Space, the final frontier.
‘De ruimte, de laatste grens.’
I first heard these words when I was just six years old, and I was completely inspired. I wanted to explore strange new worlds. I wanted to seek out new life. I wanted to see everything that the universe had to offer. And those dreams, those words, they took me on a journey, a journey of discovery, through school, through university, to do a PhD and finally to become a professional astronomer. Now, I learned two amazing things, one slightly unfortunate, when I was doing my PhD. I learned that the reality was I wouldn't be piloting a starship anytime soon. But I also learned that the universe is strange, wonderful and vast, actually too vast to be explored by spaceship. And so I turned my attention to astronomy, to using telescopes.
Deze woorden hoorde ik voor het eerst toen ik net zes jaar oud was en ik was er helemaal weg van. Ik wilde nieuwe werelden verkennen. Ik wilde zoeken naar nieuw leven. Ik wilde alles wat het universum te bieden had. Die dromen, die woorden namen me mee op een reis, een ontdekkingsreis, via de school, de universiteit, een doctoraat, om ten slotte een professionele astronoom te worden. Ik leerde twee verbazingwekkende dingen, één een beetje ongelukkig, toen ik bezig was met mijn doctoraat. Ik zag in dat ik nog niet dadelijk een sterrenschip zou gaan besturen. Maar ook dat het universum vreemd, prachtig en uitgestrekt is, eigenlijk te groot om te worden onderzocht door ruimteschip. Ik kreeg interesse in de astronomie, in het gebruik van telescopen.
Now, I show you before you an image of the night sky. You might see it anywhere in the world. And all of these stars are part of our local galaxy, the Milky Way. Now, if you were to go to a darker part of the sky, a nice dark site, perhaps in the desert, you might see the center of our Milky Way galaxy spread out before you, hundreds of billions of stars. And it's a very beautiful image. It's colorful. And again, this is just a local corner of our universe. You can see there's a sort of strange dark dust across it. Now, that is local dust that's obscuring the light of the stars. But we can do a pretty good job. Just with our own eyes, we can explore our little corner of the universe. It's possible to do better. You can use wonderful telescopes like the Hubble Space Telescope. Now, astronomers have put together this image. It's called the Hubble Deep Field, and they've spent hundreds of hours observing just a tiny patch of the sky no larger than your thumbnail held at arm's length. And in this image you can see thousands of galaxies, and we know that there must be hundreds of millions, billions of galaxies in the entire universe, some like our own and some very different. So you think, OK, well, I can continue this journey. This is easy. I can just use a very powerful telescope and just look at the sky, no problem. It's actually really missing out if we just do that. Now, that's because everything I've talked about so far is just using the visible spectrum, just the thing that your eyes can see, and that's a tiny slice, a tiny, tiny slice of what the universe has to offer us. Now, there's also two very important problems with using visible light. Not only are we missing out on all the other processes that are emitting other kinds of light, but there's two issues.
Ik toon hier een beeld van de nachtelijke hemel. Je zou het overal ter wereld kunnen zien. Al deze sterren maken deel uit van ons lokale sterrenstelsel, de Melkweg. In een donkerder deel van de hemel, op een mooie donkere site, misschien in de woestijn, zou je het centrum van de Melkweg kunnen zien met zijn honderden miljarden sterren. Een heel mooi beeld. Kleurrijk. Bedenk dat dit maar een lokale uithoek van ons universum is. Je kunt zien dat er vreemd, donker stof overheen zit. Dat is lokaal stof dat het licht van de sterren verduistert. Maar toch zijn we vrij goed in staat -- met onze ogen -- om ons kleine hoekje van het universum te verkennen. Het kan echter beter. Je kunt prachtige telescopen zoals de Hubble Space Telescope gebruiken. Astronomen hebben deze afbeelding geconstrueerd: de Hubble Deep Field. Honderden uren lang hebben ze een miniem stukje van de hemel geobserveerd, niet groter dan een vingernagel op armslengte. In dit beeld zie je duizenden sterrenstelsels, en we weten dat er honderden miljoenen, miljarden sterrenstelsels moeten zijn in het hele universum, sommige zoals het onze, andere zeer verschillend. Dus je denkt, oké, deze reis kan ik voortzetten. Dit is makkelijk. Ik gebruik gewoon een zeer krachtige telescoop en kijk maar naar de hemel, geen probleem. Maar eigenlijk missen we iets als we enkel dat doen. Want alles waar ik tot dusver over heb gesproken ging over het zichtbare spectrum, dat wat je met je ogen kunnen zien, en dat is een klein, een heel klein stukje van wat het universum ons te bieden heeft. Er zijn ook twee belangrijke problemen bij het gebruik van zichtbaar licht. Niet alleen missen we alle andere processen die andere soorten licht uitzenden, maar er zijn twee problemen.
