Khan Academy is most known for its collection of videos, so before I go any further, let me show you a little bit of a montage.
De Khan Academy is het best bekend om haar collectie video's. Voor ik verder ga zal ik jullie daarom een stukje videomontage tonen.
(Video) Salman Khan: So the hypotenuse is now going to be five. This animal's fossils are only found in this area of South America -- a nice clean band here -- and this part of Africa. We can integrate over the surface, and the notation usually is a capital sigma. National Assembly: They create the Committee of Public Safety, which sounds like a very nice committee. Notice, this is an aldehyde, and it's an alcohol. Start differentiating into effector and memory cells. A galaxy. Hey! There's another galaxy. Oh, look! There's another galaxy. And for dollars, is their 30 million, plus the 20 million dollars from the American manufacturer. If this does not blow your mind, then you have no emotion.
(Video) Salman Khan: Dus de hypotenusa zal vijf zijn. Deze fossielen zijn alleen te vinden in dit gebied van Zuid-Amerika - een mooie, duidelijke strook hier - en dit deel van Afrika. We kunnen integreren over het oppervlak, en de notatie is meestal een hoofdletter sigma. Nationale Vergadering: Ze vormen het Comité van Openbare Veiligheid, wat klinkt als een leuke commissie. Let op, dit is een aldehyde, en het is een alcohol. ...beginnen te differentiëren naar een effector- en geheugencellen. Een sterrenstelsel. Hé, daar is nog een sterrenstelsel. Oh kijk, daar is nog een sterrenstelsel. In dollars: hun 30 miljoen, plus de 20 miljoen dollar van de Amerikaanse fabrikant. Als je hier niet van versteld staat, dan heb je geen emotie.
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
(Live) SK: We now have on the order of 2,200 videos, covering everything from basic arithmetic, all the way to vector calculus, and some of the stuff that you saw up there. We have a million students a month using the site, watching on the order of 100 to 200,000 videos a day. But what we're going to talk about in this is how we're going to the next level. But before I do that, I want to talk a little bit about really just how I got started. And some of you all might know, about five years ago, I was an analyst at a hedge fund, and I was in Boston, and I was tutoring my cousins in New Orleans, remotely. And I started putting the first YouTube videos up, really just as a kind of nice-to-have, just kind of a supplement for my cousins, something that might give them a refresher or something.
SK: We hebben nu ongeveer 2.200 video's die alles omvatten, van elementair cijferen tot vectorcalculus, plus nog wat dingen die u daar zag. Eén miljoen leerlingen per maand gebruiken de site. Ze bekijken zowat 100 tot 200.000 video's per dag. Vandaag gaan we het hebben over hoe we het volgende niveau bereiken. Voor ik dat doe, wil ik even praten over hoe het allemaal begon. Misschien weten sommigen van jullie dat ik vijf jaar geleden analist was bij een hedge fund. Ik was in Boston en gaf op afstand les aan mijn neefjes in New Orleans. Ik ging de eerste video's op YouTube zetten, eigenlijk gewoon omdat dat leuk was, een extraatje voor mijn neefjes -- een soort geheugensteuntje of zo.
And as soon as I put those first YouTube videos up, something interesting happened. Actually, a bunch of interesting things happened. The first was the feedback from my cousins. They told me that they preferred me on YouTube than in person.
Zodra ik die eerste video's op YouTube zette, gebeurde er iets interessants. Er gebeurden een hoop interessante dingen. De eerste was de feedback van mijn neefjes. Ze vertelden me dat ze mij op YouTube liever hadden dan persoonlijk.
(Laughter)
(Gelach)
And once you get over the backhanded nature of that, there was actually something very profound there. They were saying that they preferred the automated version of their cousin to their cousin. At first it's very unintuitive, but when you think about it from their point of view, it makes a ton of sense. You have this situation where now they can pause and repeat their cousin, without feeling like they're wasting my time. If they have to review something that they should have learned a couple of weeks ago, or maybe a couple of years ago, they don't have to be embarrassed and ask their cousin. They can just watch those videos; if they're bored, they can go ahead. They can watch at their own time and pace. Probably the least-appreciated aspect of this is the notion that the very first time that you're trying to get your brain around a new concept, the very last thing you need is another human being saying, "Do you understand this?" And that's what was happening with the interaction with my cousins before, and now they can just do it in the intimacy of their own room.
