I'm often asked, "What surprised you about the book?" And I say, "That I got to write it." I would have never imagined that. Not in my wildest dreams did I think -- I don't even consider myself to be an author. And I'm often asked, "Why do you think so many people have read this? This thing's selling still about a million copies a month."
Men vraagt mij vaak: "Wat heeft je verbaasd over het boek?" En dan zeg ik: "Dat ík het geschreven heb." Ik had het nooit gedacht, zelfs niet in mijn stoutste dromen -- Ik beschouw mezelf ook niet als een schrijver. En men vraagt me vaak: "Waarom denk je dat zoveel mensen het gelezen hebben?" Het boek wordt nog zo'n miljoen keer per maand verkocht.
And I think it's because spiritual emptiness is a universal disease. I think inside at some point, we put our heads down on the pillow and we go, "There's got to be more to life than this." Get up in the morning, go to work, come home and watch TV, go to bed, get up in the morning, go to work, come home, watch TV, go to bed, go to parties on weekends. A lot of people say, "I'm living." No, you're not living -- that's just existing. Just existing. I really think that there's this inner desire. I do believe what Chris said; I believe that you're not an accident. Your parents may not have planned you, but I believe God did. I think there are accidental parents; there's no doubt about that. I don't think there are accidental kids. And I think you matter.
Ik denk dat het komt omdat spirituele leegte een universele kwaal is. Ik denk dat we op een zeker ogenblik ons hoofd op het kussen leggen en zeggen: "Er moet meer in het leven zijn dan dit." 's Morgens opstaan, naar het werk gaan, naar huis gaan en televisie kijken, naar bed, opstaan, naar het werk, naar huis, televisie kijken, naar bed, naar feestjes gaan in het weekend. Veel mensen zeggen dan: "Ik leef". Nee, je leeft niet -- het is slechts bestaan. Alleen maar bestaan. Ik denk echt dat er een innerlijk verlangen bestaat. Ik geloof in wat Christus zegt. Ik geloof dat je geen toevalligheid bent. Je ouders hebben je misschien niet gepland, maar ik geloof dat God dit wel deed. Ik denk dat er toevallige ouders zijn, daar twijfel ik niet aan. Maar ik denk niet dat er toevallige kinderen zijn. En ik denk dat jij er toe doet.
I think you matter to God; I think you matter to history; I think you matter to this universe. And I think that the difference between what I call the survival level of living, the success level of living, and the significance level of living is: Do you figure out, "What on Earth am I here for?" I meet a lot of people who are very smart, and say, "But why can't I figure out my problems?" And I meet a lot of people who are very successful, who say, "Why don't I feel more fulfilled? Why do I feel like a fake? Why do I feel like I've got to pretend that I'm more than I really am?" I think that comes down to this issue of meaning, of significance, of purpose. I think it comes down to this issue of: "Why am I here? What am I here for? Where am I going?" These are not religious issues. They're human issues.
Ik denk dat je er voor God toe doet, ik denk dat je ertoe doet voor de geschiedenis, ik denk dat je ertoe doet voor het universum. En ik denk dat het verschil tussen wat ik het overlevingsniveau van het leven noem, het succesniveau van het leven en het betekenisvolle niveau van leven is, of je kunt uitdokteren waarom je op Aarde bent. Ik kom veel slimme mensen tegen, die zeggen: "Waarom kan ik mijn problemen niet verklaren?" En ik kom veel mensen tegen die heel succesvol zijn, die zeggen: "Waarom voel ik niet meer voldoening? Waarom voel ik me als een bedrieger? Waarom voel ik me alsof ik mezelf beter moet voordoen dan ik eigenlijk ben?" Ik denk dat het een kwestie is van zingeving, van betekenis, van een doel hebben. Ik denk dat het neerkomt op de vraag waarom ben ik hier? Waartoe ben ik hier? Waar ga ik naartoe? Dit zijn geen religieuze vragen -- dit zijn menselijke vragen.
I wanted to tell Michael before he spoke that I really appreciate what he does, because it makes my life work a whole lot easier. As a pastor, I do see a lot of kooks. And I have learned that there are kooks in every area of life. Religion doesn't have a monopoly on that, but there are plenty of religious kooks. There are secular kooks; there are smart kooks, dumb kooks. There are people -- a lady came up to me the other day, and she had a white piece of paper -- Michael, you'll like this one -- and she said, "What do you see in it?" And I looked at it and I said, "Oh, I don't see anything." And she goes, "Well, I see Jesus," and started crying and left. I'm going, "OK," you know? "Fine."
