So for any of us in this room today, let's start out by admitting we're lucky. We don't live in the world our mothers lived in, our grandmothers lived in, where career choices for women were so limited. And if you're in this room today, most of us grew up in a world where we have basic civil rights, and amazingly, we still live in a world where some women don't have them. But all that aside, we still have a problem, and it's a real problem. And the problem is this: Women are not making it to the top of any profession anywhere in the world. The numbers tell the story quite clearly. 190 heads of state -- nine are women. Of all the people in parliament in the world, 13 percent are women. In the corporate sector, women at the top, C-level jobs, board seats -- tops out at 15, 16 percent. The numbers have not moved since 2002 and are going in the wrong direction. And even in the non-profit world, a world we sometimes think of as being led by more women, women at the top: 20 percent.
Voor elk van ons hier vandaag aanwezig geldt: laten we beginnen met toegeven dat we geluk hebben. We leven niet in de wereld waarin onze moeders en grootmoeders leefden, waarin carrière-opties voor vrouwen zo beperkt waren. Als je vandaag hier bent, dan groeide je op in een wereld waarin de meesten van ons basisburgerrechten hadden. Wonderlijk genoeg wonen we nog steeds in een wereld waarin sommige vrouwen die niet hebben. Los daarvan hebben we nog steeds een probleem, en het is een echt probleem. Het is het volgende: vrouwen halen de top van geen enkel beroep waar dan ook ter wereld. De cijfers vertellen een heel duidelijk verhaal. 190 staatshoofden -- 9 vrouwen. Van alle vrouwelijke parlementairen ter wereld zijn 13 procent vrouwen. In het bedrijfsleven is het aantal vrouwen aan de top, de hoogste functies, de raad van bestuur, afgetopt op 15, 16 procent. De aantallen zijn niet gewijzigd sinds 2002 en gaan de verkeerde kant uit. Zelfs in de non-profit-sector, waarvan we soms denken dat hij door meer vrouwen wordt geleid, zijn er maar 20 procent vrouwen aan de top.
We also have another problem, which is that women face harder choices between professional success and personal fulfillment. A recent study in the U.S. showed that, of married senior managers, two-thirds of the married men had children and only one-third of the married women had children. A couple of years ago, I was in New York, and I was pitching a deal, and I was in one of those fancy New York private equity offices you can picture. And I'm in the meeting -- it's about a three-hour meeting -- and two hours in, there needs to be that bio break, and everyone stands up, and the partner running the meeting starts looking really embarrassed. And I realized he doesn't know where the women's room is in his office. So I start looking around for moving boxes, figuring they just moved in, but I don't see any. And so I said, "Did you just move into this office?" And he said, "No, we've been here about a year." And I said, "Are you telling me that I am the only woman to have pitched a deal in this office in a year?" And he looked at me, and he said, "Yeah. Or maybe you're the only one who had to go to the bathroom."
We hebben ook een ander probleem, namelijk dat vrouwen voor moeilijker keuzes staan tussen professioneel succes en persoonlijke voldoening. Een recente studie in de VS toonde dat van de getrouwde hogere directeuren, twee derden van de getrouwde mannen kinderen hadden, tegen slechts één derde van de getrouwde vrouwen. Enkele jaren geleden was ik in New York om een deal voor te stellen, in één van die hippe New Yorkse private equity-kantoren, je kan het je voorstellen. Ik ben in de vergadering -- ze duurt ongeveer 3 uur -- en na 2 uur is het tijd voor een sanitaire stop, en iedereen staat op, en de partner die de vergadering leidt begint er gegeneerd uit te zien. Ik besefte dat hij niet wist waar de vrouwentoiletten waren in zijn kantoor. Ik begin dus uit te kijken naar verhuisdozen, ik denk dat ze pas verhuisd zijn, maar ik zie er geen. Dus zei ik: "Zijn jullie pas naar dit kantoor verhuisd?" Hij zei: "Nee, we zijn hier ongeveer een jaar." Ik zei: "Wil je me zeggen dat ik de enige vrouw ben die dit jaar in dit kantoor een deal heeft voorgesteld?" Hij keek naar me en zei: "Ja. Of misschien ben je de enige die naar het toilet moest."
