We see with the eyes, but we see with the brain as well. And seeing with the brain is often called imagination. And we are familiar with the landscapes of our own imagination, our inscapes. We've lived with them all our lives. But there are also hallucinations as well. And hallucinations are completely different. They don't seem to be of our creation. They don't seem to be under control. They seem to come from the outside and to mimic perception.
We zien met onze ogen. Maar we zien ook met ons brein. En dat zien met het brein wordt vaak verbeelding genoemd. We zijn vertrouwd met de landschappen van onze eigen verbeelding, onze innerlijke landschappen. We leven er al ons hele leven mee. Maar er zijn ook hallucinaties. En hallucinaties zijn volledig anders. Ze lijken niet door ons gecreëerd. Ze lijken niet onder onze controle. Het is alsof ze van buitenaf komen,
So I am going to be talking about hallucinations
en perceptie te lijken imiteren.
and a particular sort of visual hallucination, which I see among my patients. A few months ago, I got a phone call from a nursing home where I work. They told me that one of their residents, an old lady in her 90s, was seeing things, and they wondered if she'd gone bonkers or, because she was an old lady, whether she'd had a stroke, or whether she had Alzheimer's.
Dus ga ik het over hallucinaties hebben. En over een specifiek soort visuele hallucinatie die ik bij mijn patiënten zie. Enkele maanden geleden kreeg ik telefoon van een verpleegtehuis waar ik werk. Ze vertelden me dat een van de bewoners, een oude dame van in de negentig, dingen zag. Ze vroegen zich af of ze gek geworden was. Of, omdat ze een oude dame was, of ze misschien een beroerte had gehad of Alzheimer had.
And so they asked me if I would come and see Rosalie, the old lady. I went in to see her. It was evident straightaway that she was perfectly sane and lucid and of good intelligence, but she'd been very startled and very bewildered, because she'd been seeing things. And she told me -- the nurses hadn't mentioned this -- that she was blind, that she had been completely blind from macular degeneration for five years. But now, for the last few days, she'd been seeing things.
Ze vroegen me of ik kon langskomen om Rosalie te zien, de oude dame. Ik ging haar bezoeken. Het was direct duidelijk dat ze volledig gezond van geest was en helder en intelligent was. Maar ze was erg geschrokken en erg van haar stuk omdat ze dingen had gezien. En ze vertelde me -- dit had de verpleging niet vermeld -- dat ze blind was, dat ze sinds vijf jaar volledig blind was door maculadegeneratie. Maar nu, de laatste paar dagen, had ze dingen gezien.
So I said, "What sort of things?" And she said, "People in Eastern dress, in drapes, walking up and down stairs. A man who turns towards me and smiles, but he has huge teeth on one side of his mouth. Animals too. I see a white building. It's snowing, a soft snow. I see this horse with a harness, dragging the snow away. Then, one night, the scene changes. I see cats and dogs walking towards me. They come to a certain point and then stop. Then it changes again. I see a lot of children. They're walking up and down stairs. They wear bright colors, rose and blue, like Eastern dress."
Dus vroeg ik: "Wat voor dingen?" En ze zei, "Mensen in oosterse kledij, in soepel vallende stoffen, die op en af trappen lopen. Een man die zich naar mij toedraait en lacht. Maar hij heeft enorme tanden aan één kant van zijn mond. Ook dieren. Ik zie een wit gebouw. Het sneeuwt, een zachte sneeuwval. Ik zie dit paard met gareel, dat de sneeuw wegsleept. Dan, op een nacht, verandert de omgeving. Ik zie katten en honden op me toelopen. Ze komen op een bepaald punt en stoppen dan. Dan verandert het opnieuw. Ik zie een hoop kinderen. Ze lopen trappen op en af. Ze dragen heldere kleuren, roze en blauw, een soort oosterse kledij."
Sometimes, she said, before the people come on, she may hallucinate pink and blue squares on the floor, which seem to go up to the ceiling. I said, "Is this like a dream?" And she said, "No, it's not like a dream. It's like a movie." She said, "It's got color. It's got motion. But it's completely silent, like a silent movie." And she said it's a rather boring movie.
