I'm here to tell you about the real search for alien life. Not little green humanoids arriving in shiny UFOs, although that would be nice. But it's the search for planets orbiting stars far away.
Ik kom jullie wat vertellen over de echte zoektocht naar buitenaards leven. Niet over kleine groene mannetjes in glanzende UFO's, hoewel dat mooi zou zijn, maar over de zoektocht naar planeten rond sterren ver weg.
Every star in our sky is a sun. And if our sun has planets -- Mercury, Venus, Earth, Mars, etc., surely those other stars should have planets also, and they do. And in the last two decades, astronomers have found thousands of exoplanets.
Elke ster in onze hemel is een zon. Als onze zon planeten heeft - Mercurius, Venus, Aarde, Mars, enz., hebben die andere sterren dat zeker ook, en dat is zo. In de laatste twee decennia hebben astronomen duizenden exoplaneten gevonden.
Our night sky is literally teeming with exoplanets. We know, statistically speaking, that every star has at least one planet. And in the search for planets, and in the future, planets that might be like Earth, we're able to help address some of the most amazing and mysterious questions that have faced humankind for centuries. Why are we here? Why does our universe exist? How did Earth form and evolve? How and why did life originate and populate our planet? The second question that we often think about is: Are we alone? Is there life out there? Who is out there? You know, this question has been around for thousands of years, since at least the time of the Greek philosophers. But I'm here to tell you just how close we're getting to finding out the answer to this question. It's the first time in human history that this really is within reach for us.
Onze nachtelijke hemel is letterlijk gevuld met exoplaneten. We weten dat statistisch gezien elke ster ten minste één planeet heeft. Bij onze zoektocht naar planeten zullen we in de toekomst planeten als Aarde vinden. Dan kunnen we een antwoord vinden op een aantal verbazingwekkende en mysterieuze vragen waar de mensheid al eeuwen mee wordt geconfronteerd. Waarom zijn we hier? Waarom bestaat ons universum? Hoe is Aarde gevormd en geëvolueerd? Hoe en waarom ontstond leven en bevolkte het onze planeet? De tweede vraag waar we vaak over nadenken, is: Zijn we alleen? Is er daarbuiten ook nog leven? Wie is daar? Deze vraag stellen we ons al duizenden jaren, minstens sinds de tijd van de Griekse filosofen. Maar ik kom jullie vertellen hoe dicht we al bij het antwoord op deze vraag komen. Het is de eerste keer dat dit echt binnen handbereik komt.
Now when I think about the possibilities for life out there, I think of the fact that our sun is but one of many stars. This is a photograph of a real galaxy, we think our Milky Way looks like this galaxy. It's a collection of bound stars. But our [sun] is one of hundreds of billions of stars and our galaxy is one of upwards of hundreds of billions of galaxies. Knowing that small planets are very common, you can just do the math. And there are just so many stars and so many planets out there, that surely, there must be life somewhere out there. Well, the biologists get furious with me for saying that, because we have absolutely no evidence for life beyond Earth yet.
Als ik nadenk over de mogelijkheden op leven daarbuiten, denk ik aan het feit dat onze zon slechts een van de vele sterren is. Dit is een foto van een sterrenstelsel. We denken dat onze Melkweg op dit sterrenstelsel lijkt. Het is een verzameling gebonden sterren. Maar onze [zon] is een van de honderden miljarden sterren en onze Melkweg is een van meer dan honderden miljarden sterrenstelsels. We weten dat kleine planeten zeer vaak voorkomen, reken maar na. Er zijn zo veel sterren en planeten dat er wel ergens leven moet zijn. Biologen worden hier kwaad over, want we hebben nog absoluut geen bewijs voor leven buiten Aarde.
Well, if we were able to look at our galaxy from the outside and zoom in to where our sun is, we see a real map of the stars. And the highlighted stars are those with known exoplanets. This is really just the tip of the iceberg. Here, this animation is zooming in onto our solar system. And you'll see here the planets as well as some spacecraft that are also orbiting our sun. Now if we can imagine going to the West Coast of North America, and looking out at the night sky, here's what we'd see on a spring night. And you can see the constellations overlaid and again, so many stars with planets. There's a special patch of the sky where we have thousands of planets.
