One of my favorite parts of my job at the Gates Foundation is that I get to travel to the developing world, and I do that quite regularly. And when I meet the mothers in so many of these remote places, I'm really struck by the things that we have in common. They want what we want for our children and that is for their children to grow up successful, to be healthy, and to have a successful life. But I also see lots of poverty, and it's quite jarring, both in the scale and the scope of it. My first trip in India, I was in a person's home where they had dirt floors, no running water, no electricity, and that's really what I see all over the world. So in short, I'm startled by all the things that they don't have. But I am surprised by one thing that they do have: Coca-Cola.
Een van de favoriete aspecten van mijn baan bij de Gates Foundation is dat ik de kans krijg om naar de ontwikkelingswereld te reizen. Dat doe ik dan ook vrij regelmatig. Als ik in zo veel van deze afgelegen plaatsen moeders ontmoet, ben ik echt geraakt door de dingen die we gemeen hebben. Ze willen ook wat wij willen voor onze kinderen, en dat is dat hun kinderen succesvol opgroeien, gezond zijn en een succesvol leven kunnen hebben. Maar ik zie ook veel armoede, en die is heel schokkend, zowel in omvang als in de aard ervan. Op mijn eerste reis in India verbleef ik in iemands huis. Ze hadden onverharde vloeren, geen stromend water, geen elektriciteit. Dat kom ik steeds weer tegen op mijn reizen. Ik schrik telkens weer van alles wat ze moeten missen. Maar ik ben verrast door één ding dat ze wel hebben: Coca-Cola.
Coke is everywhere. In fact, when I travel to the developing world, Coke feels ubiquitous. And so when I come back from these trips, and I'm thinking about development, and I'm flying home and I'm thinking, "We're trying to deliver condoms to people or vaccinations," you know, Coke's success kind of stops and makes you wonder: how is it that they can get Coke to these far-flung places? If they can do that, why can't governments and NGOs do the same thing? And I'm not the first person to ask this question. But I think, as a community, we still have a lot to learn. It's staggering, if you think about Coca-Cola. They sell 1.5 billion servings every single day. That's like every man, woman and child on the planet having a serving of Coke every week. So why does this matter? Well, if we're going to speed up the progress and go even faster on the set of Millennium Development Goals that we're set as a world, we need to learn from the innovators, and those innovators come from every single sector. I feel that, if we can understand what makes something like Coca-Cola ubiquitous, we can apply those lessons then for the public good.
Coke is overal. Op reis in de ontwikkelingswereld kom je Coke overal tegen. Als ik terugkom van deze reizen, en ik onderweg naar huis zit te denken over ontwikkeling, maak ik me bedenkingen. Wij proberen om mensen condooms of vaccins te bezorgen. Het succes van Coke valt op en doet je jezelf afvragen hoe het komt het dat ze Coke in deze verre oorden kunnen bezorgen. Als zij dat kunnen, waarom kunnen de overheid en de NGO's dan niet hetzelfde? Ik ben niet de eerste die zich dat afvraagt. Maar ik denk dat we als gemeenschap nog een hoop te leren hebben. Het is onthutsend als je nadenkt over Coca-Cola. Ze verkopen elke dag 1,5 miljard porties. Dat is net alsof elke man, vrouw en kind op de planeet per week een portie cola krijgt. Waarom is dit zo belangrijk? Als we de vooruitgang willen versnellen om de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen voor de wereld te bereiken, dan moeten we leren van de de vernieuwers, uit welke sector dan ook. Ik heb het gevoel dat als we kunnen begrijpen waarom iets als Coca-Cola alomtegenwoordig is, we dat kunnen toepasassen voor het algemeen belang.
