If you take 10,000 people at random, 9,999 have something in common: their interests in business lie on or near the Earth's surface. The odd one out is an astronomer, and I am one of that strange breed. (Laughter) My talk will be in two parts. I'll talk first as an astronomer, and then as a worried member of the human race. But let's start off by remembering that Darwin showed how we're the outcome of four billion years of evolution. And what we try to do in astronomy and cosmology is to go back before Darwin's simple beginning, to set our Earth in a cosmic context.
Als je willekeurig 10.000 mensen neemt, dan hebben 9.999 iets gemeen: hun bedrijfsbelangen liggen op of nabij het aardoppervlak. Het buitenbeentje is de astronoom, en ik ben een van dat vreemde soort. (Gelach) Mijn lezing bestaat uit twee delen. Ik ga eerst praten als astronoom, en vervolgens als een bezorgd lid van het menselijk ras. Maar laten we beginnen met ons te herinneren dat Darwin aantoonde hoe we het resultaat zijn van vier miljard jaar evolutie. Wat we proberen te doen in de astronomie en de kosmologie is terug te gaan naar een tijd voor het eenvoudige begin van Darwin, om onze aarde in een kosmische context te plaatsen.
And let me just run through a few slides. This was the impact that happened last week on a comet. If they'd sent a nuke, it would have been rather more spectacular than what actually happened last Monday. So that's another project for NASA. That's Mars from the European Mars Express, and at New Year. This artist's impression turned into reality when a parachute landed on Titan, Saturn's giant moon. It landed on the surface. This is pictures taken on the way down. That looks like a coastline. It is indeed, but the ocean is liquid methane -- the temperature minus 170 degrees centigrade. If we go beyond our solar system, we've learned that the stars aren't twinkly points of light. Each one is like a sun with a retinue of planets orbiting around it. And we can see places where stars are forming, like the Eagle Nebula. We see stars dying. In six billion years, the sun will look like that. And some stars die spectacularly in a supernova explosion, leaving remnants like that.
Laat me even een paar dia's tonen. Dit was de inslag die vorige week op een komeet is gebeurd. Als ze een kernbom hadden gestuurd, zou het iets spectaculairder zijn geweest dan wat er afgelopen maandag werkelijk gebeurde. Dat is een ander project voor de NASA. Dat is Mars vanuit de Europese Mars Express op Nieuwjaar. Deze kunstenaarsimpressie werd in realiteit omgezet toen een parachute landde op Titan, de gigantische maan van Saturnus. Ze landde op het oppervlak. Dit zijn foto's genomen op de weg naar beneden. Dat lijkt op een kustlijn. Dat is inderdaad zo, maar de oceaan is vloeibaar methaan - de temperatuur minus 170 graden Celsius. We verlaten ons zonnestelsel. We hebben geleerd dat sterren geen twinkelende lichtpuntjes zijn. Elke ster is als een zon met een gevolg van planeten eromheen, en we kunnen zien waar de sterren zich vormen, zoals de Arendnevel. We zien sterren sterven. Binnen zes miljard jaar zal de zon er zo uitzien. Sommige sterren sterven spectaculair in een supernova-explosie, en laten dergelijke restanten na.
On a still bigger scale, we see entire galaxies of stars. We see entire ecosystems where gas is being recycled. And to the cosmologist, these galaxies are just the atoms, as it were, of the large-scale universe. This picture shows a patch of sky so small that it would take about 100 patches like it to cover the full moon in the sky. Through a small telescope, this would look quite blank, but you see here hundreds of little, faint smudges. Each is a galaxy, fully like ours or Andromeda, which looks so small and faint because its light has taken 10 billion light-years to get to us. The stars in those galaxies probably don't have planets around them. There's scant chance of life there -- that's because there's been no time for the nuclear fusion in stars to make silicon and carbon and iron, the building blocks of planets and of life. We believe that all of this emerged from a Big Bang -- a hot, dense state. So how did that amorphous Big Bang turn into our complex cosmos?
