(Arabic) I seek refuge in Allah from cursed Satan. In the Name of Allah, the most Gracious, the most Merciful.
(Arabisch) Ik zoek toevlucht bij Allah
(English) I was born in a middle class family.
tegen de vervloekte satan. In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
My father was five years old when he lost his father, but by the time I was born, he was already a businessman. But it didn't make a difference to him if his children were going to be a boy or a girl: they were going to go to school. So I guess I was the lucky one.
(Engels) Ik kom uit een middenklassengezin. Mijn vader was vijf jaar oud toen hij zijn vader verloor, maar toen ik werd geboren, was hij al een zakenman. En het maakte hem niet uit, of zijn kinderen nou jongens of meisjes waren: ze zouden naar school gaan. Dus ik denk dat ik geluk gehad heb.
My mother had 16 pregnancies. From 16 pregnancies, five of us are alive. You can imagine as a child what I went through. Day to day, I watched women being carried to a graveyard, or watched children going to a graveyard. At that time, when I finished my high school, I really wanted to be a doctor. I wanted to be a doctor to help women and children. So I completed my education, but I wanted to go to university. Unfortunately, in my country, there wasn't a dormitory for girls, so I was accepted in medical school, but I could not go there. So as a result, my father sent me to America.
Mijn moeder was 16 keer zwanger. Van die zestien zijn vijf kinderen nog in leven. Je kunt je misschien voorstellen hoe mijn jeugd eruit zag. Dag in, dag uit, zag ik hoe vrouwen naar de begraafplaats werden gebracht, of zag ik hoe kinderen naar de begraafplaats gingen. In die tijd, toen ik van de middelbare school af kwam, wilde ik heel graag dokter worden. Ik wou dokter worden om vrouwen en kinderen te helpen. Dus ik maakte mijn school af, en ik wilde gaan studeren. Helaas was er in mijn land geen studentenhuisvesting voor meisjes. Ik was toegelaten bij geneeskunde, maar kon niet bij de universiteit verblijven. Als gevolg stuurde mijn vader me naar Amerika.
I came to America. I completed my education. While I was completing my education, my country was invaded by Russia. And do you know that at the time I was completing my education, I didn't know what was going on with my family or with my country. There were months, years, I didn't know about it. My family was in a refugee camp. So as soon as I completed my education, I brought my family to America. I wanted them to be safe.
Ik kwam naar Amerika. Ik maakte mijn studie af. Terwijl ik mijn studie afmaakte, werd mijn land bezet door Rusland. En jullie moeten weten dat terwijl ik studeerde, ik niet wist hoe het met mijn familie of met mijn land was. Er waren maanden, jaren, dat ik er niets van wist. Mijn familie zat in een vluchtelingenkamp. Dus zodra ik was afgestudeerd, liet ik mijn familie naar Amerika komen. Ik wilde dat ze veilig waren.
But where was my heart? My heart was in Afghanistan. Day after day, when I listened to the news, when I followed what was going on with my country, my heart was breaking up. I really wanted to go back to my country, but at the same time I knew I could not go there, because there was no place for me. I had a good job. I was a professor at a university. I earned good money. I had a good life. My family was here. I could live with them. But I wasn't happy. I wanted to go back home. So I went to the refugee camp. And when I went to the refugee camp in Pakistan, there were 7.5 million refugees. 7.5 million refugees. About 90 percent of them were women and children. Most of the men have been killed or they were in war. And you know, in the refugee camp, when I went day-to-day to do a survey, I found things you never could imagine. I saw a widow with five to eight children sitting there and weeping and not knowing what to do. I saw a young woman have no way to go anywhere, no education, no entertainment, no place to even live. I saw young men that had lost their father and their home, and they are supporting the family as a 10-to-12-year old boy -- being the head of the household, trying to protect their sister and their mother and their children.
