Each of you possesses the most powerful, dangerous and subversive trait that natural selection has ever devised. It's a piece of neural audio technology for rewiring other people's minds. I'm talking about your language, of course, because it allows you to implant a thought from your mind directly into someone else's mind, and they can attempt to do the same to you, without either of you having to perform surgery. Instead, when you speak, you're actually using a form of telemetry not so different from the remote control device for your television. It's just that, whereas that device relies on pulses of infrared light, your language relies on pulses, discrete pulses, of sound.
Ieder van jullie bezit de meest krachtige, gevaarlijke en subversieve karaktertrek die de natuurlijke selectie ooit heeft bedacht. Het is een stukje neurale audiotechnologie voor het herbedraden van de hoofden van andere mensen. Ik heb het natuurlijk over je taal, omdat ze je toestaat om een gedachte uit je eigen geest direct in andermans gedachten te implanteren. Die anderen kunnen proberen om hetzelfde te doen met jou zonder dat een van jullie een operatie hoeft uit te voeren. In plaats daarvan gebruik je, wanneer je spreekt, in feite een vorm van telemetrie die niet zoveel verschilt van de afstandsbediening voor je televisie. Terwijl dat apparaat gebruik maakt van pulsen van infrarood licht, is taal gebaseerd op discrete geluidspulsen.
And just as you use the remote control device to alter the internal settings of your television to suit your mood, you use your language to alter the settings inside someone else's brain to suit your interests. Languages are genes talking, getting things that they want. And just imagine the sense of wonder in a baby when it first discovers that, merely by uttering a sound, it can get objects to move across a room as if by magic, and maybe even into its mouth.
Net zoals je de afstandsbediening gebruikt om de interne instellingen van je televisie te wijzigen om bij je stemming te passen, gebruik je taal om de instellingen van andermans hersenen te wijzigen en ze aan jouw belangen aan te passen. Talen zijn genen die praten om de dingen die ze willen, te krijgen. Stel je het gevoel van verwondering bij een baby voor wanneer hij voor het eerst ontdekt dat hij, alleen maar door het uiten van een geluid, als bij toverslag kan maken dat objecten door de kamer gaan bewegen. En ze misschien zelfs in zijn mond kan laten terechtkomen.
Now language's subversive power has been recognized throughout the ages in censorship, in books you can't read, phrases you can't use and words you can't say. In fact, the Tower of Babel story in the Bible is a fable and warning about the power of language. According to that story, early humans developed the conceit that, by using their language to work together, they could build a tower that would take them all the way to heaven. Now God, angered at this attempt to usurp his power, destroyed the tower, and then to ensure that it would never be rebuilt, he scattered the people by giving them different languages -- confused them by giving them different languages. And this leads to the wonderful irony that our languages exist to prevent us from communicating. Even today, we know that there are words we cannot use, phrases we cannot say, because if we do so, we might be accosted, jailed, or even killed. And all of this from a puff of air emanating from our mouths.
De subversieve kracht van taal is door de eeuwen heen erkend in censuur, in boeken die je niet mag lezen, in zinnen die je niet mag gebruiken en woorden die je niet mag zeggen. In feite is het Bijbelse verhaal van de Toren van Babel een fabel en een waarschuwing over de kracht van taal. Volgens dat verhaal werden vroegere mensen zo verwaand om door middel van hun taal samen te werken en een toren te bouwen die hen allemaal tot in de hemel kon voeren. In zijn boosheid om deze poging Zijn macht te beknotten, vernietigde God de toren. Om ervoor te zorgen dat hij nooit kon worden herbouwd, verspreidde Hij de mensen door ze verschillende talen te geven - verwarde Hij hen door verschillende talen. Dit leidt tot de wonderlijke ironie dat onze talen bestaan om te voorkomen dat we communiceren. Zelfs vandaag de dag weten we dat er woorden zijn die we niet mogen gebruiken, zinnen die we niet mogen zeggen, op straffe van aangehouden, gevangen gezet of zelfs gedood te worden. Dit alles door een wolkje lucht uit onze monden.
