When I was President of the American Psychological Association, they tried to media-train me. And an encounter I had with CNN summarizes what I'm going to be talking about today, which is the eleventh reason to be optimistic. The editor of Discover told us 10 of them; I'm going to give you the eleventh.
Toen ik nog president van de Amerikaanse Psychologische Associatie hebben ze geprobeerd me te media-trainen, en een ervaring die ik had met CNN vat samen waar ik vandaag over ga vertellen, namelijk de 11e reden om optimistisch te zijn. De redacteur van Discover heeft ons er 10 verteld, en ik zal jullie de 11e geven.
So they came to me, CNN, and they said, "Professor Seligman -- would you tell us about the state of psychology today? We'd like to interview you about that." And I said, "Great." And she said, "But this is CNN, so you only get a sound bite." I said, "Well, how many words do I get?" And she said, "Well, one."
Dus ze kwamen naar me toe, de mensen van CNN, en ze vroegen: 'Professor Seligman, zou u ons kunnen vertellen over de huidige staat van de psychologie? We zouden u graag daarover interviewen.' En ik zei: 'Geweldig.' En ze zei: 'Maar dit is CNN, dus u krijg slechts een soundbite.' Dus ik vroeg: 'Goed, maar hoeveel woorden krijg ik dan?' En zij zei: 'Nouja, één.'
(Laughter)
(Gelach)
And the cameras rolled, and she said, "Professor Seligman, what is the state of psychology today?" "Good."
Dus de camera's draaiden, en ze vroeg: 'Professor Seligman, wat is de huidige staat van de psychologie?' 'Goed.'
(Laughter)
(Gelach)
"Cut! Cut. That won't do. We'd really better give you a longer sound bite." "How many words do I get this time?" "Well, you get two."
'Cut. Cut. Dat is niet voldoende. Misschien kunnen we u beter een iets langere soundbite geven.' 'Goed, hoeveel worden krijg ik deze keer?' 'Ik denk, nouja, ik denk dat u er twee krijgt.
(Laughter)
Dokter Seligman, wat is de huidige staat van de psychologie?'
"Doctor Seligman, what is the state of psychology today?" "Not good."
'Niet goed.'
(Laughter)
(Gelach)
"Look, Doctor Seligman, we can see you're really not comfortable in this medium. We'd better give you a real sound bite. This time you can have three words. Professor Seligman, what is the state of psychology today?" "Not good enough." That's what I'm going to be talking about.
'Kijk, dokter Seligman, het is duidelijk dat u niet erg comfortabel bent met dit medium. We kunnen u het beste een echte soundbite geven. Deze keer krijgt u drie woorden. Professor Seligman, wat is de huidige staat van de psychologie?' 'Niet goed genoeg.' En dat is waar ik het vandaag over ga hebben. Ik wil graag zeggen waarom het goed ging met de psychologie, waarom het niet goed ging
I want to say why psychology was good, why it was not good, and how it may become, in the next 10 years, good enough. And by parallel summary, I want to say the same thing about technology, about entertainment and design, because I think the issues are very similar.
en hoe het in de komende 10 jaar goed genoeg kan worden. En parallel wil ik kort hetzelfde zeggen over technologie, over entertainment en over design, omdat ik denk dat deze kwesties zeer vergelijkbaar zijn.
So, why was psychology good? Well, for more than 60 years, psychology worked within the disease model. Ten years ago, when I was on an airplane and I introduced myself to my seatmate, and told them what I did, they'd move away from me, because, quite rightly, they were saying psychology is about finding what's wrong with you. Spot the loony. And now, when I tell people what I do, they move toward me.
Dus waarom ging het goed met de psychologie? Nou, voor meer dan 60 jaar heeft de psychologie gewerkt met het ziektemodel Als ik 10 jaar geleden in een vliegtuig zat en ik mezelf voorstelde aan mijn buurman, en hem vertelde wat ik deed dan keek hij snel de andere kant op. Met de reden, zei hij dan naar waarheid, dat psychologie gaat over het uitzoeken wat er mis met je is. Kijken wie er gek is. En wanneer ik mensen nu vertel wat ik doe, dan komen ze naar me toe.
What was good about psychology -- about the $30 billion investment NIMH made, about working in the disease model, about what you mean by psychology -- is that, 60 years ago, none of the disorders were treatable; it was entirely smoke and mirrors. And now, 14 of the disorders are treatable, two of them actually curable.
En wat er goed was aan de psychologie aan de investering van 30 miljard die de NIMH (National Institute of Mental Health) heeft gemaakt, aan het werken met het ziektemodel, aan wat jij bedoelt met psychologie is dat 60 jaar geleden, geen van de aandoeningen behandelbaar was - men kon er niet wijs uit worden. Nu zijn 14 van de aandoeningen behandelbaar, twee van hen zelfs geneesbaar.
