I want to talk today about how reading can change our lives and about the limits of that change. I want to talk to you about how reading can give us a shareable world of powerful human connection. But also about how that connection is always partial. How reading is ultimately a lonely, idiosyncratic undertaking.
Ik wil vandaag praten over hoe lezen onze levens kan veranderen en over de limieten van die verandering. Ik wil vertellen over hoe lezen ons een deelbare wereld kan geven van krachtige menselijke verbinding. Maar ook over hoe die verbinding altijd maar deels bestaat, en lezen uiteindelijk een eenzame, idiosyncratische onderneming is.
The writer who changed my life was the great African American novelist James Baldwin. When I was growing up in Western Michigan in the 1980s, there weren't many Asian American writers interested in social change. And so I think I turned to James Baldwin as a way to fill this void, as a way to feel racially conscious. But perhaps because I knew I wasn't myself African American, I also felt challenged and indicted by his words. Especially these words: "There are liberals who have all the proper attitudes, but no real convictions. When the chips are down and you somehow expect them to deliver, they are somehow not there." They are somehow not there. I took those words very literally. Where should I put myself?
De schrijver die mijn leven veranderde, was de grote Afro-Amerikaanse romanschrijver James Baldwin. Toen ik opgroeide in West-Michigan in de jaren 80 waren niet veel Aziatisch-Amerikaanse auteurs bezig met sociale verandering. Ik denk dat ik me richtte op James Baldwin om die leegte te vullen, om me raciaal bewust te voelen. Maar misschien omdat ik wist dat ik zelf niet Afro-Amerikaans was, voelde ik me ook getart en aangeklaagd door zijn woorden. Zeker door de volgende woorden: "Liberalen ... lopen over van de juiste principes, maar missen echte overtuigingen. Als het menens wordt en je van hen verwacht dat ze handelen, zijn ze er plots niet." Ze zijn er plots niet. Ik nam die woorden heel letterlijk. Waar moest ik mezelf positioneren?
I went to the Mississippi Delta, one of the poorest regions in the United States. This is a place shaped by a powerful history. In the 1960s, African Americans risked their lives to fight for education, to fight for the right to vote. I wanted to be a part of that change, to help young teenagers graduate and go to college. When I got to the Mississippi Delta, it was a place that was still poor, still segregated, still dramatically in need of change.
Ik ging naar de Mississipi Delta, een van de armste gebieden in de Verenigde Staten. Deze plek is gevormd door een krachtige geschiedenis. In de jaren 60 riskeerden Afro-Amerikanen hun levens in de strijd voor educatie, voor het recht om te stemmen. Ik wou bijdragen aan die evolutie en jongeren helpen om af te studeren en naar de universiteit te gaan. Toen ik aan de Mississipi Delta aankwam, was het nog steeds een plek van armoede, van segregatie, die nog steeds echt nood had aan verandering.
My school, where I was placed, had no library, no guidance counselor, but it did have a police officer. Half the teachers were substitutes and when students got into fights, the school would send them to the local county jail.
De school waar ik geplaatst werd, had geen bibliotheek, geen studiebegeleider, maar wel een politieagent. De helft van de leerkrachten waren invalleraren en als studenten slaags raakten, stuurde de school hen naar de lokale gevangenis.
This is the school where I met Patrick. He was 15 and held back twice, he was in the eighth grade. He was quiet, introspective, like he was always in deep thought. And he hated seeing other people fight. I saw him once jump between two girls when they got into a fight and he got himself knocked to the ground. Patrick had just one problem. He wouldn't come to school. He said that sometimes school was just too depressing because people were always fighting and teachers were quitting. And also, his mother worked two jobs and was just too tired to make him come. So I made it my job to get him to come to school. And because I was crazy and 22 and zealously optimistic, my strategy was just to show up at his house and say, "Hey, why don't you come to school?" And this strategy actually worked, he started to come to school every day. And he started to flourish in my class. He was writing poetry, he was reading books. He was coming to school every day.
