Good evening. My journey to this stage began when I came to America at the age of 17. You see, I'm one of the 84 million Americans who are immigrants or children of immigrants. Each of us has a dream when we come here, a dream that usually has to be rewritten and always has to be repurposed. I was one of the lucky ones. My revised dream led me to the work I do today: training immigrants to run for public office and leading a movement for inclusive democracy.
Goedenavond. Mijn reis naar dit podium begon toen ik in Amerika aankwam. Ik was toen 17 jaar. Ik ben één van de 84 miljoen Amerikanen die hier geïmmigreerd zijn, of kinderen zijn van migranten. Wanneer we hier aankomen, hebben we elk onze dromen. Maar deze dromen moeten vaak herschreven worden. Ze moeten altijd bijgesteld worden. Ik was één van de gelukkigen. Ik stelde mijn droom bij en koos voor het werk dat ik vandaag doe. Ik leid migranten op voor een job in de openbare sector en ik leid een beweging voor een inclusieve democratie.
But I don't want you to think it was a cakewalk, that America opened its arms wide and welcomed me. It's still not doing that. And I've learned a few lessons along the way that I wanted to share with you, because I think that together we can make American democracy better and stronger.
Maar dat verliep niet altijd van een leien dakje. Amerika heeft me niet zomaar in haar armen gesloten en verwelkomd. Dat is nog steeds niet gebeurd. Onderweg heb ik enkele lessen geleerd die ik nu met jullie wil delen, want ik denk dat we samen de Amerikaanse democratie kunnen verbeteren en versterken.
I was born in India, the world's largest democracy, and when I was four, my family moved to Belize, the world's smallest democracy perhaps. And at the age of 17, I moved to the United States, the world's greatest democracy. I came because I wanted to study English literature. You see, as a child, I buried my nose in books, and I thought, why not make a living doing that as an adult? But after I graduated from college and got a graduate degree, I found myself moving from one less ideal job to another. Maybe it was the optimism that I had about America that made me take a while to understand that things were not going to change. The door that I thought was open was actually just slightly ajar -- this door of America that would open wide if you had the right name, the right skin color, the right networks, but could just slam in your face if you had the wrong religion, the wrong immigration status, the wrong skin color. And I just couldn't accept that.
Ik ben geboren in India, de grootste democratie ter wereld. Toen ik vier jaar oud was, verhuisde mijn familie naar Belize, misschien wel de kleinste democratie ter wereld. En toen ik 17 jaar oud was, verhuisde ik naar Amerika, de mooiste democratie ter wereld. Ik kwam hiernaartoe om Engelse literatuur te studeren. Als kind zat ik al met mijn neus in de boeken en ik besloot dat ik daarvan mijn beroep wilde maken. Maar toen ik afgestudeerd was aan de universiteit en ik mijn diploma op zak had, zwierf ik van de ene onmogelijke baan naar de andere. Misschien was het wel mijn optimisme over Amerika waardoor ik even tijd nodig had voordat ik begreep dat sommige dingen niet zouden veranderen. Ik dacht dat de deur wagenwijd openstond, maar in feite stond ze slechts op een kier. De deur naar Amerika ging pas open als je de juiste familienaam had of de juiste huidskleur of de juiste connecties. Maar je krijgt de deur op je neus als je de verkeerde religie hebt, de verkeerde migrantenstatus of de verkeerde huidskleur. Dat kon ik niet aanvaarden.
So I started a career as a social entrepreneur, starting an organization for young people like myself -- I was young at the time that I started it -- who traced their heritage to the Indian subcontinent. In that work, I became and advocate for South Asians and other immigrants. I lobbied members of Congress on policy issues. I volunteered on election day to do exit polling. But I couldn't vote, and I couldn't run for office. So in 2000, when it was announced that the citizenship application fee was going to more than double from 95 dollars to 225 dollars, I decided it was time to apply before I could no longer afford it. I filled out a long application, answering questions about my current and my past affiliations. And once the application was submitted, there were fingerprints to be taken, a test to study for, endless hours of waiting in line. You might call it extreme vetting. And then in December of 2000, I joined hundreds of other immigrants in a hall in Brooklyn where we pledged our loyalty to a country that we had long considered home. My journey from international student to American citizen took 16 years, a short timeline when you compare it to other immigrant stories.
