I am a plant geneticist. I study genes that make plants resistant to disease and tolerant of stress. In recent years, millions of people around the world have come to believe that there's something sinister about genetic modification. Today, I am going to provide a different perspective.
Ik ben plantengeneticus. Ik bestudeer genen die planten resistent maken tegen ziektes en tolerant maken voor stress. In de afgelopen jaren zijn miljoenen mensen argwanend geworden voor genetische manipulatie. Ik zal je vandaag een andere kijk op de zaak geven.
First, let me introduce my husband, Raoul. He's an organic farmer. On his farm, he plants a variety of different crops. This is one of the many ecological farming practices he uses to keep his farm healthy. Imagine some of the reactions we get: "Really? An organic farmer and a plant geneticist? Can you agree on anything?"
Ik stel je eerst mijn echtgenoot Raoul voor. Hij is biologisch boer. Op zijn boerderij teelt hij allerlei soorten groente. Dit is een van de vele vormen van biologische teelt die hij toepast om zijn boerderij gezond te houden. Stel je voor welke reacties we krijgen: "Echt? Een biologische boer en een plantengeneticus? Ben je het ooit met elkaar eens?"
Well, we can, and it's not difficult, because we have the same goal. We want to help nourish the growing population without further destroying the environment. I believe this is the greatest challenge of our time.
Toch wel, en dat is niet moeilijk, omdat we hetzelfde doel hebben. We willen de groeiende bevolking voeden zonder de natuur verder te vernietigen. Dat is volgens mij de grootste uitdaging van onze tijd.
Now, genetic modification is not new; virtually everything we eat has been genetically modified in some manner. Let me give you a few examples. On the left is an image of the ancient ancestor of modern corn. You see a single roll of grain that's covered in a hard case. Unless you have a hammer, teosinte isn't good for making tortillas. Now, take a look at the ancient ancestor of banana. You can see the large seeds. And unappetizing brussel sprouts, and eggplant, so beautiful.
Genetische manipulatie is niet nieuw. Bijna alles wat we eten is op de een of andere manier genetisch gemanipuleerd. Ik zal je wat voorbeelden geven. Links zie je een plaatje van de voorouder van de moderne maïs. Je ziet één enkele aar maïs in een hard omhulsel. Tenzij je een hamer hebt, is deze teosinte niet geschikt voor het maken van tortilla's. Bekijk nu eens de voorloper van de banaan. Je ziet grote zaden, en onsmakelijke spruitjes, en aubergine, prachtig.
Now, to create these varieties, breeders have used many different genetic techniques over the years. Some of them are quite creative, like mixing two different species together using a process called grafting to create this variety that's half tomato and half potato. Breeders have also used other types of genetic techniques, such as random mutagenesis, which induces uncharacterized mutations into the plants. The rice in the cereal that many of us fed our babies was developed using this approach.
Om deze variëteiten te produceren, gebruikten kwekers door de jaren heen allerlei genetische technieken. Sommige zijn erg creatief, zoals het kruisen van twee soorten met een techniek die enten wordt genoemd, om deze variëteit te kweken die half tomaat, half aardappel is. Kwekers hebben nog meer soorten genetische technieken gebruikt, zoals willekeurige mutagenese, die niet-karakteristieke mutaties in planten veroorzaakt. De rijst in de pap die aan veel baby's wordt gegeven, is met deze techniek ontwikkeld.
Now, today, breeders have even more options to choose from. Some of them are extraordinarily precise.
Tegenwoordig hebben kwekers zelfs nog meer mogelijkheden. Sommige zijn buitengewoon nauwkeurig.
I want to give you a couple examples from my own work. I work on rice, which is a staple food for more than half the world's people. Each year, 40 percent of the potential harvest is lost to pest and disease. For this reason, farmers plant rice varieties that carry genes for resistance. This approach has been used for nearly 100 years. Yet, when I started graduate school, no one knew what these genes were. It wasn't until the 1990s that scientists finally uncovered the genetic basis of resistance. In my laboratory, we isolated a gene for immunity to a very serious bacterial disease in Asia and Africa. We found we could engineer the gene into a conventional rice variety that's normally susceptible, and you can see the two leaves on the bottom here are highly resistant to infection.