Als we van buitenaf naar onze Melkweg konden kijken en inzoomen op onze zon, konden we een echte sterrenkaart zien. De gemarkeerde sterren zijn die met bekende exoplaneten. Dit is nog maar het topje van de ijsberg. Deze animatie zoomt in op ons zonnestelsel. Je ziet hier de planeten en ook een aantal ruimtevaartuigen in een baan om de zon. Stel je voor dat je naar de westkust van Noord-Amerika gaat en kijkt naar de nachtelijke hemel, dan zie je dit op een lentenacht. Je ziet de sterrenbeelden eroverheen gelegd en hopen sterren met planeten. Op een speciale plek zien we duizenden planeten.
This is where the Kepler Space Telescope focused for many years. Let's zoom in and look at one of the favorite exoplanets. This star is called Kepler-186f. It's a system of about five planets. And by the way, most of these exoplanets, we don't know too much about. We know their size, and their orbit and things like that. But there's a very special planet here called Kepler-186f. This planet is in a zone that is not too far from the star, so that the temperature may be just right for life. Here, the artist's conception is just zooming in and showing you what that planet might be like.
Daar werd de Kepler Ruimtetelescoop vele jaren op gericht. Laten we inzoomen en kijken naar een van de favoriete exoplaneten. Deze ster heet Kepler-186f. Het is een systeem met ongeveer vijf planeten. Over de meeste van deze exoplaneten weten we nog niet veel. We kennen hun grootte, hun baan en dat soort dingen. Maar een bijzondere planeet van Kepler-186f bevindt zich in een zone niet te ver van de ster, met misschien wel de juiste temperatuur voor leven. Hier zoomen we in op de weergave en tonen hoe die planeet er zou kunnen uitzien.
So, many people have this romantic notion of astronomers going to the telescope on a lonely mountaintop and looking at the spectacular night sky through a big telescope. But actually, we just work on our computers like everyone else, and we get our data by email or downloading from a database. So instead of coming here to tell you about the somewhat tedious nature of the data and data analysis and the complex computer models we make, I have a different way to try to explain to you some of the things that we're thinking about exoplanets.
Veel mensen hebben een nogal romantisch idee van astronomen die op een eenzame bergtop door een telescoop naar de spectaculaire nachtelijke hemel zitten te turen. Maar eigenlijk werken we net als iedereen gewoon op onze computers, en krijgen onze data via e-mail of downloaden ze van een database. In plaats van het hier te hebben over de ietwat vervelende gegevens, data-analyse en complexe computermodellen, zal ik op een andere manier proberen uit te leggen hoe we denken over exoplaneten.
Here's a travel poster: "Kepler-186f: Where the grass is always redder on the other side." That's because Kepler-186f orbits a red star, and we're just speculating that perhaps the plants there, if there is vegetation that does photosynthesis, it has different pigments and looks red. "Enjoy the gravity on HD 40307g, a Super-Earth." This planet is more massive than Earth and has a higher surface gravity. "Relax on Kepler-16b, where your shadow always has company." (Laughter) We know of a dozen planets that orbit two stars, and there's likely many more out there. If we could visit one of those planets, you literally would see two sunsets and have two shadows. So actually, science fiction got some things right. Tatooine from Star Wars. And I have a couple of other favorite exoplanets to tell you about. This one is Kepler-10b, it's a hot, hot planet. It orbits over 50 times closer to its star than our Earth does to our sun. And actually, it's so hot, we can't visit any of these planets, but if we could, we would melt long before we got there. We think the surface is hot enough to melt rock and has liquid lava lakes.