(Laughter)
(Gelach)
So the question is, how are we going to fix this? How do we change these numbers at the top? How do we make this different? I want to start out by saying, I talk about this -- about keeping women in the workforce -- because I really think that's the answer. In the high-income part of our workforce, in the people who end up at the top -- Fortune 500 CEO jobs, or the equivalent in other industries -- the problem, I am convinced, is that women are dropping out. Now people talk about this a lot, and they talk about things like flextime and mentoring and programs companies should have to train women. I want to talk about none of that today, even though that's all really important. Today I want to focus on what we can do as individuals. What are the messages we need to tell ourselves? What are the messages we tell the women that work with and for us? What are the messages we tell our daughters?
De vraag is dus: hoe zetten we dit recht? Hoe veranderen we de cijfers aan de top? Hoe maken we dit anders? Ik wil beginnen met te zeggen dat ik hierover spreek -- over vrouwen buitenshuis aan het werk houden -- omdat ik echt denk dat dat het antwoord is. In het gedeelte van de arbeidsmarkt met hoge inkomens, bij de mensen die aan de top eindigen -- Fortune 500 CEO-functies, of het equivalent in andere takken -- is het probleem, daar ben ik van overtuigd, dat vrouwen afhaken. Mensen praten daar veel over, en ze praten over dingen als flextijd en mentorschap, en trainingsprogramma's die bedrijven moeten hebben voor vrouwen. Ik wil daar vandaag niet over praten -- hoewel dat allemaal erg belangrijk is. Vandaag leg ik de klemtoon op wat we als individu kunnen doen. Welke boodschap hebben we voor onszelf? Welke boodschap hebben we voor de vrouwen die met en voor ons werken? Welke boodschap hebben we voor onze dochters?
Now, at the outset, I want to be very clear that this speech comes with no judgments. I don't have the right answer. I don't even have it for myself. I left San Francisco, where I live, on Monday, and I was getting on the plane for this conference. And my daughter, who's three, when I dropped her off at preschool, did that whole hugging-the-leg, crying, "Mommy, don't get on the plane" thing. This is hard. I feel guilty sometimes. I know no women, whether they're at home or whether they're in the workforce, who don't feel that sometimes. So I'm not saying that staying in the workforce is the right thing for everyone.
Ik wil van bij het begin duidelijk stellen dat deze toespraak geen oordeel velt. Ik heb de waarheid niet in pacht, zelfs niet voor mijzelf. Ik vertrok maandag uit San Francisco, naar het vliegtuig, voor deze conferentie. Toen ik mijn dochter van 3 aan de school afzette, hing ze aan mijn been en huilde "Mammie, stap niet op het vliegtuig!" Dit is hard. Ik voel me soms schuldig. Ik ken geen vrouwen, of ze nu thuis of buitenshuis werken, die dat gevoel niet af en toe hebben. Ik zeg dus niet dat buitenshuis blijven werken voor iedereen het juiste is.
My talk today is about what the messages are if you do want to stay in the workforce, and I think there are three. One, sit at the table. Two, make your partner a real partner. And three, don't leave before you leave. Number one: sit at the table. Just a couple weeks ago at Facebook, we hosted a very senior government official, and he came in to meet with senior execs from around Silicon Valley. And everyone kind of sat at the table. He had these two women who were traveling with him pretty senior in his department, and I kind of said to them, "Sit at the table. Come on, sit at the table," and they sat on the side of the room. When I was in college, my senior year, I took a course called European Intellectual History. Don't you love that kind of thing from college? I wish I could do that now. And I took it with my roommate, Carrie, who was then a brilliant literary student -- and went on to be a brilliant literary scholar -- and my brother -- smart guy, but a water-polo-playing pre-med, who was a sophomore.
