk kunnen zijn, zelfs voor mensen die niet zijn zoals ik, die niet zozeer in een wereld van woorden leven. De dichter Frank O'Hara zei ooit: "Als je geen gedichten nodig hebt, jammer dan". Maar hij zei ook dat toen hij een eind aan zijn leven wilde maken, het idee dat hij geen gedichten meer zou schrijven hem had gestopt. Gedichten helpen mij te willen leven en ik wil jullie laten zien waarom door te kijken naar hoe -- hoe sommige gedichten weerspiegelen dat we in een bepaalde tijd, plaats en cultuur leven en in een andere helemaal niet. Dit is een van de eerste gedichten die ik uit mijn hoofd heb geleerd.
So here's one of the first poems I memorized. It could address a child or an adult.
Het kan gericht zijn aan een kind of een volwassene.
"From far, from eve and morning
"Van ver weg, diep in de nacht,
From yon twelve-winded sky,
Twaalf windrichtingen hier vandaan,
The stuff of life to knit me
De stof die mij tot leven bracht,
Blew hither; here am I.
Hierheen geblazen; zie mij staan.
Now — for a breath I tarry
En nu - een ademteug, ik blaas hem langzaam uit
Nor yet disperse apart —
Nog een geheel, nog niet apart,
Take my hand quick and tell me,
Neem snel mijn hand en zeg me,
What have you in your heart.
Wat heb je op je hart.
Speak now, and I will answer;
Spreek nu, ik geef je antwoord;
How shall I help you, say;
Zeg me hoe ik je helpen kan;
Ere to the wind's twelve quarters
Voordat ik in de twaalf windstreken
I take my endless way."
Mijn oneindige weg op ga."
[A. E. Housman]
[A. E. Housman]
Now, this poem has appealed to science fiction writers. It's furnished at least three science fiction titles, I think because it says poems can brings us news from the future or the past or across the world, because their patterns can seem to tell you what's in somebody's heart. It says poems can bring people together temporarily, which I think is true, and it sticks in my head not just because it rhymes but for how it rhymes, cleanly and simply on the two and four, "say" and "way," with anticipatory hints on the one and three, "answer" and "quarters," as if the poem itself were coming together. It plays up the fact that we die by exaggerating the speed of our lives. A few years on Earth become one speech, one breath. It's a poem about loneliness -- the "I" in the poem feels no connection will last — and it might look like a plea for help 'til you get to the word "help," where this "I" facing you, taking your hand, is more like a teacher or a genie, or at least that's what he wants to believe. It would not be the first time a poet had written the poem that he wanted to hear.
Dit gedicht is populair bij sciencefictionschrijvers. Er zijn tenminste drie sciencefictionboeken uit voortgekomen. Misschien omdat het laat zien dat poëzie ons kan informeren over de toekomst of het verleden of over de andere kant van de wereld, want hun patronen lijken te kunnen vertellen wat iemand voelt. Het zegt dat gedichten mensen tijdelijk samen kunnen brengen, wat denk ik ook zo is. En het blijft in mijn hoofd hangen niet alleen omdat het rijmt, maar door hoe het rijmt, simpel en helder, op de tweede en de vierde: 'zeg' en 'weg', met verwachtingsvolle aanwijzingen op de eerste en de derde: 'antwoord' en 'windstreken', alsof het gedicht zelf op zijn plek valt. Het benadrukt het feit dat we dood gaan door te overdrijven hoe snel ons leven gaat. Een paar jaar op aarde worden één woord, één ademteug. Het is een gedicht over eenzaamheid -- de 'ik' in het gedicht denkt dat geen enkele relatie blijvend is. Het lijkt misschien een roep om hulp tot je bij het woord 'helpen' komt, waar de ik-figuur je aankijkt, je hand neemt, meer als een meester of een geest, tenminste dat is wat hij wil geloven. Het zou niet de eerste keer zijn dat een dichter een gedicht schreef dat hij zelf wilde horen. Het volgende gedicht heeft echt veranderd wat ik leuk vond en wat ik las
Now, this next poem really changed what I liked and what I read and what I felt I could read as an adult. It might not make any sense to you if you haven't seen it before.
en wat ik vond dat ik kon lezen als volwassene. Misschien begrijp je het niet meteen als je het nooit eerder hebt gezien. "De Tuin"
"The Garden"
"Oleander: koraalrood
"Oleander: coral
van lippenstiftreclames uit de jaren 50.
from lipstick ads in the 50's.