Hier is een reisposter voor Kepler-186f: waar het gras altijd roder is aan de andere kant. Dat komt omdat Kepler-186f rond een rode ster draait. We gokken dat de planten daar misschien, als er vegetatie is die aan fotosynthese doet, andere pigmenten hebben en rood lijken. "Geniet van de zwaartekracht op HD 40307g, een super-Aarde." Deze planeet is massiever dan Aarde en heeft een grotere zwaartekracht. "Ontspan op Kepler-16b, waar je schaduw altijd gezelschap heeft." (Gelach) We kennen een tiental planeten die rond twee sterren draaien, en er zijn er zeker nog veel meer van. Als we een van die planeten konden bezoeken, kon je twee zonsondergangen meemaken en twee schaduwen hebben. Science fiction kreeg op een aantal punten gelijk. Tatooine uit Star Wars. Ik heb nog wat andere favoriete exoplaneten om over te vertellen. Dit is Kepler-10b, een erg hete planeet. Hij draait meer dan 50 keer dichter bij zijn ster dan onze Aarde om onze zon. Het is er zo heet dat, als we ernaartoe zouden gaan, we zouden smelten voordat we er aankwamen. We denken dat het oppervlak heet genoeg is om rots te smelten en dat er meren van vloeibare lava zijn.
Gliese 1214b. This planet, we know the mass and the size and it has a fairly low density. It's somewhat warm. We actually don't know really anything about this planet, but one possibility is that it's a water world, like a scaled-up version of one of Jupiter's icy moons that might be 50 percent water by mass. And in this case, it would have a thick steam atmosphere overlaying an ocean, not of liquid water, but of an exotic form of water, a superfluid -- not quite a gas, not quite a liquid. And under that wouldn't be rock, but a form of high-pressure ice, like ice IX.
Gliese 1214B. Van deze planeet kennen we de massa en de grootte en hij heeft een relatief lage dichtheid. Hij is een beetje warm. We weten er eigenlijk niet veel over, maar één mogelijkheid is dat het een waterwereld is, als een opgeschaalde versie van een van de ijzige manen van Jupiter. 50 procent van zijn massa zou water kunnen zijn. Dan zou hij een atmosfeer hebben van dichte stoom boven een oceaan, niet van vloeibaar water, maar van een exotische vorm van water, een supervloeistof: niet helemaal gas, niet helemaal vloeistof. En daaronder geen rots, maar een vorm van hogedrukijs, zoals ice IX.
So out of all these planets out there, and the variety is just simply astonishing, we mostly want to find the planets that are Goldilocks planets, we call them. Not too big, not too small, not too hot, not too cold -- but just right for life. But to do that, we'd have to be able to look at the planet's atmosphere, because the atmosphere acts like a blanket trapping heat -- the greenhouse effect. We have to be able to assess the greenhouse gases on other planets. Well, science fiction got some things wrong. The Star Trek Enterprise had to travel vast distances at incredible speeds to orbit other planets so that First Officer Spock could analyze the atmosphere to see if the planet was habitable or if there were lifeforms there.
Van al die planeten, en de verscheidenheid is gewoon verbazingwekkend, zoeken we vooral naar Goudlokje-planeten. Niet te groot, niet te klein, niet te warm, niet te koud - maar precies goed voor het leven. Maar daarvoor moeten we iets weten over de atmosfeer van de planeet, want de atmosfeer werkt als een deken die warmte vasthoudt - het broeikaseffect. We moeten broeikasgassen op andere planeten kunnen inschatten. Soms sloeg Science fiction de bal eens mis. De Star Trek Enterprise moest enorme afstanden naar andere planeten aan ongelooflijke snelheden overbruggen zodat eerste officier Spock de atmosfeer zou kunnen analyseren om te zien of de planeet bewoonbaar was of dat er levensvormen waren.
Well, we don't need to travel at warp speeds to see other planet atmospheres, although I don't want to dissuade any budding engineers from figuring out how to do that. We actually can and do study planet atmospheres from here, from Earth orbit. This is a picture, a photograph of the Hubble Space Telescope taken by the shuttle Atlantis as it was departing after the last human space flight to Hubble. They installed a new camera, actually, that we use for exoplanet atmospheres. And so far, we've been able to study dozens of exoplanet atmospheres, about six of them in great detail. But those are not small planets like Earth. They're big, hot planets that are easy to see. We're not ready, we don't have the right technology yet to study small exoplanets. But nevertheless, I wanted to try to explain to you how we study exoplanet atmospheres.