Op deze school leerde ik Patrick kennen. Hij was 15 en twee keer blijven zitten, hij zat in de tweede klas. Hij was stil en in zichzelf gekeerd, alsof hij altijd diep nadacht. Hij haatte het om anderen te zien vechten. Ik zag hem ooit eens tussen twee meisjes in gaan staan toen ze vochten, waardoor hij op de grond geworpen werd. Patrick had slechts één probleem. Hij kwam niet naar school. Hij zei dat school soms te deprimerend was, omdat men altijd vocht en de leerkrachten vertrokken. Bovendien had zijn moeder twee banen en was ze te moe om hem te doen gaan. Dus maakte ik het mijn taak hem naar school te doen komen. Omdat ik gek was en 22 en vurig optimistisch, was mijn strategie opdagen voor zijn huis met de vraag: "Hey, kom je naar school?" Die strategie werkte gek genoeg. Hij begon elke dag naar school te komen. Hij bloeide open in mijn les. Hij schreef poëzie, hij las boeken. Hij kwam elke dag naar school.
Around the same time that I had figured out how to connect to Patrick, I got into law school at Harvard. I once again faced this question, where should I put myself, where do I put my body? And I thought to myself that the Mississippi Delta was a place where people with money, people with opportunity, those people leave. And the people who stay behind are the people who don't have the chance to leave. I didn't want to be a person who left. I wanted to be a person who stayed. On the other hand, I was lonely and tired. And so I convinced myself that I could do more change on a larger scale if I had a prestigious law degree. So I left.
In dezelfde periode waarin ik begrepen had hoe tot Patrick door te dringen, mocht ik rechten gaan studeren aan Harvard. Opnieuw moest ik me de vraag stellen: waar positioneer ik mezelf? Waar plaats ik mijn lichaam? Ik kwam tot de conclusie dat de Mississipi Delta een plek is waar mensen die geld hebben, mensen die kansen hebben -- die mensen vertrekken. De mensen die achterblijven, hebben de kans niet om te vertrekken. Ik wou niet iemand zijn die vertrok. Ik wou iemand zijn die bleef. Tegelijkertijd was ik eenzaam en moe. Ik overtuigde mezelf ervan dat ik meer zou kunnen veranderen, op een grotere schaal, met een prestigieus rechtendiploma. Dus vertrok ik.
Three years later, when I was about to graduate from law school, my friend called me and told me that Patrick had got into a fight and killed someone. I was devastated. Part of me didn't believe it, but part of me also knew that it was true. I flew down to see Patrick. I visited him in jail. And he told me that it was true. That he had killed someone. And he didn't want to talk more about it. I asked him what had happened with school and he said that he had dropped out the year after I left. And then he wanted to tell me something else. He looked down and he said that he had had a baby daughter who was just born. And he felt like he had let her down. That was it, our conversation was rushed and awkward.
Drie jaar later, toen ik op het punt stond om af te studeren, belde een vriend me op om me te vertellen dat Patrick iemand gedood had in een gevecht. Ik was er kapot van. Een deel van me geloofde het niet, maar een ander deel wist dat het waar was. Ik nam het vliegtuig om Patrick te zien. Ik bezocht hem in de gevangenis. Hij vertelde me dat het waar was, dat hij iemand gedood had. Meer wou hij er niet over zeggen. Ik vroeg hem wat er gebeurd was op school en hij zei dat hij gestopt was in het jaar nadat ik vertrokken was. Toen wou hij me iets anders vertellen. Hij keek naar beneden en zei dat hij vader was van een meisje, dat nog maar pas geboren was. Hij had het gevoel dat hij haar gefaald had. Dat was het; ons gesprek was haastig en stuntelig.
When I stepped outside the jail, a voice inside me said, "Come back. If you don't come back now, you'll never come back." So I graduated from law school and I went back. I went back to see Patrick, I went back to see if I could help him with his legal case. And this time, when I saw him a second time, I thought I had this great idea, I said, "Hey, Patrick, why don't you write a letter to your daughter, so that you can keep her on your mind?" And I handed him a pen and a piece of paper, and he started to write.
Toen ik de gevangenis verliet, zei een stem binnenin mij: "Kom terug. Als je nu niet terugkomt, dan kom je nooit meer terug." Dus studeerde ik af en ging ik terug. Ik ging terug om Patrick te zien, om te kijken of ik hem kon helpen met zijn rechtszaak. Toen ik hem die tweede keer zag, dacht ik dat ik een geweldig idee had. Ik zei: "Patrick, waarom schrijf je geen brief naar je dochter, zodat je aan haar kunt blijven denken?" Ik gaf hem een pen en een blad papier en hij begon te schrijven.