Voorafgaand aan Michael z'n voordracht wilde ik hem vertellen dat ik echt waardeer wat hij doet, omdat het mijn levenswerk een stuk eenvoudiger maakt. Als predikant kom ik veel excentriekelingen tegen. En ik heb geleerd dat er op elk gebied in het leven excentriekelingen zijn. Religie bezit geen monopolie daarop, maar er zijn veel religieuze excentriekelingen. Er zijn seculiere excentriekelingen, er zijn slimme excentriekelingen, domme. Er zijn mensen -- laatst kwam er een vrouw naar me toe met een wit vel papier -- Je zult dit leuk vinden Michael -- en ze zei: "Wat ziet u hierin?" Ik keek ernaar en zei: "Oh, ik zie helemaal niets." En zij zegt: "Nou, ik zie Jezus." En ze begon te huilen en ging weg. Ik zei: "Ok". Prima.
(Laughter)
Uhm.
Good for you.
Fijn voor jou.
When the book became the best-selling book in the world for the last three years, I kind of had my little crisis. And that was: What is the purpose of this? Because it brought in enormous amounts of money. When you write the best-selling book in the world, it's tons and tons of money. And it brought in a lot of attention, neither of which I wanted. When I started Saddleback Church, I was 25 years old. I started it with one other family in 1980. And I decided that I was never going to go on TV, because I didn't want to be a celebrity. I didn't want to be a, quote, "evangelist, televangelist" -- that's not my thing. And all of the sudden, it brought a lot of money and a lot of attention. I don't think -- now, this is a worldview, and I will tell you, everybody's got a worldview.
Terwijl het boek het bestverkochte boek ter wereld werd in de afgelopen drie jaar, had ik mijn eigen kleine crisis. En die draaide om de vraag: "Wat is het doel hiervan?" Er stroomden immers enorme hoeveelheden geld binnen. Als je het bestverkochte boek ter wereld schrijft, gaat het om hopen geld. En het bracht ook veel aandacht met zich mee, en op beide zaken zat ik niet te wachten. Toen ik de Saddleback Kerk oprichtte, was ik 25 jaar oud. Het begon met één andere familie in 1980. En ik nam me voor om nooit op televisie te zullen verschijnen omdat ik niet beroemd hoefde te worden. Ik wilde geen, tussen aanhalingstekens, 'evangelist, televangelist' worden -- dat is niks voor mij. En plots kwam al dat geld en die aandacht. Ik geloof niet -- en dit is een kijk op de wereld, en volgens mij heeft iedereen een wereldbeeld.
Everybody's betting their life on something. You're betting your life on something, you just better know why you're betting what you're betting on. So, everybody's betting their life on something. And when I, you know, made a bet, I happened to believe that Jesus was who he said he was. And I believe in a pluralistic society, everybody's betting on something. And when I started the church, you know, I had no plans to do what it's doing now. And then when I wrote this book, and all of a sudden, it just took off, and I started saying, now, what's the purpose of this? Because as I started to say, I don't think you're given money or fame for your own ego, ever. I just don't believe that. And when you write a book that the first sentence of the book is, "It's not about you," then, when all of a sudden it becomes the best-selling book in history, you've got to figure, well, I guess it's not about me. That's kind of a no-brainer. So, what is it for?
Iedereen zet ergens zijn zinnen op in het leven. Je zet je zinnen ergens op in je leven -- Je kunt dus maar beter weten waarom je je zinnen zet op datgene. Iedereen zet zijn zinnen dus ergens op, en toen ik mijn keuze maakte, geloofde ik dat Jezus degene was die hij zei dat hij was. Maar iedereen -- in een pluralistische maatschappij -- zet zijn zinnen ergens op. En toen ik de kerk oprichtte, had ik geen plannen om te doen wat er nu gebeurt. En toen ik dit boek schreef, ging het plotseling uit zichzelf op de loop en toen dacht ik bij mezelf: "Wat is het doel hiervan?" Omdat zoals ik al zei, ik niet denk dat meer geld of roem voor je eigen ego bedoeld is, dat nooit. Dat geloof ik gewoon niet. En als de eerste zin in je boek is: "Het gaat niet om jou." Als dat boek dan plots het bestverkochte boek in de geschiedenis wordt, dan moet je jezelf voor ogen houden dat het niet om jezelf gaat. Dat kan iedereen bedenken. Dus waar dient dit allemaal toe?
And I began to think about what I call the "stewardship of affluence" and the "stewardship of influence." So I believe, essentially, leadership is stewardship. That if you are a leader in any area -- in business, in politics, in sports, in art, in academics, in any area -- you don't own it. You are a steward of it. For instance, that's why I believe in protecting the environment. This is not my planet. It wasn't mine before I was born, it's not going to be mine after I die, I'm just here for 80 years and then that's it.