Mijn praatje van vandaag gaat over de boodschap als je buitenshuis wil blijven werken. Ik denk dat er drie zijn. Eén: neem plaats aan tafel. Twee: maak van je partner een echte partner. En drie -- kijk goed -- ga niet weg voor je weggaat. Nummer één: neem plaats aan tafel. Een paar weken geleden ontvingen we op Facebook een erg belangrijke regeringsfunctionaris, die twee senior directeuren kwam ontmoeten uit de buurt van Silicon Valley. Iedereen zat zowat rond de tafel. Hij had twee vrouwen bij zich die hem begeleidden en hoge functies hadden in zijn departement. Ik zei hun: "Neem plaats aan tafel, kom, ga aan tafel zitten." En ze gingen aan de kant van de kamer zitten. Toen ik in mijn laatste jaar van de universiteit zat, volgde ik het vak Europese Intellectuele Geschiedenis. Fantastisch toch, dat soort universitaire colleges. Ik wou dat ik het nu kon doen. Ik volgde het samen met mijn flatgenote Carrie, die toen een briljante literatuurstudente was -- en later een briljante literatuuronderzoekster werd -- en met mijn broer -- slimme kerel, maar medisch student en waterpolospeler, tweede jaar universiteit.
The three of us take this class together. And then Carrie reads all the books in the original Greek and Latin, goes to all the lectures. I read all the books in English and go to most of the lectures. My brother is kind of busy. He reads one book of 12 and goes to a couple of lectures, marches himself up to our room a couple days before the exam to get himself tutored. The three of us go to the exam together, and we sit down. And we sit there for three hours -- and our little blue notebooks -- yes, I'm that old. We walk out, we look at each other, and we say, "How did you do?" And Carrie says, "Boy, I feel like I didn't really draw out the main point on the Hegelian dialectic." And I say, "God, I really wish I had really connected John Locke's theory of property with the philosophers that follow." And my brother says, "I got the top grade in the class."
We volgen dat vak samen. Carrie leest alle boeken in het originele Grieks en Latijn -- volgt alle colleges -- Ik lees alle boeken in het Engels en volg de meeste colleges. Mijn broer heeft het nogal druk. Hij leest één van de 12 boeken, volgt een paar colleges, marcheert onze kamer binnen een paar dagen voor het examen, om zich te laten klaarstomen. We gaan samen naar het examen. We gaan zitten. We zitten daar drie uur lang -- en onze kleine blauwe notitieboekjes -- ja, zo oud ben ik. We gaan naar buiten, kijken elkaar aan en zeggen: "Hoe ging het bij jou?" Carrie zegt: "Man , ik denk niet dat het me is gelukt de essentie van de Hegeliaanse dialectiek te vatten." Ik zeg: "God, ik wou dat ik de theorie van de eigendom van John Locke echt in verband had gebracht met de filosofen na hem." Mijn broer zegt: "Ik heb het hoogste cijfer van de klas."
(Laughter)
"Jij hebt het hoogste cijfer van de klas?
"You got the top grade in the class? You don't know anything."
Jij weet niets."
(Laughter)
Het probleem met deze verhalen
The problem with these stories is that they show what the data shows: women systematically underestimate their own abilities. If you test men and women, and you ask them questions on totally objective criteria like GPAs, men get it wrong slightly high, and women get it wrong slightly low. Women do not negotiate for themselves in the workforce. A study in the last two years of people entering the workforce out of college showed that 57 percent of boys entering, or men, I guess, are negotiating their first salary, and only seven percent of women. And most importantly, men attribute their success to themselves, and women attribute it to other external factors. If you ask men why they did a good job, they'll say, "I'm awesome. Obviously. Why are you even asking?" If you ask women why they did a good job, what they'll say is someone helped them, they got lucky, they worked really hard. Why does this matter? Boy, it matters a lot. Because no one gets to the corner office by sitting on the side, not at the table, and no one gets the promotion if they don't think they deserve their success, or they don't even understand their own success.