Maar waar lag mijn hart? Mijn hart lag in Afghanistan. Dag in, dag uit, als ik naar het nieuws luisterde, en de gebeurtenissen in mijn land volgde, had ik zo'n verdriet. Ik wou heel graag terug naar mijn land, maar tegelijkertijd wist ik dat ik er niet naar toe kon gaan, omdat er geen plaats voor me was. Ik had een goede baan. Ik was professor aan een universiteit. Ik kreeg een mooi salaris. Ik had een goed leven. Mijn familie was hier. Ik kon bij hen zijn. Maar ik was niet gelukkig. Ik wou terug naar huis. Dus ik ging naar het vluchtelingenkamp. Toen ik bij het vluchtelingenkamp in Pakistan kwam, zaten daar 7,5 miljoen vluchtelingen. 7,5 miljoen vluchtelingen. Rond 90 procent van hen waren vrouwen en kinderen. De meeste mannen waren omgekomen of ze vochten in de oorlog. Weet je, in het vluchtelingenkamp, keek ik elke dag om me heen, en zag ik werkelijk onvoorstelbare dingen. Ik zag een weduwe met vijf tot acht kinderen die daar maar zat te huilen, niet wetend wat ze moest beginnen. Ik zag een jonge vrouw die nergens naartoe kon, geen opleiding, geen vermaak, zelfs geen plek om te wonen. Ik zag jonge mannen die hun vader en hun huis hadden verloren, jongens van tussen de 10 en 12 jaar oud onderhielden de gezinnen. Ze waren nu het gezinshoofd, en probeerden hun zussen, hun moeder en de kinderen te beschermen.
So it was a very devastating situation. My heart was beating for my people, and I didn't know what to do. At that moment, we talk about momentum. At that moment, I felt, what can I do for these people? How could I help these people? I am one individual. What can I do for them?
Het was een afschuwelijke situatie. Mijn hart klopte voor mijn volk, en ik wist niet wat te doen. Op dat moment, we hebben het over de kracht van dat moment. Op dat moment dacht ik: wat kan ik voor deze mensen doen? Hoe kon ik deze mensen helpen? Ik ben maar een individu. Wat kan ik voor hen doen?
But at that moment, I knew that education changed my life. It transformed me. It gave me status. It gave me confidence. It gave me a career. It helped me to support my family, to bring my family to another country, to be safe. And I knew that at that moment that what I should give to my people is education and health, and that's what I went after.
Maar op dat moment wist ik, dat onderwijs mijn leven had veranderd. Het had me omgevormd. Het had me status gegeven. Het had me vertrouwen gegeven. Het had me een carrière gegeven. Het had me geholpen mijn familie bij te staan, om mijn familie naar een ander land te laten komen, om veilig te zijn. En ik wist op dat moment dat ik de mensen onderwijs en gezondheidszorg moest geven, en daar ging ik voor.
But do you think it was easy? No, because at that time, education was banned for girls, completely. And also, by Russia invading Afghanistan, people were not trusting anyone. It was very hard to come and say, "I want to do this." Who am I? Somebody who comes from the United States. Somebody who got educated here. Did they trust me? Of course not.
Maar denk je dat het gemakkelijk was? Nee, want in die tijd was onderwijs voor meisjes verboden. En door de Russische invasie in Afghanistan, vertrouwden de mensen niemand meer. Het was heel moeilijk om aan te komen met: "Ik wil dit doen." Wie ben ik? Iemand uit de Verenigde Staten. Iemand die hier opgeleid was. Vertrouwden ze mij? Natuurlijk niet.
So I really needed to build the trust in this community. How am I going to do that? I went and surveyed and looked and looked. I asked. Finally, I found one man. He was 80 years old. He was a mullah. I went to his tent in the camp, and I asked him, "I want to make you a teacher." And he looked at me, and he said, "Crazy woman, crazy woman, how do you think I can be a teacher?" And I told him, "I will make you a teacher." Finally, he accepted my offer, and once I started a class in his compound, the word spread all over. In a matter of one year, we had 25 schools set up, 15,000 children going to school, and it was amazing.
Dus ik moest echt vertrouwen winnen in die samenleving. Hoe ging ik dat doen? Ik observeerde en keek en keek. Ik stelde vragen. Ten slotte vond ik een man. Hij was 80 jaar oud. Hij was een moellah. Ik ging naar zijn tent in het kamp, en zei tegen hem: "Ik wil dat u een leraar wordt." Hij keek me aan, en hij zei: "Gek mens, (Gelach) gek mens, hoe zou ik nou een leraar kunnen zijn?" Ik zei tegen hem: "Ik zorg dat u leraar wordt." Uiteindelijk ging hij akkoord, en toen ik eenmaal een les had georganiseerd in zijn wijk, verspreidde het nieuws zich snel. In een jaar tijd, hadden we 25 scholen opgezet, en 15.000 kinderen die naar school gingen, het was geweldig.