Coke's success is relevant, because if we can analyze it, learn from it, then we can save lives. So that's why I took a bit of time to study Coke. And I think there are really three things we can take away from Coca-Cola. They take real-time data and immediately feed it back into the product. They tap into local entrepreneurial talent, and they do incredible marketing. So let's start with the data. Now Coke has a very clear bottom line -- they report to a set of shareholders, they have to turn a profit. So they take the data, and they use it to measure progress. They have this very continuous feedback loop. They learn something, they put it back into the product, they put it back into the market. They have a whole team called "Knowledge and Insight." It's a lot like other consumer companies. So if you're running Namibia for Coca-Cola, and you have a 107 constituencies, you know where every can versus bottle of Sprite, Fanta or Coke was sold, whether it was a corner store, a supermarket or a pushcart. So if sales start to drop, then the person can identify the problem and address the issue.
Coke's succes is relevant, want als we dat kunnen analyseren, ervan leren, dan kunnen we levens redden. Daarom heb ik een beetje tijd uitgetrokken om Coke te bestuderen. Ik denk dat er drie dingen zijn die we kunnen leren van Coca-Cola. Ze verzamelen actuele data en verwerken die meteen terug in hun product. Ze pikken in op het plaatselijke ondernemingstalent, en ze voeren een ongelooflijke marketing. Laten we beginnen met de data. Coke heeft een zeer duidelijke doelstelling. Zij moeten verantwoording afleggen aan hun aandeelhouders. Ze moeten winst maken. Dus gaan ze uit van de gegevens, en ze gebruiken die om de vooruitgang te meten. Zij doen aan voortdurende terugkoppeling. Ze leren iets, passen hun product aan en brengen het terug op de markt. Ze hebben een heel team "Kennis en Inzicht" genaamd. Het werkt net als bij andere consumentenbedrijven. Als je Coca-Cola verkoopt in Namibië en je hebt daar 107 afdelingen dan weet je waar elk blik of elke fles van Sprite, Fanta of Coca-Cola werd verkocht. Of het nu een buurtwinkel was, een supermarkt of een handkar. Als de verkoop begint te dalen, dan kan je het probleem identificeren en de kwestie behandelen.
Let's contrast that for a minute to development. In development, the evaluation comes at the very end of the project. I've sat in a lot of those meetings, and by then, it is way too late to use the data. I had somebody from an NGO once describe it to me as bowling in the dark. They said, "You roll the ball, you hear some pins go down. It's dark, you can't see which one goes down until the lights come on, and then you an see your impact." Real-time data turns on the lights.
Laten we dat eens vergelijken met ontwikkeling. Bij ontwikkeling komt de evaluatie helemaal aan het eind van het project. Ik heb veel van die bijeenkomsten bijgewoond. Dan is het al veel te laat om een nuttig gebruik te maken van de data. Iemand uit een NGO beschreef het mij ooit als bowlen in het donker. Ze zeiden: "Je gooit de bal en je hoort een aantal kegels omvallen. Het is donker, je kunt niet zien welke kegels omgevallen zijn voordat het licht aangaat. Dan pas zie je je resultaat." Actuele data steken het licht aan.
So what's the second thing that Coke's good at? They're good at tapping into that local entrepreneurial talent. Coke's been in Africa since 1928, but most of the time they couldn't reach the distant markets, because they had a system that was a lot like in the developed world, which was a large truck rolling down the street. And in Africa, the remote places, it's hard to find a good road. But Coke noticed something -- they noticed that local people were taking the product, buying it in bulk and then reselling it in these hard-to-reach places. And so they took a bit of time to learn about that. And they decided in 1990 that they wanted to start training the local entrepreneurs, giving them small loans. They set them up as what they called micro-distribution centers, and those local entrepreneurs then hire sales people, who go out with bicycles and pushcarts and wheelbarrows to sell the product. There are now some 3,000 of these centers employing about 15,000 people in Africa. In Tanzania and Uganda, they represent 90 percent of Coke's sales. Let's look at the development side.