Op een nog grotere schaal zien we hele stelsels van sterren. We zien hele ecosystemen waar gassen hergebruikt worden. Voor de kosmoloog zijn deze sterrenstelsels als het ware de atomen van het grootschalige universum. Deze foto toont een stukje hemel zo klein dat er ongeveer 100 van nodig zouden zijn om de volle maan aan de hemel af te dekken. Door een kleine telescoop zou dit er nogal leeg uitzien maar je ziet hier honderden kleine, vage vlekken. Elke vlek is een sterrenstelsel, net zoals het onze of Andromeda. Ze zien er zo klein en zwak uit omdat hun licht 10 miljard lichtjaar moest overbruggen om tot ons te komen. De sterren in deze sterrenstelsels hebben waarschijnlijk geen planeten om hen heen. Er is slechts een geringe kans op leven omdat er onvoldoende tijd is geweest om door kernfusie in die sterren silicium, koolstof en ijzer aan te maken, de bouwstenen van planeten en leven. Wij geloven dat dit alles is ontstaan uit een oerknal - een hete, dichte toestand. Maar hoe kon uit deze vormloze oerknal onze complexe kosmos ontstaan?
I'm going to show you a movie simulation 16 powers of 10 faster than real time, which shows a patch of the universe where the expansions have subtracted out. But you see, as time goes on in gigayears at the bottom, you will see structures evolve as gravity feeds on small, dense irregularities, and structures develop. And we'll end up after 13 billion years with something looking rather like our own universe. And we compare simulated universes like that -- I'll show you a better simulation at the end of my talk -- with what we actually see in the sky. Well, we can trace things back to the earlier stages of the Big Bang, but we still don't know what banged and why it banged.
Ik ga dat laten zien met een filmsimulatie 10 tot de 16de keer versneld. Ze toont een deel van het universum waarin deze uitzetting heeft plaatsgevonden. Je kan zien dat, als de miljarden jaren voorbijgaan, er zich structuren vormen als de zwaartekracht inwerkt op kleine, dichte onregelmatigheden. We eindigen na 13 miljard jaar met iets dat lijkt op ons eigen universum. We vergelijken dergelijke gesimuleerde universa - Ik zal jullie een betere simulatie tonen aan het eind van mijn toespraak - met wat we eigenlijk aan de hemel zien. We kunnen dingen terug traceren naar vroegere stadia van de oerknal, maar we weten nog steeds niet wat er knalde en waarom het knalde.
That's a challenge for 21st-century science. If my research group had a logo, it would be this picture here: an ouroboros, where you see the micro-world on the left -- the world of the quantum -- and on the right the large-scale universe of planets, stars and galaxies. We know our universes are united though -- links between left and right. The everyday world is determined by atoms, how they stick together to make molecules. Stars are fueled by how the nuclei in those atoms react together. And, as we've learned in the last few years, galaxies are held together by the gravitational pull of so-called dark matter: particles in huge swarms, far smaller even than atomic nuclei. But we'd like to know the synthesis symbolized at the very top. The micro-world of the quantum is understood. On the right hand side, gravity holds sway. Einstein explained that. But the unfinished business for 21st-century science is to link together cosmos and micro-world with a unified theory -- symbolized, as it were, gastronomically at the top of that picture. (Laughter) And until we have that synthesis, we won't be able to understand the very beginning of our universe because when our universe was itself the size of an atom, quantum effects could shake everything.
Dat is een uitdaging voor de 21e-eeuwse wetenschap. Als mijn onderzoeksgroep een logo had, dan zou het dit beeld zijn: een Ouroboros, waar je aan de linkerkant de micro-wereld ziet - de wereld van het kwantum - en aan de rechterkant het grootschalige universum van planeten, sterren en sterrenstelsels. We weten dat onze werelden al verenigd zijn door connecties tussen links en rechts. De wereld van alledag wordt bepaald door de atomen, hoe ze aan elkaar plakken om moleculen te maken. Sterren worden gevoed door de manier waarop de kernen in die atomen met elkaar reageren. Zoals we in de voorbije jaren hebben geleerd, worden sterrenstelsels bij elkaar gehouden door de aantrekkingskracht van de zogenaamde donkere materie: deeltjes in enorme zwermen, veel kleiner nog dan atoomkernen. Maar we willen ook de synthese gesymboliseerd aan de top begrijpen. De micro-wereld van het kwantum wordt begrepen. Aan de rechterkant zwaait de zwaartekracht de scepter. Einstein legde dat uit. Maar de onafgemaakte taak voor de 21e-eeuwse wetenschap is het aan elkaar koppelen van kosmos en micro-wereld met een verenigde theorie - als het ware gastronomisch gesymboliseerd bovenaan de foto. (Gelach) Totdat wij die synthese hebben zullen we het prille begin van ons heelal niet kunnen begrijpen. Want toen ons universum zelf slechts één atoom groot was bepaalden kwantumeffecten alles.