Dus begon ik 'n carrière als sociaal ondernemer. Ik begon een organisatie voor jongeren zoals ikzelf -- ik was toen nog veel jonger -- voor jongeren afkomstig van het Indisch subcontinent. Ik nam het op voor migranten uit Zuid-Azië en andere landen. Ik ging lobbyen bij Senaatsleden over politieke kwesties. Op de dag van de verkiezingen was ik vrijwilliger bij de exitpolls. Maar ik kon niet gaan stemmen of me verkiesbaar stellen. Dus toen in 2000 aangekondigd werd dat de kosten voor het aanvragen van het burgerschap zouden verhoogd worden van 95 naar 225 dollar, besloot ik om het burgerschap aan te vragen voor het te duur werd. Ik vulde de aanvraag in en beantwoorde vragen over mijn huidige en vroegere opvattingen. Eens de aanvraag verstuurd was, werden er vingerafdrukken afgenomen. Daarna moest ik een test afleggen en eindeloos aanschuiven in de rij. Het was in feite een extreme doorlichting. En dan, in december 2000, stond ik samen met honderden andere migranten in een zaal in Brooklyn waar we trouw zweerden aan een land dat we al lang als ons thuis beschouwden. Mijn reis van uitwisselingsstudent tot Amerikaans staatsburger duurde 16 jaar. Relatief kort, als je het vergelijkt met verhalen van andere migranten.
And soon after I had taken that formal step to becoming an American, the attacks of September 11, 2001, changed the immigration landscape for decades to come. My city, New York City, was reeling and healing, and in the midst of it, we were in an election cycle.
Vlak nadat ik de formele stap had ondernomen om Amerikaan te worden, veranderden de aanslagen van 11 september de toekomst voor migranten voor de volgende decennia. New York, mijn stad, probeerde er weer bovenop te geraken. En tegelijkertijd werden er verkiezingen gehouden.
Two things happened as we coped with loss and recovery in New York City. Voters elected Michael Bloomberg mayor of New York City. We also adopted by ballot referendum the Office of Immigrant Affairs for the City of New York. Five months after that election, the newly elected mayor appointed me the first Commissioner of Immigrant Affairs for this newly established office.
Er gebeurden twee dingen terwijl we het verlies in New York probeerden te boven te komen. Michael Bloomberg werd verkozen tot burgemeester van New York. En de volksraadpleging gaf ook z'n goedkeuring voor de oprichting van een kantoor voor migrantenzaken in New York. Vijf maanden na de verkiezingen duidde de nieuwe burgemeester mij aan als eerste Commissaris voor Immigrantenzaken bij deze nieuwe instelling.
I want you to come back to that time. I was a young immigrant woman from Belize. I had basically floundered in various jobs in America before I started a community-based organization in a church basement in Queens. The attacks of September 11 sent shock waves through my community. People who were members of my family, young people I had worked with, were experiencing harassment at schools, at workplaces and in airports. And now I was going to represent their concerns in government. No job felt more perfect for me.
Ik wil dat even plaatsen. Ik was 'n jonge immigrante uit Belize. In Amerika sukkelde ik van de ene in de andere baan. Daarna richtte ik een bedrijfje op in mijn gemeente, in de kelder van een kerkje, ergens in Queens. Mijn buurt was geschokt door de aanvallen van 11 september. Mijn familieleden en jonge mensen waarmee ik samenwerkte, werden lastig gevallen op school, op het werk en op de luchthaven. Nu wou ik hun belangen verdedigen namens de overheid. Het was de perfecte job voor me.
And here are two things I learned when I became Commissioner. First, well-meaning New Yorkers who were in city government holding government positions had no idea how scared immigrants were of law enforcement. Most of us don't really know the difference, do we, between a sheriff and local police and the FBI. And most of us, when we see someone in uniform going through our neighborhoods feel curiosity, if not concern. So if you're an undocumented parent, every day when you say goodbye to your child, send them off to school and go to work, you don't know what the chances are that you're going to see them at the end of the day. Because a raid at your workplace, a chance encounter with local police could change the course of your life forever.
Ik heb twee dingen geleerd als Commissaris. Ten eerste, goedbedoelende New Yorkers die openbare functies bekleden in het bestuur van New York, hebben er geen benul van hoe bang immigranten zijn voor de rechtshandhaving. De meesten onder ons kennen niet eens het verschil tussen een sheriff, de lokale politie en de FBI. En wanneer we iemand in uniform zien die door onze buurt loopt, zijn de meesten onder ons nieuwsgierig, of zelfs bezorgd. Als je een ouders bent zonder papieren neem je iedere dag afscheid van je kinderen, als je ze afzet aan de schoolpoort voor je gaat werken, niet wetend hoe groot de kans is dat je hen nog terugziet aan het eind van de dag. Een razzia op de werkvloer of een toevallige aanvaring met de politie kunnen je leven voor altijd veranderen.