En ik begon na te denken over wat ik 'het rentmeesterschap van overvloed' noem en 'het rentmeesterschap van invloed'. Ik geloof dat leiderschap in wezen rentmeesterschap is. Als je een leider bent op wat voor gebied dan ook -- in het zakenleven, in de politiek, in de sport, in de kunstwereld, in de academische wereld, waar dan ook -- dan is dat gebied niet jouw eigendom, je bent er de rentmeester van. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom ik in het beschermen van het milieu geloof. De aarde is niet van mij. Hij was niet van mij voordat ik geboren was. Hij zal niet van mij zijn als ik dood ben. Ik ben hier ongeveer 80 jaar en dat is het.
I was debating the other day on a talk show, and the guy was challenging me and he'd go, "What's a pastor doing on protecting the environment?" And I asked this guy, I said, "Well, do you believe that human beings are responsible to make the world a little bit better place for the next generation? Do you think we have a stewardship here, to take the environment seriously?" And he said, "No." I said, "Oh, you don't?" I said, "Let me make this clear again: Do you believe that as human beings -- I'm not talking about religion -- do you believe that as human beings, it is our responsibility to take care of this planet, and make it just a little bit better for the next generation?" And he said, "No. Not any more than any other species." When he said the word "species," he was revealing his worldview. And he was saying, "I'm no more responsible to take care of this environment than a duck is." Well now, I know a lot of times we act like ducks, but you're not a duck. You're not a duck. And you are responsible -- that's my worldview. And so, you need to understand what your worldview is.
Laatst zat iemand me uit te dagen tijdens een discussie in een praatprogramma. "Wat doet een predikant aan milieubescherming?" En ik vroeg aan die man: "Geloof je dat mensen er verantwoordelijk voor zijn om van deze wereld een betere plek te maken voor de volgende generatie? Geloof je dat er sprake is van een rentmeesterschap hier, om het milieu serieus te nemen?" "Nee," was zijn antwoord. Ik zei: "Denk je van niet? Laat ik duidelijk zijn. Denk je dat we als mensen -- ik heb het niet over religie -- denk je dat we als mensen, de verantwoordelijkheid hebben zorg te dragen voor deze planeet en haar tot een betere plek te maken voor de volgende generatie?" "Nee," zei hij. "Niet meer dan andere soorten." Toen hij dat woord 'soorten' gebruikte, liet hij zijn wereldbeeld zien. Door te zeggen dat hij niet méér verantwoordelijk was voor een goede zorg voor het milieu dan een eend. Nu weet ik dat we ons vaak als eenden gedragen, maar je bent geen eend. Je bent geen eend. En je bent verantwoordelijk -- dat is mijn kijk op de wereld. Dus je moet begrijpen wat jouw wereld is, jouw kijk op de wereld.
The problem is most people never really think it through. They never really ... codify it or qualify it or quantify it, and say, "This is what I believe in. This is why I believe what I believe." I don't personally have enough faith to be an atheist. But you may, you may. Your worldview, though, does determine everything else in your life, because it determines your decisions; it determines your relationships; it determines your level of confidence. It determines, really, everything in your life. What we believe, obviously -- and you know this -- determines our behavior, and our behavior determines what we become in life.
Het probleem is dat de meeste mensen er nooit echt over nadenken. Ze systematiseren het nooit echt -- ze kwalificeren of kwantificeren het nooit echt en zeggen: "Hier geloof ik in. Daarom geloof ik wat ik geloof." Persoonlijk heb ik niet genoeg vertrouwen om een atheïst te zijn. Maar het is je goed recht om het wel te zijn. Maar je wereldbeeld bepaalt alles in je leven, omdat het je beslissingen bepaalt, het bepaalt je relaties, het bepaalt je niveau van vertrouwen. Het bepaalt echt alles in je leven. Waar we in geloven bepaalt natuurlijk -- en dat weten jullie - ons gedrag, en ons gedrag bepaalt wat er van ons terecht komt in het leven.
So all of this money started pouring in, and all of this fame started pouring in. And I'm going, what do I do with this? My wife and I first made five decisions on what to do with the money. We said, "First, we're not going to use it on ourselves." I didn't go out and buy a bigger house. I don't own a guesthouse. I still drive the same four year-old Ford that I've driven. We just said, we're not going to use it on us. The second thing was, I stopped taking a salary from the church that I pastor. Third thing is, I added up all that the church had paid me over the last 25 years, and I gave it back. And I gave it back because I didn't want anybody thinking that I do what I do for money -- I don't. In fact, personally, I've never met a priest or a pastor or a minister who does it for money. I know that's the stereotype; I've never met one of them. Believe me, there's a whole lot easier ways to make money.