We hoeven niet sneller dan het licht te reizen om de atmosfeer van andere planeten te zien, al wil ik geen ontluikende ingenieurs ontmoedigen om uit te zoeken hoe dat kan. We kunnen planeetatmosferen van hieruit, vanuit onze Aardbaan bestuderen. Dit is een foto van de Hubble Ruimtetelescoop genomen door de shuttle Atlantis toen ze vertrok na de laatste bemande ruimtevlucht naar Hubble. Ze installeerden een nieuwe camera voor de studie van exoplaneet-atmosferen. We hebben al tientallen exoplaneet-atmosferen bestudeerd, een zestal in groot detail. Maar dat zijn geen kleine planeten zoals Aarde. Het zijn grote, hete planeten die makkelijk te zien zijn. We zijn nog niet klaar, we hebben nog niet de juiste technologie om kleine exoplaneten te bestuderen. Maar niettemin wil ik toch uitleggen hoe we dat gaan doen.
I want you to imagine, for a moment, a rainbow. And if we could look at this rainbow closely, we would see that some dark lines are missing. And here's our sun, the white light of our sun split up, not by raindrops, but by a spectrograph. And you can see all these dark, vertical lines. Some are very narrow, some are wide, some are shaded at the edges. And this is actually how astronomers have studied objects in the heavens, literally, for over a century. So here, each different atom and molecule has a special set of lines, a fingerprint, if you will. And that's how we study exoplanet atmospheres. And I'll just never forget when I started working on exoplanet atmospheres 20 years ago, how many people told me, "This will never happen. We'll never be able to study them. Why are you bothering?" And that's why I'm pleased to tell you about all the atmospheres studied now, and this is really a field of its own. So when it comes to other planets, other Earths, in the future when we can observe them, what kind of gases would we be looking for? Well, you know, our own Earth has oxygen in the atmosphere to 20 percent by volume. That's a lot of oxygen. But without plants and photosynthetic life, there would be no oxygen, virtually no oxygen in our atmosphere. So oxygen is here because of life. And our goal then is to look for gases in other planet atmospheres, gases that don't belong, that we might be able to attribute to life. But which molecules should we search for? I actually told you how diverse exoplanets are. We expect that to continue in the future when we find other Earths.
Stel je een regenboog voor. Als je nauwlettend kijkt, kun je wat donkere lijnen zien. Hier is het witte licht van onze zon opgesplitst niet door regendruppels, maar door een spectrograaf. Je ziet al die donkere, verticale lijnen. Sommige zijn zeer smal, sommige breed, sommige vaag aan de randen. Zo hebben astronomen meer dan een eeuw lang objecten aan de hemel bestudeerd, letterlijk dan. Elk soort atoom en molecuul heeft een speciale set van lijnen, een vingerafdruk, zeg maar. Zo bestuderen we exoplaneet-atmosferen. Ik vergeet nooit hoeveel mensen mij 20 jaar geleden, toen ik aan exoplaneet-atmosferen begon te werken, vertelden: "Dat gaat nooit lukken. Het is de moeite niet." Daarom ben ik zo blij om jullie erover te vertellen. Het is echt een apart studiegebied geworden. Als het gaat om andere planeten, andere Aardes, die we gaan observeren, naar welke gassen zoeken we dan? Onze eigen Aarde heeft tot 20 volumeprocent zuurstof in de atmosfeer. Dat is veel zuurstof. Maar zonder planten en fotosynthetisch leven zou er vrijwel geen zuurstof in de atmosfeer zijn. Zuurstof komt van leven. Wij zoeken in atmosferen van andere planeten naar gassen, die er niet thuishoren, die we kunnen toeschrijven aan leven. Maar welke moleculen moeten we zoeken? Ik vertelde hoe divers exoplaneten zijn. We verwachten dat dat zo blijft als we andere Aardes vinden.