Now, the first is that dust that I mentioned earlier. The dust stops the visible light from getting to us. So as we look deeper into the universe, we see less light. The dust stops it getting to us. But there's a really strange problem with using visible light in order to try and explore the universe.
Het eerste gaat over dat stof dat ik eerder noemde. Het stof houdt het zichtbare licht tegen. Hoe dieper we in het heelal kijken, des te minder licht we zien. Het stof houdt het tegen. Maar er is een heel vreemd probleem met het gebruik van zichtbaar licht om het universum proberen verkennen.
Now take a break for a minute. Say you're standing on a corner, a busy street corner. There's cars going by. An ambulance approaches. It has a high-pitched siren.
Neem even een pauze. Stel je staat op een drukke hoek van de straat. Er komen auto's voorbij. Een ambulance nadert. Ze heeft een sirene met een hoge toon.
(Imitates a siren passing by)
(Imiteert een passerende sirene)
The siren appeared to change in pitch as it moved towards and away from you. The ambulance driver did not change the siren just to mess with you. That was a product of your perception. The sound waves, as the ambulance approached, were compressed, and they changed higher in pitch. As the ambulance receded, the sound waves were stretched, and they sounded lower in pitch. The same thing happens with light. Objects moving towards us, their light waves are compressed and they appear bluer. Objects moving away from us, their light waves are stretched, and they appear redder. So we call these effects blueshift and redshift.
De sirene leek in toonhoogte te veranderen als ze je passeerde. De chauffeur van de ambulance veranderde de sirene niet om je te pesten. Het werd veroorzaakt door je waarneming. Toen de ambulance naderde werden de geluidsgolven gecomprimeerd en werd de toon hoger. Als de ambulance wegreed, werden de geluidsgolven uitgerekt en werd de toon lager. Hetzelfde gebeurt met licht. Van objecten die naar ons toe bewegen, zijn de lichtgolven gecomprimeerd en worden ze blauwer. Van objecten die van ons af bewegen, zijn de lichtgolven uitgerekt, ze lijken roder. Dit noemen we blauw- en roodverschuiving.
Now, our universe is expanding, so everything is moving away from everything else, and that means everything appears to be red. And oddly enough, as you look more deeply into the universe, more distant objects are moving away further and faster, so they appear more red. So if I come back to the Hubble Deep Field and we were to continue to peer deeply into the universe just using the Hubble, as we get to a certain distance away, everything becomes red, and that presents something of a problem. Eventually, we get so far away everything is shifted into the infrared and we can't see anything at all.
Ons universum dijt uit dus alles gaat uit elkaar en daarom lijkt alles rood. Vreemd genoeg, hoe dieper je in het heelal kijkt, des te sneller bewegen de objecten van ons weg, zodat ze roder lijken. Als we nu met de Hubble Deep Field dieper in het heelal willen kijken dan zal voor de Hubble vanaf een bepaalde afstand alles rood worden en dat geeft een probleem. Uiteindelijk gaan we zo ver weg dat alles verschoven is naar het infrarood en we helemaal niets meer kunnen zien.
So there must be a way around this. Otherwise, I'm limited in my journey. I wanted to explore the whole universe, not just whatever I can see, you know, before the redshift kicks in. There is a technique. It's called radio astronomy. Astronomers have been using this for decades. It's a fantastic technique. I show you the Parkes Radio Telescope, affectionately known as "The Dish." You may have seen the movie. And radio is really brilliant. It allows us to peer much more deeply. It doesn't get stopped by dust, so you can see everything in the universe, and redshift is less of a problem because we can build receivers that receive across a large band.
Er moet een oplossing voor zijn anders ben ik beperkt in mijn tocht. Ik wilde het hele universum verkennen, niet alleen wat ik kan zien voordat roodverschuiving roet in het eten gooit. Er bestaat een techniek. Hij heet radioastronomie. Astronomen doen dat al decennialang. Het is een fantastische techniek. Ik toon jullie de Parkes Radio Telescoop, ook wel bekend als ‘The Dish’. Misschien zag je de film. Radio is echt briljant. Daarmee kunnen we veel dieper turen. Het wordt niet tegengehouden door stof, je kunt dus alles in het universum zien en roodverschuiving is minder een probleem omdat we ontvangers kunnen bouwen met een grotere bandbreedte.