Maar goed, al dat geld begon dus binnen te stromen, en ook al die roem, en ik dacht: "Wat doe ik ermee?" Mijn vrouw en ik namen vijf beslissingen met betrekking tot de besteding van het geld. "Ten eerste," zeiden we "gaan we het niet voor onszelf gebruiken." Ik heb geen groter huis gekocht. Ik heb geen pensionnetje of zo. Ik rij nog steeds in mijn vier jaar oude Ford. We zeiden gewoon dat we niet het voor onszelf gingen gebruiken. De tweede beslissing was dat ik mezelf geen salaris meer uitkeer bij de kerk waar ik preek. De derde was dat ik al het geld dat de kerk me de afgelopen 25 jaar betaald heeft, heb teruggegeven. Ik gaf het terug omdat ik niet wilde dat iemand zou denken dat ik het voor het geld doe -- dat is niet zo. Ik ben trouwens nog nooit een priester of een pastoor of een predikant tegengekomen die het voor het geld deed. Ik weet dat dat een stereotiep beeld is. Maar ik ben er nog nooit een tegen gekomen. Neem maar van mij aan dat er veel simpelere manieren zijn om geld te verdienen.
Pastors are like on 24 hours-a-day call, they're like doctors. I left late today -- I'd hoped to be here yesterday -- because my father-in-law is in his last, probably, 48 hours before he dies of cancer. And I'm watching a guy who's lived his life -- he's now in his mid-80s -- and he's dying with peace. You know, the test of your worldview is not how you act in the good times. The test of your worldview is how you act at the funeral. And having been through literally hundreds if not thousands of funerals, it makes a difference. It makes a difference what you believe.
Predikanten staan 24-uur per dag ter beschikking. Net als dokters. Ik ben vandaag laat vertrokken. Ik wilde hier eigenlijk gisteren al zijn, maar mijn schoonvader heeft nog misschien 48 uur te leven voordat hij aan kanker zal overlijden. En ik kijk naar een man die zijn leven geleefd heeft -- hij is nu in de tachtig -- en hij sterft als een vredig man. Je wereldbeeld wordt niet getest door je handelingen in goede tijden. De toetsing van je wereldbeeld vindt plaats op je begrafenis. En omdat ik letterlijk honderden zo niet duizenden begrafenissen heb meegemaakt, kan ik zeggen dat het het verschil maakt. Het maakt uit waarin je gelooft.
So, we gave it all back, and then we set up three foundations, working on some of the major problems of the world: illiteracy, poverty, pandemic diseases -- particularly HIV/AIDS -- and set up these three foundations, and put the money into that. The last thing we did is we became what I call "reverse tithers." And that is, when my wife and I got married 30 years ago, we started tithing. Now, that's a principle in the Bible that says give 10 percent of what you get back to charity, give it away to help other people. So, we started doing that, and each year we would raise our tithe one percent. So, our first year of marriage we went to 11 percent, second year we went to 12 percent, and the third year we went to 13 percent, and on and on and on. Why did I do that? Because every time I give, it breaks the grip of materialism in my life.
Dus we gaven al het geld terug en vervolgens hebben we drie stichtingen opgericht, die zich bezig gingen houden met belangrijke wereldproblemen. ongeletterdheid, armoede, pandemische ziekten -- vooral HIV/AIDS -- we hebben dus deze drie stichtingen opgericht en er geld in gestopt. Het laatste wat we deden is zoals ik het noem 'omgekeerde tiendplichtigen' zijn. Toen mijn vrouw en ik trouwden, 30 jaar geleden, begonnen we met het geven van tienden. Dat is een principe uit de Bijbel waarbij je 10 procent van wat je verdient, teruggeeft aan goede doelen, geld weggeven dus om anderen te helpen. Daar zijn we toen dus mee begonnen en elk jaar zouden we onze tiende met 1 procent verhogen. Dus het eerste jaar van ons huwelijk ging het naar 11 procent, het tweede jaar naar 12 procent, het derde jaar naar 13 procent, enzovoorts. Waarom deden we dat? Omdat iedere keer als ik geef het de greep van materialisme in mijn leven doorbreekt.
Materialism is all about getting -- get, get, get, get all you can, can all you get, sit on the can and spoil the rest. It's all about more, having more. And we think that the good life is actually looking good -- that's most important of all -- looking good, feeling good and having the goods. But that's not the good life. I meet people all the time who have those, and they're not necessarily happy. If money actually made you happy, then the wealthiest people in the world would be the happiest. And that I know, personally, I know, is not true. It's just not true.