And that's one of the main things I'm working on now, I have a theory about this. It reminds me that nearly every day, I receive an email or emails from someone with a crazy theory about physics of gravity or cosmology or some such. So, please don't email me one of your crazy theories. (Laughter) Well, I had my own crazy theory. But, who does the MIT professor go to? Well, I emailed a Nobel Laureate in Physiology or Medicine and he said, "Sure, come and talk to me." So I brought my two biochemistry friends and we went to talk to him about our crazy theory. And that theory was that life produces all small molecules, so many molecules. Like, everything I could think of, but not being a chemist. Think about it: carbon dioxide, carbon monoxide, molecular hydrogen, molecular nitrogen, methane, methyl chloride -- so many gases. They also exist for other reasons, but just life even produces ozone. So we go to talk to him about this, and immediately, he shot down the theory. He found an example that didn't exist. So, we went back to the drawing board and we think we have found something very interesting in another field.
Dat is zowat het belangrijkste waar ik mee bezig ben. Ik heb er een theorie over. Dat doet me eraan denken dat ik bijna elke dag, e-mails ontvang van iemand met een knotsgekke theorie over de fysica van de zwaartekracht of kosmologie of iets dergelijks. Stuur me dus geen e-mail over een van je gekke theorieën. (Gelach) Maar ik had mijn eigen gekke theorie. Maar bij wie kan een MIT-professor daarmee terecht? Ik mailde een Nobelprijswinnaar voor fysiologie of geneeskunde. Hij zei: "Tuurlijk, kom maar eens babbelen." Ik bracht mijn twee biochemievrienden mee om te praten over onze gekke theorie. Die theorie was dat leven allerlei kleine moleculen produceert, hopen moleculen. Alles wat ik maar kon bedenken, maar ik ben geen chemicus. Denk er over na: kooldioxide, koolmonoxide, moleculaire waterstof, moleculaire stikstof, methaan, methylchloride - zoveel gassen. Ze zijn er ook om andere redenen, maar leven produceert zelfs ozon. We gingen er met hem over praten, maar hij schoot de theorie onmiddellijk af. Hij vond een voorbeeld dat dat niet bestond. Wij terug naar af en we denken dat we iets heel interessants op een ander gebied hebben gevonden.
But back to exoplanets, the point is that life produces so many different types of gases, literally thousands of gases. And so what we're doing now is just trying to figure out on which types of exoplanets, which gases could be attributed to life. And so when it comes time when we find gases in exoplanet atmospheres that we won't know if they're being produced by intelligent aliens or by trees, or a swamp, or even just by simple, single-celled microbial life.
Terug naar de exoplaneten. Feit is dat het leven zoveel verschillende soorten gassen produceert, letterlijk duizenden. Nu proberen we te achterhalen op welke soorten exoplaneten welke gassen toegeschreven kunnen worden aan het leven. Als we gassen gaan vinden in exoplaneet-atmosferen weten we niet of ze geproduceerd worden door intelligente buitenaardse wezens of door bomen, een moeras, of zelfs alleen maar door eenvoudig, eencellig microbieel leven.
So working on the models and thinking about biochemistry, it's all well and good. But a really big challenge ahead of us is: how? How are we going to find these planets? There are actually many ways to find planets, several different ways. But the one that I'm most focused on is how can we open a gateway so that in the future, we can find hundreds of Earths. We have a real shot at finding signs of life. And actually, I just finished leading a two-year project in this very special phase of a concept we call the starshade. And the starshade is a very specially shaped screen and the goal is to fly that starshade so it blocks out the light of a star so that the telescope can see the planets directly. Here, you can see myself and two team members holding up one small part of the starshade. It's shaped like a giant flower, and this is one of the prototype petals. The concept is that a starshade and telescope could launch together, with the petals unfurling from the stowed position. The central truss would expand, with the petals snapping into place. Now, this has to be made very precisely, literally, the petals to microns and they have to deploy to millimeters. And this whole structure would have to fly tens of thousands of kilometers away from the telescope. It's about tens of meters in diameter. And the goal is to block out the starlight to incredible precision so that we'd be able to see the planets directly. And it has to be a very special shape, because of the physics of defraction. Now this is a real project that we worked on, literally, you would not believe how hard. Just so you believe it's not just in movie format, here's a real photograph of a second-generation starshade deployment test bed in the lab. And in this case, I just wanted you to know that that central truss has heritage left over from large radio deployables in space.