And the other thing that happened is that a science developed, a science of mental illness. We found out we could take fuzzy concepts like depression, alcoholism, and measure them with rigor; that we could create a classification of the mental illnesses; that we could understand the causality of the mental illnesses. We could look across time at the same people -- people, for example, who were genetically vulnerable to schizophrenia -- and ask what the contribution of mothering, of genetics are, and we could isolate third variables by doing experiments on the mental illnesses.
En het andere wat er is gebeurd, is dat er zich een wetenschap ontwikkeld heeft, een wetenschap van geestelijke aandoeningen. Dat we gemerkt hebben dat we vage concepten zoals depressie of alcoholisme konden nemen, en ze rigoreus konden meten. Dat we een classificatie van de mentale aandoeningen konden maken. Dat we de causaliteit van de mentale aandoeningen konden begrijpen. Dat we over langere tijd naar dezelfde mensen konden kijken - bijvoorbeeld mensen die genetisch vatbaar waren voor schizofrenie, en konden vragen naar de bijdrages van moederschap of van de genen, en we derde variabelen konden isoleren door experimenten te doen met de mentale aandoeningen.
And best of all, we were able, in the last 50 years, to invent drug treatments and psychological treatments. And then we were able to test them rigorously, in random-assignment, placebo-controlled designs, throw out the things that didn't work, keep the things that actively did.
En het beste van alles is dat we in de afgelopen 50 jaar in staat zijn geweest om medicijnkuren en psychologische behandelingen te bedenken, en dat we in staat zijn geweest om deze rigoreus te testen in placebo-gecontroleerde proeven met willekeurige toedeling. We hebben de dingen die niet werkten eruit gegooid, en hebben de dingen gehouden die dat wel actief deden. En de conclusie is dat de psychologie en psychiatrie van de afgelopen 60 jaar
The conclusion of that is, psychology and psychiatry of the last 60 years can actually claim that we can make miserable people less miserable. And I think that's terrific. I'm proud of it. But what was not good, the consequences of that, were three things.
kunnen claimen dat we ongelukkige mensen minder ongelukkig kunnen maken. En ik vind dat dat geweldig is. Ik ben er trots op. Maar wat er niet goed was, de consequenties hiervan, waren drie dingen.
The first was moral; that psychologists and psychiatrists became victimologists, pathologizers; that our view of human nature was that if you were in trouble, bricks fell on you. And we forgot that people made choices and decisions. We forgot responsibility. That was the first cost.
De eerste was moreel: namelijk dat psychologen en psychiaters victimologisten en pathologisten zijn geworden. Dat onze kijk op de menselijke natuur was dat als je in de problemen zat je slachtoffer was van de omstandigheden. En we waren vergeten dat mensen keuzen en beslissingen namen. We vergaten verantwoordelijkheid. Dat was de eerste consequentie.
The second cost was that we forgot about you people. We forgot about improving normal lives. We forgot about a mission to make relatively untroubled people happier, more fulfilled, more productive. And "genius," "high-talent," became a dirty word. No one works on that.
De tweede consequentie was dat we mensen zoals jullie waren vergeten. We waren vergeten om normale levens te verbeteren. We vergaten de missie om mensen met relatief weinig problemen gelukkiger te maken, meer voldoening te geven en productiever te maken, en geniaal en talentvol werden vieze woorden. Niemand werkt daaraan. En het derde probleem van het ziektemodel is dat,
And the third problem about the disease model is, in our rush to do something about people in trouble, in our rush to do something about repairing damage, it never occurred to us to develop interventions to make people happier -- positive interventions.
in onze haast iets te doen aan mensen met problemen, in onze haast om iets te doen om de schade te repareren, het nooit bij ons opgekomen is om interventies te ontwikkelen om mensen gelukkig te maken - positieve interventies.
So that was not good. And so that's what led people like Nancy Etcoff, Dan Gilbert, Mike Csikszentmihalyi and myself to work in something I call, "positive psychology," which has three aims. The first is that psychology should be just as concerned with human strength as it is with weakness. It should be just as concerned with building strength as with repairing damage. It should be interested in the best things in life. And it should be just as concerned with making the lives of normal people fulfilling, and with genius, with nurturing high talent.
Dus dat was er niet goed. En dat is wat er toe geleid heeft dat mensen zoals Nancy Etcoff, Dan Gilbert, Mike Csikszentmihalyi en ikzelf zijn gaan werken in iets wat ik positieve psychologie noem, welke drie doelen heeft. Het eerste is dat psychologie zich net zoveel bezig zou moeten houden met menselijke kracht als het bezig is met menselijke zwakte. Het zou zich net zo bezig moeten houden met het ontwikkelen van sterke punten als met het repareren van schade. Het zou geïnteresseerd moeten zijn in de beste dingen van het leven, en het zou net zo bezig moeten zijn om de levens van normale mensen meer voldoening te laten schenken en met genialiteit, met het ontwikkelen van hoog getalenteerde mensen.