But when I saw the paper that he handed back to me, I was shocked. I didn't recognize his handwriting, he had made simple spelling mistakes. And I thought to myself that as a teacher, I knew that a student could dramatically improve in a very quick amount of time, but I never thought that a student could dramatically regress. What even pained me more, was seeing what he had written to his daughter. He had written, "I'm sorry for my mistakes, I'm sorry for not being there for you." And this was all he felt he had to say to her. And I asked myself how can I convince him that he has more to say, parts of himself that he doesn't need to apologize for. I wanted him to feel that he had something worthwhile to share with his daughter.
Maar toen ik het blad papier zag dat hij me teruggaf, was ik geschokt. Ik herkende zijn handschrift niet en hij had domme spelfouten gemaakt. Als leerkracht wist ik dat een student enorm kon verbeteren in een heel korte periode, maar ik had nooit gedacht dat een student enorm achteruit kon gaan. Nog meer pijn deed het me, om te lezen wat hij aan zijn dochter geschreven had. Hij had geschreven: "Sorry voor mijn fouten. Het spijt me dat ik er niet voor je ben." Dit was alles wat hij haar meende te kunnen zeggen. Ik vroeg mezelf af hoe ik hem ervan kon overtuigen dat hij meer te zeggen had, dat hij kanten heeft waarvoor hij zich niet hoeft te excuseren. Ik wou dat hij voelde dat hij heel wat meer met zijn dochter te delen had.
For every day the next seven months, I visited him and brought books. My tote bag became a little library. I brought James Baldwin, I brought Walt Whitman, C.S. Lewis. I brought guidebooks to trees, to birds, and what would become his favorite book, the dictionary. On some days, we would sit for hours in silence, both of us reading. And on other days, we would read together, we would read poetry.
Elke dag gedurende de zeven maanden daarop bezocht ik hem en nam ik boeken mee. Mijn draagtas werd een kleine bibliotheek. Ik bracht boeken van James Baldwin mee, van Walt Whitman en C.S. Lewis. Ik bracht gidsen mee over bomen en vogels en het boek dat zijn favoriet zou worden: het woordenboek. Op sommige dagen zaten we uren in stilte, terwijl we allebei lazen. Op andere dagen lazen we samen poëzie.
We started by reading haikus, hundreds of haikus, a deceptively simple masterpiece. And I would ask him, "Share with me your favorite haikus." And some of them are quite funny. So there's this by Issa: "Don't worry, spiders, I keep house casually." And this: "Napped half the day, no one punished me!" And this gorgeous one, which is about the first day of snow falling, "Deer licking first frost from each other's coats." There's something mysterious and gorgeous just about the way a poem looks. The empty space is as important as the words themselves.
We begonnen met het lezen van haiku's, honderden haiku's, bedrieglijk eenvoudige meesterwerken. Dan vroeg ik hem om me zijn favoriete haiku's te tonen. Sommige daarvan zijn best grappig. Deze, bijvoorbeeld, van Issa: "Geen zorgen, spinnen. Ik houd het huis slordig schoon." Of deze: "De halve dag geslapen, niemand heeft me gestraft!" Deze prachtige haiku gaat dan weer over de eerste dag van sneeuwval: "Herten die de eerste vorst van elkanders vacht likken." Er is iets mysterieus en prachtigs, alleen al aan hoe een gedicht eruitziet. De spaties zijn even belangrijk als de woorden zelf.
We read this poem by W.S. Merwin, which he wrote after he saw his wife working in the garden and realized that they would spend the rest of their lives together. "Let me imagine that we will come again when we want to and it will be spring We will be no older than we ever were The worn griefs will have eased like the early cloud through which morning slowly comes to itself" I asked Patrick what his favorite line was, and he said, "We will be no older than we ever were." He said it reminded him of a place where time just stops, where time doesn't matter anymore. And I asked him if he had a place like that, where time lasts forever. And he said, "My mother." When you read a poem alongside someone else, the poem changes in meaning. Because it becomes personal to that person, becomes personal to you.