Als je eenmaal over de dubbelzinnigheid heen bent, zit daar iets heel wezenlijks in. Ze zeiden dat ze liever de geautomatiseerde versie van hun neef hadden dan hun neef zelf. Eerst lijkt het tegenstrijdig, maar als je er echt goed over nadenkt vanuit hun standpunt, dan zit er wel iets in. In deze situatie kunnen ze hun neef stopzetten en herhalen, zonder dat ze het gevoel hebben dat ze mijn tijd verdoen. Als ze iets willen nakijken dat ze een paar weken eerder hadden moeten leren, of misschien een paar jaar geleden, dan hoeven ze het niet beschaamd aan hun neef te vragen. Ze kunnen gewoon de video's bekijken. Als ze zich vervelen kunnen ze verdergaan. Ze kunnen kijken op het tijdstip van hun keuze, in hun eigen tempo. Wat waarschijnlijk het minst begrepen aspect hiervan is, is deze notie: de allereerste keer, de allereerste keer dat je probeert om je hersenen vat te doen krijgen op een nieuw concept, dan is het allerlaatste wat je nodig hebt, een andere mens die zegt: "Snap je dit?" Zo liep de interactie met mijn neefjes voordien. Nu kunnen ze het gewoon doen in de intimiteit van hun eigen kamer.
The other thing that happened is -- I put them on YouTube just -- I saw no reason to make it private, so I let other people watch it, and then people started stumbling on it, and I started getting some comments and some letters and all sorts of feedback from random people around the world. These are just a few. This is actually from one of the original calculus videos. Someone wrote it on YouTube, it was a YouTube comment: "First time I smiled doing a derivative."
Er gebeurde nog iets -- Ik zette ze op YouTube, om -- Ik zag geen reden om het privé te houden, dus liet ik andere mensen meekijken. Mensen begonnen er per toeval op terecht te komen. Ik begon commentaar te krijgen, en brieven, en allerlei feedback, van willekeurige mensen uit de hele wereld. Hier is een selectie daarvan. Deze hoort bij een van de eerste video's over analyse. Iemand schreef op YouTube -- het was een YouTube-commentaar: "Eerste keer dat ik een afgeleide afwerkte met de glimlach."
(Laughter)
(Gelach)
Let's pause here. This person did a derivative, and then they smiled.
Laten we hier even halt houden. Deze persoon werkte een afgeleide af en glimlachte vervolgens.
(Laughter)
Toen antwoordde iemand op dit commentaar -- dit vind je op de thread,
In response to that same comment -- this is on the thread, you can go on YouTube and look at the comments -- someone else wrote: "Same thing here. I actually got a natural high and a good mood for the entire day, since I remember seeing all of this matrix text in class, and here I'm all like, 'I know kung fu.'"
je kan deze opmerkingen op YouTube gaan bekijken -- iemand anders schreef: "Hetzelfde hier. Ik werd er gewoon high van en was de hele dag goed geluimd. Ik herinner me dat ik deze matrixstof allemaal gezien heb op school, en hier voel ik me helemaal 'Ik kan kung fu!' ".
(Laughter)
(Gelach)
We get a lot of feedback along those lines. This clearly was helping people. But then, as the viewership kept growing and kept growing, I started getting letters from people, and it was starting to become clear that it was more than just a nice-to-have. This is just an excerpt from one of those letters: "My 12 year-old son has autism, and has had a terrible time with math. We have tried everything, viewed everything, bought everything. We stumbled on your video on decimals, and it got through. Then we went on to the dreaded fractions. Again, he got it. We could not believe it. He is so excited." And so you can imagine, here I was, an analyst at a hedge fund -- it was very strange for me to do something of social value.
We krijgen veel feedback in dezelfde zin. Mensen werden hier duidelijk door geholpen. Maar naarmate het aantal kijkers bleef groeien en groeien, begon ik brieven te krijgen van mensen, en het begon te duidelijk te worden dat het eigenlijk meer was dan een leuk hebbeding. Dit is slechts een fragment van een van die brieven. "Mijn zoon van 12 jaar heeft autisme en heeft het heel moeilijk met wiskunde. We hebben alles geprobeerd, alles bekeken, alles gekocht. We kwamen bij jouw video over decimalen terecht, en hij snapte het. Dan gingen we naar de gevreesde breuken. En weer snapte hij het. We konden het niet geloven. Hij is zo enthousiast." Stel je dus voor: daar zat ik dan, als hedgefundanalist. Het was heel vreemd voor mij om iets van maatschappelijke waarde te doen.
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
But I was excited, so I kept going. And then a few other things started to dawn on me; that not only would it help my cousins right now, or these people who were sending letters, but that this content will never grow old, that it could help their kids or their grandkids. If Isaac Newton had done YouTube videos on calculus, I wouldn't have to.
Maar ik vond het spannend, dus ik ging door. Toen begonnen een paar andere dingen me te dagen. Dat dit niet alleen mijn neefjes nu zou helpen, of de mensen die brieven stuurden, maar dat deze inhoud nooit zou verouderen, dat dit hun kinderen of hun kleinkinderen zou kunnen helpen. Als Isaac Newton YouTube-video's had gemaakt over analyse, dan hoefde ik het niet te doen.