The second thing I learned is that when people like me, who understood that fear, who had learned a new language, who had navigated new systems, when people like us were sitting at the table, we advocated for our communities' needs in a way that no one else could or would. I understood what that feeling of fear was like. People in my family were experiencing it. Young people I had worked with were being harassed, not just by classmates, but also by their teachers. My husband, then boyfriend, thought twice before he put a backpack on or grew a beard because he traveled so much.
Ten tweede leerde ik dat wanneer mensen zoals ik, die die angst begrijpen, die 'n nieuwe taal hebben geleerd, en nieuwe systemen hebben ontdekt... Als mensen zoals wij ook worden gehoord, kunnen we de belangen verdedigen van de gemeenschap als niemand anders. Ik begreep wat dat angstgevoel betekende. Mijn familieleden hadden het ondervonden. Jongeren waarmee ik werkte, werden lastiggevallen. Niet enkel door klasgenoten, maar ook door hun leerkrachten. Mijn man, toen nog mijn vriend, zou twee keer nadenken voor hij 'n rugzak gebruikte of een baard liet staan, want hij moest veel reizen.
What I learned in 2001 was that my vote mattered but that my voice and vantage point also mattered. And it's these three things -- immigrants' votes, voices and vantage points -- that I think can help make our democracy stronger. We actually have the power to change the outcome of elections, to introduce new issues into the policy debate and to change the face of the pale, male, stale leadership that we have in our country today.
In 2001 heb ik ontdekt dat mijn stem wel degelijk belangrijk is, maar dat mijn gezichtpunt er ook toe doet. Het zijn deze dingen -- de stem van de immigrant en z'n gezichtpunt -- die volgens mij onze democratie sterker kunnen maken. We hebben de macht om de uitkomst van de verkiezen te bepalen, om nieuwe onderwerpen te lanceren in het politieke debat. Om het gezicht van het vale, muffe, mannelijke leiderschap te veranderen, dat we vandaag in ons land hebben.
So how do we do that? Well, let's talk first about votes. It will come as no surprise to you that the majority of voters in America are white. But it might surprise you to know that one in three voters are black, Latino or Asian. But here's the thing: it doesn't just matter who can vote, it matters who does vote. So in 2012, half of the Latino and Asian-American voters did not vote.
Hoe moeten we dat doen? Laten we het eerst hebben over onze stem. Het verbaast jullie vast niet dat de meerderheid van de Amerikaanse kiezers blank is. Het verbaast jullie misschien wel dat één op drie kiezers Afro-Amerikaans, latino of Aziaat is. Maar het zit zo... Het doet er niet toe wie mag stemmen, maar wel wie effectief gaat stemmen. In 2012 ging de helft van de latino's en Aziatische Amerikanen niet stemmen.
And these votes matter not just in presidential elections. They matter in local and state elections. In 2015, Lan Diep, the eldest son of political refugees from Vietnam, ran for a seat in the San Jose City Council. He lost that election by 13 votes. This year, he dusted off those campaign shoes and went back to run for that seat, and this time he won, by 12 votes. Every one of our votes matters.
Deze stemmen doen ertoe, en niet enkel in presidentsverkiezingen, ook in lokale en regionale verkiezingen. In 2015 stelde Lan Diep, de oudste zoon van Vietnamese politieke vluchtelingen, zich verkiesbaar voor de gemeenteraad van San Jose. Hij verloor toen met dertien stemmen achterstand. Dit jaar besloot hij weer mee te doen. Hij stelde zich weer verkiesbaar voor hetzelfde ambt. Deze keer won hij, met twaalf stemmen voorsprong. Iedere stem doet ertoe.
And when people like Lan are sitting at the policy table, they can make a difference. We need those voices. We need those voices in part because American leadership does not look like America's residents. There are over 500,000 local and state offices in America. Fewer than 2 percent of those offices are held by Asian-Americans or Latinos, the two largest immigrant groups in our country. In the city of Yakima, Washington, where 49 percent of the population is Latino, there has never been a Latino on the city council until this year. Three newly elected Latinas joined the Yakima City Council in 2016. One of them is Carmen Méndez. She is a first-generation college student. She grew up partly in Colima, Mexico, and partly in Yakima, Washington. She's a single mother, a community advocate. Her voice on the Yakima City Council is advocating on behalf of the Latino community and of all Yakima residents. And she's a role model for her daughter and other Latinas.
