My students often ask me, "What is sociology?" And I tell them it's the study of the way in which human beings are shaped by things that they don't see. And they say, "So, how can I be a sociologist? How can I understand those invisible forces?" And I say, "Empathy. Start with empathy. It all begins with empathy. Take yourself out of your shoes, put yourself into the shoes of another person."
Mijn studenten vragen me vaak: "Wat is sociologie?" En ik vertel ze: "Het is een studie over de manier waarop mensen worden gevormd door dingen die ze niet zien." Dan vragen ze: "Dus hoe kan ik socioloog worden? Hoe kan ik deze onzichtbare invloeden begrijpen?" En ik zeg: "Inlevingsvermogen." Begin met inlevingsvermogen. Het begint allemaal met inlevingsvermogen. Plaats jezelf uit je eigen schoenen, en in de schoenen van een ander."
Here, I'll give you an example. So I imagine my life if, a hundred years ago, China had been the most powerful nation in the world and they came to the United States in search of coal. And they found it, and, in fact, they found lots of it right here. And pretty soon, they began shipping that coal, ton by ton, railcar by railcar, boatload by boatload, back to China and elsewhere around the world. And they got fabulously wealthy in doing so. And they built beautiful cities all powered on that coal. And back here in the United States, we saw economic despair, deprivation. This is what I saw. I saw people struggling to get by, not knowing what was what and what was next. And I asked myself the question: How is it possible that we could be so poor here in the United States, because coal is such a wealthy resource; it's so much money? And I realize: because the Chinese ingratiated themselves with a small ruling class here in the United States, who stole all of that money and all of that wealth for themselves. And the rest of us, the vast majority of us, struggle to get by. And the Chinese gave this small ruling elite loads of military weapons and sophisticated technology in order to ensure that people like me would not speak out against this relationship. Does this sound familiar?
Hier, ik zal een voorbeeld geven. Dus ik stel me mijn leven voor, als honderd jaar geleden China de machtigste natie in de wereld zou zijn geweest en deze naar de VS zouden zijn gekomen op zoek naar steenkool, en ze hier grote hoeveelheden van gevonden zouden hebben. Vrij snel zouden ze die steenkool vervoeren, ton voor ton, trein voor trein, bootlading voor bootlading, naar China en andere plaatsen over de hele wereld. Ze zouden heel rijk geworden zijn door dit te doen. Ze zouden prachtige steden hebben gebouwd, en dat kwam allemaal door die steenkool. Hier in de Verenigde Staten zagen we economische wanhoop, ontberingen. Dit is wat ik zag. Ik zag mensen die moeite hadden met rondkomen, niet wetend wat wat was en wat er zou volgen. Toen stelde ik mijzelf de vraag. Ik zeg: "Hoe is het mogelijk dat we hier in Amerika zo arm zijn, omdat het steenkool zo winstgevend is, het is zo veel geld waard?" Ik besefte dat dat was omdat de Chinezen zichzelf geliefd hebben gemaakt bij een kleine leidinggevende klasse hier in de VS, die al dat geld hebben gestolen en al die weelde voor zichzelf houden. De anderen, de grote meerderheid, worstelt om rond te komen. De Chinezen gaven deze kleine leidinggevende elite heel veel militaire wapens en ingewikkelde technologie om zeker te weten dat mensen als ik deze relatie niet openlijk in vraag zouden stellen. Klinkt dit bekend?
And they did things like train Americans to help protect the coal. And everywhere, there were symbols of the Chinese -- everywhere, a constant reminder. And back in China, what do they say in China? Nothing! They don't talk about us. They don't talk about the coal. If you ask them, they'll say, "Well, you know, we need the coal. I mean, come on, I'm not going to turn down my thermostat. You can't expect that." And so, I get angry, and I get pissed, as do lots of average people. And we fight back, and it gets really ugly. And the Chinese respond in a very ugly way. And before we know it, they send in the tanks and they send in the troops. And lots of people are dying. And it's a very, very difficult situation.