(Applause)
(Applaus)
Thank you. Thank you.
Dank je wel. (Applaus) Dank je wel.
But of course, we're doing all our work, we were giving teacher training. We were training women's rights, human rights, democracy, rule of law. We were giving all kinds of training. And one day, I tell you, one day I was in the office in Peshawar, Pakistan. All of a sudden, I saw my staff running to rooms and locking the doors and telling me, "Run away, hide!" And you know, as a leader, what do you do? You're scared. You know it's dangerous. You know your life is on the line. But as a leader, you have to hold it together. You have to hold it together and show strength. So I said, "What's going on?" And these people were pouring into my office. So I invited them to the office. They came, and there were nine of them -- nine Taliban. They were the ugliest looking men you can ever see.
Natuurlijk deden we alles zelf; we deden de lerarenopleiding. We gaven scholing in vrouwenrechten, mensenrechten, democratie, de rechtsstaat. We gaven allerlei soorten cursussen. En op een dag, echt waar, op een dag was ik op het kantoor in Peshawar, in Pakistan. Opeens zag ik de medewerkers naar hun kamers rennen en de deuren op slot doen. Ze riepen tegen me: "Rennen, verstop je!" En wat doe je dan, als leidinggevende? Je bent bang. Je weet dat er gevaar is. Je eigen leven staat op het spel. Maar als leidinggevende moet je de boel bij elkaar houden. Je moet de boel bij elkaar houden en krachtig zijn. Dus ik zei: "Wat is er aan de hand?" En al deze mensen stroomden mijn kantoor binnen. Dus ik nodigde ze uit. Ze kwamen binnen, het waren er negen... negen taliban. Het waren de lelijkste mannen ooit.
(Laughter)
(Gelach)
Very mean-looking people, black clothes, black turban, and they pour into my office. And I invited them to have a seat and have tea. They said no. They are not going to drink tea. And of course, with the tone of voice they were using, it was very scary, but I was really shaking up. But also I was strong, holding myself up. And, of course, by that time, you know how I dress -- I dress from head to toe in a black hijab. The only thing you could see, my eyes. They asked me, "What are you doing? Don't you know that school is banned for girls? What are you doing here?" And you know, I just looked at them, and I said, "What school? Where is the school?"
Ze zagen er heel gemeen uit, zwarte kleding, zwarte tulband, en ze stroomden mijn kantoor binnen. Ik bood ze een stoel aan en een kop thee. Ze zeiden nee. Ze wilden geen thee. De manier waarop ze het zeiden was angstaanjagend en ik was echt wel bang. Maar ik was ook sterk, hield mezelf goed. En ik was toen natuurlijk gekleed in een zwarte hidjab, van top tot teen. Het enige dat je kon zien waren mijn ogen. Ze vroegen me: "Wat doet u? Weet u niet dat meisjes niet naar school mogen? Wat bent u hier aan het doen?" Ik keek ze gewoon aan, en zei: "Welke school? Waar is de school?"
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
And they look at my face, and they said, "You are teaching girls here." I said, "This is a house of somebody. We have some students coming, and they are all learning Koran, Holy Book. And you know, Koran says that if you learn the Holy Book, the woman, they can be a good wife, and they can obey their husband."
Ze keken me aan en zeiden: "U geeft hier les aan meisjes." Ik zei: "Dit is iemands huis. Er komen hier een paar studenten; ze bestuderen de Koran, het heilige boek. En in de Koran staat dat als een vrouw het heilige boek bestudeert, ze een goede echtgenote kan zijn en haar man kan gehoorzamen."
(Laughter)
(Gelach)
And I tell you one thing: that's the way you work with those people, and you know --
Ik zal je één ding vertellen: dat is hoe je met die mensen omgaat...
