I want to open by quoting Einstein's wonderful statement, just so people will feel at ease that the great scientist of the 20th century also agrees with us, and also calls us to this action. He said, "A human being is a part of the whole, called by us, the 'universe,' -- a part limited in time and space. He experiences himself, his thoughts and feelings, as something separated from the rest, a kind of optical delusion of his consciousness. This delusion is a kind of prison for us, restricting us to our personal desires and to affection for a few persons nearest to us. Our task must be to free ourselves from this prison by widening our circle of compassion, to embrace all living creatures and the whole of nature in its beauty."
Ik wil graag beginnen met een prachtig citaat van Einstein zodat men zich gerust voelt omdat de grootse wetenschapper van de 20e eeuw het ook met ons eens is en ons hiertoe oproept. Hij zei: "Een mens is deel van het gehele, zo genoemde, universum, een deel dat is beperkt in tijd en ruimte. Hij ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens, als iets dat is gescheiden van de rest, een soort optische waan van zijn bewustzijn, die scheiding. Deze waan is als een gevangenis voor ons, beperkt ons tot onze persoonlijke verlangens en genegenheid voor een paar personen die ons het meest na staan. Het is onze taak om ons te bevrijden van deze gevangenis door onze kring van medeleven te verbreden, om alle levende wezens en de natuur in al zijn schoonheid te omarmen."
This insight of Einstein's is uncannily close to that of Buddhist psychology, wherein compassion -- "karuna," it is called -- is defined as, "the sensitivity to another's suffering and the corresponding will to free the other from that suffering." It pairs closely with love, which is the will for the other to be happy, which requires, of course, that one feels some happiness oneself and wishes to share it. This is perfect in that it clearly opposes self-centeredness and selfishness to compassion, the concern for others, and, further, it indicates that those caught in the cycle of self-concern suffer helplessly, while the compassionate are more free and, implicitly, more happy.
Dit inzicht van Einstein ligt geheimzinnig dicht bij de Boeddhistische psychologie, waarin medeleven, 'karuna' genoemd, gedefinieerd is als "De gevoeligheid voor het lijden van de ander en de daarmee samengaande wil om de ander te bevrijden van dat lijden." Het ligt dichtbij liefde. Het is de wil om de ander gelukkig te zien. Daarvoor is uiteraard nodig dat men zelf iets van geluk ervaart en dit met de ander wil delen. Het is perfect omdat het duidelijk egocentrisme en egoïsme tegenover medeleven, de bezorgdheid om anderen, stelt, en verder geeft het aan dat mensen die gevangen zitten in de cyclus van zelfzucht hopeloos lijden, terwijl de mensen met medeleven vrijer zijn en daardoor gelukkiger.
The Dalai Lama often states that compassion is his best friend. It helps him when he is overwhelmed with grief and despair. Compassion helps him turn away from the feeling of his suffering as the most absolute, most terrible suffering anyone has ever had and broadens his awareness of the sufferings of others, even of the perpetrators of his misery and the whole mass of beings. In fact, suffering is so huge and enormous, his own becomes less and less monumental. And he begins to move beyond his self-concern into the broader concern for others. And this immediately cheers him up, as his courage is stimulated to rise to the occasion. Thus, he uses his own suffering as a doorway to widening his circle of compassion. He is a very good colleague of Einstein's, we must say.
De Dalai Lama stelt vaak dat medeleven zijn beste vriend is. Het helpt hem als hij bevangen is door verdriet en wanhoop. Medeleven helpt hem zich af te wenden van het gevoel dat zijn eigen lijden het meest absolute, meest verschrikkelijke lijden is dat iemand ooit heeft ondergaan en het verhoogt zijn bewustzijn voor het lijden van anderen. Zelfs van de veroorzakers van zijn ellende en die van alle wezens. Feitelijk is dat lijden zo gigantisch, zo enorm, dat zijn eigen lijden minder en minder groot wordt. En hij begint zich voorbij zijn zelfzucht te bewegen, naar de grotere zorg voor anderen. En dit maakt hem onmiddellijk blij, want hij wordt gestimuleerd de moed te ontwikkelen waar de situatie om vraagt. Zodoende gebruikt hij zijn eigen lijden als een opening om zijn kring van medeleven te verbreden. Hij is een erg goede collega van Einstein, kunnen we stellen.
Now, I want to tell a story, which is a very famous story in the Indian and Buddhist tradition, of the great Saint Asanga who was a contemporary of Augustine in the West and was sort of like the Buddhist Augustine. And Asanga lived 800 years after the Buddha's time. And he was discontented with the state of people's practice of the Buddhist religion in India at that time.