Wat is nu het tweede ding waar Coke goed in is? Ze zijn goed in het gebruik maken van lokaal ondernemingstalent. Coke zit al sinds 1928 in Afrika, maar lange tijd konden ze de verre markten niet bereiken, want ze gebruikten een systeem net als in de ontwikkelde wereld, namelijk grote vrachtwagens die wegen nodig hadden. Maar in Afrika vind je op de afgelegen plaatsen zelden een goed bestrate weg. Maar Coca-Cola merkte iets op. Ze zagen dat lokale mensen het product in bulk aankochten om het vervolgens te verkopen op deze moeilijke bereikbare plaatsen. Dus trokken ze wat tijd uit om dit te bestuderen. Ze besloten in 1990 om lokale ondernemers op te leiden en hen kleine leningen te verstrekken. Ze zetten wat zij micro-distributiecentra noemden op. Die lokale ondernemers wierven dan verkopers aan die er met fietsen, handkarren en kruiwagens op uit trokken om het product te verkopen. Er zijn nu zo'n 3.000 van deze centra waar ongeveer 15.000 mensen in Afrika werken. In Tanzania en Oeganda, vertegenwoordigen zij 90 procent van Coke's omzet. Laten we eens kijken hoe het bij ontwikkeling gaat.
What is it that governments and NGOs can learn from Coke? Governments and NGOs need to tap into that local entrepreneurial talent as well, because the locals know how to reach the very hard-to-serve places, their neighbors, and they know what motivates them to make change. I think a great example of this is Ethiopia's new health extension program. The government noticed in Ethiopia that many of the people were so far away from a health clinic, they were over a day's travel away from a health clinic. So if you're in an emergency situation -- or if you're a mom about to deliver a baby -- forget it, to get to the health care center. They decided that wasn't good enough, so they went to India and studied the Indian state of Kerala that also had a system like this, and they adapted it for Ethiopia. And in 2003, the government of Ethiopia started this new system in their own country. They trained 35,000 health extension workers to deliver care directly to the people. In just five years, their ratio went from one worker for every 30,000 people to one worker for every 2,500 people.
Wat kunnen overheden en NGO's leren van Coke? Overheden en NGO's moeten ook dat lokale ondernemingstalent aanboren, omdat de lokale bevolking weet hoe ze die moeilijk te bedienen plaatsen, hun buren, kunnen bereiken en weten wat hen motiveert om te veranderen. Ik denk dat het nieuwe gezondheidsvoorzieningsprogramma van Ethiopië hiervan een goed voorbeeld is. De regering in Ethiopië zag dat veel van mensen zo ver verwijderd waren van een gezondheidskliniek dat meer dan een dagreis nodig was om ze te bereiken. Als je dan in een noodsituatie terechtkomt of als je moet bevallen, vergeet het dan maar om naar het gezondheidscentrum te gaan. Ze besloten dat dat niet voldeed en bezochten de Indiase deelstaat Kerala om te leren. Die had ook een dergelijk systeem, en ze pasten het aan voor Ethiopië. In 2003 begon de regering van Ethiopië met dit nieuwe systeem in hun eigen land. Ze leidden 35.000 gezondheidswerkers op om rechtstreeks zorg aan de mensen te leveren. In slechts vijf jaar, ging de verhouding van één werker voor elke 30.000 mensen naar één werker voor elke 2.500 mensen.
Now, think about how this can change people's lives. Health extension workers can help with so many things, whether it's family planning, prenatal care, immunizations for the children, or advising the woman to get to the facility on time for an on-time delivery. That is having real impact in a country like Ethiopia, and it's why you see their child mortality numbers coming down 25 percent from 2000 to 2008. In Ethiopia, there are hundreds of thousands of children living because of this health extension worker program. So what's the next step for Ethiopia? Well, they're already starting talk about this. They're starting to talk about, "How do you have the health community workers generate their own ideas? How do you incent them based on the impact that they're getting out in those remote villages?" That's how you tap into local entrepreneurial talent and you unlock people's potential.