Ze deden dingen zoals het trainen van Amerikanen om te helpen met het beschermen van de steenkool. Overal waren er symbolen van de Chinezen -- overal, een constante herinnering. En daar in China, wat zeggen ze in China? Niets. Ze praten niet over ons. Ze praten niet over steenkool. Als je het ze vraagt, dan zeggen ze: "Nou, over steenkool, die steenkool hebben we nodig. Ik bedoel, kom op, ik ga mijn thermostaat niet omlaag draaien. Dat kan je niet van me verwachten." Dus word ik boos, en ik word heel boos, zoals zoveel normale mensen. We vechten terug, en het gaat er lelijk aan toe. De Chinezen reageren op niet erg fraaie wijze. Voor we het weten sturen ze tanks. Dan sturen ze troepen, Veel mensen gaan dood. Het is een hele, hele moeilijke situatie.
Can you imagine what you would feel if you were in my shoes? Can you imagine walking out of this building and seeing a tank sitting out there, or a truck full of soldiers? Just imagine what you would feel, because you know why they're here; you know what they're doing here. And you just feel the anger and you feel the fear. If you can, that's empathy. That's empathy. You've left your shoes, and you've stood in mine. And you've got to feel that.
Kan jij je voorstellen wat je zou voelen als je in mijn schoenen zou staan? Kan je je voorstellen dat je dit gebouw uit loopt en dat je een tank ziet staan of een busje vol soldaten? Stel je gewoon voor wat je zou voelen. Want je weet waarom ze hier zijn en je weet wat ze hier doen. Je voelt gewoon woede en je voelt angst. Als je dat kan, dat is empathie -- dat is inlevingsvermogen. Je hebt je schoenen verlaten en in de mijne gestaan. Dat moet je voelen.
OK, so that's the warm-up. That's the warm-up. Now we're going to have the real radical experiment. So, for the remainder of my talk, what I want you to do is put yourselves in the shoes of an ordinary Arab Muslim living in the Middle East -- in particular, in Iraq. And so to help you, perhaps you're a member of this middle-class family in Baghdad. What you want is the best for your kids. You want your kids to have a better life. And you watch the news, you pay attention. You read the newspaper, you go down to the coffee shop with your friends, you read the newspapers from around the world. Sometimes you even watch satellite, CNN, from the United States. You have a sense of what the Americans are thinking. But really, you just want a better life for yourself. That's what you want. You're Arab Muslim living in Iraq. You want a better life for yourself.
Okay, dat was de opwarming. Dat is de opwarming. Nu gaan we een heel radicaal experiment doen. Voor de rest van mijn praatje wil ik dat je jezelf in de schoenen plaatst van een normale Arabische moslim die in het Midden-Oosten woont -- meer bepaald in Irak. Om je te helpen: misschien hoor je wel bij deze familie uit de middenklasse in Bagdad. Wat jij wil, is het beste voor je kinderen. Je wil dat je kinderen een beter leven hebben. Je bekijkt het nieuws. Je let goed op. Je leest de krant. Je gaat naar een cafeetje met je vrienden. Je leest de kranten van over de hele wereld. Soms kijk je zelfs satelliet-tv, CNN uit Amerika. Dus je hebt een beeld van wat de Amerikanen denken. Maar echt, je wil gewoon een beter leven voor jezelf. Dat is wat je wil. Je bent een Arabische moslim die in Irak woont. Je wil een beter leven voor jezelf.
So here, let me help you. Let me help you with some things that you might be thinking. Number one: this incursion into your land these past 20 years and before -- the reason anyone is interested in your land, and particularly the United States, is oil. It's all about oil; you know that, everybody knows that. People back in the United States know it's about oil. It's because somebody else has a design for your resource. It's your resource -- it's not somebody else's. It's your land; it's your resource. Somebody else has a design for it. And you know why they have a design? You know why they have their eyes set on it? Because they have an entire economic system that's dependent on that oil -- foreign oil, oil from other parts of the world that they don't own.
Dus hier, laat me je helpen. Laat me je helpen met een aantal dingen die jij misschien denkt. Ten eerste: deze inval in jouw land deze afgelopen 20 jaar, en daarvoor, de reden dat iemand geïnteresseerd is in jouw land, en met name de VS, dat is olie. Het gaat allemaal om olie. Jij weet dat. Iedereen weet dat. Mensen hier in de Verenigde Staten weten dat het om olie gaat. Het is zo omdat iemand anders een plan heeft voor jullie grondstof. Het is jullie grondstof, niet die van iemand anders. Het is jullie land. Het is jullie grondstof. Iemand anders heeft er een idee voor. Weet je waarom ze een idee hebben? Weet je waarom ze hun oog erop hebben laten vallen? Omdat ze een compleet economisch stelsel hebben dat volledig afhangt van die olie -- buitenlandse olie, olie van andere delen van de wereld die ze niet bezitten.