Soms, zegt ze, voor de mensen opkomen hallucineert ze roze en blauwe vierkanten op de vloer, die tot het plafond lijken te klimmen. Ik vroeg: "Is dit zoals een droom?" En ze zei: "Nee, het is niet zoals een droom. Meer zoals een film." Ze zei: "Er is kleur. Er is beweging. Maar het is volledig stil, als een stomme film." En ze zei dat het een nogal saaie film was.
(Laughter)
Ze zei: "Al die mensen in oosterse kledij,
She said, "All these people with Eastern dress, walking up and down, very repetitive, very limited."
die op en af lopen, zeer repetitief, zeer beperkt."
(Laughter)
(Gelach)
And she had a sense of humor. She knew it was a hallucination, but she was frightened. She had lived 95 years, and she'd never had a hallucination before. She said that the hallucinations were unrelated to anything she was thinking or feeling or doing, that they seemed to come on by themselves, or disappear. She had no control over them. She said she didn't recognize any of the people or places in the hallucinations, and none of the people or the animals -- well, they all seemed oblivious of her. And she didn't know what was going on. She wondered if she was going mad or losing her mind.
En ze heeft gevoel voor humor. Ze wist dat het een hallucinatie was. Maar ze was bang. Ze had 95 jaar geleefd en ze had nooit eerder een hallucinatie gehad. Ze zei dat de hallucinaties niet gerelateerd waren aan iets was ze dacht of voelde of deed. Ze leken uit zichzelf te ontstaan en te verdwijnen. Ze had er geen controle over. Ze zei dat ze geen van de mensen of plaatsen herkende in de hallucinaties. En geen van de mensen of dieren, wel, ze leken zich niet van haar bewust. En ze wist niet wat er aan de hand was. Ze vroeg zich af of ze gek aan het worden was, of haar geest achteruitging.
Well, I examined her carefully. She was a bright old lady, perfectly sane. She had no medical problems. She wasn't on any medications which could produce hallucinations. But she was blind. And I then said to her, "I think I know what you have." I said, "There is a special form of visual hallucination which may go with deteriorating vision or blindness. This was originally described," I said, "right back in the 18th century, by a man called Charles Bonnet. And you have Charles Bonnet syndrome. There's nothing wrong with your brain. There's nothing wrong with your mind. You have Charles Bonnet syndrome."
Ik onderzocht haar zorgvuldig. Ze was een pientere oude dame. Mentaal volledig gezond. Zonder medische problemen. Ze gebruikte geen medicatie waardoor ze zou hallucineren. Maar ze was blind. En toen zei ik tegen haar: "Ik denk dat ik weet wat u heeft." Ik zei: "Er bestaat een speciale vorm van visuele hallucinatie die kan samengaan met achteruitgaand zicht of blindheid." "Die werd voor het eerst beschreven," zei ik, "in de 18e eeuw, door een man met de naam Charles Bonnet. En u heeft het Syndroom van Charles Bonnet. Er is niets mis met uw brein. Er is niets mis met uw geest. U heeft het Syndroom van Charles Bonnet."
And she was very relieved at this, that there was nothing seriously the matter, and also rather curious. She said, "Who is this Charles Bonnet?" She said, "Did he have them himself?" And she said, "Tell all the nurses that I have Charles Bonnet syndrome."
En ze was erg opgelucht dat er niets ernstigs aan de hand was, en ook vrij nieuwsgierig. Ze zei: "Wie is die Charles Bonnet? Had hij die hallucinaties zelf? Vertel aan de verpleging
(Laughter)
dat ik het Syndroom van Charles Bonnet heb."
"I'm not crazy. I'm not demented. I have Charles Bonnet syndrome." Well, so, I did tell the nurses.
(Gelach) "Ik ben niet gek. Niet dement. Ik heb het Syndroom van Charles Bonnet." Dus ik vertelde het aan het verplegend personeel.
Now this, for me, is a common situation. I work in old-age homes, largely. I see a lot of elderly people who are hearing-impaired or visually impaired. About 10 percent of the hearing-impaired people get musical hallucinations. And about 10 percent of the visually impaired people get visual hallucinations. You don't have to be completely blind, only sufficiently impaired.
Dit is voor mij een gewone situatie. Ik werk voornamelijk in rustoorden. Ik zie veel oudere mensen die slechthorend of visueel gehandicapt zijn. Ongeveer 10 procent van de slechthorenden heeft muzikale hallucinaties. En ongeveer 10 procent van de visueel gehandicapten heeft visuele hallucinaties. Je moet niet volledig blind zijn, alleen voldoende verzwakt zicht hebben.