Now all this fuss about a single one of our traits tells us there's something worth explaining. And that is how and why did this remarkable trait evolve, and why did it evolve only in our species? Now it's a little bit of a surprise that to get an answer to that question, we have to go to tool use in the chimpanzees. Now these chimpanzees are using tools, and we take that as a sign of their intelligence. But if they really were intelligent, why would they use a stick to extract termites from the ground rather than a shovel? And if they really were intelligent, why would they crack open nuts with a rock? Why wouldn't they just go to a shop and buy a bag of nuts that somebody else had already cracked open for them? Why not? I mean, that's what we do.
Al dit gedoe over één van onze kenmerken vertelt ons dat er iets de moeite waard is om uit te leggen. Dat is hoe en waarom deze opmerkelijke eigenschap zich ontwikkelde en waarom dat alleen bij onze soort gebeurde. Het is een beetje een verrassing dat om een antwoord op die vraag te krijgen, we moeten gaan kijken naar werktuiggebruik bij de chimpansees. Deze chimpansees gebruiken werktuigen en we zien dat als een teken van intelligentie. Maar als ze echt intelligent zijn, waarom gebruiken ze dan een stok om termieten uit de grond te halen in plaats van een schop? Als ze echt intelligent zijn, waarom zitten ze dan noten te kraken met een steen? Waarom gaan ze dan niet gewoon in een winkel een zak noten kopen die iemand anders al voor hen heeft gekraakt? Waarom niet? Ik bedoel: dat is wat wij doen.
Now the reason the chimpanzees don't do that is that they lack what psychologists and anthropologists call social learning. They seem to lack the ability to learn from others by copying or imitating or simply watching. As a result, they can't improve on others' ideas or learn from others' mistakes -- benefit from others' wisdom. And so they just do the same thing over and over and over again. In fact, we could go away for a million years and come back and these chimpanzees would be doing the same thing with the same sticks for the termites and the same rocks to crack open the nuts.
De reden dat chimpansees dat niet doen, is dat ze wat psychologen en antropologen 'sociaal leren' noemen, missen. Het lijkt dat hen het vermogen ontbreekt om van anderen te leren door kopiëren, imiteren of gewoon kijken. Als gevolg daarvan kunnen ze de ideeën van anderen niet verbeteren of leren van de fouten van anderen - profiteren van andermans wijsheid. En zo blijven ze altijd maar weer hetzelfde doen - opnieuw en opnieuw en opnieuw. In feite zouden we kunnen weggaan en na een miljoen jaar terugkomen en deze chimpansees zouden nog altijd hetzelfde doen met dezelfde stokken voor termieten en dezelfde stenen om noten te kraken.
Now this may sound arrogant, or even full of hubris. How do we know this? Because this is exactly what our ancestors, the Homo erectus, did. These upright apes evolved on the African savanna about two million years ago, and they made these splendid hand axes that fit wonderfully into your hands. But if we look at the fossil record, we see that they made the same hand axe over and over and over again for one million years. You can follow it through the fossil record. Now if we make some guesses about how long Homo erectus lived, what their generation time was, that's about 40,000 generations of parents to offspring, and other individuals watching, in which that hand axe didn't change. It's not even clear that our very close genetic relatives, the Neanderthals, had social learning. Sure enough, their tools were more complicated than those of Homo erectus, but they too showed very little change over the 300,000 years or so that those species, the Neanderthals, lived in Eurasia.
Dat klinkt misschien arrogant of zelfs overmoedig. Hoe weten we dit? Omdat dit precies is wat onze voorouder, de Homo erectus, deed. Deze rechtoplopende apen evolueerden ongeveer twee miljoen jaar geleden op de Afrikaanse savanne. Ze maakten deze prachtige vuistbijlen die mooi in je hand passen. Maar als we kijken naar het fossielenbestand, dan zien we dat ze dezelfde vuistbijl steeds weer opnieuw maakten. Een miljoen jaar lang. Je kan dat volgen in het fossielenbestand. Als we de levensduur van Homo erectus gissen en wat hun generatietijd was, dan komt dat overeen met ongeveer 40.000 generaties van ouders naar kinderen en andere personen die toekeken, zonder dat deze vuistbijl veranderde. Het is zelfs onduidelijk of onze zeer nauwe genetische verwanten, de Neanderthalers, sociaal leren kenden. Hun gereedschap was wel ingewikkelder dan dat van Homo erectus, maar ook zij tonen weinig verandering in de meer dan 300.000 jaar of zo dat deze soort, de Neanderthalers, in Eurazië leefde.