(Laughter)
(Gelach)
Assuming he was good. We don't know.
Als we ervan uitgaan dat hij goed was. Dat weten we niet.
(Laughter)
(Gelach)
The other thing that happened -- and even at this point, I said, "OK, maybe it's a good supplement. It's good for motivated students. It's good for maybe home-schoolers." But I didn't think it would somehow penetrate the classroom. Then I started getting letters from teachers, and the teachers would write, saying, "We've used your videos to flip the classroom. You've given the lectures, so now what we do --" And this could happen in every classroom in America tomorrow -- "what I do is I assign the lectures for homework, and what used to be homework, I now have the students doing in the classroom."
Er gebeurde nog iets. Op dit punt zei ik: "Oké, misschien is het een goede aanvulling. Het is goed voor gemotiveerde leerlingen. Het is misschien goed voor het thuisonderwijs." Maar ik had niet gedacht dat het op een of andere manier zou doordringen tot in de klas. Maar toen begon ik brieven te krijgen van leerkrachten. De leerkrachten schreven: "Wij gebruiken je video's om de klas 180 graden te draaien. Jij hebt de les gegeven, dus wat we nu doen is ... " en dit zou morgen in elk klaslokaal in Amerika kunnen gebeuren - "... we geven je les als huiswerk op. Wat vroeger huiswerk was, laat ik de leerlingen nu in de klas doen."
And I want to pause here --
Ik wil hier even pauzeren.
(Applause)
(Applaus)
I want to pause here, because there's a couple of interesting things. One, when those teachers are doing that, there's the obvious benefit -- the benefit that now their students can enjoy the videos in the way that my cousins did, they can pause, repeat at their own pace, at their own time. But the more interesting thing -- and this is the unintuitive thing when you talk about technology in the classroom -- by removing the one-size-fits-all lecture from the classroom, and letting students have a self-paced lecture at home, then when you go to the classroom, letting them do work, having the teacher walk around, having the peers actually be able to interact with each other, these teachers have used technology to humanize the classroom. They took a fundamentally dehumanizing experience -- 30 kids with their fingers on their lips, not allowed to interact with each other. A teacher, no matter how good, has to give this one-size-fits-all lecture to 30 students -- blank faces, slightly antagonistic -- and now it's a human experience, now they're actually interacting with each other.
Ik wil hier even pauzeren, omdat ik een paar interessante dingen zie. Een, wanneer deze leraren dat doen, is er het onmiskenbare voordeel - het voordeel dat hun leerlingen nu de video's kunnen gebruiken zoals mijn neefjes dat deden. Ze kunnen pauzeren, herhalen op hun eigen tempo, binnen hun eigen tijd. Wat nog interessanter is -- en dit gaat tegen de intuïtie in, als het over technologie in de klas gaat -- je stapt af van de "eenheidsworst"-les voor de klas en laat leerlingen op hun eigen tempo thuis les volgen. Dan ga je naar de klas, laat ze werken, laat de leerkracht rondlopen, laat de kinderen er met elkaar over praten. Zo hebben deze leerkrachten technologie gebruikt om de klas menselijker te maken. Ze namen een fundamenteel ontmenselijkende ervaring - 30 kinderen met hun vingers op de lippen, die niet met elkaar mochten praten. Een leerkracht, hoe goed hij ook is, moet een "eenheidsworst"-les geven aan 30 leerlingen -- uitdrukkingsloos gezicht, ietwat vijandig. Nu is het een menselijke ervaring. Nu is er echt onderlinge interactie.
So once the Khan Academy -- I quit my job, and we turned into a real organization -- we're a not-for-profit -- the question is, how do we take this to the next level? How do we take what those teachers were doing to its natural conclusion? And so, what I'm showing over here, these are actual exercises that I started writing for my cousins. The ones I started were much more primitive. This is a more competent version of it. But the paradigm here is, we'll generate as many questions as you need, until you get that concept, until you get 10 in a row. And the Khan Academy videos are there. You get hints, the actual steps for that problem, if you don't know how to do it. The paradigm here seems like a very simple thing: 10 in a row, you move on. But it's fundamentally different than what's happening in classrooms right now.