And what else do you think about these people? The Americans, they're rich. Come on, they live in big houses, they have big cars. They all have blond hair, blue eyes. They're happy. You think that. It's not true, of course, but that's the media impression. And that's what you get. And they have big cities, and the cities are all dependent on oil. And back home, what do you see? Poverty, despair, struggle. Look, you don't live in a wealthy country. I mean -- this is Iraq. This is what you see. You see people struggling to get by. It's not easy; you see a lot of poverty. And you feel something about this. These people have designs for your resource, and this is what you see?
Wat denk je nog meer over deze mensen? De Amerikanen, die zijn rijk. Kom op, ze wonen in grote huizen, ze hebben grote auto's. Ze hebben allemaal blond haar en blauwe ogen. Ze zijn gelukkig. Dat denk je. Dat is natuurlijk niet waar, maar dat is het beeld dat de media jou geeft. Ze hebben grote steden. De steden zijn allemaal afhankelijk van olie. En thuis, wat zie je daar? Armoede, wanhoop, strijd. Kijk, je woont niet in een rijk land. Dit is Irak. Dit is wat je ziet. Mensen hebben moeite met rondkomen. Ik bedoel, het is niet makkelijk. Je ziet veel armoede. En je voelt hier iets bij. Deze mensen hebben plannen voor jullie grondstof, en dit is wat je ziet?
Something else you see that you talk about -- Americans don't talk about this, but you do -- there's this thing, this militarization of the world, and it's centered right in the United States. And the United States is responsible for almost one half of the world's military spending. Four percent of the world's population! And you feel it; you see it every day. It's part of your life. And you talk about it with your friends. You read about it. And back when Saddam Hussein was in power, the Americans didn't care about his crimes. When he was gassing the Kurds and gassing Iran, they didn't care about it. When oil was at stake, somehow, suddenly, things mattered. And what you see, something else: the United States, the hub of democracy around the world -- they don't seem to really be supporting democratic countries all around the world. There are a lot of countries, oil-producing countries, that aren't very democratic, but supported by the United States. That's odd.
Je ziet nog iets waar je over praat -- Amerikanen praten hier niet over, maar jij wel. Er is een ding, de militarisering van de wereld, en het centrum ervan ligt in de VS. De Verenigde Staten zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van de militaire uitgaven over de hele wereld -- vier procent van de wereldbevolking. Je voelt dat. Je ziet dat iedere dag. Het is een deel van je leven. Je praat erover met je vrienden. Je leest erover. Toen Saddam Hoessein nog aan de macht was, maakte het de Amerikanen niet uit dat hij criminele dingen deed. Toen hij de Koerden en de Iraniërs vergaste, kon het ze niets schelen. Toen de olie op het spel stond, toen, ineens, gingen de dingen een rol spelen. Wat je ziet, nog zo iets, de Verenigde Staten, het centrum van democratie over de hele wereld, die lijken niet echt wereldwijd de democratische landen te steunen. Er zijn een heleboel landen, olieproducerende landen, die niet heel democratisch zijn, maar wel gesteund worden door de VS. Dat is raar.
Oh -- these incursions, these two wars, the 10 years of sanctions, the eight years of occupation, the insurgency that's been unleashed on your people, the tens of thousands, the hundreds of thousands of civilian deaths? All because of oil. You can't help but think that. You talk about it. It's in the forefront of your mind, always. You say, "How is that possible?" And this man, he's everyman -- your grandfather, your uncle, your father, your son, your neighbor, your professor, your student. Once a life of happiness and joy and suddenly, pain and sorrow. Everyone in your country has been touched by the violence, the bloodshed, the pain, the horror -- everybody. Not a single person in your country has not been touched.