Nu wil ik graag een verhaal vertellen dat een zeer beroemd verhaal is in de Indiase en boeddhistische traditie, over de grote Sint Asanga die leefde -- een tijdgenoot van Augustinus in het westen en een soort 'boeddhististische' Augustinus was. Asanga leefde 800 jaar na de tijd van Boeddha. En hij was ontevreden over de manier waarop men de boeddhistische religie toentertijd praktiseerde.
And so he said, "I'm sick of all this. Nobody's really living the doctrine. They're talking about love and compassion and wisdom and enlightenment, but they are acting selfish and pathetic. So, Buddha's teaching has lost its momentum. I know the next Buddha will come a few thousand years from now, but exists currently in a certain heaven" -- that's Maitreya -- "so, I'm going to go on a retreat and I'm going to meditate and pray until the Buddha Maitreya reveals himself to me, and gives me a teaching or something to revive the practice of compassion in the world today."
En dus zei hij: "Ik heb er genoeg van. Niemand volgt meer echt de doctrine. Ze spreken over liefde en medeleven en wijsheid en verlichting, maar ze handelen egoïstisch en zielig. Dus Boeddha's leer heeft zijn tijd gehad. Ik weet dat de volgende Boeddha over een paar duizend jaar komt, maar nu nog in een hemelse staat verkeert. Hij heet Maitreya. Dus ik ga in retraite en ik ga mediteren en bidden totdat de Boeddha Maitreya zich aan mij openbaart, en me lessen geeft of iets dergelijks om de praktijk van medeleven te doen herleven in de wereld van vandaag."
So he went on this retreat. And he meditated for three years and he did not see the future Buddha Maitreya. And he left in disgust. And as he was leaving, he saw a man -- a funny little man sitting sort of part way down the mountain. And he had a lump of iron. And he was rubbing it with a cloth. And he became interested in that. He said, "Well what are you doing?" And the man said, "I'm making a needle." And he said, "That's ridiculous. You can't make a needle by rubbing a lump of iron with a cloth." And the man said, "Really?" And he showed him a dish full of needles. So he said, "Okay, I get the point." He went back to his cave. He meditated again.
Dus ging hij in retraite. En mediteerde drie jaar lang en zag geen toekomstige Boeddha Maitreya, en vertrok, in walging. Terwijl hij wegging, zag hij een man --een grappige kleine man-- die zo'n beetje halverwege de berg zat. En hij had een klomp ijzer. En hij wreef erover met een doek. En dat begon hem te interesseren. Hij zei: "Zeg, wat bent u aan het doen?" En de man zei: "Ik ben een naald aan het maken." En hij zei: "Dat is belachelijk. Je kunt geen naald maken door over een klomp ijzer te wrijven met een doekje. En de man zei, "Echt niet?" En liet hem een schaal vol naalden zien. Dus hij zei: "Ok, ik snap je punt." Hij ging terug naar zijn grot. Hij mediteerde weer.
Another three years, no vision. He leaves again. This time, he comes down. And as he's leaving, he sees a bird making a nest on a cliff ledge. And where it's landing to bring the twigs to the cliff, its feathers brushes the rock -- and it had cut the rock six to eight inches in. There was a cleft in the rock by the brushing of the feathers of generations of the birds. So he said, "All right. I get the point." He went back.
Weer drie jaar lang, geen verschijning. Hij vertrekt weer. Deze keer gaat hij naar beneden. Terwijl hij gaat, ziet hij een vogel een nest maken, op de rand van een klip. En waar het landt om de twijgjes op de klip te leggen, strijken zijn veren langs het steen en hebben het steen ingesleten, 15 tot 20 centimeter diep was een spleet ontstaan door het strijken van de veren van vele generaties vogels. Dus hij zei: "Ok, ik begrijp je punt." En ging terug.
Another three years. Again, no vision of Maitreya after nine years. And he again leaves, and this time: water dripping, making a giant bowl in the rock where it drips in a stream. And so, again, he goes back. And after 12 years there is still no vision. And he's freaked out. And he won't even look left or right to see any encouraging vision.
Weer drie jaar. Weer geen verschijning van Maitreya, na negen jaar. En weer vertrekt hij en deze keer druppelt er water, een gigantische kom in het steen veroorzakend, waar het in een stroom wegdrupt. En dus, opnieuw, gaat hij terug. En na twaalf jaar nog steeds geen verschijning. En hij wordt helemaal gek, hij kijkt niet eens meer links of rechts om een bemoedigend visioen te zien.