Aan het model werken en nadenken over de biochemie is allemaal goed en wel. Maar een echt grote uitdaging is hoe we die planeten gaan vinden. Er zijn inderdaad vele manieren om planeten te vinden, verschillende manieren. Maar waar ik het meest op gebrand ben, is een manier om in de toekomst honderden Aardes te kunnen vinden. We hebben een echte kans om tekenen van leven te vinden. Ik ben net klaar met het leiden van een tweejarig project in deze zeer bijzondere fase van een concept dat we de 'starshade' noemen. De starshade is een zeer speciaal gevormd scherm. De starshade laten we zo vliegen dat hij het licht van een ster blokkeert zodat de telescoop de planeten direct kan zien. Hier kunnen jullie mij en twee teamleden zien met een klein onderdeel van de starshade. Hij heeft de vorm van een gigantische bloem, en dit is een prototype van de bloemblaadjes. De bedoeling is dat een starshade en een telescoop samen worden gelanceerd, en de bloemblaadjes zich ontvouwen op de opstellingsplaats. De centrale houder ontvouwt zich en de bloemblaadjes klikken vast op hun plaats. Dit moet zeer nauwkeurig worden gemaakt. De blaadjes micrometer nauwkeurig en het ontplooien millimeter nauwkeurig. Die hele structuur moet vliegen op tienduizenden kilometer van de telescoop. Met een diameter van tientallen meter. Het doel is het sterrenlicht ongelooflijk precies te blokkeren zodat we de planeten direct kunnen zien. Het moet een bijzondere vorm hebben vanwege de diffractiefysica. Dit is een project waar we hard aan gewerkt hebben, echt hard. Om jullie een idee te geven van de werkelijke grootte is hier een echte foto van een tweede generatie starshade testopstelling in het lab. Ik wil erop wijzen dat de centrale houder gerecupereerd is van grote opvouwbare ruimte-radioantennes.
So after all of that hard work where we try to think of all the crazy gases that might be out there, and we build the very complicated space telescopes that might be out there, what are we going to find? Well, in the best case, we will find an image of another exo-Earth. Here is Earth as a pale blue dot. And this is actually a real photograph of Earth taken by the Voyager 1 spacecraft, four billion miles away. And that red light is just scattered light in the camera optics.
Na al dat harde werk waarbij we nadachten over alle mogelijke gekke gassen en het bouwen van erg ingewikkelde telescopen die de ruimte in konden, vragen we ons af wat we gaan vinden. In het beste geval krijgen we een beeld van een andere exo-Aarde. Hier is Aarde als een bleekblauwe stip. Een echte foto van Aarde genomen door de Voyager 1 ruimtesonde op ruim 6 miljard kilometer afstand. Dat rode licht is gewoon door de camera-optiek verstrooid licht.
But what's so awesome to consider is that if there are intelligent aliens orbiting on a planet around a star near to us and they build complicated space telescopes of the kind that we're trying to build, all they'll see is this pale blue dot, a pinprick of light. And so sometimes, when I pause to think about my professional struggle and huge ambition, it's hard to think about that in contrast to the vastness of the universe. But nonetheless, I am devoting the rest of my life to finding another Earth.
Maar wat ik zo geweldig vind, is dat als er intelligente wezens op een planeet in een baan rond een ster in onze buurt zijn en ze ingewikkelde ruimtetelescopen bouwen van de soort die wij proberen bouwen, een bleekblauwe stip alles is wat ze zullen zien, een speldenprik van licht. Als ik af en toe eens nadenk over mijn professionele strijd en grote ambitie, is het moeilijk om erover na te denken in contrast met de uitgestrektheid van het universum. Maar toch wijd ik de rest van mijn leven aan het vinden van een andere Aarde.