We lazen een gedicht van W.S. Merwin, dat hij geschreven had toen hij zijn vrouw in de tuin had zien werken en besefte dat ze de rest van hun leven samen zouden doorbrengen. "Laat me me inbeelden dat we terugkomen wanneer we dat willen en dat het lente zal zijn. We zullen niet ouder zijn dan we ooit waren. Het versleten verdriet zal verlicht zijn zoals de vroege wolk waarin de ochtend langzaam tot zichzelf komt." Ik vroeg Patrick naar zijn favoriete regel en hij reciteerde deze: "We zullen niet ouder zijn dan we ooit waren." Hij zei dat het hem deed denken aan een plek waar de tijd stilstaat, waar de tijd geen belang meer heeft. Ik vroeg hem of hij zo'n plek had, waar de tijd eeuwig duurt. Hij zei: "Bij mijn moeder." Wanneer je een gedicht leest in het gezelschap van iemand anders, verandert de betekenis van dat gedicht. Het wordt iets persoonlijks, voor die persoon en voor jou.
We then read books, we read so many books, we read the memoir of Frederick Douglass, an American slave who taught himself to read and write and who escaped to freedom because of his literacy. I had grown up thinking of Frederick Douglass as a hero and I thought of this story as one of uplift and hope. But this book put Patrick in a kind of panic. He fixated on a story Douglass told of how, over Christmas, masters give slaves gin as a way to prove to them that they can't handle freedom. Because slaves would be stumbling on the fields. Patrick said he related to this. He said that there are people in jail who, like slaves, don't want to think about their condition, because it's too painful. Too painful to think about the past, too painful to think about how far we have to go.
Daarna lazen we boeken, zo veel boeken. We lazen de autobiografie van Frederick Douglass, een Amerikaanse slaaf die zichzelf heeft leren lezen en schrijven en die uit zijn ketenen ontsnapte dankzij zijn geletterdheid. Toen ik opgroeide, zag ik hem als een held en voor mij was dit verhaal er een van aanmoediging en hoop, maar Patrick kreeg er een paniekerig gevoel door. Hij fixeerde zich op een verhaal waarin Douglass vertelde hoe, met Kerstmis, bazen hun slaven gin gaven om hen te bewijzen dat ze geen vrijheid aankonden, omdat de slaven dan over de velden heen strompelden. Patrick betrok dit op zichzelf. Hij zei dat sommige mensen in de gevangenis, net zoals slaven, niet over hun toestand willen nadenken, omdat het te pijnlijk is. Te pijnlijk om aan het verleden te denken, te pijnlijk om te denken aan hoe ver we te gaan hebben.
His favorite line was this line: "Anything, no matter what, to get rid of thinking! It was this everlasting thinking of my condition that tormented me." Patrick said that Douglass was brave to write, to keep thinking. But Patrick would never know how much he seemed like Douglass to me. How he kept reading, even though it put him in a panic. He finished the book before I did, reading it in a concrete stairway with no light.
Zijn favoriete regel was de volgende: "Eender wat, maakte niet uit wat, om te stoppen met denken! Het was het eeuwige denken aan mijn toestand dat me kwelde." Patrick vond Douglass moedig omdat hij schreef en bleef nadenken. Hij wist echter niet hoeveel hij voor mij op Douglass leek, zoals hij bleef lezen, ook al deed het hem panikeren. Hij had het boek eerder uit dan ik, lezend op een betonnen trap zonder licht.
And then we went on to read one of my favorite books, Marilynne Robinson's "Gilead," which is an extended letter from a father to his son. He loved this line: "I'm writing this in part to tell you that if you ever wonder what you've done in your life ... you have been God's grace to me, a miracle, something more than a miracle."
Daarna lazen we een van mijn favoriete boeken: Gilead van Marilynne Robinson, dat geschreven is als een lange brief van een vader aan zijn zoon. Hij hield van deze regel: "Ik schrijf dit deels om je te zeggen dat als je je ooit afvraagt wat je in je leven bereikt hebt ... je een godsgeschenk voor me geweest bent, een mirakel, nog meer dan een mirakel."