So in the last 10 years and the hope for the future, we've seen the beginnings of a science of positive psychology, a science of what makes life worth living. It turns out that we can measure different forms of happiness. And any of you, for free, can go to that website --
Dus in de afgelopen 10 jaar, en in de hoop voor de toekomst, hebben we het begin gezien van een wetenschap van positieve psychologie: een wetenschap over wat het is dat het leven de moeite waard maakt. En het blijkt dat we verschillende vormen van geluk kunnen meten. En een ieder van jullie, kan gratis naar die website gaan
[www.authentichappiness.org]
en kan de gehele breedte aan gelukstests maken.
and take the entire panoply of tests of happiness. You can ask, how do you stack up for positive emotion, for meaning, for flow, against literally tens of thousands of other people? We created the opposite of the diagnostic manual of the insanities: a classification of the strengths and virtues that looks at the sex ratio, how they're defined, how to diagnose them, what builds them and what gets in their way. We found that we could discover the causation of the positive states, the relationship between left hemispheric activity and right hemispheric activity, as a cause of happiness.
Je kan bijvoorbeeld vragen: hoe doe ik het op het gebied van positieve emotie, van zingeving en van flow in vergelijking met letterlijk tienduizenden andere mensen? We hebben het tegenovergestelde gemaakt van het diagnostische handboek der krankzinnigheden: een classificatie van de sterktes en deugden die kijkt naar de geslachtsverhouding, hoe ze gedefinieerd zijn, hoe ze te ontdekken zijn, wat ze versterkt, en wat ze in de weg staat. We hebben ontdekt dat we de oorzaak-gevolg relatie tussen de positieve staten konden ontdekken; dat de relatie tussen de activiteit van de linker hersenhelft en de rechter hersenhelft een bron van geluk is.
I've spent my life working on extremely miserable people, and I've asked the question: How do extremely miserable people differ from the rest of you? And starting about six years ago, we asked about extremely happy people. How do they differ from the rest of us? It turns out there's one way, very surprising -- they're not more religious, they're not in better shape, they don't have more money, they're not better looking, they don't have more good events and fewer bad events. The one way in which they differ: they're extremely social. They don't sit in seminars on Saturday morning.
Ik heb mijn hele leven gewerkt met extreem ongelukkige mensen, en ik heb mezelf afgevraagd op welke manier extreem ongelukkige mensen verschillen van de rest van jullie. En vanaf zo'n zes jaar geleden hebben we ons afgevraagd hoe extreem gelukkige mensen verschillen van de rest van ons. En het blijkt dat er één groot verschil is. Ze zijn niet religieuzer, noch in betere conditie. Ze hebben niet meer geld en zien er niet beter uit. Ze hebben niet meer goede gebeurtenissen en minder slechte gebeurtenissen in hun leven. De enige manier waarop ze verschillen is dat ze extreem sociaal zijn. Ze zitten niet in een congres op zaterdagochtend.
(Laughter)
(Gelach)
They don't spend time alone. Each of them is in a romantic relationship and each has a rich repertoire of friends.
Ze brengen nauwelijks tijd alleen door. Elk van hen heeft een romantische relatie en elk heeft een uitgebreid scala aan vrienden.
But watch out here -- this is merely correlational data, not causal, and it's about happiness in the first, "Hollywood" sense, I'm going to talk about, happiness of ebullience and giggling and good cheer. And I'm going to suggest to you that's not nearly enough, in just a moment. We found we could begin to look at interventions over the centuries, from the Buddha to Tony Robbins. About 120 interventions have been proposed that allegedly make people happy. And we find that we've been able to manualize many of them, and we actually carry out random-assignment efficacy and effectiveness studies. That is, which ones actually make people lastingly happier? In a couple of minutes, I'll tell you about some of those results.
Maar een kleine waarschuwing: dit zijn slechts correlaties, en geen causale verbanden, en het gaat over geluk in Hollywood stijl waar ik over ga praten geluk van uitbundigheid, giechelen en vrolijkheid. En ik wil zo meteen aandragen dat dit bij lange na niet genoeg is. We hebben ontdekt dat we konden kijken naar interventies over verschillende eeuwen heen, van de Boeddha tot Tony Robbins. Zo'n 120 interventies zijn voorgesteld die mensen gelukkiger zouden maken. En we hebben ontdekt dat we in staat zijn van velen hiervan een stappenplan te maken, en we houden daadwerkelijk random toegewezen experimenten die de werkzaamheid en doeltreffendheid hiervan meten. Dit betekent dat we vragen welke interventies mensen blijvend gelukkiger maken. Over een paar minuten zal ik jullie vertellen over een aantal van deze resultaten.