Now, with the original description in the 18th century, Charles Bonnet did not have them. His grandfather had these hallucinations. His grandfather was a magistrate, an elderly man. He'd had cataract surgery. His vision was pretty poor. And in 1759, he described to his grandson various things he was seeing.
Volgens de oorspronkelijke beschrijving in de 18e eeuw had Charles Bonnet ze niet. Zijn grootvader had deze hallucinaties. Zijn grootvader was magistraat, een oudere man die voor cataract geopereerd was. Hij had vrij slecht zicht. En in 1759 beschreef hij voor zijn kleinzoon de verschillende dingen die hij zag.
The first thing he said was he saw a handkerchief in midair. It was a large blue handkerchief with four orange circles. And he knew it was a hallucination. You don't have handkerchiefs in midair. And then he saw a big wheel in midair. But sometimes he wasn't sure whether he was hallucinating or not, because the hallucinations would fit in the context of the visions. So on one occasion, when his granddaughters were visiting them, he said, "And who are these handsome young men with you?"
Het eerste wat hij zei dat hij zag was een zakdoek in de lucht. Het was een grote blauwe zakdoek met vier oranje cirkels. And hij wist dat het een hallucinatie was. Zakdoeken komen normaal niet in de lucht voor. En dan zag hij een groot wiel in de lucht. Maar soms was hij niet zeker of hij aan het hallucineren was of niet. Omdat de hallucinaties pasten in de context van wat hij kon zien. Op een bepaald ogenblik, terwijl zijn kleindochters op bezoek waren, zei hij: "En wie zijn die knappe jonge mannen die bij jullie zijn?"
(Laughter)
En zij zeiden: "Helaas, grootvader, er zijn geen knappe jonge mannen."
And they said, "Alas, Grandpapa, there are no handsome young men." And then the handsome young men disappeared. It's typical of these hallucinations that they may come in a flash and disappear in a flash. They don't usually fade in and out. They are rather sudden, and they change suddenly.
En dan verdwenen de knappe jonge mannen. Het is typisch bij deze hallucinaties dat ze in een flits opkomen en ook weer verdwijnen. Het is niet gebruikelijk dat ze in- en uitvloeien. Ze zijn nogal plots. En ze veranderen plots.
Charles Lullin, the grandfather, saw hundreds of different figures, different landscapes of all sorts. On one occasion, he saw a man in a bathrobe smoking a pipe, and realized it was himself. That was the only figure he recognized. On one occasion, when he was walking in the streets of Paris, he saw -- this was real -- a scaffolding. But when he got back home, he saw a miniature of the scaffolding, six inches high, on his study table. This repetition of perception is sometimes called "palinopsia."
Charles Lullin, de grootvader, zag honderden verschillende figuren, allerlei verschillende landschappen. Op één moment zag hij een man in badjas die een pijp rookte, en besefte dat hij het zelf was. Dat was de enige figuur die hij herkende. Toen hij op een keer in de straten van Parijs liep, zag hij -- dit was echt -- een stelling. Maar toen hij thuiskwam, zag hij een miniatuurversie van de stelling 15 centimeter hoog op zijn bureau. Deze herhaling van perceptie wordt soms palinopsia genoemd.
With him and with Rosalie, what seems to be going on -- and Rosalie said, "What's going on?" -- and I said that as you lose vision, as the visual parts of the brain are no longer getting any input, they become hyperactive and excitable, and they start to fire spontaneously. And you start to see things. The things you see can be very complicated indeed.
Wat bij hem, en bij Rosalie, lijkt aan de hand te zijn -- en Rosalie zei, "Wat is er aan de hand?" -- en ik zei dat naar gelang je je zicht verliest, wanneer de visuele delen van het brein geen input meer krijgen, ze hyperactief en prikkelbaar worden. En ze beginnen spontaan te vuren. En je begint dingen te zien. De dingen die je ziet kunnen inderdaad erg complex zijn.
With another patient of mine who also had some vision, the visions she had could be disturbing. On one occasion, she said she saw a man in a striped shirt in a restaurant. And he turned round, and then he divided into six figures in striped shirts, who started walking towards her. And then the six figures came together, like a concertina. Once, when she was driving, or rather, her husband was driving, the road divided into four and she felt herself going simultaneously up four roads.