is dat ze tonen wat de data tonen: vrouwen onderschatten hun eigen mogelijkheden systematisch. Als je mannen en vrouwen test, en ze dan bevraagt met volkomen objectieve criteria zoals standaardcijfers, dan schatten mannen een beetje te hoog en vrouwen een beetje te laag. Vrouwen onderhandelen niet voor zichzelf op de arbeidsmarkt. Een studie van de laatste twee jaar van mensen die beginnen te werken na de universiteit, toont dat 57 procent van de startende jongens -- of mannen, zeker -- hun eerste salaris onderhandelen, tegen slechts zeven procent van de vrouwen. Belangrijker, mannen schrijven hun succes aan zichzelf toe, en vrouwen aan andere externe factoren. Vraag je mannen waarom ze iets goed hebben gedaan, dan zeggen ze: "Ik ben geweldig. Uiteraard. Vanwaar de vraag?" Vraag je vrouwen waarom ze iets goed hebben gedaan, dan zeggen ze dat iemand hen heeft geholpen, ze hadden geluk, ze hebben echt hard gewerkt. Waarom is dat belangrijk? Man, het maakt veel uit omdat niemand dat kantoor op de hoek krijgt door aan de kant te zitten en niet aan tafel. Niemand krijgt promotie als ze niet vinden dat ze hun succes verdienen of als ze hun eigen succes zelfs niet begrijpen.
I wish the answer were easy. I wish I could go tell all the young women I work for, these fabulous women, "Believe in yourself and negotiate for yourself. Own your own success." I wish I could tell that to my daughter. But it's not that simple. Because what the data shows, above all else, is one thing, which is that success and likeability are positively correlated for men and negatively correlated for women. And everyone's nodding, because we all know this to be true.
Ik wou dat het antwoord gemakkelijk was. Ik wou dat ik alle jonge vrouwen voor wie ik werk, gewoon kon zeggen, al die geweldige vrouwen: "Geloof in jezelf en onderhandel voor jezelf. Wees eigenaar van je eigen succes." Ik wou dat ik dat aan mijn dochter kon zeggen. Maar het is niet zo eenvoudig. Wat de data vooral tonen, is iets anders, namelijk dat succes en aardig gevonden worden, positief gecorreleerd zijn voor mannen en negatief gecorreleerd voor vrouwen. Iedereen zit te knikken, want we weten allemaal dat dat waar is.
There's a really good study that shows this really well. There's a famous Harvard Business School study on a woman named Heidi Roizen. And she's an operator in a company in Silicon Valley, and she uses her contacts to become a very successful venture capitalist. In 2002 -- not so long ago -- a professor who was then at Columbia University took that case and made it [Howard] Roizen. And he gave the case out, both of them, to two groups of students. He changed exactly one word: "Heidi" to "Howard." But that one word made a really big difference. He then surveyed the students, and the good news was the students, both men and women, thought Heidi and Howard were equally competent, and that's good. The bad news was that everyone liked Howard. He's a great guy. You want to work for him. You want to spend the day fishing with him. But Heidi? Not so sure. She's a little out for herself. She's a little political. You're not sure you'd want to work for her. This is the complication. We have to tell our daughters and our colleagues, we have to tell ourselves to believe we got the A, to reach for the promotion, to sit at the table, and we have to do it in a world where, for them, there are sacrifices they will make for that, even though for their brothers, there are not.
Er is een prima studie die dit heel goed aantoont. Er is een bekende studie van Harvard Business School over een vrouw genaamd Heidi Roizen. Ze werkt voor een bedrijf in Silicon Valley en ze gebruikt haar contacten om een zeer succesvolle durfkapitalist te worden. In 2002 -- niet zo lang geleden -- behandelde een professor die toen aan Columbia University zat, deze case en maakte er Heidi Roizen van. Hij deelde hem uit -- allebei -- aan twee groepen studenten. Hij veranderde exact één woord: Heidi werd Howard. Maar dat ene woord maakte een wereld van verschil. Hij deed een enquête bij de studenten. Het goede nieuws was dat de studenten, mannen en vrouwen, Heidi en Howard even competent vonden, en dat is goed. Het slechte nieuws is dat iedereen Howard leuk vond. Leuke kerel, je wil voor hem werken, je wil een dag met hem gaan vissen. Maar Heidi? Niet zo zeker. Ze loopt nogal met zichzelf op. Ze is een beetje politiek. Je weet niet zeker of je voor haar wil werken. Dat maakt het ingewikkeld. We moeten onze dochters en collega's vertellen, we moeten onszelf verplichten te geloven dat we top zijn, dat we promotie willen, dat we aan tafel gaan zitten. We moeten het doen in een wereld waarin ze daar offers voor moeten brengen, zelfs als hun broers dat niet moeten.