Okay, so what this tells us is that, contrary to the old adage, "monkey see, monkey do," the surprise really is that all of the other animals really cannot do that -- at least not very much. And even this picture has the suspicious taint of being rigged about it -- something from a Barnum & Bailey circus.
Wat dit ons vertelt, is dat, in tegenstelling tot het oude gezegde, "Alle apen apen apen na", het verrassend is dat alle andere dieren dat niet kunnen - in ieder geval niet veel. Zelfs deze foto lijkt verdacht veel op opgezet spel - iets uit een circus van Barnum & Bailey.
But by comparison, we can learn. We can learn by watching other people and copying or imitating what they can do. We can then choose, from among a range of options, the best one. We can benefit from others' ideas. We can build on their wisdom. And as a result, our ideas do accumulate, and our technology progresses. And this cumulative cultural adaptation, as anthropologists call this accumulation of ideas, is responsible for everything around you in your bustling and teeming everyday lives. I mean the world has changed out of all proportion to what we would recognize even 1,000 or 2,000 years ago. And all of this because of cumulative cultural adaptation. The chairs you're sitting in, the lights in this auditorium, my microphone, the iPads and iPods that you carry around with you -- all are a result of cumulative cultural adaptation.
Wij daarentegen kunnen leren. We kunnen leren door te kijken naar andere mensen en kopiëren of imiteren wat ze kunnen doen. We kunnen dan uit een waaier van opties het beste kiezen. We kunnen profiteren van de ideeën van anderen. We kunnen verder bouwen op hun wijsheid. Als gevolg daarvan gaan onze ideeën accumuleren en gaat onze technologie vooruit. Deze cumulatieve culturele aanpassing, zoals antropologen ze noemen, deze accumulatie van ideeën is verantwoordelijk voor alles om je heen in je bruisende en jachtige dagelijkse leven. Ik bedoel: de wereld is buiten alle proporties veranderd van hoe we hem zelfs 1.000 of 2.000 jaar geleden ervoeren. Allemaal door de cumulatieve culturele aanpassing. De stoelen waar je op zit, de lichten in deze zaal, mijn microfoon, de iPads en iPods die je bij je hebt: allemaal een gevolg van de cumulatieve culturele aanpassing.
Now to many commentators, cumulative cultural adaptation, or social learning, is job done, end of story. Our species can make stuff, therefore we prospered in a way that no other species has. In fact, we can even make the "stuff of life" -- as I just said, all the stuff around us. But in fact, it turns out that some time around 200,000 years ago, when our species first arose and acquired social learning, that this was really the beginning of our story, not the end of our story. Because our acquisition of social learning would create a social and evolutionary dilemma, the resolution of which, it's fair to say, would determine not only the future course of our psychology, but the future course of the entire world. And most importantly for this, it'll tell us why we have language.
Voor veel commentatoren is met de cumulatieve culturele aanpassing of sociaal leren, de taak volbracht, einde verhaal. Onze soort kan spullen maken. Daardoor werden we rijk zoals geen enkele andere soort dat ooit is geweest. In feite kunnen we zelfs de "dingen van het leven" maken - zoals ik al zei, alle dingen om ons heen. Maar in feite blijkt dat zo'n 200.000 jaar geleden, toen onze soort ontstond en sociaal leren verwierf, dat dit pas het begin van ons verhaal was, niet het einde van ons verhaal. Dat sociaal leren zou leiden tot een sociaal en evolutionair dilemma, waarvan de afloop, moeten we zeggen, niet alleen de koers van onze psychologie maar de koers van de hele wereld zou bepalen. Het belangrijkste is dat het ons zal vertellen waarom we taal hebben.
And the reason that dilemma arose is, it turns out, that social learning is visual theft. If I can learn by watching you, I can steal your best ideas, and I can benefit from your efforts, without having to put in the time and energy that you did into developing them. If I can watch which lure you use to catch a fish, or I can watch how you flake your hand axe to make it better, or if I follow you secretly to your mushroom patch, I can benefit from your knowledge and wisdom and skills, and maybe even catch that fish before you do. Social learning really is visual theft. And in any species that acquired it, it would behoove you to hide your best ideas, lest somebody steal them from you.