Oh, deze invallen, deze twee oorlogen, de tien jaren van sancties, de acht jaren van bezetting, de oproer die op jullie mensen is losgelaten, de honderdduizenden burger-doden, allemaal om olie. Je kan er niets aan doen dat je dat denkt. Je praat erover. Het zit altijd vooraan in je gedachten. Je zegt: "Hoe is dat mogelijk?" Deze man, hij is iedere man -- Je opa, je oom, je vader, je zoon, je buurman, je leraar, je student. Ooit een leven van vreugde en blijdschap, en nu ineens pijn en leed. Iedereen in je land is geraakt door het geweld, het bloedvergieten, de pijn, de horror, iedereen. Geen enkele persoon in jouw land is niet geraakt.
But there's something else. There's something else about these people, these Americans who are there. There's something else about them that you see that they don't see themselves. And what do you see? They're Christians! They're Christians. They worship the Christian God, they have crosses, they carry Bibles. Their Bibles have a little insignia that says "US Army" on them. And their leaders, their leaders: before they send their sons and daughters off to war in your country -- and you know the reason -- before they send them off, they go to a Christian church, and they pray to their Christian God, and they ask for protection and guidance from that god. Why? Well, obviously, when people die in the war, they are Muslims, they are Iraqis -- they're not Americans. You don't want Americans to die -- "Protect Our Troops." And you feel something about that -- of course you do. And they do wonderful things. You read about it, you hear about it. They're there to build schools and help people. That's what they want to do. They do wonderful things, but they also do the bad things, and you can't tell the difference.
Maar er is nog iets. Er is nog iets met deze mensen, deze Amerikanen die nu hier zijn. Er is nog iets aan ze dat je ziet -- ze zien het zelf niet. Wat zie je? Het zijn christenen. Het zijn christenen. Ze vereren de christelijke god. Ze hebben kruisjes. Ze hebben bijbels bij zich. Hun bijbels hebben een klein embleem waar "Leger VS" op staat. Hun leiders -- Voordat ze hun zonen en dochters wegsturen, de oorlog in -- en je weet waarom -- voordat ze die wegsturen, gaan ze naar een christelijke kerk, en bidden ze tot hun christelijke god, en vragen ze om bescherming en hulp van deze god. Waarom? Blijkbaar is het zo dat als mensen in de oorlog sterven, het moslims zijn, en Irakezen -- het zijn geen Amerikanen. Je wil niet dat de Amerikanen sterven. Bescherm onze troepen. Je voelt daar iets bij -- Natuurlijk doe je dat. Ze doen prachtige dingen. Je leest erover, je hoort erover. Ze zijn er om scholen te bouwen en mensen te helpen. Dat is wat ze willen doen. Ze doen prachtige dingen, maar ze doen ook vreselijke dingen, en je kan het verschil niet zien. Deze man, je ziet een man als Luitenant Generaal William Boykin.
And this guy, you get a guy like Lt. Gen. William Boykin. Here's a guy who says that your god is a false god. Your god's an idol; his god is the true god. The solution to the problem in the Middle East, according to him, is to convert you all to Christianity -- just get rid of your religion. And you know that. Americans don't read about this guy. They don't know anything about him, but you do. You pass it around. You pass his words around. I mean, this is serious. You're afraid. He was one of the leading commanders in the second invasion of Iraq. And you're thinking, "My God, if this guy is saying that, then all the soldiers must be saying that." And this word here -- George Bush called this war a crusade. Man, the Americans, they're just like, "Ah, crusade. Whatever. I don't know what that means." You know what it means -- it's a holy war against Muslims. Look, invade, subdue them, take their resources. If they won't submit, kill them. That's what this is about. And you're thinking, "My God, these Christians are coming to kill us." This is frightening. You feel frightened. Of course you feel frightened.
Hier staat een man die zegt dat jouw god een valse god is. Jouw god is een idool, zijn god is de echte god. De oplossing voor het probleem in het Midden-Oosten, volgens hem, is om iedereen tot het christendom te bekeren -- gewoon je religie weggooien. Jij weet dat. Amerikanen lezen niets over deze man. Ze weten niets over hem, maar jij wel. Je verspreidt het. Je verspreidt zijn woorden. Ik bedoel, dit is ernstig. Hij was een van de leidende aanvoerders in de tweede invasie van Irak. Jij denkt: "God, als deze man dat zegt, dan zeggen vast alle soldaten dat." En dit woord hier, George Bush noemde deze oorlog een kruistocht. Man, de Amerikanen, die denken gewoon: "Oh, een kruistocht. Whatever. Ik weet het niet." Jij weet wat het betekent. Het is een heilige oorlog tegen moslims. Kijk, val binnen, onderwerp ze, pak hun grondstoffen. Als ze zich niet overgeven, vermoord ze. Dat is waar dit om gaat. Jij denkt: "Mijn God, deze christenen komen ons vermoorden." Dit is angstaanjagend. Je voelt je bang. Natuurlijk ben je bang.