But the upshot of this is that the mission I want psychology to have, in addition to its mission of curing the mentally ill, and in addition to its mission of making miserable people less miserable, is, can psychology actually make people happier? And to ask that question -- "happy" is not a word I use very much -- we've had to break it down into what I think is askable about "happy." And I believe there are three different -- I call them "different" because different interventions build them, it's possible to have one rather than the other -- three different happy lives. The first happy life is the pleasant life. This is a life in which you have as much positive emotion as you possibly can, and the skills to amplify it. The second is a life of engagement: a life in your work, your parenting, your love, your leisure; time stops for you. That's what Aristotle was talking about. And third, the meaningful life. I want to say a little bit about each of those lives and what we know about them.
Maar uiteindelijk komt het erop neer dat ik wil dat de missie van de psychologie, bovenop de missie van het genezen van de geestelijk zieken, en bovenop de missie van het minder ongelukkig maken van ongelukkige mensen, ook inhoudt of de psychologie daadwerkelijk mensen gelukkiger kan maken? En om deze vraag te stellen - gelukkig is niet een woord dat ik vaak gebruik - hebben we het moeten opdelen in wat ik denk dat vraagbaar is over geluk. En ik geloof dat er drie verschillende - en ik noem ze verschillend omdat verschillende interventies ze opbouwen, en het mogelijk is om de één te hebben en niet de ander - drie verschillende gelukkige levens zijn. Het eerste gelukkige leven is het plezierige leven. Dit is een leven waarin je zoveel mogelijk positieve emotie ervaart als mogelijk voor je is, en de vaardigheden gebruikt om deze emoties te versterken. De tweede is een leven van betrokkenheid: een leven waarin op je werk, in je ouderschap, in de liefde en in je vrije tijd, de tijd voor je stopt. Dat is waar Aristoteles het over had. En de derde is het betekenisvolle leven. Dus ik wil wat zeggen over elk van die levens en over wat we van ze weten.
The first life is the pleasant life, and it's simply, as best we can find it, it's having as many of the pleasures as you can, as much positive emotion as you can, and learning the skills -- savoring, mindfulness -- that amplify them, that stretch them over time and space. But the pleasant life has three drawbacks, and it's why positive psychology is not happy-ology, and why it doesn't end here.
Het eerste leven is het plezierige leven, en de beste manier waarop we het kunnen beschrijven is simpelweg dat het bestaat uit zoveel mogelijk plezierige ervaringen opdoen als je kan, uit zoveel mogelijk positieve emotie ervaren als je kan, en uit het leren van de vaardigheden - genieten, bewust zijn - die ze versterken en die ze over tijd en ruimte laten doorgaan. Maar het plezierige leven heeft drie nadelen, en dat is waarom positieve psychologie geen vrolijkheidskunde is, en waarom het hiermee niet eindigt.
The first drawback is, it turns out the pleasant life, your experience of positive emotion, is about 50 percent heritable, and, in fact, not very modifiable. So the different tricks that Matthieu and I and others know about increasing the amount of positive emotion in your life are 15 to 20 percent tricks, getting more of it. Second is that positive emotion habituates. It habituates rapidly, indeed. It's all like French vanilla ice cream: the first taste is 100 percent; by the time you're down to the sixth taste, it's gone. And, as I said, it's not particularly malleable.
Het eerste nadeel is dat blijkt dat het plezierige leven, je ervaring van positieve emotie, erfelijk is. Voor ongeveer 50 procent erfelijk, en eigenlijk niet erg veranderbaar. Dus de verschillende trucjes die Matthieu en ik en anderen kennen om de hoeveelheid positieve emotie in je leven te vergroten kunnen de hoeveelheid positieve emotie met zo'n 15 tot 20 procent vergroten. Het tweede nadeel is dat positieve emotie went. Het went heel erg snel. Het is hetzelfde als met Frans vanille ijs: het eerste hapje smaakt voor 100 procent, maar tegen de tijd dat je bij het zesde hapje bent is de smaak geheel weg. En, zoals ik al zei, het is niet heel erg veranderbaar.
And this leads to the second life. I have to tell you about my friend Len, to talk about why positive psychology is more than positive emotion, more than building pleasure. In two of the three great arenas of life, by the time Len was 30, Len was enormously successful. The first arena was work. By the time he was 20, he was an options trader. By the time he was 25, he was a multimillionaire and the head of an options trading company. Second, in play, he's a national champion bridge player. But in the third great arena of life, love, Len is an abysmal failure. And the reason he was, was that Len is a cold fish.