Bedenk eens hoe dit het leven van mensen kan veranderen. Gezondheidsvoorlichters kunnen je helpen met zoveel dingen, of het nu gaat om gezinsplanning, prenatale zorg, inentingen voor de kinderen of het adviseren van vrouwen om op tijd naar de kliniek te gaan om te bevallen. Dat heeft grote impact in een land als Ethiopië en dat is waarom je hun kindersterftecijfers met 25 procent zag dalen tussen 2000 en 2008. In Ethiopië zijn er honderdduizenden kinderen die vandaag in leven zijn als gevolg van deze uitbreiding van het gezondheidswerkersprogramma. Wat is de volgende stap voor Ethiopië? Ze beginnen er al over te praten. Ze praten over: "Hoe kan je de gezondheidswerkers van de gemeenschap met eigen ideeën laten komen? Hoe kan je ze aanmoedigen omwille van de impact die ze hebben in die afgelegen dorpen?" En hoe gebruik je het lokale ondernemingstalent om het potentieel van mensen te ontsluiten.
The third component of Coke's success is marketing. Ultimately, Coke's success depends on one crucial fact and that is that people want a Coca-Cola. Now the reason these micro-entrepreneurs can sell or make a profit is they have to sell every single bottle in their pushcart or their wheelbarrow. So, they rely on Coca-Cola in terms of its marketing, and what's the secret to their marketing? Well, it's aspirational. It is associated that product with a kind of life that people want to live. So even though it's a global company, they take a very local approach. Coke's global campaign slogan is "Open Happiness." But they localize it. And they don't just guess what makes people happy; they go to places like Latin America and they realize that happiness there is associated with family life. And in South Africa, they associate happiness with seriti or community respect. Now, that played itself out in the World Cup campaign. Let's listen to this song that Coke created for it, "Wavin' Flag" by a Somali hip hop artist.
De derde component van het succes van Coke is marketing. Uiteindelijk berust het succes van Coke op één cruciaal feit, en dat is dat mensen een Coca-Cola willen. Opdat deze micro-ondernemers kunnen verkopen of winst maken moeten ze elke fles in hun handkar of hun kruiwagen weten te verkopen. Ze vertrouwen op het marketingsysteem van Coca-Cola. Wat is het geheim van hun marketing? Het berust op aspiraties. Het associeert het product met het soort leven dat de mensen willen leiden. Zelfs al is het een wereldwijd bedrijf toch gaan ze voor een zeer lokale aanpak. Coke's wereldwijde campagneslogan is "Open Happiness". Maar ze passen het aan aan lokale aspiraties. Ze gooien er niet met hun pet naar om uit te vissen wat mensen gelukkig maakt, ze gaan naar plaatsen als Latijns-Amerika, en ze beseffen dat geluk er wordt geassocieerd met het gezinsleven. In Zuid-Afrika associëren zij geluk met Seriti of gemeenschapsrespect. Dat speelde zich af in de World Cup-campagne. Laten we luisteren naar dit lied dat Coke ervoor gemaakt heeft: "Wavin' Flag" door een Somalische hiphopartiest.
(Video) K'Naan: ♫ Oh oh oh oh oh o-oh ♫ ♫ Oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh ♫ ♫ Oh oh oh oh oh o-oh ♫ ♫ Oh oh oh oh oh oh oh oh o-oh ♫ ♫Give you freedom, give you fire♫ ♫ Give you reason, take you higher ♫ ♫ See the champions take the field now ♫ ♫ You define us, make us feel proud ♫ ♫ In the streets our heads are lifted ♫ ♫ As we lose our inhibition ♫ ♫ Celebration, it's around us ♫ ♫ Every nation, all around us ♫
(Video) K'naan: ♫ Oh oh oh oh oh o-oh ♫ ♫ Oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh ♫ ♫ Oh oh oh oh oh o-oh ♫ ♫ Oh oh oh oh oh oh oh oh o-oh ♫ ♫ Geef je vrijheid, geef je vuur ♫ ♫ Geef je reden, til je hoger ♫ ♫ Zie de kampioenen nu op het veld ♫ ♫ Jullie definiëren ons, maken ons trots ♫ ♫ In de straten heffen wij onze hoofden ♫ ♫ We verliezen onze verlegenheid ♫ ♫ Overal feest ♫ ♫ Elke natie om ons heen ♫
Melinda French Gates: It feels pretty good, right? Well, they didn't stop there -- they localized it into 18 different languages. And it went number one on the pop chart in 17 countries. It reminds me of a song that I remember from my childhood, "I'd Like to Teach the World to Sing," that also went number one on the pop charts. Both songs have something in common: that same appeal of celebration and unity. So how does health and development market? Well, it's based on avoidance, not aspirations. I'm sure you've heard some of these messages. "Use a condom, don't get AIDS." "Wash you hands, you might not get diarrhea." It doesn't sound anything like "Wavin' Flag" to me.