And this man, Terry Jones: I mean here's a guy who wants to burn Qurans, right? And the Americans: "Ah, he's a knucklehead. He's a former hotel manager; he's got three dozen members of his church ..." They laugh him off. You don't laugh him off, because in the context of everything else, all the pieces fit. Of course this is how Americans think. So people all over the Middle East, not just in your country, are protesting. "He wants to burn Qurans, our holy book. These Christians -- who are these Christians? They're so evil, they're so mean -- this is what they're about?" This is what you're thinking as an Arab Muslim, as an Iraqi. Of course you're going to think this.
En deze man, Terry Jones: dit is een man die korans wil verbranden. De Amerikanen zeggen: "Oh, hij is gewoon dom. Hij was vroeger hotelmanager. Er zitten drie dozijn leden in zijn kerk." Ze lachen hem weg. Jij lacht hem niet weg. Want in de context van al het andere, passen alle puzzelstukjes in elkaar. Dit is hoe de Amerikanen het opvatten. Dus protesteren mensen in het hele Midden-Oosten, niet alleen in jouw land. "Hij wil korans verbranden, ons heilige boek. Deze christenen, wie zijn deze christenen? Ze zijn zo kwaadaardig, ze zijn zo gemeen -- Dit is waar het om draait." Dit is wat je denkt als Arabische moslim, als Irakees. Natuurlijk ga je zo denken.
And then your cousin says, "Hey coz, check out this website. You've got to see this -- Bible Boot Camp. These Christians are nuts! They're training their little kids to be soldiers for Jesus. They take little kids and run them through these things till they teach them how to say, 'Sir! Yes, sir!' and things like 'grenade toss' and 'weapons care and maintenance.' And go to the website -- it says 'US Army' right on it. I mean, these Christians, they're nuts. How can they do this to their little kids?" And you're reading this website. And of course, Christians in the United States, or anybody, says, "This is some little church in the middle of nowhere." You don't know that. For you, this is like, all Christians. It's all over the Web: "Bible Boot Camp." And look at this. They even teach their kids -- they train them in the same way the US Marines train. Isn't that interesting. And it scares you, and it frightens you.
En dan komt je neef, en die zegt: "Hey neef, kijk eens naar deze site. Dit moet je zien -- Bijbels Bootcamp. Deze christenen zijn gek. Ze trainen hun kleine kinderen om soldaten voor Jezus te worden. Ze leiden deze kleine kinderen hierdoor totdat ze hebben geleerd om te antwoorden met "Sir, Yes, Sir." Dingen als granaatwerpen en omgang met wapens en onderhoud. Je gaat naar de website. Er staat "Leger van de VS" op. Ik bedoel, deze christenen, die zijn gek. Hoe kunnen ze dit hun kleine kinderen aandoen?" Jij leest deze website. Christenen in Amerika, of iedereen, zegt natuurlijk: "Ach, dit is een of andere kleine kerk in een of ander gehucht." Jij weet dit niet. Voor jou is dit hoe alle christenen zijn. Het staat overal op het web, Bijbels Bootcamp. Kijk hier eens naar: ze geven hun kinderen zelfs les -- Ze trainen ze op dezelfde manier waarop de VS Mariniers trainen. Is dat niet interessant... Het maakt je bang, het geeft je angst.
So these guys, you see them. You see, I, Sam Richards -- I know who these guys are. They're my students, my friends; I know what they're thinking. You don't know. When you see them, they're something else. They're something else. That's what they are to you. We don't see it that way in the United States, but you see it that way. So here. Of course, you've got it wrong. You're generalizing. It's wrong. You don't understand the Americans. It's not a Christian invasion. We're not just there for oil; we're there for lots of reasons. You have it wrong. You've missed it. And of course, most of you don't support the insurgency; you don't support killing Americans; you don't support the terrorists. Of course you don't. Very few people do. But -- some of you do. And this is a perspective. OK. So now, here's what we're going to do.