So what does Parkes see when we turn it to the center of the Milky Way? We should see something fantastic, right? Well, we do see something interesting. All that dust has gone. As I mentioned, radio goes straight through dust, so not a problem. But the view is very different. We can see that the center of the Milky Way is aglow, and this isn't starlight. This is a light called synchrotron radiation, and it's formed from electrons spiraling around cosmic magnetic fields. So the plane is aglow with this light. And we can also see strange tufts coming off of it, and objects which don't appear to line up with anything that we can see with our own eyes. But it's hard to really interpret this image, because as you can see, it's very low resolution. Radio waves have a wavelength that's long, and that makes their resolution poorer. This image is also black and white, so we don't really know what is the color of everything in here.
Wat ziet Parkes wanneer we hem naar het midden van de Melkweg richten? We moeten iets fantastisch zien, toch? Nou, het is in ieder geval interessant. Al dat stof is weg. Zoals gezegd gaat radio dwars door dat stof, dus geen probleem. Maar het uitzicht is heel anders. We kunnen zien dat het centrum van de Melkweg opgloeit en dat is geen sterrenlicht. Dit licht noemen we synchrotronstraling. Het komt van elektronen die rond kosmische magneetvelden draaien. Het vlak gloeit op met dit licht. We kunnen er ook vreemde toefjes uit zien komen, en objecten die niet lijken te kloppen met eender wat we kunnen zien met onze eigen ogen. Maar het is moeilijk om dit beeld te interpreteren want zoals jullie kunnen zien is de resolutie zeer laag. Radiogolven hebben een lange golflengte en dat maakt de beeldscherpte slechter. Dit beeld is ook in zwart en wit, zodat we niet echt weten welke kleur dit alles heeft.
Well, fast-forward to today. We can build telescopes which can get over these problems. Now, I'm showing you here an image of the Murchison Radio Observatory, a fantastic place to build radio telescopes. It's flat, it's dry, and most importantly, it's radio quiet: no mobile phones, no Wi-Fi, nothing, just very, very radio quiet, so a perfect place to build a radio telescope. Now, the telescope that I've been working on for a few years is called the Murchison Widefield Array, and I'm going to show you a little time lapse of it being built. This is a group of undergraduate and postgraduate students located in Perth. We call them the Student Army, and they volunteered their time to build a radio telescope. There's no course credit for this. And they're putting together these radio dipoles. They just receive at low frequencies, a bit like your FM radio or your TV. And here we are deploying them across the desert. The final telescope covers 10 square kilometers of the Western Australian desert. And the interesting thing is, there's no moving parts. We just deploy these little antennas essentially on chicken mesh. It's fairly cheap. Cables take the signals from the antennas and bring them to central processing units. And it's the size of this telescope, the fact that we've built it over the entire desert that gives us a better resolution than Parkes.
Nu snel vooruit naar vandaag. We kunnen telescopen bouwen die deze problemen niet hebben. Dit is een beeld van het Murchison Radio Observatorium, een fantastische plek om radiotelescopen te bouwen. Het is er plat, droog en vooral is het er radiostil: geen mobiele telefoons, geen wifi, niets, gewoon heel, heel radiostil, dus een perfecte plek om een radiotelescoop te bouwen. De telescoop waar ik een paar jaar aan gewerkt heb, heet de Murchison Widefield Array en ik ga een time-lapse tonen van de bouw ervan. Dit zijn studenten en afgestudeerden in Perth. We noemen ze 'het studentenleger', en ze offeren hun tijd op om een radiotelescoop te bouwen. Je krijgt er geen cursuskrediet voor. Ze zijn bezig met het maken van radiodipolen. Die ontvangen alleen bij lage frequenties, een beetje zoals FM-radio of televisie. Hier stellen we ze op in de woestijn. De uiteindelijke telescoop beslaat 10 vierkante kilometer van de West-Australische woestijn. Het interessante is dat er geen bewegende delen zijn. We zetten deze kleine antennes op kippendraad, in feite. Dat komt vrij goedkoop uit. Kabels nemen de signalen op van de antennes en brengen ze naar centrale verwerkingseenheden. Door de grootte van deze telescoop, doordat we hem over de gehele woestijn hebben gebouwd, krijgen we een betere resolutie dan Parkes.