And he comes to the town. He's a broken person. And there, in the town, he's approached by a dog who comes like this -- one of these terrible dogs you can see in some poor countries, even in America, I think, in some areas -- and he's looking just terrible. And he becomes interested in this dog because it's so pathetic, and it's trying to attract his attention. And he sits down looking at the dog. And the dog's whole hindquarters are a complete open sore. Some of it is like gangrenous, and there are maggots in the flesh. And it's terrible. He thinks, "What can I do to fix up this dog? Well, at least I can clean this wound and wash it."
En hij gaat naar de stad. Hij is een gebroken man. En daar, in de stad, komt een hond naar hem toe die zo doet "eh eh", zo'n armzalige hond die je in sommige arme landen ziet, zelfs in Amerika denk ik, in sommige gebieden, en hij ziet er gewoonweg vreselijk uit. En hij raakt geïnteresseerd in deze hond omdat het zo triest is en het zijn aandacht probeert te trekken. Hij zit en kijkt naar de hond. En de achterflanken van de hond zijn een en al open wond. En delen ervan lijken afgestorven. En er zitten maden in het vlees en het is vreselijk. Hij denkt: "Wat kan ik doen om deze hond op te lappen? Nou ja, ik kan in ieder geval de wond schoonmaken en wassen."
So, he takes it to some water. He's about to clean, but then his awareness focuses on the maggots. And he sees the maggots, and the maggots are kind of looking a little cute. And they're maggoting happily in the dog's hindquarters there. "Well, if I clean the dog, I'll kill the maggots. So how can that be? That's it. I'm a useless person and there's no Buddha, no Maitreya, and everything is all hopeless. And now I'm going to kill the maggots?"
Dus hij neemt het mee naar water, wil beginnen met schoonmaken, maar dan richt zijn bewustzijn zich op de maden. En hij ziet de maden en de maden zien er wel schattig uit. En ze "madelen" gelukkig rond in de flanken van de hond. "Nu, als ik de hond schoonmaak, dood ik de maden. Dus hoe moet dat nu? Dat is het...Ik ben een waardeloos persoon en er is geen Boeddha, geen Maitreya, en alles is volledig hopeloos. En nu ga ik de maden doodmaken?"
So, he had a brilliant idea. And he took a shard of something, and cut a piece of flesh from his thigh, and he placed it on ground. He was not really thinking too carefully about the ASPCA. He was just immediately caught with the situation. So he thought, "I will take the maggots and put them on this piece of flesh, then clean the dog's wounds, and then I'll figure out what to do with the maggots."
Dus, hij had een briljant idee. En hij nam een scherp iets en sneed een stuk vlees van zijn dij, en legde dat op de grond. Hij dacht niet echt na over de Dierenbescherming. Hij was gewoon plotseling gevangen in de situatie. Dus dacht hij: "Ik pak de maden en zet ze op dit stuk vlees, dan maak ik de wond van de hond schoon en dan, weet je, bedenk ik wat ik met de maden zal doen."
So he starts to do that. He can't grab the maggots. Apparently they wriggle around. They're kind of hard to grab, these maggots. So he says, "Well, I'll put my tongue on the dog's flesh. And then the maggots will jump on my warmer tongue" -- the dog is kind of used up -- "and then I'll spit them one by one down on the thing." So he goes down, and he's sticking his tongue out like this. And he had to close his eyes, it's so disgusting, and the smell and everything.
Dus hij begint ermee. Hij kan de maden niet pakken. Blijkbaar wriemelen ze rond, ze zijn moeilijk te grijpen, die maden. Dus zegt hij: "Nu, ik ga met mijn tong over het vlees van de hond. En dan springen de maden op mijn warmere tong. De hond is als het ware opgebruikt. En dan spuug ik ze een voor een uit op het ding." Dus hij knielt neer en steekt zijn tong zo uit. En hij moest zijn ogen dichtdoen, het is zo walgelijk, de stank en alles.
And then, suddenly, there's a pfft, a noise like that. He jumps back and there, of course, is the future Buddha Maitreya in a beautiful vision -- rainbow lights, golden, jeweled, a plasma body, an exquisite mystic vision -- that he sees. And he says, "Oh." He bows. But, being human, he's immediately thinking of his next complaint.
En dan, plotseling, klinkt er een "pfft", zo'n geluid. Hij springt op en daar is, natuurlijk, de toekomstige Boeddha Maitreya. In een schitterend visioen als regenbooglichtjes, goud, met juwelen, plasma lichaam, als een exquisiet mystiek visioen, ziet hij. En hij zegt: "Oh." Hij buigt. Maar, mens als hij is, denkt hij meteen aan zijn volgende klacht.