Zodra de Khan Academy -- Ik gaf mijn job op en we werden een echte organisatie. We zijn een organisatie zonder winstbejag. De vraag is, hoe brengen we dit naar een hoger niveau? Hoe kunnen we wat die leerkrachten doen tot zijn logische eindpunt brengen? Ik toon jullie hier dus echte oefeningen die ik begon te schrijven voor mijn neefjes. In het begin waren ze veel primitiever. Dit is al een gevorderder versie. Het paradigma is dat we zoveel vragen genereren als jij nodig hebt tot je het concept snapt, tot je er 10 na elkaar goed hebt. Daar zijn de video's van de Khan Academy. Je krijgt tips, de stappen om het vraagstuk op te lossen als je niet weet hoe je het moet doen. Het paradigma is erg eenvoudig: 10 na elkaar goed, op naar de volgende. Het verschilt fundamenteel van wat tegenwoordig in de klas gebeurt. In een traditionele klas
In a traditional classroom, you have homework, lecture, homework, lecture, and then you have a snapshot exam. And that exam, whether you get a 70 percent, an 80 percent, a 90 percent or a 95 percent, the class moves on to the next topic. And even that 95 percent student -- what was the five percent they didn't know? Maybe they didn't know what happens when you raise something to the zeroth power. Then you build on that in the next concept. That's analogous to -- imagine learning to ride a bicycle. Maybe I give you a lecture ahead of time, and I give you a bicycle for two weeks, then I come back after two weeks, and say, "Well, let's see. You're having trouble taking left turns. You can't quite stop. You're an 80 percent bicyclist." So I put a big "C" stamp on your forehead --
krijg je afwisselend huiswerk, lessen, huiswerk, lessen en dan een examen - een momentopname. Of je op dat examen 70 haalt of 80, 90 of 95 procent, de klas gaat door naar het volgende onderwerp. Zelfs voor de leerling die 95 procent haalde, geldt: wat was de 5 procent die hij niet kende? Misschien wist hij niet wat er gebeurt als je iets tot de nulde macht verheft. En dan bouw je daarop verder bij het volgende onderwerp. Dat is alsof je leert fietsen en ik je vooraf les geef, en je dan twee weken lang een fiets geef, en ik dan na twee weken terugkom en zeg: "Even kijken. Jij hebt moeite met links afslaan. Je kan niet echt stoppen. Je bent een 80-procent-fietser." Dus zet ik een grote C-stempel op je voorhoofd
(Laughter)
en zeg ik: "Hier is een eenwieler."
and then I say, "Here's a unicycle."
(Laughter)
Hoe belachelijk dat ook klinkt,
But as ridiculous as that sounds, that's exactly what's happening in our classrooms right now. And the idea is you fast forward and good students start failing algebra all of the sudden, and start failing calculus all of the sudden, despite being smart, despite having good teachers, and it's usually because they have these Swiss cheese gaps that kept building throughout their foundation. So our model is: learn math the way you'd learn anything, like riding a bicycle. Stay on that bicycle. Fall off that bicycle. Do it as long as necessary, until you have mastery. The traditional model, it penalizes you for experimentation and failure, but it does not expect mastery. We encourage you to experiment. We encourage you to fail. But we do expect mastery.
dat is precies wat er gebeurt in onze klaslokalen tegenwoordig. Het idee is: als je verder doorspoelt en goede leerlingen plots problemen krijgen met algebra, en met analyse, ondanks het feit dat ze slim zijn en goede leerkrachten hebben, dan is het meestal omdat hun basis een Zwitserse kaas met gaten is. Ons model is dus: leer wiskunde zoals je alles leert, zoals je leert fietsen. Blijf op je fiets rijden. Val van die fiets. Doe dat zolang als nodig, tot je meesterschap verworven hebt. Het traditionele model straft je als je experimenteert en faalt, maar het verwacht geen meesterschap. Wij sporen je aan om te experimenteren en te falen. Maar we verwachten wel meesterschap.
This is just another one of the modules. This is trigonometry. This is shifting and reflecting functions. And they all fit together. We have about 90 of these right now. You can go to the site right now, it's all free, not trying to sell anything. But the general idea is that they all fit into this knowledge map. That top node right there, that's literally single-digit addition, it's like one plus one is equal to two. The paradigm is, once you get 10 in a row on that, it keeps forwarding you to more and more advanced modules.
Dit is gewoon een van de modules. Dit is driehoeksmeetkunde. Dit is functies verschuiven en spiegelen. Ze passen allemaal in elkaar. We hebben er nu ongeveer 90. Je kan naar de site gaan. Hij is helemaal gratis. We proberen niets te verkopen. De idee is dat ze allemaal in deze kennisboom passen. Dat bovenste knooppunt daar, dat is letterlijk optellen met één cijfer. Eén plus één is twee. Het paradigma is: zodra je er 10 na elkaar goed hebt, stuurt het je verder naar steeds meer gevorderde modules. Als je steeds verder afdaalt in de kennisboom,
Further down the knowledge map, we're getting into more advanced arithmetic. Further down, you start getting into pre-algebra and early algebra. Further down, you start getting into algebra one, algebra two, a little bit of precalculus. And the idea is, from this we can actually teach everything -- well, everything that can be taught in this type of a framework. So you can imagine -- and this is what we are working on -- from this knowledge map, you have logic, you have computer programming, you have grammar, you have genetics, all based off of that core of, if you know this and that, now you're ready for this next concept. Now that can work well for an individual learner, and I encourage you to do it with your kids, but I also encourage everyone in the audience to do it yourself. It'll change what happens at the dinner table.