Vruchten van de boom van zo veel kennis
Fruit of the tree of such knowledge
Een klap (uit het niets)
To smack (thin air)
-zoen of een mep.
meaning kiss or hit.
Het verschijnt
It appears
in de gedaante van ouderwetse gebruiken
in the guise of outworn usages
omdat wij slecht zijn?
because we are bad?
Grote mannelijke bedreiging,
Big masculine threat,
verwijtend en vol straattaal."
insinuating and slangy."
[Rae Armantrout]
[Rae Armantrout]
Ik heb dit gedicht in 1989 gevonden
Now, I found this poem in an anthology of almost equally confusing poems in 1989. I just heard that there were these scandalous writers called Language poets who didn't make any sense, and I wanted to go and see for myself what they were like, and some of them didn't do much for me, but this writer, Rae Armantrout, did an awful lot, and I kept reading her until I felt I knew what was going on, as I do with this poem.
in een bundel vol met dit soort verwarrende gedichten. Ik had gehoord over controversiële onbegrijpelijk schrijvers: de 'Language poets'. Ik wou wel eens zien waar het over ging en ik vond niet alle schrijvers leuk, maar deze, Rae Armantrout, deed wel iets met me en ik ben haar blijven lezen totdat ik het idee had dat ik begreep waar het over ging. Zoals bij dit gedicht. Het gaat over de Hof van Eden en de zondeval
It's about the Garden of Eden and the Fall and the Biblical story of the Fall, in which sex as we know it and death and guilt come into the world at the same time. It's also about how appearances deceive, how our culture can sweep us along into doing and saying things we didn't intend or don't like, and Armantrout's style is trying to help us stop or slow down. "Smack" can mean "kiss" as in air kisses, as in lip-smacking, but that can lead to "smack" as in "hit" as in domestic abuse, because sexual attraction can seem threatening. The red that means fertility can also mean poison. Oleander is poisonous. And outworn usages like "smack" for "kiss" or "hit" can help us see how our unacknowledged assumptions can make us believe we are bad, either because sex is sinful or because we tolerate so much sexism. We let guys tell women what to do. The poem reacts to old lipstick ads, and its edginess about statement, its reversals and halts, have everything to do with resisting the language of ads that want to tell us so easily what to want, what to do, what to think. That resistance is a lot of the point of the poem, which shows me, Armantrout shows me what it's like to hear grave threats and mortal dishonesty in the language of everyday life, and once she's done that, I think she can show other people, women and men, what it's like to feel that way and say to other people, women and men who feel so alienated or so threatened that they're not alone.
en het Bijbelse verhaal over de zondeval, waarin seks en dood en schuld tegelijkertijd in de wereld kwamen. Het gaat ook over hoe schijn bedriegt, over hoe onze cultuur ons soms verleidt om dingen te doen en zeggen die we niet meenden of niet leuk vinden. Armantrout probeert ons met haar stijl te stoppen of te vertragen. 'Klap' kan worden geassocieerd met klapzoenen, maar een 'klap' doet denken aan 'slaan', wat een brug is naar huiselijk geweld, want seksuele aantrekkingskracht kan bedreigend voelen. Het rood dat staat voor vruchtbaarheid kan ook staan voor gif. Oleanders zijn giftig. En ouderwetse woorden zoals 'klapzoen' of 'klappen geven' kunnen ons helpen te zien hoe onze onbevestigde aannames ons laten geloven dat we slecht zijn, ofwel omdat seks zondig is, ofwel omdat we zo veel seksisme tolereren. We staan toe dat mannen vrouwen commanderen. Het gedicht is een reactie op oude lippenstiftreclames en de irritatie over de mededeling, zoals het omkeert en stopt, heeft alles te maken met verzet tegen de taal van reclames die ons zo graag wil vertellen wat we moeten willen, wat we moeten doen en vinden. Die weerstand is in het gedicht een belangrijk punt. Armantrout laat zien hoe het is om ernstige bedreigingen en afschuwelijke bedriegerij te horen in ons dagelijks taalgebruik. Vervolgens laat ze anderen, vrouwen en mannen, zien hoe het is om dat zo te voelen en ze zegt tegen anderen, vrouwen en mannen die zich zo geïsoleerd en bedreigd voelen, dat ze niet de enigen zijn.