So as he comes up from his first bow he says, "My Lord, I'm so happy to see you, but where have you been for 12 years? What is this?"
Dus als hij overeind komt van zijn eerste buiging zegt hij: "Mijn Heer, ik ben zo blij u te zien, maar waar was u de afgelopen twaalf jaar? Wat is dit?"
And Maitreya says, "I was with you. Who do you think was making needles and making nests and dripping on rocks for you, mister dense?" (Laughter) "Looking for the Buddha in person," he said. And he said, "You didn't have, until this moment, real compassion. And, until you have real compassion, you cannot recognize love." "Maitreya" means love, "the loving one," in Sanskrit.
En Maitreya zegt: "Ik was bij je. Wie denk je dat de naalden maakte en de nesten en druppend water op de stenen voor je, meneer domoor?" (Gelach) "Zoekend naar de Boeddha in eigen persoon." Zei hij. En hij zei: "Je had geen, tot aan dit moment, echt medeleven. En, totdat je echt medeleven hebt, kun je de liefde niet herkennen." Maitreya betekent liefde, de liefhebbende, weet je wel, in het Sanskriet.
And so he looked very dubious, Asanga did. And he said, "If you don't believe me, just take me with you." And so he took the Maitreya -- it shrunk into a globe, a ball -- took him on his shoulder. And he ran into town in the marketplace, and he said, "Rejoice! Rejoice! The future Buddha has come ahead of all predictions. Here he is." And then pretty soon they started throwing rocks and stones at him -- it wasn't Chautauqua, it was some other town -- because they saw a demented looking, scrawny looking yogi man, like some kind of hippie, with a bleeding leg and a rotten dog on his shoulder, shouting that the future Buddha had come.
En dus keek hij erg twijfelend, Asanga. En hij zei: "Als je me niet gelooft, neem me met je mee." En dus nam hij de Maitreya --het kromp ineen tot een bal-- nam hem op zijn schouder. En hij rende de stad in naar de markt en hij zei: "Verheug. Verheug. De toekomstige Boeddha is gekomen, eerder dan de voorspellingen. Hier is hij." En al gauw begonnen ze stenen naar hem te gooien-- Het was niet in Chautauqua. Het was een andere stad-- omdat ze een dementerend ogende, broodmagere yogi zagen, als een soort hippie met een bloedend been en een verrotte hond op zijn schouder, roepend dat de toekomstige Boeddha was gekomen.
So, naturally, they chased him out of town. But on the edge of town, one elderly lady, a charwoman in the charnel ground, saw a jeweled foot on a jeweled lotus on his shoulder and then the dog, but she saw the jewel foot of the Maitreya, and she offered a flower. So that encouraged him, and he went with Maitreya.
Dus joegen ze hem natuurlijk de stad uit. Maar aan de rand van de stad, een oudere vrouw --schoonmaakster bij de knekelgrond-- zag een voet met juwelen op een lotus met juwelen op zijn schouder en daarna de hond, maar ze zag de juwelen voet van de Maitryea en ze offerde een bloem. Dus dat bemoedigde hem en hij ging mee met Maitreya.
Maitreya then took him to a certain heaven, which is the typical way a Buddhist myth unfolds. And Maitreya then kept him in heaven for five years, dictating to him five complicated tomes of the methodology of how you cultivate compassion.
Maitryea nam hem mee naar een bepaalde hemel, zoals de boeddhistische mythe zich ontvouwt op een typerende manier. En Maitreya hield hem vijf jaar lang in de hemel, dicteerde hem vijf ingewikkelde boekdelen over de methodiek hoe medeleven te cultiveren.
And then I thought I would share with you what that method is, or one of them. A famous one, it's called the "Sevenfold Causal Method of Developing Compassion." And it begins first by one meditating and visualizing that all beings are with one -- even animals too, but everyone is in human form. The animals are in one of their human lives. The humans are human. And then, among them, you think of your friends and loved ones, the circle at the table. And you think of your enemies, and you think of the neutral ones. And then you try to say, "Well, the loved ones I love. But, you know, after all, they're nice to me. I had fights with them. Sometimes they were unfriendly. I got mad. Brothers can fight. Parents and children can fight. So, in a way, I like them so much because they're nice to me. While the neutral ones I don't know. They could all be just fine. And then the enemies I don't like because they're mean to me. But they are nice to somebody. I could be them."