The saddest thing about all of this is that it's really hard to remember this. And I'm about to tell a story which is truly embarrassing for me, but I think important. I gave this talk at Facebook not so long ago to about 100 employees, and a couple hours later, there was a young woman who works there sitting outside my little desk, and she wanted to talk to me. I said, okay, and she sat down, and we talked. And she said, "I learned something today. I learned that I need to keep my hand up." "What do you mean?" She said, "You're giving this talk, and you said you would take two more questions. I had my hand up with many other people, and you took two more questions. I put my hand down, and I noticed all the women did the same, and then you took more questions, only from the men." And I thought to myself, "Wow, if it's me -- who cares about this, obviously -- giving this talk -- and during this talk, I can't even notice that the men's hands are still raised, and the women's hands are still raised, how good are we as managers of our companies and our organizations at seeing that the men are reaching for opportunities more than women?" We've got to get women to sit at the table.
Het droevigste is dat het erg moeilijk is dit niet te vergeten. Zodadelijk vertel ik een verhaal dat erg gênant is voor mijzelf, maar ik vind het belangrijk. Niet zo lang geleden gaf ik een toespraak bij Facebook voor ongeveer 100 medewerkers. Een paar uur later was er een jonge vrouw die er werkt, ze zit voor mijn bureautje en wil met me praten. Ik zeg OK, ze gaat zitten, we praten. Ze zei: "Ik heb vandaag iets geleerd. Ik heb geleerd dat ik mijn hand omhoog moet houden." Ik zei: "Wat bedoel je?" Ze zei: "Wel, je gaf een toespraak en je zei dat je nog twee vragen zou beantwoorden. Ik had net als vele mensen mijn hand opgestoken, en je behandelde 2 vragen. Ik liet mijn hand zakken, en ik zag alle vrouwen hetzelfde doen, en toen beantwoordde je nog meer vragen, alleen van mannen." Ik bedacht voor mezelf: wow, als ik het ben -- die dit belangrijk vind -- die deze toespraak geef -- en ik merk tijdens de toespraak niet eens dat de handen van de mannen nog opgestoken zijn, dat de handen van de vrouwen nog opgestoken zijn, hoe goed zijn we dan als leiders van ons bedrijf en onze organisatie in opmerken dat de mannen meer opportuniteiten nastreven dan vrouwen? We moeten vrouwen een plaats aan de tafel laten innemen.
(Cheers)
(Applaus)
(Applause)
Boodschap nummer twee:
Message number two: Make your partner a real partner. I've become convinced that we've made more progress in the workforce than we have in the home. The data shows this very clearly. If a woman and a man work full-time and have a child, the woman does twice the amount of housework the man does, and the woman does three times the amount of childcare the man does. So she's got three jobs or two jobs, and he's got one. Who do you think drops out when someone needs to be home more? The causes of this are really complicated, and I don't have time to go into them. And I don't think Sunday football-watching and general laziness is the cause.
maak van je partner een echte partner. Ik ben ervan overtuigd dat we meer vooruit zijn gegaan op de arbeidsmarkt dan thuis. De data tonen dit zeer duidelijk. Als een vrouw en een man voltijds werken, en een kind hebben, dan werkt de vrouw dubbel zoveel in het huishouden als de man, en de vrouw besteedt dubbel zoveel tijd aan zorg voor de kinderen als de man. Ze heeft dus drie banen, of twee, en hij heeft er één. Wie denk je dat er afhaakt als er iemand meer thuis moet zijn? De redenen daarvan zijn erg complex, en ik heb geen tijd om erop in te gaan. Ik denk niet dat zondag naar het voetbal kijken of algehele luiheid de oorzaak zijn.