Melinda French Gates: Voelt best goed, toch? Maar daarmee hield het niet op. Ze pasten het aan in 18 verschillende talen. Het werd nummer één op de hitlijsten in 17 landen. Het doet me denken aan een lied dat ik me herinner uit mijn jeugd, "Ik zou de wereld willen leren zingen". Dat werd ook nummer één op de hitlijsten. Beide songs hebben iets gemeen: diezelfde oproep tot vieren en eenheid. Hoe gebeurt dat nu op de gezondheids- en ontwikkelingsmarkt? Die is gebaseerd op vermijden, niet op aspiraties. Ik weet zeker dat je een aantal van deze berichten herkent. "Gebruik een condoom, krijg geen aids." "Was je handen om geen diarree te krijgen." Het klinkt mij niet als "Wavin 'Flag" in de oren.
And I think we make a fundamental mistake -- we make an assumption, that we think that, if people need something, we don't have to make them want that. And I think that's a mistake. And there's some indications around the world that this is starting to change. One example is sanitation. We know that a million and a half children die a year from diarrhea and a lot of it is because of open defecation. But there's a solution: you build a toilet. But what we're finding around the world, over and over again, is, if you build a toilet and you leave it there, it doesn't get used. People reuse it for a slab for their home. They sometimes store grain in it. I've even seen it used for a chicken coop. (Laughter) But what does marketing really entail that would make a sanitation solution get a result in diarrhea? Well, you work with the community. You start to talk to them about why open defecation is something that shouldn't be done in the village, and they agree to that. But then you take the toilet and you position it as a modern, trendy convenience. One state in Northern India has gone so far as to link toilets to courtship. And it works -- look at these headlines. (Laughter) I'm not kidding. Women are refusing to marry men without toilets. No loo, no "I do."
Ik denk dat we een fundamentele fout maken. We gaan uit van de veronderstelling dat we denken dat als mensen iets nodig hebben, het vanzelfsprekend is dat zij dat ook willen. Ik denk dat dat een vergissing is. Er zijn al een aantal aanwijzingen over de hele wereld dat dit begint te veranderen. Een voorbeeld is sanitair. We weten dat anderhalf miljoen kinderen per jaar aan diarree sterven. Veel is het gevolg van zich buiten ontlasten. Maar er is een oplossing: je bouwt een toilet. Maar wat we telkens opnieuw ondervinden over de hele wereld is dat als je een toilet bouwt en het daarbij laat, het niet zal worden gebruikt. Mensen hergebruiken het als bouwmateriaal voor hun huis. Ze slaan er soms graan in op. Ik heb het zelfs zien gebruikt worden als kippenhok. (Gelach) Maar wat kan marketing nu eigenlijk betekenen om een sanitaire oplossing te krijgen voor diarree? Je werkt met de gemeenschap. Je legt hen uit waarom open ontlasting niet hoort in een dorp, en zij beamen dat. Maar dan stel je het toilet voor als een modern, trendy iets, een hebbeding. Een staat in Noord-India is zo ver gegaan toiletten te koppelen aan hofmakerij. En het werkt. Kijk maar naar deze krantenkoppen. (Gelach) Ik hou jullie niet voor de gek. Vrouwen weigeren om mannen zonder toiletten te trouwen. 'Geen toilet, niet in bed!'