Bij een van mijn andere patiënten die ook nog iets kon zien, kon wat ze zag verontrustend zijn. Op een keer zei ze dat ze een man met een gestreept hemd in een restaurant zag. En hij keerde zich om. En toen splitste hij zich op in zes identieke figuren met gestreept hemd, die op haar toe begonnen te lopen. En toen kwamen de zes figuren weer samen, zoals een concertina. Op een keer, terwijl ze aan het rijden was, of eerder, haar man was aan het rijden, splitste de weg in vieren. En ze voelde hoe ze zelf simultaan die vier wegen opging.
She had very mobile hallucinations as well. A lot of them had to do with a car. Sometimes she would see a teenage boy sitting on the hood of the car. He was very tenacious, and he moved rather gracefully when the car turned. And then when they came to a stop, the boy would do a sudden vertical takeoff, 100 foot in the air, and then disappear.
Ze had ook zeer mobiele hallucinaties. Vele ervan hadden met een wagen te maken. Soms kon ze een tienerjongen zien zitten op de motorkap van de auto. Hij was erg vasthoudend en bewoog vrij elegant wanneer de auto afsloeg. En dan wanneer ze tot stilstand kwamen, steeg de jongen plots vertikaal op, 30 meter de lucht in, en verdween dan.
Another patient of mine had a different sort of hallucination. This was a woman who didn't have trouble with her eyes but the visual parts of her brain, a little tumor in the occipital cortex. And, above all, she would see cartoons. And these cartoons would be transparent, and would cover half the visual field, like a screen. And especially, she saw cartoons of Kermit the Frog.
Een andere patiënt van mij had een ander soort hallucinatie. Dit was een vrouw die geen problemen met haar ogen had, maar met de visuele delen van haar brein. Een kleine tumor in de visuele cortex. En zij zag vooral stripfiguren. Die stripfiguren waren transparant en bedekten de helft van haar gezichtsveld, zoals een scherm. En ze zag vooral de figuur van Kermit de Kikker.
(Laughter)
(Gelach)
Now, I don't watch Sesame Street, but she made a point of saying, "Why Kermit?" she said, "Kermit the Frog means nothing to me." You know, I was wondering about Freudian determinants: Why Kermit? "Kermit the Frog means nothing to me."
Nu, ik kijk niet naar Sesamstraat. Maar ze maakte er een punt van te zeggen: "Waarom Kermit? Ik heb niets met Kermit de Kikker. Weet je, ik stelde me vragen rond Freudiaanse beslissende factoren. Waarom Kermit? Ik heb niets met Kermit de Kikker."
She didn't mind the cartoons too much. But what did disturb her was she got very persistent images or hallucinations of faces, and as with Rosalie, the faces were often deformed, with very large teeth or very large eyes. And these frightened her. Well, what is going on with these people? As a physician, I have to try and define what's going on and to reassure people, especially to reassure them that they're not going insane.
De stripfiguren stoorden haar niet zo erg. Maar wat haar wel stoorde was dat ze erg hardnekkige beelden of hallucinaties van gezichten kreeg, en zoals bij Rosalie waren de gezichten vaak vervormd, met erg grote tanden of erg grote ogen. En die maakten haar bang. Wel, wat is er aan de hand bij deze mensen? Als arts moet ik proberen te definiëren wat er aan de hand is, en mensen gerust te stellen. Vooral om hen gerust te stellen dat ze niet gek worden.
Something like 10 percent, as I said, of visually impaired people get these. But no more than one percent of the people acknowledge them, because they are afraid they will be seen as insane or something. And if they do mention them to their own doctors, they may be misdiagnosed.
Ongeveer 10 procent, zoals ik zei, van de visueel gehandicapten krijgen deze. Maar niet meer dan een procent van deze mensen geven ze toe. Omdat ze bang zijn dat ze als gek of zo zullen gezien worden. En als ze ze toch vernoemen voor hun eigen artsen kunnen ze foutief gediagnosticeerd worden.
In particular, the notion is that if you see things or hear things, you're going mad. But the psychotic hallucinations are quite different. Psychotic hallucinations, whether they are visual or vocal, they address you. They accuse you, they seduce you, they humiliate you, they jeer at you. You interact with them. There is none of this quality of being addressed with these Charles Bonnet hallucinations. There is a film. You're seeing a film which has nothing to do with you -- or that's how people think about it.