I think the cause is more complicated. I think, as a society, we put more pressure on our boys to succeed than we do on our girls. I know men that stay home and work in the home to support wives with careers, and it's hard. When I go to the Mommy-and-Me stuff and I see the father there, I notice that the other mommies don't play with him. And that's a problem, because we have to make it as important a job, because it's the hardest job in the world to work inside the home, for people of both genders, if we're going to even things out and let women stay in the workforce.
Ik denk dat de oorzaak complexer is. Ik denk dat we als maatschappij meer druk leggen op onze jongens om te slagen dan op onze meisjes. Ik ken mannen die thuisblijven en in huis werken om carrièrevrouwen te steunen. Het is moelijk. Als ik naar Mammie-en-ik-bijeenkomsten ga, en ik zie de vader daar, dan merk ik dat de andere mama's niet met hem spelen. Dat is een probleem, want we moeten er een even belangrijke baan van maken -- omdat het de lastigste ter wereld is -- om binnenshuis te werken voor mannen en vrouwen, als we de lat gelijk willen krijgen en vrouwen buitenshuis willen laten werken.
(Applause)
(Applaus)
Studies show that households with equal earning and equal responsibility also have half the divorce rate. And if that wasn't good enough motivation for everyone out there, they also have more -- how shall I say this on this stage? They know each other more in the biblical sense as well.
Studies tonen aan dat huishoudens met gelijke inkomens en gelijke verantwoordelijkheid maar half zo vaak scheiden. Als dat nog niet voldoende motivatie is voor iedereen, ze hebben ook meer -- hoe moet ik dat zeggen op dit podium? -- ze kennen elkaar ook vaker in de bijbelse zin.
(Cheers)
(Gejuich)
Message number three: Don't leave before you leave. I think there's a really deep irony to the fact that actions women are taking -- and I see this all the time -- with the objective of staying in the workforce actually lead to their eventually leaving. Here's what happens: We're all busy. Everyone's busy. A woman's busy. And she starts thinking about having a child, and from the moment she starts thinking about having a child, she starts thinking about making room for that child. "How am I going to fit this into everything else I'm doing?" And literally from that moment, she doesn't raise her hand anymore, she doesn't look for a promotion, she doesn't take on the new project, she doesn't say, "Me. I want to do that." She starts leaning back. The problem is that -- let's say she got pregnant that day, that day -- nine months of pregnancy, three months of maternity leave, six months to catch your breath -- Fast-forward two years, more often -- and as I've seen it -- women start thinking about this way earlier -- when they get engaged, or married, when they start thinking about having a child, which can take a long time. One woman came to see me about this. She looked a little young. And I said, "So are you and your husband thinking about having a baby?" And she said, "Oh no, I'm not married." She didn't even have a boyfriend.
Boodschap nummer drie: ga niet weg voor je weggaat. Ik denk dat het diep ironisch is dat dingen die vrouwen doen -- en ik zie dit aldoor gebeuren -- om aan de slag te blijven, er uiteindelijk toe leiden dat ze vertrekken. Het gaat zo: we hebben het allemaal druk, iedereen druk, vrouwen druk. Ze begint te denken aan een baby. Zodra ze daaraan begint te denken, begint ze te denken aan plaats maken voor dat kind. "Hoe ga ik dit inpassen in de rest van mijn activiteiten?" Letterlijk vanaf dat moment, steekt ze haar hand niet meer op, zoekt ze geen promotie, neemt ze het nieuwe project niet aan. Ze zegt niet: "Ik, ik wil dat doen." Ze begint achterover te leunen. Het probleem is dat -- veronderstel dat ze die dag zwanger werd -- negen maanden zwangerschap, drie maanden moederschapsrust, zes maanden om op adem te kopen -- doorspoelen naar twee jaar verder, en vaker -- zo heb ik het gezien -- beginnen vrouwen daar veel eerder aan te denken -- als ze zich verloven, als ze trouwen, als ze beginnen denken aan een baby, wat lang kan duren. Een vrouw kwam me hierover opzoeken. Ik keek haar aan -- ze zag er erg jong uit. Ik zei: "Denken jij en je man aan een baby?" Ze zei: "Oh nee, ik ben niet getrouwd." Ze had zelfs geen vriendje.