(Laughter)
(Gelach)
So by that time, they started speaking Pashto. They talked to each other, and they said, "Let's go, leave her alone, she's OK." And you know, this time, I offered them tea again, and they took a sip and they left. By that time, my staff poured into my office. They were scared to death. They didn't know why they didn't kill me. They didn't know why they didn't take me away. But everybody was happy to see me. Very happy, and I was happy to be alive, of course.
Toen begonnen ze Pasjtoe te spreken. Ze spraken tegen elkaar, en ze zeiden: "Laten we gaan, laat haar maar, ze is in orde." Toen bood ik ze weer thee aan, en ze namen een slok en ze vertrokken. Daarna stroomden alle medewerkers mijn kantoor binnen. Ze waren doodsbang. Ze begrepen niet dat ik niet gedood was. Ze begrepen niet dat ik niet meegenomen was. Maar iedereen was blij me te zien. Heel blij, en ik was natuurlijk blij dat ik nog leefde.
(Laughter)
(Gelach)
Of course, I was happy to be alive. But also, as we continuously gave training during the fall of the Taliban -- of course during the Taliban there is another story. We went underground and we provided education for 80 schoolgirls, 3,000 students underground, and continuously we trained.
Natuurlijk was ik blij dat ik nog leefde. Wij bleven doorgaan met de school tijdens de val van de taliban. Tijdens de taliban ging het natuurlijk heel anders. We doken onder en verzorgden onderwijs voor 80 meisjes, 3.000 studenten ondergedoken en we gingen gewoon door met de lessen.
With the fall of the Taliban, we went into the country, and we opened school after school. We opened women's learning center. We continuously opened clinics. We worked with mothers and children. We had reproductive health training. We had all kinds of training that you can imagine. I was very happy. I was delighted with the outcome of my work. And one day, with four trainers and one bodyguard, I was going up north of Kabul, and all of a sudden, again, I was stopped in the middle of the road by 19 young men. Rifles on their shoulders, they blocked the road. And I told my driver, "What's going on?" And the driver said, "I don't know." He asked them. They said, "We have nothing to do with you." They called my name. They said, "We want her." My bodyguard got out, said, "I can answer you. What do you want?" They said, "Nothing." They called my name. And by that time, the women are yelling and screaming inside the car. I am very shaken up, and I told myself, this is it. This time, we all are going to be killed. There is no doubt in my mind. But still, the moment comes, and you take strength from whatever you believe and whatever you do. It's in your heart. You believe in your worth, and you can walk on it.
Na de val van de taliban gingen we naar het platteland en we openden de ene school na de andere. We openden een educatief centrum voor vrouwen. We openden voortdurend klinieken. We werkten met moeders en kinderen, reproductieve gezondheidstraining... We gaven allerlei soorten cursussen. Ik was heel blij. Ik was zo tevreden met het resultaat van mijn werk. Op een dag ging ik met vier docenten en een beveiliger naar het noorden van Kabul. En plotseling werd ik midden op de weg gestopt door 19 jonge mannen. Geweren over hun schouders... ze blokkeerden de weg. Ik zei tegen mijn chauffeur: "Wat is er aan de hand?" En de chauffeur zei: "Weet ik niet." Hij vroeg het ze. Ze zeiden: "Het gaat niet om jou." Ze riepen mijn naam. Ze zeiden: "We willen haar." Mijn beveiliger stapte uit en zei: "Zeg het maar tegen mij. Wat willen jullie?" Ze zeiden: "Niets." Ze riepen mijn naam. Inmiddels zaten de vrouwen in de auto te gillen. Ik was heel overstuur en zei tegen mezelf: dit is het. Deze keer gaan we er allemaal aan. Daar twijfelde ik niet aan. En toch, als het moment daar is, vind je de kracht in wat je ook maar gelooft en in wat je ook maar doet. Het zit diep van binnen. Je gelooft in je eigenwaarde en daar kan je iets mee.
So I just hold myself on the side of the car. My leg was shaking, and I got outside. And I asked them, "What can I do for you?" You know what they said to me? They said, "We know who you are. We know where you are going. Every day you go up north here and there. You train women, you teach them and also you give them an opportunity to have a job. You build their skills. How about us?"
