I want to talk about the election. For the first time in the United States, a predominantly white group of voters voted for an African-American candidate for President. And in fact Barack Obama did quite well. He won 375 electoral votes. And he won about 70 million popular votes more than any other presidential candidate -- of any race, of any party -- in history. If you compare how Obama did against how John Kerry had done four years earlier -- Democrats really like seeing this transition here, where almost every state becomes bluer, becomes more democratic -- even states Obama lost, like out west, those states became more blue. In the south, in the northeast, almost everywhere but with a couple of exceptions here and there.
Ik wil het hebben over de verkiezingen. Voor het eerst in de Verenigde Staten heeft een overwegend blank kiespubliek gestemd voor een Afrikaans-Amerikaanse presidentskandidaat. Barack Obama heeft het eigenlijk erg goed gedaan. Hij heeft 375 kiesmannen gewonnen. Hij heeft ongeveer 70 miljoen stemmen van kiezers gekregen, meer dan welke presidentskandidaat ook, in de geschiedenis, van welk ras of welke partij ook. Als je het resultaat van Obama naast dat van John Kerry vier jaar eerder zet, dan zien Democraten graag deze overgang hier, waarbij haast elke staat blauwer, meer democratisch wordt, zelfs de staten die Obama verloor, zoals het verre westen. Die staten werden blauwer. In het Zuiden, het Noord-Oosten, bijna overal, maar met een paar uitzonderingen hier en daar.
One exception is in Massachusetts. That was John Kerry's home state. No big surprise, Obama couldn't do better than Kerry there. Or in Arizona, which is John McCain's home, Obama didn't have much improvement. But there is also this part of the country, kind of in the middle region here. This kind of Arkansas, Tennessee, Oklahoma, West Virginia region. Now if you look at '96, Bill Clinton -- the last Democrat to actually win -- how he did in '96, you see real big differences in this part of the country right here, the kind of Appalachians, Ozarks, highlands region, as I call it: 20 or 30 point swings from how Bill Clinton did in '96 to how Obama did in 2008. Yes Bill Clinton was from Arkansas, but these are very, very profound differences.
Een uitzondering is Massachusetts. Dat was de thuisstaat van John Kerry. Geen verrassing, Obama kon het daar niet beter doen dan Kerry. Of Arizona, de thuisstaat van John McCain: weinig vooruitgang voor Obama. Maar er is ook dit deel van het land, ongeveer in het midden. De streek van Arkansas, Tennessee, Oklahoma, West Virginia. Als je kijkt naar '96, Bill Clinton, de laatste Democraat die het haalde, hoe hij het deed in '96, dan zie je grote verschillen in dit deel van het land hier -- de streek van de Appalachen, de Ozarks, de hooglanden, zoals ik ze noem. Een verschil van 20 tot 30 punten van Bill Clinton in '96 tot Obama in 2008. Ja, Bill Clinton kwam uit Arkansas, maar dit zijn echt diepgaande verschillen.
So, when we think about parts of the country like Arkansas, you know. There is a book written called, "What's the Matter with Kansas?" But really the question here -- Obama did relatively well in Kansas. He lost badly but every Democrat does. He lost no worse than most people do. But yeah, what's the matter with Arkansas? (Laughter) And when we think of Arkansas we tend to have pretty negative connotations. We think of a bunch of rednecks, quote, unquote, with guns. And we think people like this probably don't want to vote for people who look like this and are named Barack Obama. We think it's a matter of race. And is this fair? Are we kind of stigmatizing people from Arkansas, and this part of the country?
Als we denken aan delen van het land zoals Arkansas -- er is een boek dat heet "Wat is er aan de hand met Kansas?" Maar de hamvraag hier is -- Obama deed het relatief goed in Kansas. Hij leed een grote nederlaag, net als alle Democraten. Hij deed het niet slechter dan de meeste mensen. Maar ja, wat is er aan de hand met Arkansas? (Gelach) Als we aan Arkansas denken, heeft dat meestal een nogal negatieve bijbetekenis. We denken aan een hoop "rednecks", met wapens. We denken dat dat soort mensen allicht niet wil stemmen voor mensen die er zo uitzien, en Barack Obama heten. We denken dat het een kwestie van ras is. Is dat fair? Stigmatiseren we mensen uit Arkansas en dit deel van het land?
And the answer is: it is at least partially fair. We know that race was a factor, and the reason why we know that is because we asked those people. Actually we didn't ask them, but when they conducted exit polls in every state, in 37 states, out of the 50, they asked a question, that was pretty direct, about race. They asked this question. In deciding your vote for President today, was the race of the candidate a factor? We're looking for people that said, "Yes, race was a factor; moreover it was an important factor, in my decision," and people who voted for John McCain as a result of that factor, maybe in combination with other factors, and maybe alone. We're looking for this behavior among white voters or, really, non-black voters.