(Laughter)
Ik zei: "Je denkt hier
I said, "You're thinking about this just way too early."
gewoon veel te vroeg aan."
But the point is that what happens once you start kind of quietly leaning back? Everyone who's been through this -- and I'm here to tell you, once you have a child at home, your job better be really good to go back, because it's hard to leave that kid at home. Your job needs to be challenging. It needs to be rewarding. You need to feel like you're making a difference. And if two years ago you didn't take a promotion and some guy next to you did, if three years ago you stopped looking for new opportunities, you're going to be bored because you should have kept your foot on the gas pedal. Don't leave before you leave. Stay in. Keep your foot on the gas pedal, until the very day you need to leave to take a break for a child -- and then make your decisions. Don't make decisions too far in advance, particularly ones you're not even conscious you're making.
Het punt is: wat gebeurt er zodra je rustigjes achterover begint te leunen? Iedereen die dit heeft meegemaakt -- en ik kan je zeggen, zodra je een kind in huis hebt, kan je maar beter een goede baan hebben om naar terug te gaan, want het is moeilijk om dat kind thuis te laten -- je baan moet uitdagend zijn. Je baan moet voldoening schenken. Je moet het gevoel hebben dat je verschil maakt. Als je twee jaar geleden een promotie niet aannam en de kerel naast jou wel, als je drie jaar geleden stopte met uitkijken naar nieuwe kansen, dan zal je je vervelen, want je had je voet op het gaspedaal moeten houden. Ga niet weg voor je weggaat. Blijf erbij. Hou je voet op het gaspedaal tot de dag zelf waarop je moet vertrekken om een kinderpauze te nemen -- en beslis dan. Beslis niet te lang op voorhand, vooral niet als je niet eens beseft dat je beslist.
My generation really, sadly, is not going to change the numbers at the top. They're just not moving. We are not going to get to where 50 percent of the population -- in my generation, there will not be 50 percent of [women] at the top of any industry. But I'm hopeful that future generations can. I think a world where half of our countries and our companies were run by women, would be a better world. It's not just because people would know where the women's bathrooms are, even though that would be very helpful. I think it would be a better world. I have two children. I have a five-year-old son and a two-year-old daughter. I want my son to have a choice to contribute fully in the workforce or at home, and I want my daughter to have the choice to not just succeed, but to be liked for her accomplishments.
Mijn generatie zal helaas de aantallen aan de top echt niet veranderen. Ze trappelen ter plaatse. We zullen niet geraken tot waar 50 procent van de bevolking -- tijdens mijn generatie zullen er geen 50 procent zijn aan de top van enige bedrijfstak. Maar ik hoop dat toekomstige generaties dat kunnen. Ik denk dat een wereld waarin de helft van de landen en de bedrijven door vrouwen worden geleid, een betere wereld zou zijn. Dat is niet alleen omdat mensen de vrouwentoiletten zouden weten te vinden, ook al zou dat zeer nuttig zijn. Ik denk dat het een betere wereld zou zijn. Ik heb twee kinderen. Ik heb een zoon van vijf en een dochter van twee. Ik wil dat mijn zoon kan kiezen of hij buitenshuis of thuis zijn bijdrage levert. Ik wil dat mijn dochter kan kiezen om niet alleen te excelleren, maar ook aardig te worden gevonden om wat ze presteert.
Thank you.
Dankuwel.
(Applause)
(Applaus)