Dus ik grijp de auto vast. Mijn been trilde en ik stapte uit. Ik vroeg ze: "Wat kan ik voor jullie doen?" Weet je wat ze zeiden? Ze zeiden: "We weten wie je bent. We weten waar je naar toe gaat. Elke dag ga je overal naar toe, hier in het noorden. Je verzorgt cursussen voor vrouwen en je geeft ze kans op een baan. Je helpt ze vaardigheden te ontwikkelen. En wij?"
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
"And you know, how about us? What are we going to do?" I looked at them, and I said, "I don't know."
"Wie denkt er aan ons? Wat moeten wij doen?" Ik keek ze aan en zei: "Weet ik niet."
(Laughter)
(Gelach)
They said, "It's OK. The only thing we can do, what we know, from the time we're born, we just hold the gun and kill. That's all we know." And you know what that means. It's a trap to me, of course. So I walk out of there. They said, "We'll let you go, go." And so I walked into the car, I sit in the car, and I told the driver, "Turn around and go back to the office." At that time, we only were supporting girls. We only had money for women to train them, to send them to school, and nothing else.
Ze zeiden: "Het geeft niet. Het enige dat wij kunnen, kennen, vanaf onze allereerste dag, is een geweer vasthouden en doden. Dat is alles." Je begrijpt wat dat betekende. Daar kon ik niet omheen. Dus ik vertrok. Ze zeiden: "We laten je gaan, ga maar." Dus ik liep naar de auto, stapte in en zei tegen de chauffeur: "Keer om, terug naar kantoor." Tot dan toe hadden we alleen de meisjes geholpen. We hadden alleen geld om meisjes les te geven, om hen naar school te krijgen, verder niets.
By the time I came to the office, of course my trainers were gone. They ran away home. Nobody stayed there. My bodyguard was the only one there, and my voice was completely gone. I was shaken up, and I sat on my table, and I said, "What am I going to do?" How am I going to solve this problem? Because we had training going on up north already. Hundreds of women were there coming to get training.
Tegen de tijd dat we bij het kantoor aankwamen, waren de medewerkers natuurlijk verdwenen. Die waren allemaal naar huis gegaan. Er was niemand meer. Alleen mijn beveiliger was er nog. Ik had totaal geen stem meer. Ik was van streek en zat aan mijn bureau en ik zei: "Wat ga ik doen?" Hoe ga ik dit probleem oplossen? We hadden in het noorden al cursussen lopen. Honderden vrouwen kregen er al les.
So I was sitting there, all of a sudden, at this moment, talking about momentum, we are, at that moment, one of my wonderful donors called me about a report. And she asked me, "Sakena?" And I answered her. She said, "It's not you. What's wrong with you?" I said, "Nothing." I tried to cover. No matter what I tried to do, she didn't believe me, and she asked me again. "OK, tell me what's going on?" I told her the whole story. At that time, she said, "OK, you go next time, and you will help them. You will help them." And when, two days later, I went the same route, and do you know, they were not in here, they were a little back further, the same young men, standing up there and holding the rifle and pointing to us to stop the car. So we stopped the car. I got out. I said, "OK, let's go with me." And they said, "Yes." I said, "On one condition, that whatever I say, you accept it." And they said, yes, they do. So I took them to the mosque, and to make a long story short, I told them I'd give them teachers. Today, they are the best trainers. They learn English, they learn how to be teachers, they learn computers, and they are my guides. Every area that is unknown to us in the mountain areas, they go with me. They are ahead, and we go. And they protect us. And --
Dus ik zat daar en plotseling, op dat moment, we hebben het weer over momentum, op dat moment belt een van mijn donateurs over een rapport. Ze vraagt me: "Sakena?" Ik gaf antwoord. Ze zei: "Dit klinkt niet als jou. Wat is er?" Ik zei: "Niets." Ik probeerde het te verbergen. Wat ik ook deed, ze geloofde me niet, en ze vroeg me opnieuw. "Kom op, vertel me wat er is?" Ik vertelde haar het hele verhaal. En zij zei: "Als je er weer naartoe gaat, help je ze. Je gaat ze helpen." Toen ik twee dagen later dezelfde weg nam, stonden ze niet op dezelfde plek; ze stonden een stuk verderop. Dezelfde jonge mannen stonden daar met hun geweren en gebaarden ons dat we moesten stoppen Dus we stopten. Ik stapte uit. Ik zei: "Kom maar met me mee." En zij zeiden: "Ja." Ik zei: "Op één voorwaarde: wat ik ook zeg, jullie moeten het accepteren." En ze zeiden: ja, dat doen we. Dus ik nam ze mee naar de moskee, en om een lang verhaal kort te maken, ik trainde hen; ik gaf hen een leraar. En nu zijn zij de beste trainers. Ze leerden Engels, ze leerden om leraren te zijn, ze leerden over computers, en ze zijn mijn gidsen. Elk gebied dat we niet kennen in de bergen: zij gaan met me mee, ze wijzen me de weg. En ze beschermen ons. En...