(Laughter)
(Gelach)
Now, it's not just a funny headline -- it's innovative. It's an innovative marketing campaign. But more importantly, it saves lives. Take a look at this -- this is a room full of young men and my husband, Bill. And can you guess what the young men are waiting for? They're waiting to be circumcised. Can you you believe that? We know that circumcision reduces HIV infection by 60 percent in men. And when we first heard this result inside the Foundation, I have to admit, Bill and I were scratching our heads a little bit and we were saying, "But who's going to volunteer for this procedure?" But it turns out the men do, because they're hearing from their girlfriends that they prefer it, and the men also believe it improves their sex life. So if we can start to understand what people really want in health and development, we can change communities and we can change whole nations.
Het is niet alleen een grappige kop. Het is innovatief. Het is een innovatieve marketingcampagne. Maar nog belangrijker: het redt levens. Kijk hier eens naar. Dit is een kamer vol jonge mannen en mijn man, Bill. Kun je raden waarop de jonge mannen zitten te wachten? Ze wachten om te worden besneden. Kun je dat geloven? We weten dat besnijdenis HIV-infectie bij mannen met 60 procent vermindert. Toen we voor het eerst binnen de Stichting over dit resultaat hoorden, moesten Bill en ik ons toch even in de haren krabben. We zeiden: "Maar wie gaat dit vrijwillig laten doen?" Maar het blijkt dat de mannen ervoor gaan omdat ze van hun vriendinnen horen dat ze het liever hebben en de mannen vinden ook dat het hun seksleven verbetert. Als we kunnen beginnen te begrijpen wat mensen echt willen aangaande gezondheid en ontwikkeling, dan kunnen we gemeenschappen veranderen, zelfs hele naties veranderen.
Well, why is all of this so important? So let's talk about what happens when this all comes together, when you tie the three things together. And polio, I think, is one of the most powerful examples. We've seen a 99 percent reduction in polio in 20 years. So if you look back to 1988, there are about 350,000 cases of polio on the planet that year. In 2009, we're down to 1,600 cases. Well how did that happen? Let's look at a country like India. They have over a billion people in this country, but they have 35,000 local doctors who report paralysis, and clinicians, a huge reporting system in chemists. They have two and a half million vaccinators. But let me make the story a little bit more concrete for you. Let me tell you the story of Shriram, an 18 month boy in Bihar, a northern state in India. This year on August 8th, he felt paralysis and on the 13th, his parents took him to the doctor. On August 14th and 15th, they took a stool sample, and by the 25th of August, it was confirmed he had Type 1 polio. By August 30th, a genetic test was done, and we knew what strain of polio Shriram had.
Waarom is dit alles zo belangrijk? Wat gebeurt er als dit allemaal bij elkaar komt, als je deze drie dingen combineert? Polio is een van de meest sprekende voorbeelden. We hebben in 20 jaar polio met 99 procent zien dalen. In 1988 hadden we nog ongeveer 350.000 gevallen van polio op de planeet. In 2009 is dat verminderd tot 1.600 gevallen. Hoe komt dat? Laten we eens kijken naar een land als India. Er leven daar meer dan één miljard mensen. Ze hebben 35.000 lokale artsen en clinici, die verlamming rapporteren, en een enorm meldsysteem in de apotheken. Ze hebben twee en een half miljoen vaccinateurs. Maar laat mij het verhaal een beetje concreter maken. Laat me het verhaal van Shriram vertellen, een jongetje van 18 maanden in Bihar, een noordelijke staat in India. Dit jaar op 8 augustus, werd hij verlamd, op de 13e namen zijn ouders hem mee naar de dokter. Op 14 en 15 augustus werd een stoelgangmonster genomen en op de 25e augustus, werd bevestigd dat hij type 1 polio had. Tegen 30 augustus gebeurde er een genetische test en wisten we welke stam van polio Shriram had besmet.
Now it could have come from one of two places. It could have come from Nepal, just to the north, across the border, or from Jharkhand, a state just to the south. Luckily, the genetic testing proved that, in fact, this strand came north, because, had it come from the south, it would have had a much wider impact in terms of transmission. So many more people would have been affected. So what's the endgame? Well on September 4th, there was a huge mop-up campaign, which is what you do in polio. They went out and where Shriram lives, they vaccinated two million people. So in less than a month, we went from one case of paralysis to a targeted vaccination program. And I'm happy to say only one other person in that area got polio. That's how you keep a huge outbreak from spreading, and it shows what can happen when local people have the data in their hands; they can save lives.