De notie is namelijk dat als je dingen ziet of hoort, dat je dan gek aan het worden bent. Maar de psychotische hallucinaties zijn helemaal anders. Psychotische hallucinaties, of ze nu visueel of vocaal zijn, richten zich tot jou. Ze beschuldigen je. Ze verleiden je. Ze vernederen je. Ze jouwen je uit. Je staat met hen in wisselwerking. Die eigenschap van aangesproken te worden heb je niet bij Charles Bonnet-hallucinaties. Er is een film. Je ziet een film die niets met je te maken heeft. Of dat is hoe mensen erover denken.
There is also a rare thing called temporal lobe epilepsy, and sometimes, if one has this, one may feel oneself transported back to a time and place in the past. You're at a particular road junction. You smell chestnuts roasting. You hear the traffic. All the senses are involved. And you're waiting for your girl. And it's that Tuesday evening back in 1982. The temporal lobe hallucinations are all sense hallucinations, full of feeling, full of familiarity, located in space and time, coherent, dramatic. The Charles Bonnet ones are quite different.
Er is ook zoiets zeldzaams als slaapkwab-epilepsie. En soms, als je dit hebt, kan je het gevoel hebben dat je teruggevoerd wordt naar een tijdstip en plaats in het verleden. Je bevindt je op een bepaald kruispunt. Je ruikt geroosterde kastanjes. Je hoort het verkeer. Al je zintuigen zijn in actie. En je staat op je meisje te wachten. En het is een dinsdagavond in 1982. En de slaapkwab-hallucinaties zijn allemaal multisensorische hallucinaties, vol gevoel, vol vertrouwdheid, op een specifieke plaats en tijd, samenhangend, dramatisch. De Charles Bonnet-hallucinaties zijn helemaal anders.
In the Charles Bonnet hallucinations, you have all sorts of levels, from the geometrical hallucinations -- the pink and blue squares the woman had -- up to quite elaborate hallucinations with figures and especially faces. Faces, and sometimes deformed faces, are the single commonest thing in these hallucinations. And one of the second commonest is cartoons.
Dus in de Charles Bonnet-hallucinaties heb je alle soorten niveaus van de geometrische hallucinaties, de roze en blauwe vierkanten die de vrouw had, tot de vrij ingewikkelde hallucinaties met figuren en vooral gezichten. Gezichten, en soms misvormde gezichten komen het meeste voor in deze hallucinaties. En wat dan meest voorkomt zijn stripfiguren.
So, what is going on? Fascinatingly, in the last few years, it's been possible to do functional brain imagery, to do fMRI on people as they are hallucinating, and, in fact, to find that different parts of the visual brain are activated as they are hallucinating. When people have these simple, geometrical hallucinations, the primary visual cortex is activated. This is the part of the brain which perceives edges and patterns. You don't form images with your primary visual cortex.
Wat is hier nu eigenlijk aan de hand? Fascinerend genoeg is het in de voorbije paar jaren mogelijk geweest om functionele hersenbeelden te maken, om fMRI te doen bij mensen terwijl ze hallucineren. En dan te ontdekken dat verschillende delen van het visuele brein geactiveerd worden terwijl ze hallucineren. Wanneer mensen deze eenvoudige geometrische hallucinaties hebben, wordt de primaire visuele cortex geactiveerd. Dit is het deel van het brein dat randen en patronen waarneemt. Je vormt geen beelden met je primaire visuele cortex.
When images are formed, a higher part of the visual cortex is involved, in the temporal lobe. And in particular, one area of the temporal lobe is called the fusiform gyrus. And it's known that if people have damage in the fusiform gyrus, they may lose the ability to recognize faces. But if there's an abnormal activity in the fusiform gyrus, they may hallucinate faces, and this is exactly what you find in some of these people. There is an area in the anterior part of this gyrus where teeth and eyes are represented, and that part of the gyrus is activated when people get the deformed hallucinations.