Now, eventually all those cables bring them to a unit which sends it off to a supercomputer here in Perth, and that's where I come in.
Uiteindelijk brengen al die kabels ze naar een eenheid die ze stuurt naar een supercomputer hier in Perth, en dat is waar ik ga meespelen.
(Sighs)
(Zucht)
Radio data. I have spent the last five years working with very difficult, very interesting data that no one had really looked at before. I've spent a long time calibrating it, running millions of CPU hours on supercomputers and really trying to understand that data. And with this telescope, with this data, we've performed a survey of the entire southern sky, the GaLactic and Extragalactic All-sky MWA Survey, or GLEAM, as I call it. And I'm very excited. This survey is just about to be published, but it hasn't been shown yet, so you are literally the first people to see this southern survey of the entire sky. So I'm delighted to share with you some images from this survey.
Radiodata. Ik heb de afgelopen vijf jaar gewerkt met zeer moeilijke en interessante gegevens waar niemand ooit eerder naar gekeken had. Ik was lange tijd bezig met kalibreren, draaide miljoenen CPU-uren op supercomputers, om die gegevens proberen te begrijpen. Met deze telescoop, met deze gegevens, hebben we een overzicht van de gehele zuidelijke hemel uitgevoerd, de Galactische en Extragalactische All-sky MWA Survey, of GLEAM, zoals ik het noem. Ik ben er erg blij mee. Dit onderzoek gaat gepubliceerd worden, maar het is nog niet getoond, dus zijn jullie letterlijk de eersten om dit zuidelijke overzicht van de hele hemel te bekijken. Ik ben blij dat ik jullie enkele beelden van dit onderzoek kan tonen.
Now, imagine you went to the Murchison, you camped out underneath the stars and you looked towards the south. You saw the south's celestial pole, the galaxy rising. If I fade in the radio light, this is what we observe with our survey. You can see that the galactic plane is no longer dark with dust. It's alight with synchrotron radiation, and thousands of dots are in the sky. Our large Magellanic Cloud, our nearest galactic neighbor, is orange instead of its more familiar blue-white.
Stel dat je in de Murchison onder de sterren ging kamperen en naar het zuiden keek. Je zag de zuidelijke hemelpool en de opkomende Melkweg. Als ik hier het radio-licht overheen leg dan is dit wat we waarnemen met onze onderzoek. Je kunt zien dat het Melkwegvlak niet langer verduisterd is door stof. Het licht op met synchrotronstraling en duizenden stippen verschijnen aan de hemel. De grote Magelhaense Wolk, onze naaste galactische buur, is oranje in plaats van het bekende blauwwit.
So there's a lot going on in this. Let's take a closer look. If we look back towards the galactic center, where we originally saw the Parkes image that I showed you earlier, low resolution, black and white, and we fade to the GLEAM view, you can see the resolution has gone up by a factor of a hundred. We now have a color view of the sky, a technicolor view. Now, it's not a false color view. These are real radio colors. What I've done is I've colored the lowest frequencies red and the highest frequencies blue, and the middle ones green. And that gives us this rainbow view. And this isn't just false color. The colors in this image tell us about the physical processes going on in the universe. So for instance, if you look along the plane of the galaxy, it's alight with synchrotron, which is mostly reddish orange, but if we look very closely, we see little blue dots. Now, if we zoom in, these blue dots are ionized plasma around very bright stars, and what happens is that they block the red light, so they appear blue. And these can tell us about these star-forming regions in our galaxy. And we just see them immediately. We look at the galaxy, and the color tells us that they're there.
Er is hier dus veel aan de hand. Laten we eens een kijkje nemen. Als we terugkijken naar het galactische centrum, waarvan ik eerder het Parkes-beeld toonde, in lage resolutie, zwart en wit, en we nu naar het GLEAM beeld overvloeien, kan je zien dat de resolutie met een factor honderd is gestegen. We hebben nu een kleurenbeeld van de hemel, een technicolor beeld. Het is geen valse-kleuren beeld. Dit zijn echte radiokleuren. Ik heb de laagste frequenties rood gekleurd, de hoogste blauw en de middelste groen. Dat geeft dit regenboogeffect. Dit zijn niet zomaar valse kleuren. De kleuren in deze afbeelding vertellen ons iets over de fysische processen in het heelal. Als je bijvoorbeeld kijkt langs het vlak van de Melkweg, dan licht het op in synchrotronstraling, die meestal oranjerood is, maar als we heel goed kijken, zien we kleine blauwe stippen. Als we inzoomen: deze blauwe stippen zijn geïoniseerd plasma rond zeer heldere sterren. Dat houdt het rode licht tegen waardoor ze blauw schijnen. Zij kunnen ons iets vertellen over de stervormingsgebieden in onze melkweg. We zien ze gewoon meteen. We kijken naar de Melkweg, en de kleur vertelt ons dat ze er zijn.