Het antwoord is dat het minstens gedeeltelijk fair is. We weten dat ras een rol speelde, en dat weten we omdat we het gevraagd hebben aan die mensen. We hebben het ze niet gevraagd, maar toen er in elke staat exit polls werden gehouden, in 37 van de 50 staten, stelden ze een tamelijk directe vraag over ras. Ze stelden deze vraag: "Speelde het ras van de kandidaat een rol bij je beslissing over je stem in de presidentsverkiezing vandaag?" We zoeken mensen die zeiden: "Ja, ras speelde een rol, meer nog, een belangrijke rol bij mijn beslissing." Mensen stemden voor John McCain om die reden, misschien in combinatie met andere redenen, en misschien als enige reden. We zijn op zoek naar dit gedrag bij blanke kiezers, of eigenlijk bij niet-zwarte kiezers.
So you see big differences in different parts of the country on this question. In Louisiana, about one in five white voters said, "Yes, one of the big reasons why I voted against Barack Obama is because he was an African-American." If those people had voted for Obama, even half of them, Obama would have won Louisiana safely. Same is true with, I think, all of these states you see on the top of the list. Meanwhile, California, New York, we can say, "Oh we're enlightened" but you know, certainly a much lower incidence of this admitted, I suppose, manifestation of racially-based voting. Here is the same data on a map. You kind of see the relationship between the redder states of where more people responded and said, "Yes, Barack Obama's race was a problem for me." You see, comparing the map to '96, you see an overlap here. This really seems to explain why Barack Obama did worse in this one part of the country.
Je ziet het: grote verschillen in verschillende delen van het land over deze kwestie. In Louisiana zei ongeveer één op vijf blanke kiezers: "Ja, één van de belangrijke redenen waarom ik tegen Barack Obama stemde, is omdat hij Afrikaans-Amerikaans was." Als die mensen voor Obama hadden gestemd, zelfs maar de helft van hen, dan had Obama Louisiana op zijn sloffen gehaald. Volgens mij geldt hetzelfde voor alle staten bovenaan de lijst. In Californië en New York kunnen we daarentegen zeggen: "Wij zijn verlicht." Je ziet alleszins een lagere frequentie van dit -- naar ik aanneem -- erkende voorkomen van op ras gebaseerd stemgedrag. Dit zijn dezelfde gegevens op een kaart. Je ziet de relatie tussen de meer rode staten, waar meer mensen antwoordden: "Ja, het ras van Barack Obama was een probleem voor mij." Als je de kaart met 1996 vergelijkt, zie je hier een overlapping. Dit lijkt echt te verklaren waarom Barack Obama het minder goed deed in dit ene deel van het land.
So we have to ask why. Is racism predictable in some way? Is there something driving this? Is it just about some weird stuff that goes on in Arkansas that we don't understand, and Kentucky? Or are there more systematic factors at work? And so we can look at a bunch of different variables. These are things that economists and political scientists look at all the time -- things like income, and religion, education. Which of these seem to drive this manifestation of racism in this big national experiment we had on November 4th? And there are a couple of these that have strong predictive relationships, one of which is education, where you see the states with the fewest years of schooling per adult are in red, and you see this part of the country, the kind of Appalachians region, is less educated. It's just a fact. And you see the relationship there with the racially-based voting patterns. The other variable that's important is the type of neighborhood that you live in. States that are more rural -- even to some extent of the states like New Hampshire and Maine -- they exhibit a little bit of this racially-based voting against Barack Obama. So it's the combination of these two things: it's education and the type of neighbors that you have, which we'll talk about more in a moment. And the thing about states like Arkansas and Tennessee is that they're both very rural, and they are educationally impoverished.
Dus moeten we vragen waarom. Is racisme zowat voorspelbaar? Zit er iets achter? Gaat dit gewoon over rare dingen die gebeuren in Arkansas en in Kentucky, en die we niet begrijpen? Of zijn er systematische factoren aan het werk? We kunnen een aantal verschillende variabelen bekijken. Dit zijn dingen die economisten en politicologen voortdurend onderzoeken -- dingen als inkomen, godsdienst, onderwijs. Welke ervan lijkt de bepalende factor voor deze blijk van racisme in ons grote nationale experiment van 4 november? Er zijn er een paar met een sterke voorspellende relatie -- één ervan is onderwijs. De staten met het kleinste aantal jaren onderwijs per volwassene zijn rood. Dit deel van het land, de streek van de Appalachen, heeft een lager onderwijsniveau. Dat is een feit. Daar zie je de relatie met op ras gebaseerde stempatronen. De andere belangrijke variabele is het soort buurt waarin je woont. Landelijker staten, zelfs staten als New Hampshire en Maine, vertonen wat van dit op ras gebaseerde stemgedrag tegen Barack Obama. Het is dus de combinatie van deze twee dingen: onderwijs en het soort buren dat je hebt. Daarover heb ik het dadelijk. Staten als Arkansas en Tennessee zijn tegelijk erg landelijk en verpauperd wat onderwijs betreft.