komen we bij gevorderd cijferen. Verder naar beneden kom je in pre-algebra en eenvoudige algebra. Verder naar beneden kom je in algebra één, algebra twee en een beetje analyse terecht. De idee is dat we op deze basis alles kunnen onderwijzen -- alles dat kan worden onderwezen in dit soort kader. Je kan je dus voorstellen -- en daar werken we aan -- dat je op basis van deze kennisboom logica hebt, computerprogrammering, grammatica, genetica, allemaal op basis van die kern van "als je dit en dat weet, ben je klaar voor het volgende concept." Dat kan goed werken voor een individuele leerling. Ik moedig jullie allemaal aan om het met je kinderen te doen. Maar ik moedig je ook aan om het zelf te doen. Het zal impact hebben op het gebeuren tijdens de maaltijd.
But what we want to do is use the natural conclusion of the flipping of the classroom that those early teachers had emailed me about. And so what I'm showing you here, this is data from a pilot in the Los Altos school district, where they took two fifth-grade classes and two seventh-grade classes, and completely gutted their old math curriculum. These kids aren't using textbooks, or getting one-size-fits-all lectures. They're doing Khan Academy, that software, for roughly half of their math class. I want to be clear: we don't view this as a complete math education. What it does is -- this is what's happening in Los Altos -- it frees up time -- it's the blocking and tackling, making sure you know how to move through a system of equations, and it frees up time for the simulations, for the games, for the mechanics, for the robot-building, for the estimating how high that hill is based on its shadow.
Wij willen gebruik maken van het logische eindpunt van de 180°-omkering van de klas waarover die vroege leerkrachten mij hadden gemaild. Wat ik jullie hier toon, zijn gegevens van een pilootschool in het schooldistrict Los Altos. Ze namen twee klassen van de 10-jarigen en twee van 12-jarigen en beenden hun oude wiskundecurriculum helemaal uit. Deze kinderen gebruiken geen handboeken. Ze krijgen geen "eenheidsworst"-lessen. Ze doen Khan Academy. Ze gebruiken de software voor ongeveer de helft van de wiskundeles. Laat me duidelijk zijn: we zien dit niet als de volledige wiskundeles. Het effect hiervan is -- en dat gebeurt in Los Altos -- dat er tijd vrijkomt. Dit is blokkeren en aanpaken, zorgen dat je een stelsel van vergelijkingen kan afwerken. Dat maakt tijd vrij voor simulaties, games, mechanica, robots bouwen, schatten hoe hoog die heuvel is op basis van zijn schaduw.
And so the paradigm is the teacher walks in every day, every kid works at their own pace -- this is actually a live dashboard from the Los Altos school district -- and they look at this dashboard. Every row is a student. Every column is one of those concepts. Green means the student's already proficient. Blue means they're working on it -- no need to worry. Red means they're stuck. And what the teacher does is literally just say, "Let me intervene on the red kids." Or even better, "Let me get one of the green kids, who are already proficient in that concept, to be the first line of attack, and actually tutor their peer."
Het paradigma is dat de leerkracht elke dag binnenkomt, dat elk kind op zijn eigen tempo werkt -- en dit is een live dashboard van het schooldistrict Los Altos -- en dat ze dit dashboard bekijken. Elke rij is een student. Elke kolom is een van die concepten. Groen betekent dat de leerling het al onder de knie heeft. Blauw betekent dat ze eraan werken -- komt in orde. Rood betekent dat ze vastzitten. En wat de leraar doet is letterlijk alleen maar zeggen: "Laat me ingrijpen op de rode kinderen." Of nog beter "Laat me een van de groene kinderen roepen, die dat concept al onder de knie hebben, om de eerste aanvalslinie te vormen en hun klasgenoten te coachen.
(Applause)
(Applaus)
Now, I come from a very data-centric reality, so we don't want that teacher to even go and intervene and have to ask the kid awkward questions: "What don't you understand? What do you understand?" and all the rest. So our paradigm is to arm teachers with as much data as possible -- data that, in any other field, is expected, in finance, marketing, manufacturing -- so the teachers can diagnose what's wrong with the students so they can make their interaction as productive as possible. Now teachers know exactly what the students have been up to, how long they've spent each day, what videos they've watched, when did they pause the videos, what did they stop watching, what exercises are they using, what have they focused on? The outer circle shows what exercises they were focused on. The inner circle shows the videos they're focused on. The data gets pretty granular, so you can see the exact problems the student got right or wrong. Red is wrong, blue is right. The leftmost question is the first one the student attempted. They watched the video over there. And you can see, eventually they were able to get 10 in a row. It's almost like you can see them learning over those last 10 problems. They also got faster -- the height is how long it took them.