You can see little soap bubbles, little circular images around the galactic plane, and these are supernova remnants. When a star explodes, its outer shell is cast off and it travels outward into space gathering up material, and it produces a little shell. It's been a long-standing mystery to astronomers where all the supernova remnants are. We know that there must be a lot of high-energy electrons in the plane to produce the synchrotron radiation that we see, and we think they're produced by supernova remnants, but there don't seem to be enough. Fortunately, GLEAM is really, really good at detecting supernova remnants, so we're hoping to have a new paper out on that soon.
Je kunt kleine zeepbellen zien, kleine cirkelvormige beelden rond het galactische vlak. Dat zijn resten van supernova’s. Wanneer een ster ontploft, wordt de buitenste schil afgeworpen vliegt naar buiten de ruimte in, neemt onderweg materiaal op, en dat produceert een kleine schaal. Het was een oud mysterie voor astronomen waar alle supernovaresten zaten. We weten dat er in het vlak een heleboel hoog-energetische elektronen moeten zijn om de waargenomen synchrotronstraling te produceren. We denken dat ze komen van de supernovaresten, maar er lijken er te weinig zijn. Gelukkig is GLEAM buitengewoon goed in het detecteren van supernovaresten. Dat staat hopelijk binnenkort in onze nieuwe paper.
Now, that's fine. We've explored our little local universe, but I wanted to go deeper, I wanted to go further. I wanted to go beyond the Milky Way. Well, as it happens, we can see a very interesting object in the top right, and this is a local radio galaxy, Centaurus A. If we zoom in on this, we can see that there are two huge plumes going out into space. And if you look right in the center between those two plumes, you'll see a galaxy just like our own. It's a spiral. It has a dust lane. It's a normal galaxy. But these jets are only visible in the radio. If we looked in the visible, we wouldn't even know they were there, and they're thousands of times larger than the host galaxy.
Dat is allemaal prima. We hebben ons kleine lokale universum onderzocht, maar ik wilde dieper gaan, verder gaan. Ik wilde verder gaan dan de Melkweg. Zo kunnen we een zeer interessant object zien in de rechterbovenhoek. Dit is een lokaal radiostelsel, Centaurus A. Als we erop inzoomen, kunnen we zien dat er twee grote pluimen van uitgaan, de ruimte in. Als je recht in het midden tussen deze twee pluimen kijkt, zie je een sterrenstelsel dat lijkt op het onze. Het is een spiraal met een stofband. Het is een normaal sterrenstelsel. Maar deze pluimen zijn alleen zichtbaar in radiostraling. In het zichtbare spectrum zouden we ze niet eens zien en ze zijn duizenden malen groter dan het gastheer-sterrenstelsel.
What's going on? What's producing these jets? At the center of every galaxy that we know about is a supermassive black hole. Now, black holes are invisible. That's why they're called that. All you can see is the deflection of the light around them, and occasionally, when a star or a cloud of gas comes into their orbit, it is ripped apart by tidal forces, forming what we call an accretion disk. The accretion disk glows brightly in the x-rays, and huge magnetic fields can launch the material into space at nearly the speed of light. So these jets are visible in the radio and this is what we pick up in our survey.
Wat gebeurt er? Wat maakt deze pluimen? In het midden van elk melkwegstelsel dat we kennen zit een superzwaar zwart gat. Nu zijn zwarte gaten onzichtbaar. Daarom heten ze zo. Alles wat je kunt zien, is de afbuiging van het licht eromheen en af en toe, als een ster of een gaswolk in hun baan komt, wordt die uit elkaar gescheurd door getijdekrachten en vormt zich een 'accretieschijf'. Deze accretieschijf licht helder op in x-straling en enorme magnetische velden kunnen het materiaal de ruimte in werpen aan bijna de lichtsnelheid. Deze pluimen zijn zichtbaar in radiostraling en dat is wat wij waarnemen bij ons onderzoek.