Now, how do I know that I'm right about this somewhat confusing poem? Well in this case, I emailed the poet a draft of my talk and she said, "Yeah, yeah, that's about it." Yeah. (Laughter) (Applause) But usually, you can't know. You never know. You can't be sure, and that's okay. All we can do we is listen to poems and look at poems and guess and see if they can bring us what we need, and if you're wrong about some part of a poem, nothing bad will happen. Now, this next poem is older than Armantrout's, but a little younger than A. E. Housman's.
Hoe weet ik dat mijn uitleg van dit wat verwarrende gedicht klopt? Ik heb de dichter een ruwe versie van mijn talk gemaild en ze zei: "Ja, ja, dat is het wel zo'n beetje." Ja. (Gelach) (Applaus) Maar normaal gesproken weet je dat niet. Je kunt het niet zeker weten en dat is prima. We kunnen alleen maar naar gedichten luisteren en raden en bedenken of ze ons geven wat we nodig hebben en als je een deel van het gedicht niet helemaal begrijpt, is dat helemaal niet erg. Het volgende gedicht is ouder dan dat van Armantrout, maar iets jonger dan die van A. E. Housman. "De Stoere Man"
"The Brave Man"
"De zon, die stoere man,
"The sun, that brave man,
komt door de afwachtende takken,
Comes through boughs that lie in wait,
die stoere man.
That brave man.
Groene, trieste ogen,
Green and gloomy eyes
in de donkere patronen van het gras,
In dark forms of the grass
gaan ervandoor.
Run away.
De flinke sterren,
The good stars,
lichte helmen en puntige sporen,
Pale helms and spiky spurs,
gaan ervandoor.
Run away.
Mijn angsten in bed,
Fears of my bed,
angsten van leven en angsten van dood,
Fears of life and fears of death,
gaan ervandoor.
Run away.
Die stoere man komt op,
That brave man comes up
van beneden en loopt zonder gefilosofeer,
From below and walks without meditation,
die stoere man."
That brave man."
[Wallace Stevens]
[Wallace Stevens]
De zon in dit gedicht van Wallace Stevens lijkt zo serieus,
Now, the sun in this poem, in Wallace Stevens' poem, seems so grave because the person in the poem is so afraid. The sun comes up in the morning through branches, dispels the dew, the eyes, on the grass, and defeats stars envisioned as armies. "Brave" has its old sense of showy as well as its modern sense, courage. This sun is not afraid to show his face. But the person in the poem is afraid. He might have been up all night. That is the reveal Stevens saves for that fourth stanza, where run away has become a refrain. This person might want to run away too, but fortified by the sun's example, he might just rise. Stevens saves that sonically odd word "meditation" for the end. Unlike the sun, human beings think. We meditate on past and future, life and death, above and below. And it can make us afraid.
omdat de persoon in het gedicht zo bang is. De zon komt 's ochtends op door de takken, verjaagt de dauw, de ogen op het gras, en verslaat de sterren die als legers worden gezien. 'Stoer' betekent fier maar ook dapper. De zon is niet bang om tevoorschijn te komen, maar de persoon in het gedicht is bang. Wellicht heeft hij de hele nacht wakker gelegen. Dat is de onthulling die Stevens bewaart voor die vierde strofe, waar 'gaan ervandoor' het refrein wordt. Deze persoon wil er wellicht ook vandoor gaan, maar versterkt door het voorbeeld van de zon, staat hij misschien wel op. Stevens bewaart het woord 'filosoferen' voor het eind. In tegenstelling tot de zon, denken mensen na. We filosoferen over verleden en toekomst, leven en dood, boven en beneden. Dat kan ons angstig maken. Gedichten, de patronen van gedichten,
Poems, the patterns in poems, show us not just what somebody thought or what someone did or what happened but what it was like to be a person like that, to be so anxious, so lonely, so inquisitive, so goofy, so preposterous, so brave. That's why poems can seem at once so durable, so personal, and so ephemeral, like something inside and outside you at once. The Scottish poet Denise Riley compares poetry to a needle, a sliver of outside I cradle inside, and the American poet Terrance Hayes wrote six poems called "Wind in a Box." One of them asks, "Tell me, what am I going to do when I'm dead?" And the answer is that he'll stay with us or won't stay with us inside us as wind, as air, as words.