Materialisme draait allemaal om kopen -- kopen, kopen, kopen, koop alles wat je kunt, stop het allemaal in een doos, ga er op zitten en verkwist wat er overblijft. Het gaat alleen maar om meer. Meer, meer, meer. En we denken dat een goed leven hebben, betekent: er goed uit zien. Dat is het belangrijkste -- er goed uit zien, je goed voelen en spullen bezitten. Maar dat is geen goed leven. Ik kom continu mensen tegen die dat allemaal hebben en die zijn niet per se gelukkig. Als geld je echt gelukkig zou maken, zouden de rijkste mensen ter wereld het gelukkigst zijn. En ik weet uit ervaring dat dat niet waar is. Het is gewoon niet waar.
So, the good life is not about looking good, feeling good or having the goods, it's about being good and doing good. Giving your life away. Significance in life doesn't come from status, because you can always find somebody who's got more than you. It doesn't come from sex. It doesn't come from salary. It comes from serving. It is in giving our lives away that we find meaning, we find significance. That's the way we were wired, I believe, by God. And so we began to give away, and now after 30 years, my wife and I are reverse tithers -- we give away 90 percent and live on 10. That, actually, was the easy part. The hard part is, what do I do with all this attention? Because I started getting all kinds of invitations. I just came off a nearly month-long speaking tour on three different continents, and I won't go into that, but it was an amazing thing. And I'm going, what do I do with this notoriety that the book has brought?
Goed leven gaat dus niet om er goed uit zien, je goed voelen of spullen hebben, het gaat om goed zijn en goed doen. Je leven opofferen. Betekenisvol leven komt niet voort uit status, er is altijd iemand die meer heeft dan jij. Het komt niet voort uit seks. Het komt niet voort uit je salaris. Het komt voort uit dienstbaar zijn. Door opoffering krijgt het leven zin, krijgt het betekenis. Zo heeft God ons volgens mij geschapen. Dus we begonnen ons geld weg te geven, en nu, 30 jaar later, zijn m'n vrouw en ik 'omgekeerde tiendplichtigen' -- we geven 90% weg en leven van 10%. Dat was eerlijk gezegd nog het makkelijke gedeelte. Het moeilijke deel is alle aandacht, wat doe ik daarmee? Ik krijg namelijk allerlei soorten uitnodigingen. Ik heb net een maand lang spreekbeurten gegeven op drie verschillende continenten, en ik zal er niet verder op ingaan, maar het was geweldig. Wat doe ik er dus mee, met de bekendheid die het boek me gebracht heeft?
And, being a pastor, I started reading the Bible. There's a chapter in the Bible called Psalm 72, and it's Solomon's prayer for more influence. When you read this prayer, it sounds incredibly selfish, self-centered. He says, "God, I want you to make me famous." That's what he prays. He said, "I want you to make me famous. I want you to spread the fame of my name through every land, I want you to give me power. I want you to make me famous, I want you to give me influence." And it just sounds like the most egotistical request you could make, if you were going to pray. Until you read the whole psalm, the whole chapter. And then he says, "So that the king ..." -- he was the king of Israel at that time, at its apex in power -- "... so that the king may care for the widow and orphan, support the oppressed, defend the defenseless, care for the sick, assist the poor, speak up for the foreigner, those in prison." Basically, he's talking about all the marginalized in society.
Aangezien ik een predikant ben, begon ik de Bijbel te lezen. Er is een hoofdstuk in de Bijbel met de titel Psalm 72. Het is een gebed van Solomon waarin hij om meer invloed bidt. Wanneer je dit gebed leest, klinkt het ongelooflijk egoïstisch, egocentrisch. Het klinkt alsof hij zegt: "God, ik wil dat U me beroemd maakt." Daar bidt hij om. Hij zegt: "Ik wil dat U me beroemd maakt." Ik wil dat U mijn naam en faam over alle landen uitdraagt, ik wil dat U me macht geeft, ik wil dat U me beroemd maakt. Ik wil dat U me invloed geeft." Het klinkt als het meest egoïstische verzoek dat je zou kunnen doen als je gaat bidden. Totdat je de hele psalm leest, het hele hoofdstuk. Want dan zegt hij: "Zodat de koning " -- hij was de koning van Israël en op dat moment op het toppunt van zijn macht -- "zodat de koning zorg kan dragen voor weduwen en wezen, de zwaarmoedigen kan steunen, de weerlozen kan verdedigen, kan zorgen voor de zieken, de armen kan ondersteunen en op kan komen voor de vreemdeling en degenen in de gevangenis. Hij praat dus eigenlijk over de gemarginaliseerden in de maatschappij.