En ik bedacht me dat ik met jullie wil delen wat die methodiek is, of een van de methodes. Een beroemde heet de "Zevenvoudige Causale Methode van het Ontwikkelen van Medeleven." En het begint met een meditatie en visualisatie dat alle wezens één zijn, en alles --zelfs ook de dieren-- maar iedereen is er in menselijke vorm. De dieren zijn er in een van hun menselijke levens. De mensen zijn mens. En dan, tussen hen in, denk je aan je vrienden en geliefden; de kring aan tafel. En je denkt aan je vijanden en aan die neutraal zijn voor je. En dan probeer je te zeggen: "Goed, ik hou van mijn geliefden. Maar weet je, ze zijn dan ook aardig voor me. Ik heb ruzies gehad met ze. Soms waren ze onaardig. Ik werd boos. Broers kunnen vechten. Ouders en kinderen kunnen ruziën. Dus, eigenlijk, vind ik hen zo leuk omdat ze aardig zijn voor me. Terwijl ik dat van de neutralen niet weet. Zij kunnen wellicht prima zijn. En de vijanden vind ik niet leuk omdat ze gemeen zijn tegen me. Maar, ze zijn wel aardig tegen iemand; ik zou een van hen kunnen zijn."
And then the Buddhists, of course, think that, because we've all had infinite previous lives, we've all been each other's relatives, actually. Therefore all of you, in the Buddhist view, in some previous life, although you don't remember it and neither do I, have been my mother -- for which I do apologize for the trouble I caused you. And also, actually, I've been your mother. I've been female, and I've been every single one of yours' mother in a previous life, the way the Buddhists reflect. So, my mother in this life is really great. But all of you in a way are part of the eternal mother. You gave me that expression; "the eternal mama," you said. That's wonderful. So, that's the way the Buddhists do it. A theist Christian can think that all beings, even my enemies, are God's children. So, in that sense, we're related.
En de Boeddhisten denken natuurlijk, omdat we allen oneindig veel vorige levens hebben, denken de Boeddhisten dat we allen elkaars familie zijn, eigenlijk. En iedereen, dus jullie allen, vanuit boeddhistisch standpunt in enig vorig leven --ook al herinner je je dat niet, ik ook niet--, zijn mijn moeder geweest. Waarvoor ik me verontschuldig, voor alle last die ik je heb bezorgd. En ook, eigenlijk, ben ik jullie moeder geweest. Ik ben vrouw geweest, ik ben ieder van jullie geweest, je moeder in een vorig leven, zoals de Boeddhisten het zien. Dus, mijn moeder in dit leven is echt geweldig. Maar jullie zijn allen op een bepaalde manier een deel van de eeuwige moeder. Jullie gaven me die uitdrukking, de eeuwige mamma zei je. Dat is prachtig. Dus, dat is de manier waarop de Boeddhisten het doen. Een theïst, een christen, kan geloven dat alle wezens, zelfs mijn vijanden, Gods kinderen zijn. Dus zo gezien zijn we verwant.
So, they first create this foundation of equality. So, we sort of reduce a little of the clinging to the ones we love -- just in the meditation -- and we open our mind to those we don't know. And we definitely reduce the hostility and the "I don't want to be compassionate to them" to the ones we think of as the bad guys, the ones we hate and we don't like. And we don't hate anyone, therefore. So we equalize. That's very important.
Dus, eerst creëren ze deze basis van gelijkwaardigheid. Dus, we reduceren het hangen aan degenen die we liefhebben een beetje --alleen in de meditatie-- en we openen onze geest voor hen die we niet kennen. En we reduceren absoluut de vijandigheid en het "Ik wil geen medeleven voelen voor hen"; degenen die we zien als de slechte jongens, die we haten en niet aardig vinden. En daarom haten we dan niemand. Dus we worden gelijkwaardig. Dat is heel belangrijk.
And then the next thing we do is what is called "mother recognition." And that is, we think of every being as familiar, as family. We expand. We take the feeling about remembering a mama, and we defuse that to all beings in this meditation. And we see the mother in every being. We see that look that the mother has on her face, looking at this child that is a miracle that she has produced from her own body, being a mammal, where she has true compassion, truly is the other, and identifies completely. Often the life of that other will be more important to her than her own life. And that's why it's the most powerful form of altruism. The mother is the model of all altruism for human beings, in spiritual traditions. And so, we reflect until we can sort of see that motherly expression in all beings.