(Applause)
(Applaus)
Thank you.
Dank je wel.
(Applause)
(Applaus)
That tells you that education transforms people. When you educate people, they are going to be different, and today all over, we need to work for gender equality. We cannot only train women but forget about the men, because the men are the real people who are giving women the hardest time.
Dat illustreert hoe onderwijs mensen omvormt. Als je mensen schoolt, zullen ze anders zijn, en vandaag moeten we overal, werken aan gelijkheid van mannen en vrouwen. We kunnen niet alleen de vrouwen scholen en de mannen vergeten, want de mannen zijn echte mensen, die het de vrouwen zo moeilijk maken.
(Laughter)
(Gelach)
So we started training men because the men should know the potential of women, know how much these potential men has, and how much these women can do the same job they are doing. So we are continuously giving training to men, and I really believe strongly. I live in a country that was a beautiful country. I just want to share this with you. It was a beautiful country, beautiful, peaceful country. We were going everywhere. Women were getting education: lawyer, engineer, teacher, and we were going from house to house. We never locked our doors. But you know what happened to my country. Today, people cannot walk out of their door without security issues. But we want the same Afghanistan we had before. And I want to tell you the other side. Today, the women of Afghanistan are working very, very hard. They are earning degrees. They are training to be lawyers. They are training to be doctors, back again. They are training to be teachers, and they are running businesses. So it is so wonderful to see people like that reach their complete potential, and all of this is going to happen.
Dus we begonnen cursussen te verzorgen voor de mannen, want zij moeten weten wat vrouwen kunnen, wat zij zelf kunnen zijn, en hoe vrouwen hetzelfde werk kunnen doen als zij. Dus we verzorgen nog steeds cursussen voor mannen en ik geloof er echt in. Ik woon in een land dat een prachtig land was. Ik wil dit gewoon met u delen. Het was een prachtig land, mooi en vredig. We konden overal naar toe. Vrouwen werden opgeleid: in rechten, voor ingenieur, voor lerares. We gingen bij iedereen langs, we deden nooit de deur op slot. Maar je weet wat er in mijn land gebeurde. Tegenwoordig kunnen mensen niet zonder beveiliging op straat lopen. Maar we willen het Afghanistan van vroeger. Ik wil jullie ook de andere kant vertellen. Tegenwoordig werken vrouwen in Afghanistan heel erg hard. Ze halen diploma's. Ze studeren voor advocaat. Ze studeren weer voor dokter. Ze studeren voor lerares en ze runnen bedrijven. Het is geweldig om te zien hoe deze mensen hun volledige potentieel verwezenlijken, en dit gaat ook echt gebeuren.
I want to share this with you, because of love, because of compassion, and because of trust and honesty. If you have these few things with you, you will accomplish. We have one poet, Mawlānā Rūmī. He said that by having compassion and having love, you can conquer the world. And I tell you, we could. And if we could do it in Afghanistan, I am sure 100 percent that everyone can do it in any part of the world.
Ik wil dit met jullie delen: vanwege liefde, vanwege medeleven, en vanwege vertrouwen en eerlijkheid. Als je deze dingen in je hebt, zal je veel bereiken. Wij hebben een dichter, Mevlana Rumi. Hij zei dat we met compassie en liefde de hele wereld kunnen veroveren. En ik zeg het je: dat konden we. En als wij het konden in Afghanistan, dan weet ik 100 procent zeker dat iedereen het kan, waar dan ook ter wereld.
Thank you very, very much.
Heel hartelijk bedankt.
(Applause)
(Applaus)
Thank you. Thank you.
Dank je wel. Dank je.
(Applause)
(Applaus)