Ik kom uit een omgeving die erg op data is gericht. We willen niet dat de leerkracht tussenbeide moet komen en het kind rare vragen moet stellen, als: "Dus wat begrijp je niet?" of "Wat begrijp je wel?" enzovoort. Ons paradigma is dat we de leerkrachten met zoveel mogelijk gegevens wapenen. Echte gegevens, zoals dat in ongeveer elk ander domein wordt verwacht, of het nu financiën, marketing of productie is. De leerkrachten kunnen vaststellen wat er fout gaat met de leerlingen. Zo kunnen ze hun interactie zo productief mogelijk maken. De leerkrachten weten nu dus perfect wat de leerlingen hebben gedaan, hoe lang ze elke dag hebben gewerkt, welke video's ze hebben bekeken, wanneer ze ze hebben stopgezet, welke video ze niet uitkeken, welke oefeningen ze gebruiken, waarop ze zich hebben geconcentreerd. De buitenste cirkel toont op welke oefeningen ze zich hebben geconcentreerd. De binnenste cirkel toont op welke video's ze zich concentreren. De gegevens zijn erg verfijnd, zodat je precies kan zien welke vraagstukken die leerling goed of fout had. Rood is fout, blauw is goed. De meest linkse vraag is de eerste vraag die de leerling heeft geprobeerd. Ze keken naar die video daar. Zoals je kan zien, haalden ze er uiteindelijk tien op een rij. Het is bijna alsof je ze kan zien leren tijdens die laatste 10 vraagstukken. Ze werden ook sneller. De hoogte zegt hoe lang het duurde.
When you talk about self-paced learning, it makes sense for everyone -- in education-speak, "differentiated learning" -- but it's kind of crazy, what happens when you see it in a classroom. Because every time we've done this, in every classroom we've done, over and over again, if you go five days into it, there's a group of kids who've raced ahead and a group who are a little bit slower. In a traditional model, in a snapshot assessment, you say, "These are the gifted kids, these are the slow kids. Maybe they should be tracked differently. Maybe we should put them in different classes." But when you let students work at their own pace -- we see it over and over again -- you see students who took a little bit extra time on one concept or the other, but once they get through that concept, they just race ahead. And so the same kids that you thought were slow six weeks ago, you now would think are gifted. And we're seeing it over and over again. It makes you really wonder how much all of the labels maybe a lot of us have benefited from were really just due to a coincidence of time.
Als je praat over leren op je eigen tempo, dan is dat zinvol voor iedereen -- in onderwijsjargon: gedifferentieerd leren -- maar het is nogal gek als je het in een klas ziet. Elke keer als we dit deden, in elke klas waarin we het deden, telkens opnieuw, zie je dat na vijf dagen een groep kinderen pijlsnel vooruitgaan en een groep kinderen een beetje trager zijn. Als je in een traditioneel model een momentopname zou maken, zou je zeggen: "Dat zijn de getalenteerde kinderen. Dat zijn de trage kinderen. Misschien moeten we ze anders opvolgen. Misschien moeten we ze in afzonderlijke klassen stoppen." Maar als je elke leerling op zijn eigen tempo laat werken -- we zien dat keer op keer -- dan zie je leerlingen die wat meer tijd besteedden aan het ene of het andere concept, maar als ze dat doorhebben, gaan ze pijlsnel vooruit. Dezelfde kinderen waarvan je 6 weken geleden dacht dat ze traag waren, zou je nu als begaafd beschouwen. We zien dat keer op keer. Het doet je echt bedenken hoezeer alle etiketten waarvan velen van ons hebben geprofiteerd, eigenlijk gewoon aan een toevallige momentopname te danken waren.
Now as valuable as something like this is in a district like Los Altos, our goal is to use technology to humanize, not just in Los Altos, but on a global scale, what's happening in education. And that brings up an interesting point. A lot of the effort in humanizing the classroom is focused on student-to-teacher ratios. In our mind, the relevant metric is: student-to-valuable-human-time- with-the-teacher ratio. So in a traditional model, most of the teacher's time is spent doing lectures and grading and whatnot. Maybe five percent of their time is sitting next to students and working with them. Now, 100 percent of their time is. So once again, using technology, not just flipping the classroom, you're humanizing the classroom, I'd argue, by a factor of five or 10.
Hoe waardevol dit ook is in een district zoals Los Altos, ons doel is om technologie te gebruiken, om niet alleen in Los Altos, maar wereldwijd het onderwijs te vermenselijken. Dat brengt ons bij een interessant gegeven. Veel inspanningen bij het menselijker maken van de klas zijn gericht op de verhouding leerling / leerkracht. Voor ons is het relevante getal de verhouding leerling / waardevolle-menselijke-tijd- met-de-leerkracht. In een traditioneel model gaat het grootste deel van de tijd van de leerkracht naar lesgeven en punten geven enzovoort. Ze besteden misschien 5 procent van hun tijd aan naast de leerlingen zitten en met hen aan de slag gaan. Nu is dat 100 procent van hun tijd. Dus nogmaals, door het gebruik van technologie, niet alleen door de klas 180° te draaien, vermenselijk je de klas volgens mij met een factor 5 of 10.