Wanneer beelden gevormd worden, is een hoger deel van de visuele cortex in de slaapkwab betrokken. En één gebied van de slaapkwab in het bijzonder wordt de spoelvormige winding genoemd. Het is bekend dat mensen bij schade in de spoelvormige winding misschien het vermogen verliezen om gezichten te herkennen. Maar bij een abnormale activiteit in de spoelvormige winding, kan het zijn dat ze gezichten hallucineren. En precies dat tref je bij sommige van deze mensen aan. Er is een gebied in het voorste deel van deze winding waar tanden en ogen weergegeven worden. En dat deel van de winding wordt geactiveerd wanneer mensen de misvormde hallucinaties krijgen.
There is another part of the brain which is especially activated when one sees cartoons. It's activated when one recognizes cartoons, when one draws cartoons and when one hallucinates them. It's very interesting that that should be specific. There are other parts of the brain which are specifically involved with the recognition and hallucination of buildings and landscapes.
Er is een ander deel van het brein dat vooral geactiveerd wordt terwijl men stripfiguren ziet. Het wordt geactiveerd bij het herkennen, tekenen en hallucineren van stripfiguren. Het is heel interessant dat dat zo specifiek is. Er zijn andere delen van het brein die specifiek betrokken zijn bij het herkennen en hallucineren
Around 1970, it was found that there were not only parts of the brain,
van gebouwen en landschappen.
but particular cells. "Face cells" were discovered around 1970. And now we know that there are hundreds of other sorts of cells, which can be very, very specific. So you may not only have "car" cells, you may have "Aston Martin" cells.
Rond 1970 werd ontdekt dat niet alleen bepaalde delen van het brein betrokken waren maar bepaalde cellen. "Gezichtscellen" werden ontdekt rond 1970. En nu weten we dat er honderden andere soorten cellen zijn, die heel, heel erg specifiek kunnen zijn. Dus heb je mogelijks niet alleen "auto" cellen, maar zelfs "Aston Martin" cellen.
(Laughter)
(Gelach)
I saw an Aston Martin this morning. I had to bring it in.
Ik zag deze morgen een Aston Martin.
(Laughter)
Ik moest die in mijn uiteenzetting verwerken.
And now it's in there, somewhere. So --
En nu zit hij er ergens in. (Gelach)
(Laughter)
Nu, op dit niveau en in wat de inferotemporale cortex genoemd wordt,
now, at this level, in what's called the inferotemporal cortex, there are only visual images, or figments or fragments. It's only at higher levels that the other senses join in and there are connections with memory and emotion. And in the Charles Bonnet syndrome, you don't go to those higher levels. You're in these levels of inferior visual cortex, where you have thousands and tens of thousands and millions of images, or figments or fragmentary figments, all neurally encoded in particular cells or small clusters of cells.
zijn er alleen visuele beelden, of verdichtsels of fragmenten. Het is alleen op hogere niveaus dat de andere zintuigen meespelen en dat er verbindingen zijn met geheugen en emotie. En bij het Syndroom van Charles Bonnet ga je niet naar die hogere niveaus. Je blijft op de niveaus van de lagere visuele cortex waar je duizenden en honderdduizenden en miljoenen beelden hebt, of verdichtsels, of fragmentarische verdichtsels, allemaal neuraal gecodeerd, in specifieke cellen of kleine clusters van cellen.
Normally, these are all part of the integrated stream of perception, or imagination, and one is not conscious of them. It is only if one is visually impaired or blind that the process is interrupted. And instead of getting normal perception, you're getting an anarchic, convulsive stimulation, or release, of all of these visual cells in the inferotemporal cortex. So, suddenly, you see a face. Suddenly, you see a car. Suddenly this and suddenly that. The mind does its best to organize and to give some sort of coherence to this, but not terribly successfully.
Normaal maken die allemaal deel uit van de geïntegreerde stroom van perceptie of verbeelding. En is men er zich niet bewust van. Het is pas wanneer men visueel gehandicapt is, of blind, dat het proces onderbroken wordt. En in plaats van de normale perceptie te krijgen, kreeg je een chaotische, krampachtige stimulatie, of ontlading, van al die visuele cellen, in de inferotemporale cortex. Dus plots zie je een gezicht. Plots zie je een auto. Plots dit en plots dat. Het brein doet zijn best om te organiseren, om het een zekere samenhang te geven. Maar het is niet erg succesvol.
When these were first described, it was thought that they could be interpreted like dreams. But, in fact, people say, "I don't recognize the people. I can't form any associations. Kermit means nothing to me." You don't get anywhere, thinking of them as dreams.