En dit leidt tot het tweede leven. En ik wil jullie vertellen over mijn vriend Len om duidelijk te maken waarom positieve psychologie meer is dan positieve emotie alleen, meer dan het verzamelen van pleziertjes. In twee van de drie grote arena's van het leven was Len al voor hij 30 was enorm succesvol. De eerste arena was het werk. Tegen de tijd dat hij 20 was, was hij een beurshandelaar. Tegen de tijd dat hij 25 was, was hij een multimiljonair en de baas van een beurshandelaar. De tweede arena was het spel: hij is nationaal kampioen bridgen. Maar in de derde grote arena van het leven, de liefde, is Len een verschrikkelijke mislukking. En de reden is dat Len een dode vis is.
(Laughter)
(Gelach)
Len is an introvert. American women said to Len, when he dated them, "You're no fun. You don't have positive emotion. Get lost." And Len was wealthy enough to be able to afford a Park Avenue psychoanalyst, who for five years tried to find the sexual trauma that had somehow locked positive emotion inside of him. But it turned out there wasn't any sexual trauma. It turned out that -- Len grew up in Long Island and he played football and watched football, and played bridge. Len is in the bottom five percent of what we call positive affectivities.
Len is een introvert. Amerikaanse vrouwen zeiden tegen Len, als hij een date met ze had: 'je bent niet gezellig, je hebt geen positieve emotie. Zout op.' En Len was rijk genoeg om een Park Avenue psychoanalist te betalen, die vijf jaar lang heeft geprobeerd om het seksuele trauma te ontdekken dat op de een of andere manier de positieve emotie in hem had opgesloten. Maar het bleek dat er geen seksueel trauma was. Het bleek dat Len opgegroeide in Long Island waar hij voetbalde en voetbal keek, en waar hij bridgede. Len is in de laagste vijf procent van wat we positieve affectiviteit noemen. De vraag is, is Len ongelukkig? En ik durf te zeggen van niet.
The question is: Is Len unhappy? And I want to say, not. Contrary to what psychology told us about the bottom 50 percent of the human race in positive affectivity, I think Len is one of the happiest people I know. He's not consigned to the hell of unhappiness, and that's because Len, like most of you, is enormously capable of flow. When he walks onto the floor of the American Exchange at 9:30 in the morning, time stops for him. And it stops till the closing bell. When the first card is played till 10 days later, when the tournament is over, time stops for Len.
In tegenstelling tot wat de psychologie ons verteld heeft over de onderste 50 procent van het menselijk ras in positieve affectiviteit, denk ik dat Len een van de gelukkigste mensen is die ik ken. Hij is niet vervloekt tot de hel van ongelukkigheid en dat is omdat Len, zoals de meeste van jullie, enorm in staat is flow te bereiken. Als hij om half tien 's ochtends de beursvloer oploopt dan stopt de tijd voor hem. En die stopt totdat de bel het einde van de dag aangeeft. Vanaf dat de eerste kaart is gespeeld totdat na 10 dagen het toernooi over is, stopt de tijd voor Len.
And this is indeed what Mike Csikszentmihalyi has been talking about, about flow. And it's distinct from pleasure in a very important way: pleasure has raw feel -- you know it's happening; it's thought and feeling. But what Mike told you yesterday -- during flow ... you can't feel anything. You're one with the music. Time stops. You have intense concentration. And this is indeed the characteristic of what we think of as the good life. And we think there's a recipe for it, and it's knowing what your highest strengths are -- again, there's a valid test of what your five highest strengths are -- and then re-crafting your life to use them as much as you possibly can. Re-crafting your work, your love, your play, your friendship, your parenting.
En dit is inderdaad waarover Mike Csikszentmihalyi het heeft gehad, over flow, en het verschilt van plezier op een heel belangrijke manier. Plezier bestaat uit rauwe gevoelens: je hebt door dat het gebeurt. Het is gedachte en gevoel. Maar zoals Mike ons gisteren heeft verteld voel je niks wanneer je in een staat van flow bent. Je bent één met de muziek. De tijd stopt. Je bent in een toestand van intense concentratie. En het is precies dat wat we bedoelen met het betrokken leven. En we denken dat er een recept voor is. Dit is weten wat je sterkste punten zijn - en nogmaals, er is een betrouwbare test van wat je vijf sterkste punten zijn - om vervolgens je leven zo in te delen dat je deze zoveel mogelijk gebruikt. Je kan je werk, je liefdesleven, je spel, je vriendschap en je ouderschap herindelen.