Something about this language, its love, its longing, its voice, rekindled Patrick's desire to write. And he would fill notebooks upon notebooks with letters to his daughter. In these beautiful, intricate letters, he would imagine him and his daughter going canoeing down the Mississippi river. He would imagine them finding a mountain stream with perfectly clear water. As I watched Patrick write, I thought to myself, and I now ask all of you, how many of you have written a letter to somebody you feel you have let down? It is just much easier to put those people out of your mind. But Patrick showed up every day, facing his daughter, holding himself accountable to her, word by word with intense concentration.
Iets in die woorden, de liefde, het verlangen, de stem erin, maakte dat Patrick weer wou schrijven. Hij vulde schrift na schrift met brieven aan zijn dochter. In die mooie, gedetailleerde brieven beeldde hij zichzelf en zijn dochter in, al kanoënd op de Mississipi. Hij beeldde zich in hoe ze een bergrivier vonden met prachtig helder water. Wanneer ik Patrick zag schrijven, vroeg ik aan mezelf en nu ook aan jullie allen: wie van jullie heeft een brief geschreven aan iemand die je hebt teleurgesteld? Het is nu eenmaal veel gemakkelijker om niet aan die mensen te denken. Maar Patrick confronteerde zichzelf elke dag met zijn dochter en hield zichzelf verantwoordelijk ten opzichte van haar, met elk woord dat hij schreef met intense concentratie.
I wanted in my own life to put myself at risk in that way. Because that risk reveals the strength of one's heart. Let me take a step back and just ask an uncomfortable question. Who am I to tell this story, as in this Patrick story? Patrick's the one who lived with this pain and I have never been hungry a day in my life. I thought about this question a lot, but what I want to say is that this story is not just about Patrick. It's about us, it's about the inequality between us. The world of plenty that Patrick and his parents and his grandparents have been shut out of. In this story, I represent that world of plenty. And in telling this story, I didn't want to hide myself. Hide the power that I do have.
In mijn eigen leven wou ik me ook zo blootstellen. Je zo blootstellen, onthult de kracht van je hart. Laat me even een stap terugzetten en een onaangename vraag stellen. Wie ben ik om het verhaal van Patrick te vertellen? Patrick is degene die geleefd heeft met deze pijn. Ik heb geen dag in mijn leven honger geleden. Ik heb hier veel over nagedacht, maar dit verhaal gaat niet alleen over Patrick. Het gaat over ons, over de ongelijkheid tussen ons. De wereld van overvloed waarvan Patrick en zijn ouders en zijn grootouders afgesloten zijn. In dit verhaal vertegenwoordig ik die wereld van overvloed. In het vertellen van dit verhaal wou ik mezelf niet verbergen, noch de macht die ik wel degelijk bezit.
In telling this story, I wanted to expose that power and then to ask, how do we diminish the distance between us? Reading is one way to close that distance. It gives us a quiet universe that we can share together, that we can share in equally.
Met het vertellen van dit verhaal wou ik die macht blootleggen, om vervolgens te vragen: hoe verminderen we de afstand tussen ons? Lezen is één manier om die afstand te overbruggen. Het geeft ons een stil universum dat we samen kunnen delen, dat we allen in gelijke mate kunnen delen.
You're probably wondering now what happened to Patrick. Did reading save his life? It did and it didn't. When Patrick got out of prison, his journey was excruciating. Employers turned him away because of his record, his best friend, his mother, died at age 43 from heart disease and diabetes. He's been homeless, he's been hungry.
Je vraagt je nu waarschijnlijk af wat er met Patrick gebeurd is. Heeft lezen zijn leven gered? Ja en neen. Toen Patrick de gevangenis verliet, was zijn dagelijks leven ondraaglijk. Werkgevers wezen hem af omwille van zijn strafblad. Zijn beste vriendin, zijn moeder, stierf op 43-jarige leeftijd door een hartziekte en diabetes. Hij is dakloos geweest en heeft honger geleden.
So people say a lot of things about reading that feel exaggerated to me. Being literate didn't stop him form being discriminated against. It didn't stop his mother from dying. So what can reading do? I have a few answers to end with today.
Mensen zeggen vele dingen over lezen die mij overdreven lijken. Geletterd zijn weerhield hem er niet van om gediscrimineerd te worden. Het heeft niet voorkomen dat zijn moeder stierf. Dus hoe kan lezen helpen? Ik heb een aantal antwoorden om vandaag mee te eindigen.