Ik zal je wat voorbeelden geven uit mijn eigen werk. Ik werk aan rijst, hoofdvoedsel voor meer dan de helft van de wereld. Elk jaar gaat 40 procent van de potentiële oogst verloren aan ziektes en plagen. Daarom telen boeren verschillende soorten rijst met genen die weerstand bieden. Deze aanpak wordt al bijna 100 jaar gebruikt. Maar toen ik begon te studeren, kende nog niemand deze genen. Pas in de jaren negentig ontdekten wetenschappers eindelijk de genetische oorsprong van resistentie. In mijn lab hebben we een gen geïsoleerd voor immuniteit tegen een ernstige bacteriële ziekte in Azië en Afrika. We ontdekten dat we het gen in een gangbare rijstsoort konden knutselen die normaal gevoelig is. De twee onderste bladeren zijn zeer resistent tegen infectie.
Now, the same month that my laboratory published our discovery on the rice immunity gene, my friend and colleague Dave Mackill stopped by my office. He said, "Seventy million rice farmers are having trouble growing rice." That's because their fields are flooded, and these rice farmers are living on less than two dollars a day. Although rice grows well in standing water, most rice varieties will die if they're submerged for more than three days. Flooding is expected to be increasingly problematic as the climate changes. He told me that his graduate student Kenong Xu and himself were studying an ancient variety of rice that had an amazing property. It could withstand two weeks of complete submergence. He asked if I would be willing to help them isolate this gene. I said yes -- I was very excited, because I knew if we were successful, we could potentially help millions of farmers grow rice even when their fields were flooded.
In de maand dat mijn lab onze ontdekking publiceerde over het immuniteits-gen van rijst, kwam mijn vriend en collega Dave Mackill langs. Hij zei: "Zeventig miljoen rijstboeren hebben problemen met het telen van rijst." Dat komt omdat hun rijstvelden overstromen. Ze leven van minder dan twee dollar per dag. Hoewel rijst goed groeit in stilstaand water, gaan de meeste soorten dood als ze onder water staan gedurende meer dan drie dagen. Men verwacht dat overstroming steeds problematischer wordt, naarmate het klimaat verandert. Hij vertelde me dat zijn afgestudeerde student Kenong Xu en hijzelf onderzoek deden naar een oude rijstsoort met een bijzondere eigenschap. Hij kon twee weken volledige overstroming overleven. Hij vroeg of ik wilde helpen met het isoleren van dit gen. Ik stemde toe -- ik was enthousiast, want als we zouden slagen, konden we misschien wel miljoenen boeren helpen rijst te telen, zelfs als hun velden overstroomd zijn.
Kenong spent 10 years looking for this gene. Then one day, he said, "Come look at this experiment. You've got to see it." I went to the greenhouse and I saw that the conventional variety that was flooded for 18 days had died, but the rice variety that we had genetically engineered with a new gene we had discovered, called Sub1, was alive. Kenong and I were amazed and excited that a single gene could have this dramatic effect. But this is just a greenhouse experiment. Would this work in the field?
Kenong besteedde 10 jaar aan het zoeken naar dit gen. Op een dag zei hij: "Kijk eens naar dit experiment, dit moet je zien." Ik ging naar de kas en zag dat de gebruikelijke variëteit, die 18 dagen onder water stond, dood was, maar de rijstsoort die genetisch gemanipuleerd was met het nieuwe gen dat we ontdekt hadden, Sub1, nog leefde. Kenong en ik waren verbaasd en enthousiast dat een enkel gen zo'n enorme invloed kon hebben. Dit was echter een experiment in een kas. Zou het ook werken op het veld?