Dus deze jongens, die zie je. Kijk, ik, Sam Richards, ik weet wie deze jongens zijn. Het zijn mijn studenten, mijn vrienden. Ik weet wat ze denken. Jij weet dat niet. Als jij ze ziet, zijn ze iets anders. Ze zijn iets anders. Dit is wat ze voor jou zijn. We zien ze niet op deze manier in Amerika. Maar jij ziet het wel zo. Dus. Natuurlijk zie je het verkeerd. Je generaliseert, het klopt niet. Je begrijpt de Amerikanen niet. Het is geen christelijke invasie. We zijn hier niet alleen voor de olie. We zijn hier om heel veel redenen. Jij hebt het verkeerd. Je snapt het niet. De meesten van jullie ondersteunen de opstand niet. Jij steunt het vermoorden van Amerikanen niet. Jij steunt de terroristen niet. Natuurlijk niet. Er zijn er maar weinig die dit wel doen. Maar sommigen van jullie doen dit wel. En dat is een perspectief. Okay, dus, dit is wat we gaan doen.
Step outside of your shoes that you're in right now, and step back into your normal shoes. So everyone's back in the room. OK? Now here comes the radical experiment. So we're all back home. This photo: this woman -- man, I feel her. I feel her. She's my sister, my wife, my cousin, my neighbor. She's anybody to me. These guys standing there, everybody in the photo -- I feel this photo, man. So here's what I want you to do.
Stap uit de schoenen die je nu draagt en stap terug in je normale schoenen. Dus iedereen is weer in deze kamer. Nu komt het radicale experiment. Dus we zijn allemaal weer thuis. Deze foto, deze vrouw, man, ik voel haar. Ik voel haar. Ze is mijn zus, mijn vrouw, mijn nicht, mijn buurvrouw. Zij is iedereen voor mij. Deze jongens die hier staan, iedereen op de foto. Ik voel deze foto, man. Dus dit is wat ik wil dat je doet.
Let's go back to my first example, of the Chinese. I want you to go there. It's all about coal, and the Chinese are here in the United States. What I want you to do is picture her as a Chinese woman receiving a Chinese flag because her loved one has died in America in the coal uprising. And the soldiers are Chinese, and everybody else is Chinese. As an American, how do you feel about this picture? What do you think about that scene?
Laten we teruggaan naar mijn eerste voorbeeld over de Chinezen. Ik wil dat je daar weer heen gaat. Het gaat allemaal om steenkool, en de Chinezen zijn hier in de Verenigde Staten. Ik wil dat je je deze vrouw als een Chinese vrouw voorstelt, die een Chinese vlag ontvangt omdat haar geliefde is gestorven in Amerika bij de rel om steenkool. De soldaten zijn Chinees, en iedereen is Chinees. Hoe voel jij je bij deze foto, als Amerikaan? Wat denk je over deze situatie?
OK, try this. Bring it back. This is the scene here. It's an American, American soldiers, American woman who lost her loved one in the Middle East, in Iraq or Afghanistan. Now, put yourself in the shoes, go back to the shoes of an Arab Muslim living in Iraq. What are you feeling and thinking about this photo, about this woman?
Ok, probeer dit. Kom terug. Dit is de situatie hier. Het is een Amerikaan, Amerikaanse soldaten, Amerikaanse vrouw die haar geliefde is verloren in het Midden-Oosten -- in Irak of Afghanistan. Stap nu in de schoenen, ga terug naar de schoenen van een Arabische moslim die in Irak woont. Wat voel je en denk je bij deze foto, bij deze vrouw?
OK, now follow me on this, because I'm taking a big risk here. And so I'm going to invite you to take a risk with me. These gentlemen here, they're insurgents. They were caught by the American soldiers, trying to kill Americans. And maybe they succeeded. Maybe they succeeded. Put yourself in the shoes of the Americans who caught them. Can you feel the rage? Can you feel that you just want to take these guys and wring their necks? Can you go there? It shouldn't be that difficult. You just -- oh, man. Now, put yourself in their shoes. Are they brutal killers or patriotic defenders? Which one? Can you feel their anger, their fear, their rage at what has happened in their country? Can you imagine that maybe one of them, in the morning, bent down to their child and hugged their child and said, "Dear, I'll be back later. I'm going out to defend your freedom, your lives. I'm going out to look out for us, the future of our country." Can you imagine that? Can you imagine saying that? Can you go there? What do you think they're feeling? You see, that's empathy. It's also understanding.