En het volgende wat we doen is wat genoemd wordt 'moedererkenning'. En dat is dat we ieder wezen als bekend, als familie beschouwen. We breiden uit. We gebruiken het gevoel van je een mamma herinneren. en we verspreiden dat naar alle wezens in de meditatie. En we zien de moeder in elk wezen. We zien de blik die de moeder in haar ogen heeft. Dit kijken naar een kind is een wonder dat ze produceert vanuit haar eigen lichaam, zijnde een zoogdier, waar ze het ware medeleven heeft, waarlijk de ander is en er zich totaal mee identificeert. Vaak is dat leven van die ander veel belangrijker voor haar dan haar eigen leven. En dat is waarom het de meest krachtige vorm is van --altruïsme. De moeder is het model van alle altruïsme voor de mens, in spirituele tradities. En dus reflecteren we dit tot we die moederlijke expressie zien in alle wezens.
People laugh at me because, you know, I used to say that I used to meditate on mama Cheney as my mom, when, of course, I was annoyed with him about all of his evil doings in Iraq. I used to meditate on George Bush. He's quite a cute mom in a female form. He has his little ears and he smiles and he rocks you in his arms. And you think of him as nursing you. And then Saddam Hussein's serious mustache is a problem, but you think of him as a mom.
Mensen lachten me uit, weet je, als ik vertelde dat ik mediteerde op mamma Cheney als mijn moeder, terwijl ik natuurlijk boos op hem was vanwege zijn kwaadaardige bezigheden in Irak. Ik mediteerde op George Bush. In vrouwelijke vorm is hij best een schattige mamma. Hij heeft kleine oortjes en hij glimlacht en hij wiegt je in zijn armen. En je denkt aan hem alsof hij je verzorgt. En dan is Saddam Hoesseins flinke snor een probleem. Maar je denkt aan hem als een moeder.
And this is the way you do it. You take any being who looks weird to you, and you see how they could be familiar to you. And you do that for a while, until you really feel that. You can feel the familiarity of all beings. Nobody seems alien. They're not "other." You reduce the feeling of otherness about beings. Then you move from there to remembering the kindness of mothers in general, if you can remember the kindness of your own mother, if you can remember the kindness of your spouse, or, if you are a mother yourself, how you were with your children. And you begin to get very sentimental; you cultivate sentimentality intensely. You will even weep, perhaps, with gratitude and kindness. And then you connect that with your feeling that everyone has that motherly possibility. Every being, even the most mean looking ones, can be motherly.
En dit is de manier waarop je het doet. Je neemt elk wezen dat vreemd is voor je, en je ziet hoe bekend ze kunnen zijn voor je. En je kunt dat een poos doen totdat je het werkelijk zo voelt. Je kan de vertrouwdheid van alle wezens voelen. Niemand lijkt wezensvreemd. Ze zijn niet 'anders.' Je vermindert het gevoel van 'anders-zijn' van wezens. Dan beweeg je daar vandaan naar het herinneren van goedheid van moeders in het algemeen, als je je de goedheid van je eigen moeder kunt herinneren, of als je je de goedheid van je partner kunt herinneren, of, als je zelf moeder bent, hoe je was met je kinderen. En je begint erg sentimenteel te worden, je cultiveert sentimentaliteit intens. Je zult zelfs huilen, wellicht, met dankbaarheid en goedheid. En dan verbind je dat met je gevoel dat iedereen die moederlijke inborst heeft. Elk wezen, zelfs de meest gemene, kan moederlijk zijn.
And then, third, you step from there to what is called "a feeling of gratitude." You want to repay that kindness that all beings have shown to you. And then the fourth step, you go to what is called "lovely love." In each one of these you can take some weeks, or months, or days depending on how you do it, or you can do them in a run, this meditation. And then you think of how lovely beings are when they are happy, when they are satisfied. And every being looks beautiful when they are internally feeling a happiness. Their face doesn't look like this. When they're angry, they look ugly, every being, but when they're happy they look beautiful. And so you see beings in their potential happiness. And you feel a love toward them and you want them to be happy, even the enemy.
En dan, als derde, stap je vanaf daar naar wat men een gevoel van dankbaarheid noemt. Je wilt die goedheid terugbetalen die alle wezens je hebben getoond. En de vierde stap, dan ga je naar wat men noemt liefelijke liefde. Over elk van deze kun je weken doen, of maanden, of dagen afhankelijk van hoe je het doet, of je kan het aaneensluitend doen, deze meditatie. En dan denk je hoe prachtig wezens zijn als ze gelukkig zijn, als ze tevreden zijn. En elk wezen is mooi als ze van binnen een gevoel van geluk ervaren. Hun gezicht ziet er niet zo uit; als ze boos zijn, zijn alle wezens lelijk, maar als ze gelukkig zijn, zijn ze mooi. En dus zie je wezens in hun potentiële geluk. En je voelt een liefde voor ze, dat je wilt dat ze gelukkig zijn, zelfs de vijand.