Now, I'm going to show you a four-month time lapse video taken at the International Rice Research Institute. Breeders there developed a rice variety carrying the Sub1 gene using another genetic technique called precision breeding. On the left, you can see the Sub1 variety, and on the right is the conventional variety. Both varieties do very well at first, but then the field is flooded for 17 days. You can see the Sub1 variety does great. In fact, it produces three and a half times more grain than the conventional variety. I love this video because it shows the power of plant genetics to help farmers. Last year, with the help of the Bill and Melinda Gates Foundation, three and a half million farmers grew Sub1 rice.
Ik laat een time-lapsefilmpje van vier maanden zien, dat is opgenomen op het Internationaal Instituut voor Rijstonderzoek. Kwekers hebben daar een rijstvariëteit ontwikkeld die het Sub1-gen draagt, met een andere gen-techniek die precisiekweken heet. Links zie je de Sub1-variëteit, en rechts de conventionele soort. Beide doen het eerst heel goed, maar dan wordt het veld 17 dagen onder water gezet. Je ziet dat de Sub1-variëteit het goed doet. Hij produceert drieënhalf keer zoveel graan als de conventionele variëteit. Ik vind dit filmpje prachtig, omdat het toont hoezeer plantengenetica boeren kan helpen. Vorig jaar kweekten, met hulp van het Bill en Melinda Gates Stichting, drieënhalf miljoen boeren Sub1-rijst.
(Applause)
(Applaus)
Thank you.
Dank je wel.
Now, many people don't mind genetic modification when it comes to moving rice genes around, rice genes in rice plants, or even when it comes to mixing species together through grafting or random mutagenesis. But when it comes to taking genes from viruses and bacteria and putting them into plants, a lot of people say, "Yuck." Why would you do that? The reason is that sometimes it's the cheapest, safest, and most effective technology for enhancing food security and advancing sustainable agriculture. I'm going to give you three examples.
Veel mensen vinden genetische manipulatie niet erg als het gaat om het verplaatsen van rijstgenen in rijstplanten of zelfs als het gaat om het kruisen van soorten door te enten of met willekeurige mutagenese. Maar als we genen isoleren van virussen en bacteriën en die in planten plaatsen, zeggen veel mensen: "Bah, waarom zou je dat doen?" De reden is dat het soms de goedkoopste, veiligste, en efficiëntste technologie is voor het verbeteren van voedselzekerheid en het bevorderen van duurzame landbouw. Ik geef je drie voorbeelden.
First, take a look at papaya. It's delicious, right? But now, look at this papaya. This papaya is infected with papaya ringspot virus. In the 1950s, this virus nearly wiped out the entire production of papaya on the island of Oahu in Hawaii. Many people thought that the Hawaiian papaya was doomed, but then, a local Hawaiian, a plant pathologist named Dennis Gonsalves, decided to try to fight this disease using genetic engineering. He took a snippet of viral DNA and he inserted it into the papaya genome. This is kind of like a human getting a vaccination. Now, take a look at his field trial. You can see the genetically engineered papaya in the center. It's immune to infection. The conventional papaya around the outside is severely infected with the virus. Dennis' pioneering work is credited with rescuing the papaya industry. Today, 20 years later, there's still no other method to control this disease. There's no organic method. There's no conventional method. Eighty percent of Hawaiian papaya is genetically engineered.
Kijk eerst eens naar papaja. Lekker, toch? Kijk nu eens naar deze papaja. Deze is besmet met het papaja-ringspotvirus. In de jaren 50 verwoestte dit virus bijna de hele oogst aan papaja's van het eiland Oahu op Hawaï. Velen dachten dat de papaja van Hawaï ten dode was opgeschreven, maar toen besloot een Hawaïaan, de plantenpatholoog Dennis Gonsalves, te proberen de ziekte te bestrijden met genetische middelen. Hij nam een stukje DNA, en voegde dat in het genoom van de papaja. Het lijkt op een mens die een inenting krijgt. Kijk eens naar deze veldtest. Je ziet dat genetisch gemanipuleerde papaja in het midden immuun is voor infectie. De conventionele papaja aan de buitenkant is ernstig besmet met het virus. Dennis' pionierswerk wordt gezien als de redding van de papaja-industrie. Nu, 20 jaar later, is er nog steeds geen andere methode om de ziekte te beheersen. Er is geen biologische of conventionele methode. 80 procent van de Hawaïaanse papaja is genetisch gemanipuleerd.