And so we need a theory that unifies the very large and the very small, which we don't yet have. One idea, incidentally -- and I had this hazard sign to say I'm going to speculate from now on -- is that our Big Bang was not the only one. One idea is that our three-dimensional universe may be embedded in a high-dimensional space, just as you can imagine on these sheets of paper. You can imagine ants on one of them thinking it's a two-dimensional universe, not being aware of another population of ants on the other. So there could be another universe just a millimeter away from ours, but we're not aware of it because that millimeter is measured in some fourth spatial dimension, and we're imprisoned in our three. And so we believe that there may be a lot more to physical reality than what we've normally called our universe -- the aftermath of our Big Bang. And here's another picture. Bottom right depicts our universe, which on the horizon is not beyond that, but even that is just one bubble, as it were, in some vaster reality. Many people suspect that just as we've gone from believing in one solar system to zillions of solar systems, one galaxy to many galaxies, we have to go to many Big Bangs from one Big Bang, perhaps these many Big Bangs displaying an immense variety of properties.
We hebben dus een theorie nodig die het zeer grote en het zeer kleine verenigt. Maar die hebben we nog niet. Een idee, overigens - en vanaf nu is het zuiver speculatie - is dat onze oerknal niet de enige was. Een idee is dat ons driedimensionale universum kan worden ingebed in een hoogdimensionale ruimte, net zoals je je kan voorstellen met deze vellen papier. Je kan je voorstellen dat mieren op een ervan denken dat het een tweedimensionaal universum is, niet bewust van een andere populatie mieren op het andere vel. Er kan zich een ander universum op slechts één millimeter afstand van het onze bevinden, maar we zijn er niet bewust van, want die millimeter wordt gemeten in een vierde ruimtelijke dimensie, en we zitten gevangen in onze drie dimensies. Daarom zijn wij van mening dat er wellicht veel meer aan fysieke werkelijkheid bestaat dan wat we normaal ons universum noemen. De nasleep van onze oerknal. Hier nog een foto. Onderaan rechts toont hij ons universum, op de horizon niet verder gekomen dan dat. Maar zelfs dat is als het ware slechts een bel in een uitgebreidere werkelijkheid. Veel mensen vermoeden dat, net zoals we van één zonnestelsel naar ontelbare zonnestelsels zijn gegaan, van één melkwegstelsel naar vele sterrenstelsels, we ook van de ene oerknal naar vele oerknallen moeten gaan. Misschien vertonen deze oerknallen allemaal een enorme verscheidenheid aan eigenschappen.
Well, let's go back to this picture. There's one challenge symbolized at the top, but there's another challenge to science symbolized at the bottom. You want to not only synthesize the very large and the very small, but we want to understand the very complex. And the most complex things are ourselves, midway between atoms and stars. We depend on stars to make the atoms we're made of. We depend on chemistry to determine our complex structure. We clearly have to be large, compared to atoms, to have layer upon layer of complex structure. We clearly have to be small, compared to stars and planets -- otherwise we'd be crushed by gravity. And in fact, we are midway. It would take as many human bodies to make up the sun as there are atoms in each of us. The geometric mean of the mass of a proton and the mass of the sun is 50 kilograms, within a factor of two of the mass of each person here. Well, most of you anyway. The science of complexity is probably the greatest challenge of all, greater than that of the very small on the left and the very large on the right. And it's this science, which is not only enlightening our understanding of the biological world, but also transforming our world faster than ever. And more than that, it's engendering new kinds of change.
