Well, I'm involved in other things, besides physics. In fact, mostly now in other things.
Nou, ik ben nog bij meer onderwerpen betrokken dan natuurkunde. Tegenwoordig zelfs meer bij andere dingen.
One thing is distant relationships among human languages. And the professional, historical linguists in the U.S. and in Western Europe mostly try to stay away from any long-distance relationships, big groupings, groupings that go back a long time, longer than the familiar families. They don't like that. They think it's crank. I don't think it's crank. And there are some brilliant linguists, mostly Russians, who are working on that, at Santa Fe Institute and in Moscow, and I would love to see where that leads.
Eén van die dingen is de verre verwantschap tussen menselijke talen. En de professionele, historische taalkundigen in de VS en in West Europa proberen zich verre te houden van lange afstand relaties, grote groeperingen, groeperingen die ver terug gaan, verder dan de bekende (taal)families. Daar houden ze niet van, ze denken dat het onzin is. Ik denk niet dat het onzin in. En er zijn enkele briljante taalkundigen, overwegend Russen, die hieraan werken in het Santa Fe Instituut en in Moscow, en ik ben erg benieuwd waar dat toe zal leiden.
Does it really lead to a single ancestor some 20, 25,000 years ago? And what if we go back beyond that single ancestor, when there was presumably a competition among many languages? How far back does that go? How far back does modern language go? How many tens of thousands of years does it go back?
Zal het werkelijk leiden tot één enkele voorouder van 20, 25.000 jaar geleden? En als we nog verder teruggaan dan die enkele voorouder, toen er waarschijnlijk een competitie was tussen talen? Hoe ver gaat dat terug? Hoe ver gaat de moderne taal terug? Hoe veel tienduizenden jaren gaat dat terug?
Chris Anderson: Do you have a hunch or a hope for what the answer to that is?
Chris Anderson: Heeft u een idee wat het antwoord kan zijn?
Murray Gell-Mann: Well, I would guess that modern language must be older than the cave paintings and cave engravings and cave sculptures and dance steps in the soft clay in the caves in Western Europe, in the Aurignacian Period some 35,000 years ago, or earlier. I can't believe they did all those things and didn't also have a modern language. So, I would guess that the actual origin goes back at least that far and maybe further.
Murray Gell-Mann: Nou, ik denk dat de moderne taal ouder moet zijn dan de grottekeningen en grotgravures en grotbeeldhouwwerken en de danspassen in de zachte klei in de grotten van West Europa in de Aurignacian periode, ongeveer 35.000 jaar geleden, of nog vroeger. Ik kan niet geloven dat ze al deze dingen konden doen zonder moderne taal. Dus ik denk dat de daadwerkelijke herkomst zo ver terug gaat, of nog verder.
But that doesn't mean that all, or many, or most of today's attested languages couldn't descend perhaps from one that's much younger than that, like say 20,000 years, or something of that kind. It's what we call a bottleneck.
Maar dat betekent niet dat alle, of veel, of de meeste van de hedendaagse talen niet misschien afgeleid zijn van één taal, die veel jonger is, zeg 20.000 jaar, of iets dergelijks. Dat is wat we een flessenhals noemen.
CA: Well, Philip Anderson may have been right. You may just know more about everything than anyone. So, it's been an honor. Thank you Murray Gell-Mann. (Applause)
CA: Nou, Philip Anderson zou wel eens gelijk kunnen hebben. U weet gewoon meer over wat dan ook dan wie dan ook. Het was een eer. Dank u, Murray Gell-Mann. (Applaus)