We think Jesus is being unrealistic when he says, "Love thine enemy." He does say that, and we think he's being unrealistic and sort of spiritual and highfalutin. "Nice for him to say it, but I can't do that." But, actually, that's practical. If you love your enemy that means you want your enemy to be happy. If your enemy was really happy, why would they bother to be your enemy? How boring to run around chasing you. They would be relaxing somewhere having a good time. So it makes sense to want your enemy to be happy, because they'll stop being your enemy because that's too much trouble.
En, eigenlijk is het erg logisch dat je dat wilt-- we vinden Jezus onrealistisch als hij zegt "hebt uw vijand lief". Hij zegt dat en wij vinden hem onrealistisch en soort van spiritueel en hoogdravend en "leuk dat hij dat zegt maar ik kan het niet." Maar eigenlijk is het praktisch. Als je van je vijand houdt, betekent dat dat je hem gelukkig wil zien. Als je vijand echt gelukkig was, waarom zou hij de moeite nemen je vijand te zijn? Wat saai om jou achterna te zitten. Ze zouden ergens gaan relaxen en zich vermaken. Dus het is logisch dat je je vijand gelukkig wil zien want ze zullen stoppen je vijand te zijn omdat dat te veel moeite kost.
But anyway, that's the "lovely love. " And then finally, the fifth step is compassion, "universal compassion." And that is where you then look at the reality of all the beings you can think of. And you look at them, and you see how they are. And you realize how unhappy they are actually, mostly, most of the time. You see that furrowed brow in people. And then you realize they don't even have compassion on themselves. They're driven by this duty and this obligation. "I have to get that. I need more. I'm not worthy. And I should do something." And they're rushing around all stressed out. And they think of it as somehow macho, hard discipline on themselves. But actually they are cruel to themselves. And, of course, they are cruel and ruthless toward others. And they, then, never get any positive feedback. And the more they succeed and the more power they have, the more unhappy they are. And this is where you feel real compassion for them.
Maar in ieder geval, dat is de liefelijke liefde. En dan uiteindelijk, is de vijfde stap medeleven, universeel medeleven. En dat is waar je dan naar de realiteit kijkt van alle wezens die je kunt bedenken. En je kijkt naar hen en je ziet hoe ze zijn. En je realiseert je hoe ongelukkig ze zijn, meestal, een groot deel van de tijd. Je ziet die diepliggende groef in hun gezicht. En dan besef je dat ze niet eens medeleven met zichzelf hebben. Ze zijn gedreven door plicht en verplichtingen. "Ik moet dat hebben. Ik heb meer nodig. Ik ben onwaardig. En ik zou iets moeten doen." En ze haasten zich in de rondte, helemaal gestresst. En ze denken dat het zoiets is als macho, jezelf harde discipline opleggen. Maar feitelijk zijn ze wreed voor zichzelf. En natuurlijk zijn ze wreed en gewetenloos naar anderen. En zij krijgen dan nooit positieve feedback. En hoe meer succes ze hebben en hoe meer macht ze hebben, hoe ongelukkiger ze zijn. En dit is waar je echt medeleven voor ze voelt.
And you then feel you must act. And the choice of the action, of course, hopefully will be more practical than poor Asanga, who was fixing the maggots on the dog because he had that motivation, and whoever was in front of him, he wanted to help. But, of course, that is impractical. He should have founded the ASPCA in the town and gotten some scientific help for dogs and maggots. And I'm sure he did that later. (Laughter) But that just indicates the state of mind, you know.
En dan voel je dat je iets moet doen. En het is de motivatie. En de keuze van de actie zal hopelijk praktischer zijn dan wat de arme Asanga deed met de maden op de hond, omdat hij die motivatie had en wie er ook voor hem stond, hij wilde helpen. Maar natuurlijk was dat niet praktisch. Hij had een Dierenbescherming op moeten richten in de stad en wat wetenschappelijke hulp proberen te krijgen voor honden en maden. En ik weet zeker dat hij dat later heeft gedaan. Maar dat geeft de toestand van de geest aan, weet je.
And so the next step -- the sixth step beyond "universal compassion" -- is this thing where you're linked with the needs of others in a true way, and you have compassion for yourself also, and it isn't sentimental only. You might be in fear of something. Some bad guy is making himself more and more unhappy being more and more mean to other people and getting punished in the future for it in various ways. And in Buddhism, they catch it in the future life. Of course in theistic religion they're punished by God or whatever. And materialism, they think they get out of it just by not existing, by dying, but they don't. And so they get reborn as whatever, you know.