Laten we naar deze foto teruggaan. Er is een uitdaging gesymboliseerd aan de top, maar er is nog een uitdaging voor de wetenschap gesymboliseerd aan de onderkant. Je wilt niet alleen het zeer grote en het zeer kleine synthetiseren, maar we willen ook het zeer complexe begrijpen. De meest ingewikkelde dingen zijn wijzelf, halverwege de atomen en de sterren. We zijn afhankelijk van de sterren voor de atomen waar we uit bestaan. We zijn afhankelijk van de chemie om onze complexe structuur te bepalen. We moeten duidelijk groot zijn, in vergelijking met atomen, laag na laag opgebouwd tot een complexe structuur. Maar we moeten ook klein zijn vergeleken met sterren en planeten. Anders zouden we worden verpletterd door de zwaartekracht. We zitten ergens halverwege. Je zou evenveel menselijke lichamen moeten hebben voor de zon als er in ieder van ons atomen zijn. Het geometrisch gemiddelde van de massa van één proton en de massa van de zon is 50 kg, binnen een factor twee van de massa van elke persoon hier. Nou, van de meesten van jullie toch. De wetenschap van de complexiteit is waarschijnlijk de grootste uitdaging van allemaal, groter dan dat van het zeer kleine aan de linkerkant en het zeer grote aan de rechterkant. Het is deze wetenschap, die niet alleen ons begrip van de biologische wereld verheldert, maar ook onze wereld sneller dan ooit transformeert. Meer dan dat brengt het nieuwe soorten van verandering voort.
And I now move on to the second part of my talk, and the book "Our Final Century" was mentioned. If I was not a self-effacing Brit, I would mention the book myself, and I would add that it's available in paperback.
Ik ga nu verder met het tweede deel van mijn lezing, en het boek dat "Our Final Century" werd genoemd. Als ik geen zichzelf wegcijferende Brit was zou ik het boek zelf vernoemen, en eraan toevoegen dat het beschikbaar is in paperback.
(Laughter)
(Gelach)
And in America it was called "Our Final Hour" because Americans like instant gratification.
In Amerika werd het "Onze Final Hour" genoemd omdat Amerikanen van instant-bevrediging houden.
(Laughter)
(Gelach)
But my theme is that in this century, not only has science changed the world faster than ever, but in new and different ways. Targeted drugs, genetic modification, artificial intelligence, perhaps even implants into our brains, may change human beings themselves. And human beings, their physique and character, has not changed for thousands of years. It may change this century. It's new in our history. And the human impact on the global environment -- greenhouse warming, mass extinctions and so forth -- is unprecedented, too. And so, this makes this coming century a challenge. Bio- and cybertechnologies are environmentally benign in that they offer marvelous prospects, while, nonetheless, reducing pressure on energy and resources. But they will have a dark side. In our interconnected world, novel technology could empower just one fanatic, or some weirdo with a mindset of those who now design computer viruses, to trigger some kind on disaster. Indeed, catastrophe could arise simply from technical misadventure -- error rather than terror. And even a tiny probability of catastrophe is unacceptable when the downside could be of global consequence.
Maar mijn thema is dat in deze eeuw, de wetenschap niet alleen de wereld sneller dan ooit heeft veranderd, maar op nieuwe en verschillende manieren. Gerichte geneesmiddelen, genetische modificatie, kunstmatige intelligentie, misschien zelfs implantaten in onze hersenen, kunnen de mens zelf veranderen. Menselijke wezens, hun lichaamsbouw en karakter, zijn gedurende duizenden jaren niet veranderd. Dat kan in deze eeuw veranderen. Dat is nieuw in onze geschiedenis. De menselijke invloed op het mondiale milieu - broeikaseffect, massaal uitsterven, enzovoort - is ook nooit zo ingrijpend geweest. Dat maakt deze komende eeuw tot een uitdaging. Bio- en cybertechnologie zijn milieuvriendelijk en bieden daardoor fantastische vooruitzichten, terwijl ze toch de druk op energie en grondstoffen verminderen. Maar ze hebben ook een donkere kant. In onze onderling verbonden wereld kan deze nieuwe technologie een fanaticus of zonderling van het type dat nu computervirussen ontwerpt, in staat stellen om een ramp te veroorzaken. Zo'n catastrofe kan zelfs alleen als gevolg van technisch falen gebeuren - 'erreur' in plaats van terreur. Zelfs een kleine kans op catastrofe is onaanvaardbaar wanneer ze wereldwijde nadelige gevolgen zou kunnen hebben.