Reading charged his inner life with mystery, with imagination, with beauty. Reading gave him images that gave him joy: mountain, ocean, deer, frost. Words that taste of a free, natural world. Reading gave him a language for what he had lost. How precious are these lines from the poet Derek Walcott? Patrick memorized this poem. "Days that I have held, days that I have lost, days that outgrow, like daughters, my harboring arms."
Lezen verrijkte zijn innerlijke leven met mysterie, met verbeeldingskracht, met schoonheid. Lezen gaf hem beelden die hem vreugde boden: berg, oceaan, hert, vorst. Woorden die smaken naar een vrije, natuurlijke wereld. Lezen gaf hem een taal om uit te drukken wat hij verloren had. Hoe prachtig zijn deze regels van de dichter Derek Walcott? Patrick leerde dit gedicht van buiten: "Dagen die ik vasthield, dagen die ik verloren ben, dagen die ontgroeien, zoals dochters, aan mijn herbergende armen."
Reading taught him his own courage. Remember that he kept reading Frederick Douglass, even though it was painful. He kept being conscious, even though being conscious hurts. Reading is a form of thinking, that's why it's difficult to read because we have to think. And Patrick chose to think, rather than to not think. And last, reading gave him a language to speak to his daughter. Reading inspired him to want to write. The link between reading and writing is so powerful. When we begin to read, we begin to find the words. And he found the words to imagine the two of them together. He found the words to tell her how much he loved her.
Lezen leerde hem zijn eigen moed kennen. Herinner je dat hij de boeken van Frederick Douglass bleef lezen, ook al was het pijnlijk. Hij bleef bewust, ook al deed het pijn. Lezen is een vorm van denken. Daarom is het moeilijk om te lezen, omdat we moeten denken. Patrick koos ervoor om te denken, eerder dan om niet te denken. Tot slot gaf lezen hem een taal om tegen zijn dochter te spreken. Lezen inspireerde hem om te schrijven. De link tussen lezen en schrijven is zo krachtig. Wanneer we beginnen met lezen, beginnen we woorden te vinden. Hij vond de woorden om zich hen beiden samen in te beelden. Hij vond de woorden om haar te zeggen hoeveel hij van haar hield.
Reading also changed our relationship with each other. It gave us an occasion for intimacy, to see beyond our points of view. And reading took an unequal relationship and gave us a momentary equality. When you meet somebody as a reader, you meet him for the first time, newly, freshly. There is no way you can know what his favorite line will be. What memories and private griefs he has. And you face the ultimate privacy of his inner life. And then you start to wonder, "Well, what is my inner life made of? What do I have that's worthwhile to share with another?"
Lezen veranderde ook de relatie die we met elkaar hadden. Het gaf ons de gelegenheid tot intimiteit, om verder te kijken dan onze eigen gezichtspunten. Bovendien veranderde lezen onze ongelijke relatie in een van tijdelijke gelijkheid. Als je iemand leert kennen als lezer, leer je hem voor de eerste keer kennen, opnieuw. Je kan niet weten wat zijn favoriete regel zal zijn, wat voor herinneringen en persoonlijk verdriet hij heeft. Je wordt geconfronteerd met de ultieme privacy van zijn innerlijke leven. Vervolgens vraag je je af: waaruit bestaat mijn innerlijke leven? Wat daarvan is de moeite waard om te delen met iemand anders?
I want to close on some of my favorite lines from Patrick's letters to his daughter. "The river is shadowy in some places but the light shines through the cracks of trees ... On some branches hang plenty of mulberries. You stretch your arm straight out to grab some." And this lovely letter, where he writes, "Close your eyes and listen to the sounds of the words. I know this poem by heart and I would like you to know it, too."
Ik wil afsluiten ... met enkele van mijn favoriete zinnen uit de brieven van Patrick aan zijn dochter. "De rivier is obscuur op sommige plekken, maar licht schijnt doorheen de spleten van de bomen ... Aan sommige takken hangen volop moerbeien. Je strekt je arm uit om enkele te plukken." Of deze schattige brief, waarin hij schrijft: "Sluit je ogen en luister naar de klanken van de woorden. Ik ken dit gedicht van buiten en ik zou het fijn vinden als jij het ook kent."
Thank you so much everyone.
Enorm bedankt, iedereen.
(Applause)
(Applaus)