As valuable as that is in Los Altos, imagine what it does to the adult learner, who's embarrassed to go back and learn stuff they should have known before going back to college. Imagine what it does to a street kid in Calcutta, who has to help his family during the day, and that's the reason he or she can't go to school. Now they can spend two hours a day and remediate, or get up to speed and not feel embarrassed about what they do or don't know. Now imagine what happens where -- we talked about the peers teaching each other inside of a classroom. But this is all one system. There's no reason why you can't have that peer-to-peer tutoring beyond that one classroom. Imagine what happens if that student in Calcutta all of the sudden can tutor your son, or your son can tutor that kid in Calcutta. And I think what you'll see emerging is this notion of a global one-world classroom. And that's essentially what we're trying to build.
Dat is heel waardevol in Los Altos. Maar stel je voor wat het betekent voor de volwassen leerling die zich schaamt om opnieuw dingen te gaan leren die hij al zou moeten hebben geleerd, voor hij opnieuw gaat studeren. Stel je voor wat het betekent voor een straatkind in Calcutta dat overdag zijn of haar familie moet helpen en daardoor niet naar school kan gaan. Nu kunnen ze twee uur per dag spenderen aan bijspijkeren, of sneller worden en zich niet schamen over wat ze al dan niet weten. Stel je nu eens wat er gebeurt, waar - we hadden het over leerlingen die elkaar onderrichten in klasverband. Maar dit systeem is één geheel. Er is geen reden waarom je geen leerling-leerling-onderwijs kan hebben buiten dat klasverband. Stel je voor wat er gebeurt als die leerling in Calcutta plots jouw zoon les kan geven, of als jouw zoon dat kind in Calcutta les kan geven. Wat je dan zal zien opkomen, is volgens mij de idee van één globale wereldklas. Dat is eigenlijk wat we proberen te bereiken.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)
Bill Gates: I'll ask about two or three questions.
Salman Khan: Oh, OK.
(Applause continues)
(Applause ends)
Bill Gates: Ik heb je in het systeem een aantal dingen zien doen
BG: I've seen some things you're doing in the system, that have to do with motivation and feedback -- energy points, merit badges. Tell me what you're thinking there.
die te maken hebben met met motivatie en feedback - energiepunten, badges van verdienste. Wat is je idee daarachter?
SK: Oh yeah. No, we have an awesome team working on it. I have to be clear, it's not just me anymore. I'm still doing all the videos, but we have a rock-star team doing the software. We've put a bunch of game mechanics in there, where you get badges, we're going to start having leader boards by area, you get points. It's actually been pretty interesting. Just the wording of the badging, or how many points you get for doing something, we see on a system-wide basis, like tens of thousands of fifth-graders or sixth-graders going one direction or another, depending what badge you give them.
SK: Oh ja. We werken eraan met een geweldig team. Laat me duidelijk zijn: ik sta er niet meer alleen voor. Ik doe nog steeds alle video's, maar we hebben een sterrenploeg die de software maakt. We hebben er inderdaad een paar spelmechanismen in gestopt, waarbij je badges krijgt. We gaan beginnen met ranglijsten per domein. Je krijgt punten. Het is heel interessant. De naam van de badge, of hoeveel punten je krijgt om iets te doen, maken dat we over het hele systeem zien hoe tienduizenden kinderen van 10 of 11 jaar de ene of de andere richting uitgaan, afhankelijk van de badge die je ze geeft.
(Laughter)
(Gelach)
BG: And the collaboration you're doing with Los Altos, how did that come about?
BG: Je samenwerking met Los Altos, hoe is die tot stand gekomen?
SK: Los Altos, it was kind of crazy. Once again, I didn't expect it to be used in classrooms. Someone from their board came and said, "What would you do if you had carte Blanche in a classroom?" I said, "Well, every student would work at their own pace, on something like this, we'd give a dashboard." They said, "This is kind of radical. We have to think about it." Me and the rest of the team were like, "They're never going to want to do this." But literally the next day they were like, "Can you start in two weeks?"
SK: Los Altos is een beetje een gek verhaal. Nogmaals, ik had niet verwacht dat dit gebruikt zou worden in de klas. Iemand van het bestuur kwam me zeggen: "Wat zou je doen als je de vrije hand kreeg in een klas?" Ik zei: "Ik zou elke leerling op zijn tempo laten werken aan zoiets, en we zouden een dashboard maken." Zij zeiden: "Dat is nogal radicaal. We moeten erover nadenken." De rest van het team en ik hadden zoiets van: "Dat gaan ze nooit willen doen." Maar letterlijk de volgende dag klonk het: "Kun je over twee weken starten?"