laten niet alleen zien wat iemand dacht, of wat hij deed of wat er gebeurde, maar hoe het was om die persoon te zijn, zo angstig, zo eenzaam, zo onderzoekend, zo maf, zo irrationeel, zo dapper. Daarom lijken gedichten tegelijkertijd zo duurzaam, zo persoonlijk en zo vergankelijk, als iets dat tegelijk vanbinnen zit en vanbuiten. De Schotse dichter Denise Riley vergelijkt poëzie met een naald: een flintertje van buiten dat ik vanbinnen beschut. De Amerikaanse dichter Terrance Hayes heeft zes gedichten geschreven die 'Wind in een Doos' heten. In één daarvan wordt gevraagd: "Zeg me wat ik na mijn dood ga doen?" En het antwoord is dat hij bij ons blijft of in ons blijft , als wind, als lucht, als woorden.
It is easier than ever to find poems that might stay inside you, that might stay with you, from long, long ago, or from right this minute, from far away or from right close to where you live, almost no matter where you live. Poems can help you say, help you show how you're feeling, but they can also introduce you to feelings, ways of being in the world, people, very much unlike you, maybe even people from long, long ago. Some poems even tell you that that is what they can do. That's what John Keats is doing in his most mysterious, perhaps, poem. It's mysterious because it's probably unfinished, he probably left it unfinished, and because it might be meant for a character in a play, but it might just be Keats' thinking about what his own writing, his handwriting, could do, and in it I hear, at least I hear, mortality, and I hear the power of older poetic techniques, and I have the feeling, you might have the feeling, of meeting even for an instant, almost becoming, someone else from long ago, someone quite memorable.
Het is eenvoudiger dan ooit om gedichten te vinden die je misschien met je mee zult dragen, van lang geleden of juist van dit moment, van ver weg of van dichtbij, het maakt niet uit waar je woont. Gedichten kunnen je helpen te zeggen, te laten zien wat jij voelt, maar ze kunnen je ook kennis laten maken met gevoelens, met levenshoudingen, van mensen die heel anders zijn dan jij. Misschien mensen die heel lang geleden leefden. Sommige gedichten vertellen je zelfs dat ze dat kunnen doen. John Keats doet dat in zijn misschien wel meest mysterieuze gedicht. Het is mysterieus omdat het waarschijnlijk niet af is. Hij heeft het waarschijnlijk niet afgemaakt. Misschien was het bedoeld voor een rol in een toneelstuk? Of het zijn gewoon Keats' gedachten over de invloed van zijn schrijven, van zijn handschrift. Daarin is te horen, hoor ik tenminste, sterfelijkheid en de kracht van oudere vormen van dichtkunst, en ik heb het gevoel, jij hebt misschien het gevoel dat je heel even iemand van lang geleden ontmoet, in hem verandert bijna, een gedenkwaardige persoon.
"This living hand, now warm and capable
"Deze levende hand, nu warm en in staat
Of earnest grasping, would, if it were cold
Om ernstig te grijpen, zou als hij koud was
And in the icy silence of the tomb,
En in de ijzige stilte van het graf,
So haunt thy days and chill thy dreaming nights
Zo in uw dagen rondspoken en uw dromerige nachten verkillen
That thou would wish thine own heart dry of blood
Dat u uw eigen hart zou willen stoppen
So in my veins red life might stream again,
om in mijn aderen weer rood leven te laten stromen,
And thou be conscience-calm’d -- see here it is --
en uw gemoedsrust terug zou keren -- kijk hier is het --
I hold it towards you."
ik steek het naar u uit."
Thanks.
Bedankt.
(Applause)
(Applaus)