En dus de volgende stap --de zesde stap voorbij universeel medeleven -- is datgene waarmee je oprecht gelinkt bent met de noden van anderen, en je hebt ook medeleven voor jezelf. en ook weer niet --het is niet alleen sentiment. Je bent misschien ergens bang voor. Een of andere slechte vent maakt zichzelf ongelukkiger en ongelukkiger is gemener en gemener naar andere mensen en wordt er in de toekomst voor gestraft op verschillende manieren. En in het Boeddhisme ligt de val in het toekomstige leven. In de theïstische religie worden ze natuurlijk gestraft door God of zo. En materialisme....zij denken ermee weg te komen door er gewoon niet meer te zijn, door te sterven, maar dat gebeurt niet. En dus worden ze opnieuw geboren als wat dan ook, weet je.
Never mind. I won't get into that. But the next step is called "universal responsibility." And that is very important -- the Charter of Compassion must lead us to develop through true compassion, what is called "universal responsibility." In the great teaching of his Holiness the Dalai Lama that he always teaches everywhere, he says that that is the common religion of humanity: kindness. But "kindness" means "universal responsibility." And that means whatever happens to other beings is happening to us: we are responsible for that, and we should take it and do whatever we can at whatever little level and small level that we can do it. We absolutely must do that. There is no way not to do it.
Maakt niet uit. Ik zal er niet op ingaan. Maar de volgende stap heet 'universele verantwoordelijkheid'. En dat is heel belangrijk: de Oorkonde van Medeleven leidt ons tot het ontwikkelen door waar medeleven van 'universele verantwoordelijkheid'. En dat betekent dat de leer van zijne heiligheid, de Dalai Lama, dat hij zijn leer overal verspreidt en hij zegt dat het de algemene religie van de mensheid is, goedheid. Maar goedheid betekent universele verantwoordelijkheid. En dat betekent dat alles wat een ander gebeurt, ons ook gebeurt, dat we daar verantwoordelijk voor zijn en dat moeten nemen en doen wat we kunnen op wat voor laag niveau en klein niveau, wat we ook maar kunnen doen. We moeten dat absoluut doen. Er is geen manier om het niet te doen,
And then, finally, that leads to a new orientation in life where we live equally for ourselves and for others and we are joyful and happy. One thing we mustn't think is that compassion makes you miserable. Compassion makes you happy. The first person who is happy when you get great compassion is yourself, even if you haven't done anything yet for anybody else. Although, the change in your mind already does something for other beings: they can sense this new quality in yourself, and it helps them already, and gives them an example.
En dan, uiteindelijk, leidt dat naar een nieuwe oriëntatie in het leven waar we gelijkwaardig zijn, aan onszelf en anderen, en we realiseren ons dat geluk bij onszelf-- en we zijn verheugd en gelukkig. Een ding: we moeten niet denken dat medeleven je ongelukkig maakt. Medeleven maakt je gelukkig. De eerste die gelukkig wordt als je medeleven voelt, ben je zelf, zelfs als je nog niets hebt gedaan voor iemand anders. Toch, de verandering in je geest doet al iets voor anderen. Ze voelen deze nieuwe kwaliteit in jou, en het helpt hen al en het geeft hun een voorbeeld.
And that uncompassionate clock has just showed me that it's all over.
En die liefdeloze klok laat me net zien dat het klaar is....
So, practice compassion, read the charter, disseminate it and develop it within yourself. Don't just think, "Well, I'm compassionate," or "I'm not compassionate," and sort of think you're stuck there. You can develop this. You can diminish the non-compassion, the cruelty, the callousness, the neglect of others, and take universal responsibility for them. And then, not only will God smile and the eternal mama will smile, but Karen Armstrong will smile.
Dus, breng medeleven in praktijk, lees de oorkonde, verspreid het en ontwikkel het in jezelf. Denk niet "ach, ik heb medeleven", of "ik heb geen medeleven", en dat je daar dan vast zit. Je kunt het ontwikkelen. Je kan het niet-medeleven verminderen, de wreedheid, de ongevoeligheid, het verwaarlozen van anderen. Neem universele verantwoordelijkheid voor hen, en dan zullen niet alleen God en de eeuwige mamma glimlachen, maar Karen Armstrong zal glimlachen.
Thank you very much. (Applause)
Dank u wel.