Mensen als Lan kunnen het beleid mee vormgeven. Ze maken echt een verschil. We hebben die stemmen nodig. We hebben ze nodig omdat het Amerikaanse bestuur de Amerikaanse burgers niet weerspiegelt. Er zijn meer dan 500 000 lokale besturen in Amerika. Minder dan twee percent daarvan wordt geleid door Aziaten of latino's, de twee grootste immigrantengroepen in ons land. In de stad Yakima, in Washington, is 49 percent van de bevolking latino. Tot dit jaar heeft er nog nooit een latino gezeteld in het bestuur. In 2016 werden er drie latina's verkozen in het stadsbestuur van Yakima. Eén daarvan is Carmen Méndez. Ze is de eerste generatie die naar de universiteit kon. Ze is opgegroeid in Colima, in Mexico, en ook in Yakima, in Washington. Ze is een alleenstaande, geëngageerde moeder. Haar stem in het stadsbestuur van Yakima neemt het op voor de latinogemeenschap en alle inwoners van Yakima. Ze is een rolmodel voor haar dochter en andere latina's.
But the third most untapped resource in American democracy is the vantage point that immigrants bring. We have fought to be here. We have come for economic and educational opportunity. We have come for political and religious freedom. We have come in the pursuit of love. That dedication, that commitment to America we also bring to public service. People like Athena Salman, who just last week won the primary for a seat in the Arizona State House. Athena's father grew up in the West Bank and moved to Chicago, where he met her mother. Her mother is part Italian, part Mexican and part German. Together they moved to Arizona and built a life. Athena, when she gets to the statehouse, is going to fight for things like education funding that will help give families like hers a leg up so they can achieve the financial stability that we all are looking for.
De derde onontgonnen bron in de Amerikaanse democratie is het perspectief dat immigranten geven. We hebben gestreden om hier te mogen zijn. We zijn hier voor de economische en educatieve kansen. We zijn hier voor de politieke en religieuze vrijheid. We zijn hier op zoek naar liefde. Dat engagement, die toewijding aan Amerika brengen we ook in bij de openbare diensten. Mensen als Athena Salman, die net de vorige week de voorverkiezingen gewonnen heeft in de Kamer van Arizona. Athena's vader groeide op op de West Bank, verhuisde naar Chicago, en ontmoette daar haar moeder. Haar moeder is deels Italiaans, deels Mexicaans en deels Duits. Ze verhuisden naar Arizona en begonnen een nieuw leven. Als Athena het tot het parlement schopt, zal ze pleiten voor zaken als onderwijssubsidies, die families zoals die van haar 'n voorsprong kunnen geven, zodat ze de financiële stabiliteit kunnen bereiken waar we allemaal naar streven.
Immigrants' votes, voices and vantage points are what we all need to work to include in American democracy. It's not just my work. It's also yours. And it's not going to be easy. We never know what putting a new factor into an equation will do. And it's a little scary. You're scared that I'm going to take away your place at the table, and I'm scared that I'm never going to get a place at the table. And we're all scared that we're going to lose this country that we know and love. I'm scared you're going to take it away from me, and you're scared I'm going to take it away from you.
De stemmen en gezichtspunten van de immigranten zijn dingen die we zullen moeten inweven in de Amerikaanse democratie. Niet alleen ik, maar ook jullie. En het zal niet makkelijk zijn. We weten nooit wat een nieuwe factor in de formule voor gevolgen heeft. Dat is soms beangstigend. Jullie zijn bang dat ik jullie plaats aan de onderhandelingstafel zal afnemen. En ik ben bang dat ik nooit een plaats aan die tafel zal krijgen. En we zijn allemaal bang dat we het land kunnen verliezen dat we kennen en liefhebben. Ik ben bang dat jullie het van me zouden afnemen en jullie zijn bang dat ik alles van jullie zou afpakken.
Look, it's been a rough election year, a reminder that people with my immigration history could be removed at the whim of a leader. But I have fought to be in this country and I continue to do so every day. So my optimism never wavers, because I know that there are millions of immigrants just like me, in front of me, behind me and all around me. It's our country, too.
Het is 'n moeilijk verkiezingsjaar geweest. Het doet ons eraan herinneren dat mensen met 'n migratieverleden zoals het mijne het land uitgezet kunnen worden. Maar ik heb gestreden om in dit land te mogen zijn. En dat doe ik nog iedere dag. Mijn optimisme is niet klein te krijgen, want ik weet dat er miljoenen immigranten zijn, net als ik... Voor me, achter me, en overal om me heen. Het is ook ons land.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)