Het kon van één van twee mogelijke plaatsen afkomstig zijn. Ofwel uit Nepal, in het noorden net over de grens, of van Jharkhand, een staat net ten zuiden. Gelukkig bleek uit de genetische tests dat deze stam uit het noorden kwam, omdat als ze uit het zuiden was gekomen, ze veel breder verspreid zou zijn geweest. Veel meer mensen zouden zijn aangetast. Wat is het einde van het verhaal? Op 4 september was er een enorme opdweilcampagne. Dat is nodig bij polio. Ze vaccineerden in Shrirams buurt twee miljoen mensen. Dus in minder dan één maand tijd gingen we van één geval van verlamming over naar een gericht vaccinatieprogramma. Gelukkig kreeg slechts één andere persoon in dat gebied polio. Dat is hoe je een massale epidemie voorkomt. Het laat de impact zien van wat er kan gebeuren als lokale mensen over de data beschikken: ze kunnen levens redden.
Now one of the challenges in polio, still, is marketing, but it might not be what you think. It's not the marketing on the ground. It's not telling the parents, "If you see paralysis, take your child to the doctor or get your child vaccinated." We have a problem with marketing in the donor community. The G8 nations have been incredibly generous on polio over the last 20 years, but we're starting to have something called polio fatigue and that is that the donor nations aren't willing to fund polio any longer. So by next summer, we're sighted to run out of money on polio. So we are 99 percent of the way there on this goal and we're about to run short of money. And I think that if the marketing were more aspirational, if we could focus as a community on how far we've come and how amazing it would be to eradicate this disease, we could put polio fatigue and polio behind us. And if we could do that, we could stop vaccinating everybody, worldwide, in all of our countries for polio. And it would only be the second disease ever wiped off the face of the planet. And we are so close. And this victory is so possible.
Een van de uitdagingen bij polio is nog steeds marketing, maar misschien niet op de manier die je zou denken. Het is niet de marketing ter plaatse. Het is niet de ouders vertellen: "Als je verlamming ziet, breng je kind dan naar de dokter of laat het vaccineren." Het is eerder een probleem met de marketing in de donorgemeenschap. De G8-landen zijn in de afgelopen 20 jaar ongelooflijk genereus geweest wat polio aangaat. Maar we beginnen iets te zien dat je 'poliovermoeidheid' zou kunnen noemen, en dat is dat de donorlanden niet meer bereid zijn om het poliofonds nog langer te spijzen. Tegen volgende zomer raakt het geld voor polio op. We hebben 99 procent van de weg naar ons doel afgelegd en nu gaan we geld tekort hebben. Ik denk dat als de marketing zich meer op ambitie zou richten, als we ons als gemeenschap konden concentreren op hoe ver we zijn gekomen en hoe geweldig het zou zijn om deze ziekte uit te roeien, dan zouden we poliovermoeidheid en polio achter ons kunnen laten. Als we dat kunnen doen, hoeven we over heel de wereld niemand meer te vaccineren. Het zou de tweede ziekte zijn die van de planeet zou verdwijnen. We zijn er zo dichtbij. Deze overwinning is haalbaar.
So if Coke's marketers came to me and asked me to define happiness, I'd say my vision of happiness is a mother holding healthy baby in her arms. To me, that is deep happiness. And so if we can learn lessons from the innovators in every sector, then in the future we make together, that happiness can be just as ubiquitous as Coca-Cola.
Als Cokemarketeers me zouden vragen om geluk te definiëren, zou ik zeggen dat mijn visie van geluk een moeder is die een gezonde baby in haar armen houdt. Voor mij is dat diep geluk. Als we dus lessen kunnen leren van vernieuwers uit elke sector, dan kan in de toekomst die we samen maken, dat geluk net zo alomtegenwoordig zijn als Coca-Cola.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)