And as I read that, I looked at it, and I thought, you know, what this is saying is that the purpose of influence is to speak up for those who have no influence. The purpose of influence is not to build your ego. Or your net worth. And, by the way, your net worth is not the same thing as your self-worth. Your value is not based on your valuables. It's based on a whole different set of things. And so the purpose of influence is to speak up for those who have no influence. And I had to admit: I can't think of the last time I thought of widows and orphans. They're not on my radar. I pastor a church in one of the most affluent areas of America -- a bunch of gated communities. I have a church full of CEOs and scientists. And I could go five years and never, ever see a homeless person. They're just not in my pathway. Now, they're 13 miles up the road in Santa Ana. So I had to say, ok, I would use whatever affluence and whatever influence I've got to help those who don't have either of those.
En terwijl ik het las, keek ik ernaar en dacht wat dit wil zeggen is dat het doel van invloed is, om op te komen voor hen die geen invloed hebben. Het doel van invloed is niet om je ego te vergroten, of je vermogen. Je vermogen is trouwens niet hetzelfde als je eigenwaarde. Je waarde is niet gebaseerd op de waardevolle dingen die je hebt, het is op heel andere zaken gebaseerd. Het doel is dus om op te komen voor hen die geen invloed hebben. En ik moet toegeven, dat ik me niet kan herinneren wanneer ik voor het laatst aan weduwen of wezen gedacht heb. Ze maken geen deel uit van mijn belevingswereld. Ik ben predikant bij een kerk in één van de meest welgestelde gebieden van Amerika -- een verzameling van beveiligde rijke wijken. Mijn kerk zit vol met CEO's en wetenschappers. Het zou kunnen gebeuren dat ik in vijf jaar geen enkele dakloze tegenkom. Ik kom ze simpelweg niet tegen op mijn weg. Terwijl ze zo'n 20 kilometer verderop in Santa Ana zitten. Dus ik zei tegen mezelf: "Goed, ik ga alle invloed en alle rijkdom die ik heb, aanwenden om hen die dat allemaal niet hebben te helpen."
You know, there's a story in the Bible about Moses, whether you believe it's true or not, it really doesn't matter to me. But Moses, if you saw the movie, "The Ten Commandments," Moses goes out, and there's this burning bush, and God talks to him, and God says, "Moses, what's in your hand?" I think that's one of the most important questions you'll ever be asked: What's in your hand? Moses says, "It's a staff. It's a shepherd's staff." And God says, "Throw it down." And if you saw the movie, you know, he throws it down and it becomes a snake. And then God says, "Pick it up." And he picks it back up again, and it becomes a staff again. Now, I'm reading this thing, and I'm going, what is that all about? OK. What's that all about? Well, I do know a couple of things. Number one, God never does a miracle to show off. It's not just, "Wow, isn't that cool?" And, by the way, my God doesn't have to show up on cheese bread. You know, if God's going to show up, he's not going to show up on cheese bread.
Er is een verhaal in de Bijbel over Mozes. Of je het gelooft of het waar is of niet -- dat maakt niet zo veel uit. Maar Mozes, als je de film 'De Tien Geboden' hebt gezien... Mozes gaat op pad, er staat een struik in brand en God begint tegen hem te praten. Hij zegt: "Mozes, wat heb je daar in je hand?" Ik denk dat dat één van de belangrijkste vragen is die je ooit gesteld zal worden. Wat heb je in je hand? "Het is een staf," zegt Mozes. "Een herdersstaf." En God zegt: "Gooi hem op de grond." Als je de film gezien hebt weet je dat Mozes de staf neergooit en dat de staf verandert in een slang. Vervolgens zegt God: "Grijp de slang bij z'n staart." Hij pakt de slang op en die verandert weer in een staf. En terwijl ik dit zo las vroeg ik me af waar dit allemaal om ging. Ok. Waar gaat dit allemaal om? Goed, ik weet een aantal dingen. Eén: God verricht geen wonder om zomaar te pronken. Het is niet van: "Wow, is dat niet gaaf?" Trouwens, mijn God heeft het niet nodig om te verschijnen in een kaasbroodje. Als God zich gaat vertonen zal Hij niet verschijnen in een kaasbroodje.
(Laughter)
(Gelach)
Ok? I just, this is why I love what Michael does, because it's like, if he's debunking it, then I don't have to. But God -- my God -- doesn't show up on sprinkler images. He's got a few more powerful ways than that to do whatever he wants to do. But he doesn't do miracles just to show off.