Just one example. One person I worked with was a bagger at Genuardi's. Hated the job. She's working her way through college. Her highest strength was social intelligence. So she re-crafted bagging to make the encounter with her the social highlight of every customer's day. Now, obviously she failed. But what she did was to take her highest strengths, and re-craft work to use them as much as possible. What you get out of that is not smiley-ness. You don't look like Debbie Reynolds. You don't giggle a lot. What you get is more absorption.
Even een voorbeeld: een persoon waarmee ik heb gewerkt was een inpakker bij Genuardi. Ze haatte het werk. Ze is bezig om zich door de universiteit heen te werken. Haar sterkste punt is sociale intelligentie, dus ze heeft het inpakken zo omgevormd dat de ontmoeting met haar het sociale hoogtepunt was in elke klant zijn dag. Natuurlijk is dit haar niet gelukt. Maar wat ze heeft gedaan is dat ze haar sterkste punten heeft genomen, en haar werk zo heeft omgevormd dat ze deze zoveel mogelijk kan gebruiken. En wat dat je oplevert is niet een voortdurend lachen. Je gaat er niet uit zien als Debbie Reynolds. Je gaat er niet meer van giechelen. Wat je krijgt is meer absorptie.
So, that's the second path. The first path, positive emotion; the second path is eudaemonian flow; and the third path is meaning. This is the most venerable of the happinesses, traditionally. And meaning, in this view, consists of -- very parallel to eudaemonia -- it consists of knowing what your highest strengths are, and using them to belong to and in the service of something larger than you are.
Dus dat is het tweede pad. Het eerste pad, positieve emotie. Het tweede pad is eudemoonse flow. En het derde pad is betekenis. Dit is het meest eerbiedwaardige van de gelukken, traditioneel gezien. En de betekenis van deze vorm bestaat uit - erg parallel aan eudemonia - het bestaat uit het kennen van je sterkste punten, en ze gebruiken om bij iets groters dan jezelf te horen, en dit ten dienste te staan.
I mentioned that for all three kinds of lives -- the pleasant life, the good life, the meaningful life -- people are now hard at work on the question: Are there things that lastingly change those lives? And the answer seems to be yes. And I'll just give you some samples of it. It's being done in a rigorous manner. It's being done in the same way that we test drugs to see what really works. So we do random-assignment, placebo-controlled, long-term studies of different interventions. Just to sample the kind of interventions that we find have an effect: when we teach people about the pleasant life, how to have more pleasure in your life, one of your assignments is to take the mindfulness skills, the savoring skills, and you're assigned to design a beautiful day. Next Saturday, set a day aside, design yourself a beautiful day, and use savoring and mindfulness to enhance those pleasures. And we can show in that way that the pleasant life is enhanced.
Ik heb al verteld dat voor alle drie de soorten levens, het plezierige leven, het goede leven en het betekenisvolle leven, mensen hard aan het werk zijn met de vraag of er dingen zijn die deze levens blijvend kunnen veranderen. En het antwoord lijkt 'ja' te zijn. En ik zal hiervan een aantal voorbeelden geven. Het wordt gedaan op een rigoreuze manier. Het wordt gedaan op dezelfde manier als waarmee we medicijnen testen om te kijken wat er nou echt werkt. Dus we doen willekeurig toegewezen, placebo gecontroleerde lange termijn studies van verschillende interventies. En om een voorproefje te geven van het soort interventies waarvan we ontdekt hebben dat ze effect hebben. Als we mensen leren over het plezierige leven, hoe je meer plezier kan hebben in je leven, dan is één van je opdrachten om je vaardigheden in bewustzijn en genieten te gebruiken, en dan krijg je de opdracht een prachtige dag te ontwerpen. Maak komende zaterdag een dag vrij, en ontwerp voor jezelf een prachtige dag, en gebruik bewustzijn en genieten om deze plezierige dingen te vergroten. En we kunnen laten zien dat op die manier het plezierige leven verbeterd wordt.
Gratitude visit. I want you all to do this with me now, if you would. Close your eyes. I'd like you to remember someone who did something enormously important that changed your life in a good direction, and who you never properly thanked. The person has to be alive. Now, OK, you can open your eyes. I hope all of you have such a person. Your assignment, when you're learning the gratitude visit, is to write a 300-word testimonial to that person, call them on the phone in Phoenix, ask if you can visit, don't tell them why. Show up at their door, you read the testimonial -- everyone weeps when this happens. And what happens is, when we test people one week later, a month later, three months later, they're both happier and less depressed.