(Laughter)
(Gelach)
BG: So fifth-grade math is where that's going on right now?
BG: Dus dat gebeurt momenteel voor wiskunde voor 10-jarigen?
SK: It's two fifth-grade classes and two seventh-grade classes. They're doing it at the district level. I think what they're excited about is they can follow these kids, not only in school; on Christmas, we saw some of the kids were doing it. We can track everything, track them as they go through the entire district. Through the summers, as they go from one teacher to the next, you have this continuity of data that even at the district level, they can see.
SK: Het zijn twee klassen van 10-jarigen en twee van 12-jarigen. Ze doen het op districtsniveau. Volgens mij zijn ze enthousiast omdat ze de kinderen nu kunnen opvolgen. Dit gaat verder dan alleen op school. Zelfs met kerstmis zagen we dat sommige kinderen aan de slag waren. We kunnen alles volgen. Ze kunnen ze dus volgen over het hele district heen. Gedurende de vakantie, als ze naar de volgende leerkracht overgaan, is er een continuïteit van gegevens die ze zelfs op districtsniveau kunnen zien.
BG: So some of those views we saw were for the teacher to go in and track actually what's going on with those kids. So you're getting feedback on those teacher views to see what they think they need?
BG: Dus een aantal van die gegevensoverzichten waren voor de leraar, om op te volgen wat er aan de hand is met de kinderen. Je krijgt dus feedback over die overzichten voor de leerkracht om te zien wat ze volgens hen betekenen?
SK: Oh yeah. Most of those were specs by the teachers. We made some of those for students so they could see their data, but we have a very tight design loop with the teachers themselves. And they're saying, "Hey, this is nice, but --" Like that focus graph, a lot of the teachers said, "I have a feeling a lot of the kids are jumping around and not focusing on one topic." So we made that focus diagram. So it's all been teacher-driven. It's been pretty crazy.
SK: Oh ja. De meeste waren aangevraagd door de leerkrachten. We hebben er een paar voor de leerlingen gemaakt, zodat ze hun gegevens kunnen zien. Maar we krijgen strakke feedback van de leerkrachten zelf. Ze zeggen letterlijk: "Dit is leuk, maar ..." Zoals die focusgrafiek. Vele leerkrachten zeiden: "Ik heb de indruk dat vele kinderen van hier naar daar springen en zich niet op één onderwerp concentreren." Dus maakten we de focusgrafiek. Het is allemaal gedreven door de leerkrachten.
BG: Is this ready for prime time? Do you think a lot of classes next school year should try this thing out?
Het is best gek. BG: Is dit klaar voor prime-time? Denk je dat vele klassen dit volgend schooljaar moeten uitproberen?
SK: Yeah, it's ready. We've got a million people on the site already, so we can handle a few more.
SK: Ja, het is klaar. We hebben al een miljoen bezoekers op de site, dus we kunnen er nog wel wat meer aan.
(Laughter)
(Gelach)
No, no reason why it really can't happen in every classroom in America tomorrow.
Er is geen reden waarom het niet morgen in elke klas in Amerika kan gebeuren.
BG: And the vision of the tutoring thing. The idea there is, if I'm confused about a topic, somehow right in the user interface, I'd find people who are volunteering, maybe see their reputation, and I could schedule and connect up with those people?
BG: Je visie over de begeleiding. De idee is dat als ik een onderwerp niet snap, ik ergens in de gebruikersinterface vrijwilligers kan vinden, misschien hun reputatie kan zien, en met die mensen kan afspreken en verbinding kan maken?
SK: Absolutely. And this is something I recommend everyone in this audience do. Those dashboards the teachers have, you can go log in right now and you can essentially become a coach for your kids, your nephews, your cousins, or maybe some kids at the Boys and Girls Club. And yeah, you can start becoming a mentor, a tutor, really immediately. But yeah, it's all there.
SK: Absoluut. Dit is iets dat ik iedereen in het publiek wil aanbevelen. Je kan vandaag inloggen op die dashboards van de leerkrachten en coach worden voor je kinderen, nichtjes en neefjes, of misschien een paar kinderen van de Boys and Girls Club. Je kunt mentor, begeleider worden, echt onmiddellijk. Het is er allemaal.
BG: Well, it's amazing. I think you just got a glimpse of the future of education.
BG: Nou, het is verbazingwekkend. Ik denk dat je hier een glimp van de toekomst van het onderwijs hebt gekregen.
BG: Thank you. SK: Thank you.
Dank je. (SK: Dank u wel.)
(Applause)
(Applaus)