So yes, racism is predictable. These things, among maybe other variables, but these things seem to predict it. We're going to drill down a little bit more now, into something called the General Social Survey. This is conducted by the University of Chicago every other year. And they ask a series of really interesting questions. In 2000 they had particularly interesting questions about racial attitudes. One simple question they asked is, "Does anyone of the opposite race live in your neighborhood?" We can see in different types of communities that the results are quite different. In cites, about 80 percent of people have someone whom they consider a neighbor of another race, but in rural communities, only about 30 percent. Probably because if you live on a farm, you might not have a lot of neighbors, period. But nevertheless, you're not having a lot of interaction with people who are unlike you. So what we're going to do now is take the white people in the survey and split them between those who have black neighbors -- or, really, some neighbor of another race -- and people who have only white neighbors. And we see in some variables in terms of political attitudes, not a lot of difference. This was eight years ago, some people were more Republican back then. But you see Democrats versus Republican, not a big difference based on who your neighbors are.
Dus ja, racisme is voorspelbaar. Naast wellicht nog andere variabelen, lijken deze dingen het te voorspellen. We gaan nu wat dieper in op de zogenaamde Algemene Sociale Enquête. Die wordt georganiseerd door de Universiteit van Chicago, om de twee jaar. Ze stellen een aantal zeer interessante vragen. In 2000 stelden ze bijzonder interessante vragen over de houding ten opzichte van ras. Een van de simpele vragen die ze stelden, is: "Woont er iemand van het tegenovergestelde ras in je buurt?" We zien dat de resultaten erg verschillen, afhankelijk van het soort gemeenschap. In steden hebben ongeveer 80 procent van de mensen iemand die ze beschouwen als een buur, van een ander ras. In landelijke gemeenschappen is dat maar ongeveer 30 procent. Als je op een boerderij woont, heb je waarschijnlijk niet veel buren. Punt. Maar niettemin heb je dan niet veel interactie met mensen die anders zijn dan jij. We nemen nu dus de blanke mensen uit het onderzoek en splitsen ze op in diegenen die zwarte buren hebben, of eerder 'een buur van een ander ras', en mensen die alleen blanke buren hebben. In bepaalde variabelen, inzake politieke attitude, zien we niet veel verschil. Dit was acht jaar geleden. Sommigen waren toen eerder Republikeins. Maar kijk: Democraten versus Republikeinen, het maakt niet veel uit, op basis van wie je buren zijn.
And even some questions about race -- for example affirmative action, which is kind of a political question, a policy question about race, if you will -- not much difference here. Affirmative action is not very popular frankly, with white voters, period. But people with black neighbors and people with mono-racial neighborhoods feel no differently about it really. But if you probe a bit deeper and get a bit more personal if you will, "Do you favor a law banning interracial marriage?" There is a big difference. People who don't have neighbors of a different race are about twice as likely to oppose interracial marriage as people who do. Just based on who lives in your immediate neighborhood around you. And likewise they asked, not in 2000, but in the same survey in 1996, "Would you not vote for a qualified black president?" You see people without neighbors who are African-American who were much more likely to say, "That would give me a problem."
Kijk zelfs naar bepaalde vragen over ras, bijvoorbeeld affirmatieve actie, wat een nogal politieke kwestie is, een beleidskwestie in verband met ras, als je wil. Niet veel verschil hier. Affirmatieve actie is eerlijk gezegd niet zo populair bij blanke kiezers. Punt. Maar mensen met zwarte buren en mensen uit niet-rasgemengde buurten kijken er op dezelfde manier tegenaan. Als je wat dieper graaft, een beetje persoonlijker wordt: "Bent u voorstander van een wettelijk verbod op rasgemengde huwelijken?" Dat is een groot verschil. Mensen zonder buren van een ander ras zijn twee keer zo geneigd om tegen rasgemengde huwelijken te zijn, als mensen die er wel hebben. Louter gebaseerd op wie in je onmiddellijke buurt woont. Ze vroegen ook, niet in 2000 maar in 1996, in dezelfde enquête: "Zou je niet stemmen voor een competente zwarte president?" Je ziet dat mensen zonder Afrikaans-Amerikaanse buren veel vaker zeiden: "Daar zou ik een probleem mee hebben."
So it's really not even about urban versus rural. It's about who you live with. Racism is predictable. And it's predicted by interaction or lack thereof with people unlike you, people of other races. So if you want to address it, the goal is to facilitate interaction with people of other races. I have a couple of very obvious, I suppose, ideas for maybe how to do that.