Now, some of you may still feel a little queasy about viral genes in your food, but consider this: The genetically engineered papaya carries just a trace amount of the virus. If you bite into an organic or conventional papaya that is infected with the virus, you will be chewing on tenfold more viral protein.
Wellicht huiveren sommigen nog van virale genen in je eten, maar bedenk dan dit: genetisch gemanipuleerde papaja draagt maar een spoortje virus. Als je in een biologische of conventionele papaja bijt die geïnfecteerd is met het virus, kauw je op het tienvoudige aan virale eiwitten.
Now, take a look at this pest feasting on an eggplant. The brown you see is frass, what comes out the back end of the insect. To control this serious pest, which can devastate the entire eggplant crop in Bangladesh, Bangladeshi farmers spray insecticides two to three times a week, sometimes twice a day, when pest pressure is high. But we know that some insecticides are very harmful to human health, especially when farmers and their families cannot afford proper protection, like these children. In less developed countries, it's estimated that 300,000 people die every year because of insecticide misuse and exposure. Cornell and Bangladeshi scientists decided to fight this disease using a genetic technique that builds on an organic farming approach. Organic farmers like my husband Raoul spray an insecticide called B.T., which is based on a bacteria. This pesticide is very specific to caterpillar pests, and in fact, it's nontoxic to humans, fish and birds. It's less toxic than table salt. But this approach does not work well in Bangladesh. That's because these insecticide sprays are difficult to find, they're expensive, and they don't prevent the insect from getting inside the plants. In the genetic approach, scientists cut the gene out of the bacteria and insert it directly into the eggplant genome. Will this work to reduce insecticide sprays in Bangladesh? Definitely. Last season, farmers reported they were able to reduce their insecticide use by a huge amount, almost down to zero. They're able to harvest and replant for the next season.
Kijk eens naar het schadelijke dier op deze aubergine. Het bruine is 'frass' , ontlasting van het insect. Ter beperking van deze schade, die desastreus kan zijn voor de hele aubergine-oogst in Bangladesh, spuiten de Bengalese boeren insecticiden. Twee tot drie keer per week, soms twee keer per dag, als de druk hoog is. We weten dat sommige insecticiden slecht zijn voor je gezondheid, vooral als boeren en hun familie zich geen afdoende bescherming kunnen veroorloven, zoals deze kinderen. In ontwikkelingslanden sterven jaarlijks naar schatting 300.000 mensen door verkeerd gebruik van pesticide en blootstelling eraan. Cornell en Bengalese wetenschappers besloten de strijd aan te gaan door genetica in te zetten die is gebaseerd op biologisch teelt. Biologische boeren zoals mijn echtgenoot Raoul spuiten een insecticide genaamd BT, dat is gebaseerd op bacteriën. Dit pesticide is speciaal voor rupsenplagen, en is niet giftig voor mensen, vissen en vogels. Het is minder giftig dan tafelzout. Deze aanpak werkt echter niet zo goed in Bangladesh. Dat komt omdat deze insectensprays moeilijk te vinden en duur zijn, en ze voorkomen niet dat het insect de plant binnengaat. Bij de genetische aanpak snijdt men het gen uit de bacterie en stopt die rechtstreeks in het aubergine-genoom. Zal dit insecticidegebruik helpen verminderen in Bangladesh? Ik weet het zeker. Afgelopen seizoen meldden boeren dat ze hun insecticidegebruik drastisch konden reduceren, tot bijna niets. Ze kunnen oogsten en herplanten voor het volgende seizoen.