Dankbaarheidsbezoekje. Ik wil graag dat jullie dit nu met me doen. Doe je ogen dicht. Ik zou graag willen dat je probeert je iemand te herinneren die iets extreem belangrijks gedaan heeft wat je leven positief heeft veranderd, en die je nooit voldoende bedankt hebt. Deze persoon moet nog leven. OK. Nu kan je je ogen open doen. Ik hoop dat iedereen zo een persoon heeft. Je opdracht wanneer je het dankbaarheidsbezoek leert is om een bericht van 300 woorden te schrijven aan deze persoon, ze te bellen in Phoenix, vragen of je langs kan komen, zonder ze te vertellen waarom, en te verschijnen aan hun deur. Je leest je bericht voor - iedereen huilt als dit gebeurt - en wat er gebeurt is, is dat wanneer we mensen een week later, een maand later, drie maanden later testen, ze zowel gelukkig als minder depressief zijn.
Another example is a strengths date, in which we get couples to identify their highest strengths on the strengths test, and then to design an evening in which they both use their strengths. We find this is a strengthener of relationships. And fun versus philanthropy. It's so heartening to be in a group like this, in which so many of you have turned your lives to philanthropy. Well, my undergraduates and the people I work with haven't discovered this, so we actually have people do something altruistic and do something fun, and contrast it. And what you find is when you do something fun, it has a square wave walk set. When you do something philanthropic to help another person, it lasts and it lasts. So those are examples of positive interventions.
Een ander voorbeeld is een sterke-punten-afspraakje waarin we stelletjes hun sterkste punten laten identificeren met een test, om vervolgens een avond te ontwerpen waarbij ze beiden hun sterke punten gebruiken, en we hebben gemerkt dat dit relaties verstevigt. En plezier versus filantropie. Maar het is zo bemoedigend om in een groep zoals deze te zijn, waarin zovelen van jullie je leven aan filantropie hebben gewijd. Nou, mijn studenten en de mensen met wie ik werk hebben dit nog niet ontdekt, dus we laten ze iets altruïstisch doen, en we laten ze iets leuks doen, en we laten ze het vergelijken. En wat je merkt is dat wanneer je iets leuks doet, dan lijkt je gelukscurve op een vierkante golf. Terwijl als je iets filantropisch doet om een ander te helpen, je geluk dan blijft aanhouden. Dus dit zijn voorbeelden van positieve interventies.
So the next to last thing I want to say is: we're interested in how much life satisfaction people have. This is really what you're about. And that's our target variable. And we ask the question as a function of the three different lives, how much life satisfaction do you get? So we ask -- and we've done this in 15 replications, involving thousands of people: To what extent does the pursuit of pleasure, the pursuit of positive emotion, the pleasant life, the pursuit of engagement, time stopping for you, and the pursuit of meaning contribute to life satisfaction?
Dus het volgende wat ik wil zeggen is dat we geïnteresseerd zijn in hoeveel levensgeluk mensen hebben, en dit is waar het echt om gaat. En dat is de variabele waar we op mikken. En we stellen de vraag als een functie van de drie verschillende levens: hoeveel levensgeluk heb je? Dus we vragen - en we hebben dit in 15 herhalingen gedaan waar duizenden mensen bij betrokken waren - tot op welke hoogte draagt het nastreven van geluk, het nastreven van positieve emotie, het plezierige leven, het nastreven van betrokkenheid, de tijd die voor je stopt, en het nastreven van betekenis bij aan levensgeluk? En we waren verrast door onze resultaten. Ze waren het omgekeerde van wat we dachten.
And our results surprised us; they were backward of what we thought. It turns out the pursuit of pleasure has almost no contribution to life satisfaction. The pursuit of meaning is the strongest. The pursuit of engagement is also very strong. Where pleasure matters is if you have both engagement and you have meaning, then pleasure's the whipped cream and the cherry. Which is to say, the full life -- the sum is greater than the parts, if you've got all three. Conversely, if you have none of the three, the empty life, the sum is less than the parts.
Het blijkt dat het nastreven van plezier bijna geen bijdrage levert aan levensgeluk. Het nastreven van betekenis is het sterkst. Het nastreven van betrokkenheid is ook erg sterk. Plezier is belangrijk als je zowel betrokkenheid als betekenis hebt. Dan is plezier de kers op de taart. Dat betekent dat in het volledige leven, als je alle drie de delen bezit, de som meer is dan deze delen alleen. Daarentegen, als je geen van de drie delen hebt, het lege leven, dan is de som minder dan de delen. En wat we nu vragen is
And what we're asking now is: Does the very same relationship -- physical health, morbidity, how long you live and productivity -- follow the same relationship? That is, in a corporation, is productivity a function of positive emotion, engagement and meaning? Is health a function of positive engagement, of pleasure, and of meaning in life? And there is reason to think the answer to both of those may well be yes.
of dezelfde relatie bestaat met fysieke gezondheid, sterfte, hoe lang je leeft en met hoe productief je bent. Dat wil zeggen, in een bedrijf, is productiviteit een functie van positieve emoties, betrokkenheid en betekenis? is gezondheid een functie van positieve betrokkenheid, van plezier, en van betekenis in het leven? En er zijn aanwijzingen die erop duiden dat het antwoord op beide vragen misschien wel 'ja' is.