Well, very well, so we've seen one radio galaxy. That's nice. But if you just look at the top of that image, you'll see another radio galaxy. It's a little bit smaller, and that's just because it's further away. OK. Two radio galaxies. We can see this. This is fine. Well, what about all the other dots? Presumably those are just stars. They're not. They're all radio galaxies. Every single one of the dots in this image is a distant galaxy, millions to billions of light-years away with a supermassive black hole at its center pushing material into space at nearly the speed of light. It is mind-blowing. And this survey is even larger than what I've shown here. If we zoom out to the full extent of the survey, you can see I found 300,000 of these radio galaxies. So it's truly an epic journey. We've discovered all of these galaxies right back to the very first supermassive black holes. I'm very proud of this, and it will be published next week.
Nu hebben we dus één radiosterrenstelsel te zien gekregen. Wat leuk is. Maar bovenin dat beeld zie je een ander radiomelkwegstelsel. Een beetje kleiner, omdat het verder weg is. Oké. Twee radiosterrenstelsels. We kunnen dit zien. Dat is goed. Hoe zit het met die andere punten? Zijn dat slechts sterren? Neen. Het zijn allemaal radiosterrenstelsels. Alle punten in dit beeld zijn melkwegstelsels op miljoenen tot miljarden lichtjaren afstand met een superzwaar zwart gat in het centrum. Ze duwen materiaal de ruimte in aan bijna de snelheid van het licht. Daar staat je verstand bij stil. En dit onderzoek is zelfs groter dan wat ik hier liet zien. Als we uitzoomen naar de volledige omvang van het onderzoek, kan je zien dat ik 300.000 van deze radiosterrenstelsels vond. Echt een epische reis. We hebben deze sterrenstelsels allemaal ontdekt tot en met de allereerste superzware zwarte gaten. Ik ben er erg trots op en het zal volgende week worden gepubliceerd.
Now, that's not all. I've explored the furthest reaches of the galaxy with this survey, but there's something even more in this image. Now, I'll take you right back to the dawn of time. When the universe formed, it was a big bang, which left the universe as a sea of hydrogen, neutral hydrogen. And when the very first stars and galaxies switched on, they ionized that hydrogen. So the universe went from neutral to ionized. That imprinted a signal all around us. Everywhere, it pervades us, like the Force. Now, because that happened so long ago, the signal was redshifted, so now that signal is at very low frequencies. It's at the same frequency as my survey, but it's so faint. It's a billionth the size of any of the objects in my survey. So our telescope may not be quite sensitive enough to pick up this signal. However, there's a new radio telescope. So I can't have a starship, but I can hopefully have one of the biggest radio telescopes in the world. We're building the Square Kilometre Array, a new radio telescope, and it's going to be a thousand times bigger than the MWA, a thousand times more sensitive, and have an even better resolution. So we should find tens of millions of galaxies. And perhaps, deep in that signal, I will get to look upon the very first stars and galaxies switching on, the beginning of time itself.
Maar dat is niet alles. Ik heb met dit onderzoek de verste uithoeken van het heelal onderzocht, maar er is nog meer te zien in deze afbeelding. Ik neem jullie mee naar het begin van de tijd. Toen het heelal zich vormde, was er een grote klap, die het heelal achterliet als een zee van waterstof, neutrale waterstof. Dan kwamen de eerste sterren en sterrenstelsels, die die waterstof ioniseerden. Dus ging het universum van neutraal naar geïoniseerd. Dat veroorzaakte een signaal overal om ons heen. Overal doordringt het ons, zoals de Kracht. Omdat dat zo lang geleden gebeurde, is het signaal roodverschoven, en is nu een signaal met een zeer lage frequentie. Het is op dezelfde frequentie als mijn onderzoek, maar het is zo zwak. Het is een miljardste de grootte van een van de objecten in mijn onderzoek. Misschien is onze telescoop niet gevoelig genoeg om dit signaal te detecteren. Maar er komt een nieuwe radiotelescoop. Een sterrenschip krijg ik niet, maar hopelijk wel een van de grootste radiotelescopen in de wereld. We bouwen de Square Kilometre Array, een nieuwe radiotelescoop. Hij wordt duizend keer groter dan de MWA, duizend keer gevoeliger en met een nog betere resolutie. We zouden er tientallen miljoenen sterrenstelsels mee moeten vinden. En misschien, diep in dat signaal, krijg ik de eerste sterren en sterrenstelsels te zien van bij het begin van de tijd zelf.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)