Toen deze voor het eerst beschreven werden, dacht men dat ze, zoals dromen, konden geïnterpreteerd worden. Maar in feite zeggen mensen: "Ik herken de mensen niet. Ik kan geen associaties maken." "Kermit zegt me niets." Je geraakt nergens wanneer je ze als dromen ziet.
Well, I've more or less said what I wanted. I think I just want to recapitulate and say this is common. Think of the number of blind people. There must be hundreds of thousands of blind people who have these hallucinations but are too scared to mention them. So this sort of thing needs to be brought into notice, for patients, for doctors, for the public. Finally, I think they are infinitely interesting and valuable, for giving one some insight as to how the brain works.
Wel, ik heb min of meer gezegd wat ik wou. Ik denk dat ik alleen kort wil samenvatten en zeggen dat dit vaak voorkomt. Denk aan het aantal blinde mensen. Er moeten honderdduizenden blinden zijn die deze hallucinaties hebben, maar te bang zijn om er over te spreken. Dus moet dit soort dingen onder de aandacht gebracht worden van patiënten, van artsen, van het publiek. Tot slot denk ik dat ze ongelooflijk interessant zijn, en waardevol, om wat inzicht te geven in hoe het brein werkt.
Charles Bonnet said, 250 years ago -- he wondered how, thinking of these hallucinations, how, as he put it, the theater of the mind could be generated by the machinery of the brain. Now, 250 years later, I think we're beginning to glimpse how this is done. Thanks very much.
Charles Bonnet zei, 250 jaar geleden -- hij vroeg zich af hoe, met deze hallucinaties in gedachten, hoe, zoals hij het stelde, het theater van de geest kon gegenereerd worden door de machinerie van het brein. Nu, 250 jaar later, denk ik dat we een glimp beginnen te zien van hoe dat gaat. Heel erg bedankt.
(Applause)
(Applaus)
Chris Anderson: That was superb. Thank you so much. You speak about these things with so much insight and empathy for your patients. Have you yourself experienced any of the syndromes you write about?
Chris Anderson: Dit was buitengewoon. Heel erg bedankt. Je spreekt met zo veel inzicht over deze dingen en met empathie voor je patiënten. Heb je zelf al een van de symptomen ervaren waarover je schrijft?
Oliver Sacks: I was afraid you would ask that.
Oliver Sacks: Ik was al bang dat je dat zou vragen.
(Laughter)
(Gelach)
Well, yeah, a lot of them. And, actually, I'm a little visually impaired myself. I'm blind in one eye and not terribly good in the other. And I see the geometrical hallucinations. But they stop there.
Wel, ja, veel zelfs. Ik ben eigenlijk ook een beetje visueel gehandicapt. Ik ben blind aan één oog en niet zo goed aan het andere. En ik zie de geometrische hallucinaties. Maar daar stopt het bij.
CA: And they don't disturb you? Because you understand what's doing it, it doesn't make you worried?
C.A.: En ze storen je niet? Omdat je begrijpt wat ze veroorzaakt. Je maakt er je niet ongerust over?
OS: Well, they don't disturb me any more than my tinnitus, which I ignore. They occasionally interest me, and I have many pictures of them in my notebooks. I've gone and had an fMRI myself, to see how my visual cortex is ticking over. And when I see all these hexagons and complex things, which I also have, in visual migraine, I wonder whether everyone sees things like this and whether things like cave art or ornamental art may have been derived from them a bit.
O.S.: Ze storen me niet meer dan mijn tinnitus. En die negeer ik. Af en toe interesseren ze me. En ik heb er veel beelden van in mijn notitieboekjes. Ik heb zelf een fMRI gehad om te zien hoe mijn visuele cortex het overneemt. En wanneer ik al die hexagonen zie en complexe dingen, die ik ook heb, in visuele migraine, vraag ik me af of iedereen dit soort dingen ziet, en of dingen zoals grottenkunst, of ornamentiek misschien een beetje daar van afgeleid zijn.
CA: That was an utterly, utterly fascinating talk. Thank you so much for sharing.
C.A.: Dat wat een heel erg fascinerende uiteenzetting. Bedankt dat je dit met ons deelde.
OS: Thank you. Thank you.
O.S.: Bedankt. Bedankt.
(Applause)
(Applaus)