Now, I've given you a couple examples of how genetic engineering can be used to fight pests and disease and to reduce the amount of insecticides. My final example is an example where genetic engineering can be used to reduce malnutrition. In less developed countries, 500,000 children go blind every year because of lack of Vitamin A. More than half will die. For this reason, scientists supported by the Rockefeller Foundation genetically engineered a golden rice to produce beta-carotene, which is the precursor of Vitamin A. This is the same pigment that we find in carrots. Researchers estimate that just one cup of golden rice per day will save the lives of thousands of children. But golden rice is virulently opposed by activists who are against genetic modification. Just last year, activists invaded and destroyed a field trial in the Philippines. When I heard about the destruction, I wondered if they knew that they were destroying much more than a scientific research project, that they were destroying medicines that children desperately needed to save their sight and their lives.
Je hebt wat voorbeelden gezien van het gebruik van genetische manipulatie tegen ziektes en plagen en voor het verminderen van pesticides. In mijn laatste voorbeeld wordt genetische manipulatie gebruikt om ondervoeding te verminderen. In ontwikkelingslanden worden jaarlijks 500.000 kinderen blind door vitamine A-tekort. Meer dan de helft zal sterven. Daarom hebben wetenschappers, ondersteund door de Rockefeller Stichting, rijst genetisch gemanipuleerd tot gouden rijst, zodat hij bètacaroteen produceert, de voorloper van vitamine A. Hetzelfde pigment als in wortels. Onderzoekers schatten dat één kop gouden rijst per dag het leven van duizenden kinderen kan redden. Maar gouden rijst wordt fel bestreden door activisten die tegen genetische manipulatie zijn. Afgelopen jaar nog vernielden ze een proefveld in de Filippijnen. Toen ik van de vernieling hoorde, vroeg ik me af of ze wisten dat ze meer vernielden dan een wetenschappelijk onderzoeksproject. Dat ze medicijnen vernielden die kinderen erg nodig hebben om hun gezichtsvermogen en hun leven te redden. Sommige familieleden en vrienden zijn nog steeds bezorgd.
Some of my friends and family still worry: How do you know genes in the food are safe to eat? I explained the genetic engineering, the process of moving genes between species, has been used for more than 40 years in wines, in medicine, in plants, in cheeses. In all that time, there hasn't been a single case of harm to human health or the environment. But I say, look, I'm not asking you to believe me. Science is not a belief system. My opinion doesn't matter. Let's look at the evidence. After 20 years of careful study and rigorous peer review by thousands of independent scientists, every major scientific organization in the world has concluded that the crops currently on the market are safe to eat and that the process of genetic engineering is no more risky than older methods of genetic modification. These are precisely the same organizations that most of us trust when it comes to other important scientific issues such as global climate change or the safety of vaccines.
Hoe weet je of je genen veilig kunt eten? Ik legde uit dat genetische manipulatie, het verplaatsen van genen tussen soorten, al 40 jaar gebruikt wordt in wijnen, in medicijnen, in planten en in kaas. Al die tijd is er geen enkel geval geweest van schade aan de menselijke gezondheid of het milieu. Ik vraag je niet om me te geloven. Wetenschap is geen kwestie van geloof. Mijn mening doet er niet toe. Laten we eens kijken naar het bewijs. Na 20 jaar studie en nauwkeurige beoordeling door duizenden onafhankelijke wetenschappers, hebben alle grote wetenschappelijke organisaties geconcludeerd dat gewas dat nu op de markt is veilig is om te eten, en het proces van genetische manipulatie niet meer risico's heeft dan de oudere methodes van genetische modificatie. Dit zijn dezelfde organisaties die de meesten van ons vertrouwen als het gaat om andere belangrijke wetenschappelijke zaken, zoals de klimaatverandering of de veiligheid van vaccinatie.