Ok. Probeer me nu te volgen, omdat ik een groot risico neem hier. Dus ik nodig jullie uit om dat risico met mij te nemen. Deze mannen hier zijn opstandelingen. Die zijn gepakt door de Amerikaanse soldaten, toen ze Amerikanen probeerden te vermoorden. Misschien is het ze gelukt. Misschien is het gelukt. Stap in de schoenen van de Amerikanen die ze hebben gepakt. Kan je hun woede voelen? Voel je dat je deze jongens gewoon wilt pakken en de nek wilt omdraaien? Kan je dat? Het zou niet zo moeilijk moeten zijn. Je voelt gewoon... Jemig. Stap in hun schoenen. Zijn zij gewetenloze moordenaars of vaderlandlievende verdedigers? Welke van de twee? Kan je hun woede voelen, hun angst, hun kwaadheid over wat er in hun land is gebeurd? Kun jij je voorstellen dat misschien een van hen vanochtend voor hun kind heeft geknield om het een knuffel te geven en gezegd heeft: "Schat, ik kom straks terug. Ik ga weg om jouw vrijheid te verdedigen, jullie levens. Ik ga voor ons zorgen, voor de toekomst van ons land." Kan je je dat voorstellen? Kan je je voorstellen dat je zo iets zegt? Kun je dat? Wat denk je dat ze nu voelen? Kijk, dat is empathie. Dat is ook begrijpen.
[understand]
Nu kun je vragen:
Now, you might ask, "OK, Sam, so why do you do this sort of thing? Why would you use this example of all examples?" And I say, because. You're allowed to hate these people. You're allowed to just hate them with every fiber of your being. And if I can get you to step into their shoes and walk an inch -- one tiny inch -- then imagine the kind of sociological analysis that you can do in all other aspects of your life. You can walk a mile when it comes to understanding why that person's driving 40 miles per hour in the passing lane; or your teenage son; or your neighbor who annoys you by cutting his lawn on Sunday mornings. Whatever it is, you can go so far. And this is what I tell my students: step outside of your tiny, little world. Step inside of the tiny, little world of somebody else. And then do it again and do it again and do it again. And suddenly, all these tiny, little worlds, they come together in this complex web. And they build a big, complex world. And suddenly, without realizing it, you're seeing the world differently. Everything has changed. Everything in your life has changed. And that's, of course, what this is about.
"Okay, Sam, waarom doe je zo iets? Waarom zou je nou juist dit als voorbeeld gebruiken?" Ik zeg, omdat... omdat. Omdat je deze mensen best mag haten. Je mag ze gewoon haten, met elke vezel van jouw zijn. Als het mij lukt om jou in hun schoenen te laten stappen en een centimeter te lopen, een kleine centimeter, stel je dan voor wat voor sociologische analyses je kunt maken bij alle andere delen van jouw leven? Je kunt een kilometer lopen als het gaat om het begrijpen van die persoon die bijna 60 kilometer per uur rijdt op de inhaalstrook, of je tienerzoon, of die buurman die je irriteert door zijn gras op zondagochtend te maaien. Wat het ook is, je kunt er zo ver mee komen. Dit is wat ik al mijn studenten ook vertel. Stap uit je kleine, kleine wereld. Stap in de kleine, kleine wereld van iemand anders. Doe het nog eens en nog eens en nog eens. Plotseling komen al die kleine, kleine wereldjes samen in een groot en complex web. Die bouwen een grote, complexe wereld. Plotseling, zonder dat je het door hebt, zie je de wereld anders. Alles is anders. Alles in je leven is veranderd. Dat is natuurlijk waar dit om gaat.
Attend to other lives, other visions. Listen to other people, enlighten ourselves. I'm not saying that I support the terrorists in Iraq. But as a sociologist, what I am saying is: I understand. And now perhaps -- perhaps -- you do, too.
Kijk naar andere levens, andere meningen. Luister naar andere mensen, verlicht jezelf. Ik zeg niet dat ik de terroristen in Irak steun, maar als socioloog zeg ik alleen dat ik ze begrijp. En jij nu misschien, heel misschien, ook.
Thank you.
Dank jullie wel.
(Applause)
(Applaus)