So, Chris said that the last speaker had a chance to try to integrate what he heard, and so this was amazing for me. I've never been in a gathering like this. I've never seen speakers stretch beyond themselves so much, which was one of the remarkable things. But I found that the problems of psychology seemed to be parallel to the problems of technology, entertainment and design in the following way: we all know that technology, entertainment and design have been and can be used for destructive purposes. We also know that technology, entertainment and design can be used to relieve misery. And by the way, the distinction between relieving misery and building happiness is extremely important. I thought, when I first became a therapist 30 years ago, that if I was good enough to make someone not depressed, not anxious, not angry, that I'd make them happy. And I never found that; I found the best you could ever do was to get to zero; that they were empty.
Dus Chris zei dat de laatste spreker de kans kreeg om te integreren wat hij tot dan toe gehoord had, en dit vond ik zo geweldig. Ik ben nog nooit bij een samenkomst zoals deze geweest. Ik heb nog nooit sprekers gezien die zo alles uit zichzelf proberen te halen, wat één van de opvallende dingen was vandaag. En ik ontdekte dat de problemen van de psychologie parallel leken te zijn aan de problemen van technologie, entertainment en design op de volgende manier. We weten allemaal dat technologie, entertainment en design gebruikt zijn en gebruikt kunnen worden voor destructieve doeleinden. We weten ook dat technologie, entertainment en design gebruikt kunnen worden om ellende te verlichten. En even tussendoor, het verschil tussen het verlichten van ellende en het creëren van geluk is extreem belangrijk. Ik dacht, toen ik net therapeut geworden was, 30 jaar geleden, dat als ik goed genoeg was om iemand niet depressief te krijgen, niet angstig, niet boos, dat ik ze dan gelukkig zou maken. En ik heb dat resultaat nooit gezien. Ik ontdekte dat het beste dat iemand ooit kon doen het nulpunt bereiken was. Maar ze waren leeg.
And it turns out the skills of happiness, the skills of the pleasant life, the skills of engagement, the skills of meaning, are different from the skills of relieving misery. And so, the parallel thing holds with technology, entertainment and design, I believe. That is, it is possible for these three drivers of our world to increase happiness, to increase positive emotion. And that's typically how they've been used. But once you fractionate happiness the way I do -- not just positive emotion, that's not nearly enough -- there's flow in life, and there's meaning in life. As Laura Lee told us, design and, I believe, entertainment and technology, can be used to increase meaning engagement in life as well.
En het blijkt dat de vaardigheden van geluk, de vaardigheden van het plezierige leven, de vaardigheden van betrokkenheid, de vaardigheden van betekenis, anders zijn dan de vaardigheden van het verlichten van ellende. En dus kloppen volgens mij de parallellen met technologie, entertainment en design. Dat wil zeggen, het is mogelijk voor deze drie drijvers van onze wereld om geluk te vergroten, om positieve emotie te vergroten, en dat is typisch hoe ze tot nu toe gebruikt zijn. Maar zodra je geluk gaat onderverdelen zoals ik dat doe, niet slechts positieve emotie - dat is bij lange na niet genoeg - er is flow in het leven, en er is betekenis in het leven. Zoals Lauralee ons verteld heeft, kan design, en ik geloof ook entertainment en technologie, gebruikt worden om zowel betekenis als betrokkenheid in het leven te vergroten.
So in conclusion, the eleventh reason for optimism, in addition to the space elevator, is that I think with technology, entertainment and design, we can actually increase the amount of tonnage of human happiness on the planet. And if technology can, in the next decade or two, increase the pleasant life, the good life and the meaningful life, it will be good enough. If entertainment can be diverted to also increase positive emotion, meaning eudaemonia, it will be good enough. And if design can increase positive emotion, eudaemonia, and flow and meaning, what we're all doing together will become good enough.
Dus concluderend, de 11e reden voor optimisme, bovenop de ruimtelift, is dat ik denk dat met technologie, entertainment en design, we daadwerkelijk in staat zijn om de totale hoeveelheid van menselijk geluk op deze planeet te vergroten. En als technologie in de komende twee decennia in staat is om het plezierige leven, het goede leven en het betekenisvolle leven te vergroten, dan zal het goed genoeg zijn. Als entertainment zo veranderd kan worden zodat het ook positieve emotie, betekenis en eudemonia vergroot, dan zal het goed genoeg zijn. En als design in staat is positieve emotie, eudemonia, flow en betekenis te vergroten, dan zal dat waar we met zijn allen mee bezig zijn goed genoeg worden. Dank u wel.
Thank you.
(Applaus)
(Applause)