Raoul and I believe that, instead of worrying about the genes in our food, we must focus on how we can help children grow up healthy. We must ask if farmers in rural communities can thrive, and if everyone can afford the food. We must try to minimize environmental degradation. What scares me most about the loud arguments and misinformation about plant genetics is that the poorest people who most need the technology may be denied access because of the vague fears and prejudices of those who have enough to eat.
Raoul en ik denken dat we ons geen zorgen moeten maken over de genen, maar ons moeten richten op hoe we kinderen gezond grootbrengen, en ons afvragen of boeren op het platteland goed kunnen gedijen, en of iedereen zich het voedsel kan veroorloven. We moeten aantasting van het milieu proberen te minimaliseren. Waar ik het meest van schrik bij de argumenten en verkeerde informatie over plantengenetica, is dat de armste mensen die er het meeste baat bij hebben, de toegang ertoe ontzegd wordt vanwege vage angst en vooroordelen van degenen die wél genoeg te eten hebben.
We have a huge challenge in front of us. Let's celebrate scientific innovation and use it. It's our responsibility to do everything we can to help alleviate human suffering and safeguard the environment.
We staan voor een enorme uitdaging. We moeten wetenschappelijke innovatie vieren en het gebruiken. Het is onze verantwoordelijkheid om te doen wat we kunnen om het lijden van de mens te verlichten en het milieu te beschermen.
Thank you.
Dank je wel.
(Applause)
(Applaus)
Thank you.
Dank je wel.
Chris Anderson: Powerfully argued. The people who argue against GMOs, as I understand it, the core piece comes from two things. One, complexity and unintended consequence. Nature is this incredibly complex machine. If we put out these brand new genes that we've created, that haven't been challenged by years of evolution, and they started mixing up with the rest of what's going on, couldn't that trigger some kind of cataclysm or problem, especially when you add in the commercial incentive that some companies have to put them out there? The fear is that those incentives mean that the decision is not made on purely scientific grounds, and even if it was, that there would be unintended consequences. How do we know that there isn't a big risk of some unintended consequence? Often our tinkerings with nature do lead to big, unintended consequences and chain reactions.
Chris Anderson: Sterk betoog. De mensen die tegen ggo's zijn, komen met twee dingen, begrijp ik. De complexiteit en de onbedoelde gevolgen. De natuur is ongelooflijk ingewikkeld. Als we deze nieuwe genen inzetten, die niet door jaren evolutie zijn gevormd, en zich mengen met de rest, zou dat dan niet kunnen leiden tot problemen? Vooral als bedrijven er baat bij hebben ze te gebruiken. De angst is dat die motieven ervoor zorgen dat men niet alleen uit wetenschappelijke oogpunt handelt, en al doet men dat wel, dat er toch onbedoelde gevolgen zijn. Hoe weten we dat het geen groot risico inhoudt? Vaak leidt geknoei met de natuur tot grote, onbedoelde gevolgen en kettingreacties.
Pamela Ronald: Okay, so on the commercial aspects, one thing that's really important to understand is that, in the developed world, farmers in the United States, almost all farmers, whether they're organic or conventional, they buy seed produced by seed companies. So there's definitely a commercial interest to sell a lot of seed, but hopefully they're selling seed that the farmers want to buy. It's different in the less developed world. Farmers there cannot afford the seed. These seeds are not being sold. These seeds are being distributed freely through traditional kinds of certification groups, so it is very important in less developed countries that the seed be freely available.
Pamela: Wat de commercie betreft moet je begrijpen dat boeren in de ontwikkelde wereld, in de VS, bijna alle biologische én gewone boeren, zaad kopen bij zadenbedrijven. Het is inderdaad commercieel belangrijk veel zaad te verkopen, maar hopelijk verkopen ze zaad dat de boeren willen kopen. In ontwikkelingslanden is dat anders. Boeren daar kunnen geen zaad kopen. Deze zaden worden er niet verkocht. Deze zaden worden er gratis verspreid via traditionele gecertificeerde partijen, dus is het belangrijk in ontwikkelingslanden dat de zaden gratis zijn. CA: Zeggen activisten niet dat dit een samenzwering is?