Ok? Daarom vind ik het zo leuk wat Michael doet, als hij het allemaal ontmaskert, hoef ik het niet te doen. Maar God -- mijn God -- vertoont zich niet op afbeeldingen van watersproeiers. Hij heeft wel krachtiger manieren om te doen wat Hij wil doen. Hij verricht geen wonderen om zomaar een beetje te pronken.
Second thing is, if God ever asks you a question, he already knows the answer. Obviously, if he's God, then that would mean that when he asks the question, it's for your benefit, not his. So he's going, "What's in your hand?" Now, what was in Moses' hand? Well, it was a shepherd's staff. Now, follow me on this.
Punt twee: als God je ooit een vraag stelt, weet Hij het antwoord al. Want, als Hij God is, wil dat zeggen dat als Hij de vraag stelt dit tot jouw voordeel is, niet het Zijne. Dus Hij vraagt: "Wat zit er in je hand?" Wat zit er nu in Mozes zijn hand? Het was een herdersstaf. Ik zal het uitleggen.
This staff represented three things about Moses' life. First, it represented his identity; he was a shepherd. It's the symbol of his own occupation: I am a shepherd. It's a symbol of his identity, his career, his job. Second, it's a symbol of not only his identity, it's a symbol of his income, because all of his assets are tied up in sheep. In those days, nobody had bank accounts, or American Express cards, or hedge funds. Your assets are tied up in your flocks. So it's a symbol of his identity, and it's a symbol of his income. And the third thing: it's a symbol of his influence. What do you do with a shepherd's staff? Well, you know, you move sheep from point A to point B with it, by hook or by crook. You pull them or you poke them. One or the other. So, he's saying, "You're going to lay down your identity. What's in your hand? You've got identity, you've got income, you've got influence. What's in your hand?" And he's saying, "If you lay it down, I'll make it come alive. I'll do some things you could never imagine possible." And if you've watched that movie, "Ten Commandments," all of those big miracles that happen in Egypt are done through this staff.
De staf vertegenwoordigt drie dingen in Mozes zijn leven. Ten eerste stelt het zijn identiteit voor. Hij was een herder. De staf is dus het symbool van zijn beroep. Ik ben een herder. Het symboliseert zijn identiteit, zijn carrière, zijn baan. Ten tweede is het niet alleen een symbool van zijn identiteit, het symboliseert zijn inkomen want zijn bezit bestaat uit schapen. In die tijd waren er nog geen bankrekeningen, American Express kaarten of hedgefondsen. Je bezit bestond uit een kudde dieren. Het was dus een symbool van zijn identiteit en van zijn inkomen. En ten derde was het een symbool van zijn invloed. Wat kun je doen met een herdersstaf? Je leidt er schapen mee van punt A naar punt B, hoe dan ook. Je trekt of port ze een beetje. God zegt: "Je legt je identiteit neer op de grond. Wat zit er in je hand? Je identiteit, je inkomen, je invloed. Wat zit er in je hand?" En Hij zegt: "Als je het neerlegt, zal ik ervoor zorgen dat het tot leven komt. Ik zal dingen doen die je nooit voor mogelijk had gehouden." En als je die film 'De Tien Geboden' hebt gezien, al die grote wonderen die in Egypte plaatsvonden kwamen voort uit die staf.
Last year, I was invited to speak at the NBA All-Stars game. And so, I'm talking to the players, because most of the NBA teams, NFL teams and all the other teams have done this 40 Days of Purpose, based on the book. And I asked them, I said, "What's in your hand? So, what's in your hand?" I said, "It's a basketball. And that basketball represents your identity, who you are: you're an NBA player. It represents your income: you're making a lot of money off that little ball. And it represents your influence. And even though you're only going to be in the NBA for a few years, you're going to be an NBA player for the rest of your life. And that gives you enormous influence. So, what are you going to do with what you've been given?"
Vorig jaar was ik uitgenodigd om bij een NBA All-Stars wedstrijd te komen spreken. Ik ben aan het praten met de spelers, de meeste NBA, NFL teams en vele andere teams hebben het '40 Days of Purpose' programma afgewerkt, dat gebaseerd is op het boek. En ik vroeg aan die spelers: "Wat zit er in jullie handen?" "Wat zit er in je hand?" "Een basketbal," zei ik, die je identiteit vertegenwoordigt, wat je bent. Je bent een NBA speler. Het stelt je inkomen voor. Je verdient heel veel geld met die kleine bal. Het stelt je invloed voor. En ook al speel je maar een paar jaar in de NBA, je zult voor de rest van je leven een NBA speler zijn. En dat zorgt ervoor dat je een enorme invloed hebt. Wat ga je nu doen met wat je allemaal gekregen hebt?"