In fact, some years ago, Bill Joy wrote an article expressing tremendous concern about robots taking us over, etc. I don't go along with all that, but it's interesting that he had a simple solution. It was what he called "fine-grained relinquishment." He wanted to give up the dangerous kind of science and keep the good bits. Now, that's absurdly naive for two reasons. First, any scientific discovery has benign consequences as well as dangerous ones. And also, when a scientist makes a discovery, he or she normally has no clue what the applications are going to be. And so what this means is that we have to accept the risks if we are going to enjoy the benefits of science. We have to accept that there will be hazards. And I think we have to go back to what happened in the post-War era, post-World War II, when the nuclear scientists who'd been involved in making the atomic bomb, in many cases were concerned that they should do all they could to alert the world to the dangers.
Enkele jaren geleden schreef Bill Joy een artikel dat een enorme bezorgdheid uitdrukte dat robots de macht zouden overnemen, enzovoort. Ik ben het daar niet helemaal mee eens, maar het is interessant dat hij een eenvoudige oplossing had. Het was wat hij 'fijnmazig loslaten' noemde. Hij wilde de gevaarlijke wetenschap opgeven en de goede beetjes behouden. Nu is dat om twee redenen absurd naïef. Ten eerste, elke wetenschappelijke ontdekking heeft zowel goedaardige als gevaarlijke gevolgen. Trouwens op het moment dat een wetenschapper een ontdekking doet, heeft hij of zij normaal gesproken geen idee wat de toepassingen ervan zullen worden. Dit betekent dat we de risico's moeten aanvaarden als we van de voordelen van de wetenschap willen genieten. We moeten accepteren dat er risico's zullen zijn. We moeten denken aan wat er gebeurd is in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Veel nucleaire wetenschappers, die betrokken waren bij de ontwikkeling van de atoombom, waren ervan overtuigd dat zij alles moesten doen wat ze konden om de wereld te waarschuwen voor de gevaren.
And they were inspired not by the young Einstein, who did the great work in relativity, but by the old Einstein, the icon of poster and t-shirt, who failed in his scientific efforts to unify the physical laws. He was premature. But he was a moral compass -- an inspiration to scientists who were concerned with arms control. And perhaps the greatest living person is someone I'm privileged to know, Joe Rothblatt. Equally untidy office there, as you can see. He's 96 years old, and he founded the Pugwash movement. He persuaded Einstein, as his last act, to sign the famous memorandum of Bertrand Russell. And he sets an example of the concerned scientist. And I think to harness science optimally, to choose which doors to open and which to leave closed, we need latter-day counterparts of people like Joseph Rothblatt.
Ze werden niet zozeer door de jonge Einstein geïnspireerd. Die had de relativiteitstheorie op zijn palmares. Maar wel door de oude Einstein, het icoon van poster en T-shirt. Hij faalde bij zijn wetenschappelijke inspanningen om de fysische wetten te unificeren. Hij was er toen te vroeg mee. Maar hij was een moreel kompas - bron van inspiratie voor wetenschappers die zich bezighielden met wapenbeheersing. Misschien wel de grootste levende persoon die ik ken is Joe Rothblatt. Een even slordig kantoor, zoals je kunt zien. Hij is 96 jaar oud en de oprichter van de Pugwash beweging. Hij haalde Einstein over om, als zijn laatste daad, het beroemde memorandum van Bertrand Russell te ondertekenen. Hij is een voorbeeld van de betrokken wetenschapper. Om optimaal gebruik te maken van wetenschap, om te kiezen welke deuren te openen en welke gesloten te laten, hebben we nu eigentijdse mensen als Joseph Rothblatt nodig.
We need not just campaigning physicists, but we need biologists, computer experts and environmentalists as well. And I think academics and independent entrepreneurs have a special obligation because they have more freedom than those in government service, or company employees subject to commercial pressure. I wrote my book, "Our Final Century," as a scientist, just a general scientist. But there's one respect, I think, in which being a cosmologist offered a special perspective, and that's that it offers an awareness of the immense future. The stupendous time spans of the evolutionary past are now part of common culture -- outside the American Bible Belt, anyway -- (Laughter) but most people, even those who are familiar with evolution, aren't mindful that even more time lies ahead.