Het gaat dus niet eens over landelijk versus stedelijk, het gaat over wie er in je buurt woont. Racisme is voorspelbaar. Je kan het voorspellen op basis van interactie, of het gebrek daaraan, met mensen die niet zijn zoals jij, van andere rassen. Dus als je er iets aan wil doen, moet je de interactie vergemakkelijken met mensen van andere rassen. Ik heb een aantal voor de hand liggende ideeën om dat te doen.
I'm a big fan of cities. Especially if we have cites that are diverse and sustainable, and can support people of different ethnicities and different income groups. I think cities facilitate more of the kind of networking, the kind of casual interaction than you might have on a daily basis. But also not everyone wants to live in a city, certainly not a city like New York. So we can think more about things like street grids. This is the neighborhood where I grew up in East Lansing, Michigan. It's a traditional Midwestern community, which means you have real grid. You have real neighborhoods and real trees, and real streets you can walk on. And you interact a lot with your neighbors -- people you like, people you might not know. And as a result it's a very tolerant community, which is different, I think, than something like this, which is in Schaumburg, Illinois, where every little set of houses has their own cul-de-sac and drive-through Starbucks and stuff like that. I think that actually this type of urban design, which became more prevalent in the 1970s and 1980s -- I think there is a relationship between that and the country becoming more conservative under Ronald Reagan.
Ik ben een grote fan van steden. Vooral van steden die divers en duurzaam zijn, met mensen van verschillende etnische achtergrond en uit verschillende inkomstengroepen. Ik denk dat steden meer kans tot netwerken bieden, en tot dagdagelijkse ongedwongen interactie. Maar lang niet iedereen wil in een stad wonen, zeker niet in een stad als New York. Dus moeten we meer nadenken over dingen als het stratenpatroon. Dit is de buurt waarin ik opgroeide, in East Lansing, Michigan. Het is een traditionele gemeenschap uit de Mid-West, en dat betekent een echt patroon. Je krijgt echte buurten en echte bomen, echte straten waarin je kan lopen. Je hebt veel interactie met je buren, mensen die je leuk vindt, mensen die je misschien niet kent. Het resultaat is dat het een heel tolerante gemeenschap is. Heel anders, volgens mij, dan iets als dit: Schaumburg, Illinois. Elk groepje huizen heeft zijn eigen doodlopend eind, en een drive-through Starbucks en zo. Dit soort van stedelijke planning, die de bovenhand kregen in de jaren '70 en '80, staat volgens mij in verband met het feit dat het land conservatiever werd, onder Ronald Reagan.
But also here is another idea we have -- is an intercollegiate exchange program where you have students going from New York abroad. But frankly there are enough differences within the country now where maybe you can take a bunch of kids from NYU, have them go study for a semester at the University of Arkansas, and vice versa. Do it at the high school level. Literally there are people who might be in school in Arkansas or Tennessee and might never interact in a positive affirmative way with someone from another part of the country, or of another racial group. I think part of the education variable we talked about before is the networking experience you get when you go to college where you do get a mix of people that you might not interact with otherwise.
Dit is een ander idee van ons: een uitwisselingsprogramma tussen universiteiten. Er zijn studenten uit New York die naar het buitenland gaan. Maar volgens mij zijn er nu genoeg verschillen binnen het land, dat je kinderen van New York University een semester kan laten studeren aan de University of Arkansas, en omgekeerd. Doe het op de middelbare school. Er zijn letterlijk mensen die school lopen in Arkansas of Tennessee en die nooit op een positieve, affirmatieve manier in contact komen met iemand uit een ander deel van het land, of van een ander ras. Volgens mij is een deel van de onderwijsvariabele waar we het over hadden, de netwerkervaring die je krijgt als je naar de universiteit gaat, waar je in een groep mensen terechtkomt met wie je anders niet in contact zou komen.
But the point is, this is all good news, because when something is predictable, it is what I call designable. You can start thinking about solutions to solving that problem, even if the problem is pernicious and as intractable as racism. If we understand the root causes of the behavior and where it manifests itself and where it doesn't, we can start to design solutions to it. So that's all I have to say. Thank you very much. (Applause)
Het punt is: dit is allemaal goed nieuws. Want als iets voorspelbaar is, is het wat ik ‘ontwerpbaar' noem. Je kunt beginnen nadenken over oplossingen voor dat probleem. Zelfs als het een hardnekkig en weerspannig probleem is, zoals racisme. Als we de diepe oorzaken van het gedrag begrijpen, en waar het de kop opsteekt, en waar niet, dan kunnen we er oplossingen voor beginnen ontwerpen. Dat is alles wat ik te zeggen heb. Zeer hartelijk dank. (Applaus)