And I guess that's the main reason I came up here today, to all of you very bright people at TED -- it is to say, "What's in your hand?" What do you have that you've been given? Talent, background, education, freedom, networks, opportunities, wealth, ideas, creativity. What are you doing with what you've been given? That, to me, is the primary question about life. That, to me, is what being purpose-driven is all about. In the book, I talk about how you're wired to do certain things, you're "SHAPED" with -- a little acrostic: Spiritual gifts, Heart, Ability, Personality and Experiences. These things shape you. And if you want to know what you ought to be doing with your life, you need to look at your shape -- "What am I wired to do?" Why would God wire you to do something and then not have you do it? If you're wired to be an anthropologist, you'll be an anthropologist. If you're wired to be an undersea explorer, you'll be an undersea explorer. If you're wired to make deals, you make deals. If you're wired to paint, you paint.
Ik denk dat dit de belangrijkste reden is waarom ik hier vandaag ben, om tegen jullie, het slimme TED publiek, te zeggen: "Wat zit er in jullie hand?" Wat doen jullie met dat wat jullie gekregen hebben? Talent, afkomst, opleiding, vrijheid, netwerken, kansen, rijkdom, ideeën, creativiteit. Wat gaan jullie doen met datgene wat jullie gekregen hebben? Voor mij is dit de belangrijkste vraag in het leven. Dit is voor mij waar doelgericht leven allemaal om draait. In het boek vertel ik hoe je geschapen bent om bepaalde dingen te doen, ervoor gevormd bent. Dit kleine kruis vereist spirituele gaven, moed, bekwaamheid, persoonlijkheid en ervaringen. Deze dingen vormen je. En als je wilt weten wat je met je leven aan moet, moet je naar je vorm kijken. Waar ben ik voor gemaakt? Waarom zou God je zo maken dat je bepaalde dingen kunt, en je die vervolgens niet laten doen? Als je gemaakt bent om een antropoloog te zijn, zul je een antropoloog zijn. Als je gemaakt bent om een onderwateronderzoeker te worden, zul je een onderwateronderzoeker zijn. Als je gemaakt bent om deals te sluiten, sluit je deals. Als je gemaakt bent om te schilderen, schilder je.
Did you know that God smiles when you be you? When my little kids -- when my kids were little -- they're all grown now, I have grandkids -- I used to go in and sit on the side of their bed, and I used to watch my kids sleep. And I just watched their little bodies rise and lower, rise and lower. And I would look at them: "This is not an accident." Rise and lower. And I got joy out of just watching them sleep. Some people have the misguided idea that God only gets excited when you're doing, quote, "spiritual things," like going to church or helping the poor, or, you know, confessing or doing something like that. The bottom line is, God gets pleasure watching you be you. Why? He made you. And when you do what you were made to do, he goes, "That's my boy! That's my girl! You're using the talent and ability that I gave you."
Weet je dat God lacht wanneer jij jezelf bent? Toen mijn kinderen klein waren -- ze zijn allemaal groot nu, ik heb zelfs kleinkinderen -- ging ik vaak op de rand van hun bed zitten, om te kijken hoe mijn kinderen lagen te slapen. Ik keek naar het op en neer gaan van hun kleine lijfjes, op en neer. En terwijl ik naar ze keek wist ik dat dit geen toeval kan zijn. Op en neer. Het deed me plezier om ze alleen maar zo te zien slapen. Sommige mensen hebben het misplaatste idee dat God alleen blij is, wanneer je, tussen aanhalingstekens, 'spirituele dingen' doet, zoals naar de kerk gaan of arme mensen helpen, of te biecht gaan of iets dergelijks. Maar waar het op neerkomt is dat God er vreugde in vindt te zien dat jij jezelf bent. Waarom? Hij heeft je gemaakt. En wanneer je dat doet waar je voor gemaakt bent, denkt hij: "Zo mag ik het zien jongen. Zo mag ik het zien meisje. Je gebruikt het talent en de bekwaamheid die ik je gegeven heb."
So my advice to you is: look at what's in your hand -- your identity, your influence, your income -- and say, "It's not about me. It's about making the world a better place."
Mijn advies aan jullie is dus: kijk naar wat er in je hand zit -- je identiteit, je invloed, je inkomen -- en zeg: "Het gaat niet om mij. Het gaat erom om de wereld tot een betere plek te maken."
Dank je wel.
Thank you.