Niet alleen campagne voerende natuurkundigen, maar ook biologen, informatici en milieuactivisten. Ik denk dat academici en zelfstandige ondernemers een speciale verplichting hebben omdat ze meer vrijheid hebben dan degenen in overheidsdienst of bedrijfswerknemers die onderworpen zijn aan commerciële druk. Ik schreef mijn boek "Our Final Century" als een wetenschapper, een algemene wetenschapper. Maar er is een verband, denk ik, waarin ik als kosmoloog een bijzonder perspectief kon aanbieden. Dat is het besef van de immense toekomst. De verbazingwekkende tijdspannen van het evolutionaire verleden maken nu deel uit van een gemeenschappelijke cultuur - buiten de Amerikaanse Bible Belt tenminste - (Gelach) maar de meeste mensen, zelfs degenen die bekend zijn met de evolutie, zijn er zich niet van bewust dat er nog veel meer tijd in het verschiet ligt.
The sun has been shining for four and a half billion years, but it'll be another six billion years before its fuel runs out. On that schematic picture, a sort of time-lapse picture, we're halfway. And it'll be another six billion before that happens, and any remaining life on Earth is vaporized. There's an unthinking tendency to imagine that humans will be there, experiencing the sun's demise, but any life and intelligence that exists then will be as different from us as we are from bacteria. The unfolding of intelligence and complexity still has immensely far to go, here on Earth and probably far beyond. So we are still at the beginning of the emergence of complexity in our Earth and beyond. If you represent the Earth's lifetime by a single year, say from January when it was made to December, the 21st-century would be a quarter of a second in June -- a tiny fraction of the year. But even in this concertinaed cosmic perspective, our century is very, very special, the first when humans can change themselves and their home planet.
De zon schijnt nu al vier en een half miljard jaar, maar ze zal nog eens zes miljard jaar schijnen voordat de brandstof opraakt. Op deze schematische afbeelding, een tijdloos beeld, zijn we halverwege. Het zal nog eens zes miljard duren vóór dat dat gebeurt en alle resterende leven op aarde verdampt wordt. Even zou je kunnen denken dat mensen het sterven van de zon zullen meemaken, maar elk leven of intelligentie, dat dan nog bestaat, zal even verschillend van ons zijn als wij van bacteriën. De ontplooiing van intelligentie en complexiteit heeft nog steeds een lange weg af te leggen, hier op aarde en waarschijnlijk ver daarbuiten. We zijn nog aan het begin van het ontstaan van complexiteit op onze aarde en daarbuiten. Als je de levensduur van de aarde door één enkel jaar voorstelt, vanaf het ontstaan in januari tot en met december, dan zou de 21e-eeuw een kwartseconde in juni voorstellen - een piepkleine fractie van dat jaar. Maar zelfs in dit gecomprimeerde kosmische perspectief, is onze eeuw heel, heel bijzonder. De eerste eeuw dat de mens zichzelf en zijn thuisplaneet kon veranderen.
As I should have shown this earlier, it will not be humans who witness the end point of the sun; it will be creatures as different from us as we are from bacteria. When Einstein died in 1955, one striking tribute to his global status was this cartoon by Herblock in the Washington Post. The plaque reads, "Albert Einstein lived here." And I'd like to end with a vignette, as it were, inspired by this image. We've been familiar for 40 years with this image: the fragile beauty of land, ocean and clouds, contrasted with the sterile moonscape on which the astronauts left their footprints. But let's suppose some aliens had been watching our pale blue dot in the cosmos from afar, not just for 40 years, but for the entire 4.5 billion-year history of our Earth. What would they have seen? Over nearly all that immense time, Earth's appearance would have changed very gradually. The only abrupt worldwide change would have been major asteroid impacts or volcanic super-eruptions. Apart from those brief traumas, nothing happens suddenly.
Maar zoals ik al eerder zei de mens zal geen getuige zijn van het eindpunt van de zon, het zullen wezens zijn zo verschillend van ons als wij van bacteriën. Toen Einstein in 1955 stierf was een opvallend eerbetoon aan zijn wereldwijde status deze cartoon door Herblock in de Washington Post. De plaquette luidt: "Hier woonde Albert Einstein." Ik wil graag eindigen met een vignet, als het ware, geïnspireerd door dit beeld. We zijn al 40 jaar met dit beeld vertrouwd: de fragiele schoonheid van land, oceanen en wolken, contrasterend met het steriele maanlandschap waarop de astronauten hun voetsporen achterlieten. Maar laten we eens aannemen dat aliens ons bleekblauwe stipje hebben geobserveerd. In de kosmos vanuit de verte en niet alleen voor de laatste 40 jaar, maar voor de hele 4,5 miljard jaar durende geschiedenis van onze aarde. Wat zouden ze hebben gezien? Gedurende bijna heel die immense tijd zou het uitzicht van de aarde heel geleidelijk zijn veranderd. De enige abrupte wereldwijde verandering zouden grote asteroïde-inslagen of vulkanische superuitbarstingen zijn geweest. Afgezien van deze korte trauma's, gebeurt er niets plotseling.