And I can guarantee
Ik kan garanderen
that in the next generation of space telescopes, in the second generation, we will have the capability to find and identity other Earths. And the capability to split up the starlight so that we can look for gases and assess the greenhouse gases in the atmosphere, estimate the surface temperature, and look for signs of life.
dat we met de volgende generatie van ruimtetelescopen, de tweede generatie, andere Aardes kunnen vinden en identificeren. De mogelijkheid om sterrenlicht te splitsen zodat we gassen kunnen zoeken en de uitstoot van broeikasgassen beoordelen in de atmosfeer, de oppervlaktetemperatuur schatten en zoeken naar tekenen van leven.
But there's more. In this case of searching for other planets like Earth, we are making a new kind of map of the nearby stars and of the planets orbiting them, including [planets] that actually might be inhabitable by humans.
Maar er is meer. Bij het zoeken naar andere planeten zoals Aarde, maken we een nieuw soort kaart van de nabijgelegen sterren en de planeten eromheen. ook van de sterren die voor de mens onbewoonbaar zouden kunnen zijn.
And so I envision that our descendants, hundreds of years from now, will embark on an interstellar journey to other worlds. And they will look back at all of us as the generation who first found the Earth-like worlds.
Ik stel me voor dat onze nakomelingen, binnen honderden jaren, een interstellaire reis naar andere werelden gaan maken. Ze zullen op ons allemaal terugkijken als de generatie die voor het eerst Aarde-achtige werelden vond.
Thank you.
Dankjewel.
(Applause)
(Applaus)
June Cohen: And I give you, for a question, Rosetta Mission Manager Fred Jansen.
June Cohen: Rosetta Missie Manager Fred Jansen wil je iets vragen. Fred Jansen: Halfweg je talk zei je
Fred Jansen: You mentioned halfway through that the technology to actually look at the spectrum of an exoplanet like Earth is not there yet. When do you expect this will be there, and what's needed?
dat de technologie om naar het spectrum van een exoplaneet zoals Aarde te kijken er nog niet is. Wanneer verwacht je dat die er zal zijn en wat is ervoor nodig?
Actually, what we expect is what we call our next-generation Hubble telescope. And this is called the James Webb Space Telescope, and that will launch in 2018, and that's what we're going to do, we're going to look at a special kind of planet called transient exoplanets, and that will be our first shot at studying small planets for gases that might indicate the planet is habitable.
SS: Eigenlijk verwachten we onze volgende generatie Hubble Telescoop: de James Webb Ruimtetelescoop. Hij gaat in 2018 de ruimte in. We gaan kijken naar een speciaal soort planeten, de zogenaamde transiënte exoplaneten. Het zal de eerste keer zijn dat we kleine planeten kunnen onderzoeken op gassen die erop kunnen wijzen dat de planeet bewoonbaar is.
JC: I'm going to ask you one follow-up question, too, Sara, as the generalist. So I am really struck by the notion in your career of the opposition you faced, that when you began thinking about exoplanets, there was extreme skepticism in the scientific community that they existed, and you proved them wrong. What did it take to take that on?
JC: Sara, ik ga je als leek ook nog een vraag stellen. Ik ben echt getroffen door de tegenwerking waarmee je werd geconfronteerd, toen je met exoplaneten begon. Er was extreme scepsis over hun bestaan, en jij toonde hun ongelijk aan. Waarom ging je toch door?
SS: Well, the thing is that as scientists, we're supposed to be skeptical, because our job to make sure that what the other person is saying actually makes sense or not. But being a scientist, I think you've seen it from this session, it's like being an explorer. You have this immense curiosity, this stubbornness, this sort of resolute will that you will go forward no matter what other people say.
SS: Als wetenschappers worden we verondersteld sceptisch te zijn. We moeten nagaan of wat een ander zegt zinvol is of niet. Maar wetenschapper zijn, zoals je hebt gezien in deze sessie, is ook een beetje ontdekkingsreiziger zijn. Je hebt een immense nieuwsgierigheid, een koppigheid, een wil om door te gaan, ongeacht wat andere mensen zeggen.
JC: I love that. Thank you, Sara.
JC: Daar hou ik van. Dank je wel, Sara.
(Applause)
(Applaus)