CA: Wouldn't some activists say that this is actually part of the conspiracy? This is the heroin strategy. You seed the stuff, and people have no choice but to be hooked on these seeds forever?
De heroïne-strategie. Jij verspreidt het spul en dan zitten mensen eeuwig aan die zaden vast. PR: Er zijn veel samenzweringstheorieën, maar zo werkt het niet.
PR: There are a lot of conspiracy theories for sure, but it doesn't work that way. For example, the seed that's being distributed, the flood-tolerant rice, this is distributed freely through Indian and Bangladeshi seed certification agencies, so there's no commercial interest at all. The golden rice was developed through support of the Rockefeller Foundation. Again, it's being freely distributed. There are no commercial profits in this situation. And now to address your other question about, well, mixing genes, aren't there some unintended consequences? Absolutely -- every time we do something different, there's an unintended consequence, but one of the points I was trying to make is that we've been doing kind of crazy things to our plants, mutagenesis using radiation or chemical mutagenesis. This induces thousands of uncharacterized mutations, and this is even a higher risk of unintended consequence than many of the modern methods. And so it's really important not to use the term GMO because it's scientifically meaningless. I feel it's very important to talk about a specific crop and a specific product, and think about the needs of the consumer.
Het zaad van overstromingstolerante rijst wordt bijvoorbeeld gratis verspreid door Indische en Bengalese agentschappen voor zaadcertificering, dus daar zit geen commercieel belang bij. De gouden rijst is ontwikkeld met behulp van de Rockefeller Stichting. Nogmaals, hij wordt gratis verspreid. Er zit hier geen commercieel belang bij. En je vraag over het mengen van genen: zijn er geen onbedoelde gevolgen? Zeker -- elke keer als we wat anders doen, zijn er onbedoelde gevolgen, maar een van mijn argumenten was dat we al gekke dingen deden met onze planten, mutagenese met straling of chemische mutagenese. Dat veroorzaakt duizenden onverwachte mutaties en heeft grotere risico's of onbedoelde gevolgen dan veel andere methodes. Het is daarom erg belangrijk om niet de term 'ggo' te gebruiken omdat die wetenschappelijk niets zegt. Het is belangrijk om te praten over een specifiek gewas en product en te denken aan de behoeften van de consument. CA: Wat hier voor een deel speelt, bij veel mensen,
CA: So part of what's happening here is that there's a mental model in a lot of people that nature is nature, and it's pure and pristine, and to tinker with it is Frankensteinian. It's making something that's pure dangerous in some way, and I think you're saying that that whole model just misunderstands how nature is. Nature is a much more chaotic interplay of genetic changes that have been happening all the time anyway.
is dat de natuur de natuur is, die puur en ongerept is. Er mee knoeien is Frankensteiniaans. Je maakt van iets puurs iets gevaarlijks. Ik denk dat jij wilt zeggen dat dit hele model onbegrip toont over de natuur. De natuur is een chaotische interactie van genetische veranderingen die al de hele tijd plaatsvinden. PR: Dat is zeker waar en puur voedsel bestaat niet.
PR: That's absolutely true, and there's no such thing as pure food. I mean, you could not spray eggplant with insecticides or not genetically engineer it, but then you'd be stuck eating frass. So there's no purity there.
Je zou aubergines niet kunnen spuiten of niet genetisch manipuleren, maar dan bleef je frass eten. Dat is ook niet echt puur.
CA: Pam Ronald, thank you. That was powerfully argued. PR: Thank you very much. I appreciate it. (Applause)
CA: Dank je wel. Sterke argumenten. PR: Bedankt, dat waardeer ik zeer. (Applaus)