The continental landmasses drifted around. Ice cover waxed and waned. Successions of new species emerged, evolved and became extinct. But in just a tiny sliver of the Earth's history, the last one-millionth part, a few thousand years, the patterns of vegetation altered much faster than before. This signaled the start of agriculture. Change has accelerated as human populations rose. Then other things happened even more abruptly. Within just 50 years -- that's one hundredth of one millionth of the Earth's age -- the amount of carbon dioxide in the atmosphere started to rise, and ominously fast.
De continentale landmassa's dreven rond. Ijskappen groeiden en krompen weer. Er was een opeenvolging van het ontstaan van nieuwe soorten, hun evolutie en hun uitsterven. Maar in slechts een piepklein gedeelte van de geschiedenis van de aarde, het laatste miljoenste deel, een paar duizend jaar, veranderden de vegetatiepatronen veel sneller dan voorheen. Dit betekende het begin van de landbouw. Verandering versnelde door de opkomst van menselijke populaties. Dan gebeurden er andere dingen nog meer abrupt. In slechts 50 jaar - dat is een honderdste van een miljoenste van de leeftijd van de Aarde - begon de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer te stijgen, en wel onheilspellend snel.
The planet became an intense emitter of radio waves -- the total output from all TV and cell phones and radar transmissions. And something else happened. Metallic objects -- albeit very small ones, a few tons at most -- escaped into orbit around the Earth. Some journeyed to the moons and planets. A race of advanced extraterrestrials watching our solar system from afar could confidently predict Earth's final doom in another six billion years. But could they have predicted this unprecedented spike less than halfway through the Earth's life? These human-induced alterations occupying overall less than a millionth of the elapsed lifetime and seemingly occurring with runaway speed? If they continued their vigil, what might these hypothetical aliens witness in the next hundred years? Will some spasm foreclose Earth's future? Or will the biosphere stabilize? Or will some of the metallic objects launched from the Earth spawn new oases, a post-human life elsewhere?
De planeet werd een intense bron van radiogolven - de totale output van TV, mobiele telefoons en radar uitzendingen. En er gebeurde nog iets anders. Metalen voorwerpen - weliswaar zeer kleine, hooguit een paar ton wegend - ontsnapten in een baan rond de Aarde. Sommige reisden naar de manen en planeten. Een ras van geavanceerde buitenaardse wezens, die vanuit de verte ons zonnestelsel observeren, kunnen de definitieve ondergang van de aarde na nog eens zes miljard jaar voorspellen. Maar zouden ze deze ongeziene piek, minder dan halverwege de levensduur van de aarde, hebben voorspeld? Deze door de mens veroorzaakte veranderingen nemen minder dan een miljoenste van de totale verstreken levensduur in beslag en doen zich voor met een op hol geslagen snelheid. Als ze doorgaan met observeren, waarvan zouden deze hypothetische aliens dan in de komende honderd jaar getuige zijn? Zal een of andere ramp de toekomst van de aarde hypothekeren? Of zal de biosfeer zich stabiliseren? Of zal een deel van de metalen voorwerpen gelanceerd vanaf de Aarde elders nieuwe oases voor een post-menselijk leven creëren?
The science done by the young Einstein will continue as long as our civilization, but for civilization to survive, we'll need the wisdom of the old Einstein -- humane, global and farseeing. And whatever happens in this uniquely crucial century will resonate into the remote future and perhaps far beyond the Earth, far beyond the Earth as depicted here. Thank you very much.
De wetenschap van de jonge Einstein zal blijven gelden zolang onze beschaving duurt. Maar om de beschaving te laten overleven hebben we de wijsheid van de oude Einstein nodig - humaan, globaal en vooruitziend. Wat er ook gebeurt in deze uniek cruciale eeuw, het zal resoneren in de verre toekomst en misschien tot ver buiten de aarde, ver buiten de aarde, zoals hier afgebeeld. Dankuwel.
(Applause)
(Applaus)