Dit dilemma is ontstaan omdat blijkt dat sociaal leren visuele diefstal is. Als ik kan leren door naar je te kijken, kan ik jouw beste ideeën stelen en profiteren van je inspanningen zonder daar zelf tijd en energie in te moeten steken. Als ik zie welk lokaas jij gebruikt om een vis te vangen, of ik kan kijken hoe jij je handbijl afvlakt om hem beter te maken, of als ik je stiekem volg naar jouw paddenstoelenplekje, kan ik profiteren van je kennis, wijsheid en vaardigheden, en misschien zelf die vis vangen voordat jij dat doet. Sociaal leren is echt visuele diefstal. Voor elke soort die dat verwierf, was het voordelig je beste ideeën te verbergen, opdat niemand ze van je kon stelen.
And so some time around 200,000 years ago, our species confronted this crisis. And we really had only two options for dealing with the conflicts that visual theft would bring. One of those options was that we could have retreated into small family groups. Because then the benefits of our ideas and knowledge would flow just to our relatives. Had we chosen this option, sometime around 200,000 years ago, we would probably still be living like the Neanderthals were when we first entered Europe 40,000 years ago. And this is because in small groups there are fewer ideas, there are fewer innovations. And small groups are more prone to accidents and bad luck. So if we'd chosen that path, our evolutionary path would have led into the forest -- and been a short one indeed.
Rond 200.000 jaar geleden werd onze soort met deze crisis geconfronteerd. We hadden maar twee opties voor het omgaan met de conflicten die visuele diefstal met zich meebracht. Een van die opties was dat we ons konden hebben teruggetrokken in kleine familiegroepen. Omdat dan de voordelen van onze ideeën en kennis alleen maar ten goede konden komen aan onze eigen familieleden. Hadden we ergens rond 200.000 jaar geleden voor deze optie gekozen, dan zouden we waarschijnlijk nog leven zoals de Neanderthalers toen we voor het eerst 40.000 jaar geleden Europa binnenkwamen. Omdat er in kleine groepen minder ideeën, minder innovaties voorkomen. Kleine groepen zijn meer vatbaar voor ongelukken en pech. Dus als we dat pad hadden gekozen, zou ons evolutionaire pad ons naar het bos hebben geleid - en zou het een kort lot beschoren zijn geweest.
The other option we could choose was to develop the systems of communication that would allow us to share ideas and to cooperate amongst others. Choosing this option would mean that a vastly greater fund of accumulated knowledge and wisdom would become available to any one individual than would ever arise from within an individual family or an individual person on their own. Well, we chose the second option, and language is the result.
De andere optie die we konden kiezen, was om communicatiesystemen te ontwikkelen, wat ons in staat zou stellen om ideeën te delen, samen te werken en andere voordelen te genieten. Het kiezen van deze optie zou betekenen dat een veel grotere schat aan geaccumuleerde kennis en wijsheid voor elk individu beschikbaar zou komen dan ooit zou ontstaan vanuit een individueel gezin of een individu op zichzelf. We kozen voor de tweede optie en taal is het resultaat.
Language evolved to solve the crisis of visual theft. Language is a piece of social technology for enhancing the benefits of cooperation -- for reaching agreements, for striking deals and for coordinating our activities. And you can see that, in a developing society that was beginning to acquire language, not having language would be a like a bird without wings. Just as wings open up this sphere of air for birds to exploit, language opened up the sphere of cooperation for humans to exploit. And we take this utterly for granted, because we're a species that is so at home with language,
Taal ontwikkelde zich om de crisis van de visuele diefstal op te lossen. Taal is een stukje sociale technologie voor het verbeteren van de voordelen van samenwerking - voor het bereiken van overeenkomsten, om handel te drijven en om onze activiteiten te coördineren. Je kunt inzien dat in een zich ontwikkelende samenleving die taal begon te verwerven, niet over taal beschikken hetzelfde zou zijn een als een vogel zonder vleugels. Net zoals vleugels vogels toelaten om het luchtruim te benutten, laat taal de mensen toe om de sfeer van samenwerking te benutten. Wij vinden dit vanzelfsprekend, omdat we een soort zijn die zo thuis is in taal.
but you have to realize that even the simplest acts of exchange that we engage in are utterly dependent upon language. And to see why, consider two scenarios from early in our evolution. Let's imagine that you are really good at making arrowheads, but you're hopeless at making the wooden shafts with the flight feathers attached. Two other people you know are very good at making the wooden shafts, but they're hopeless at making the arrowheads. So what you do is -- one of those people has not really acquired language yet. And let's pretend the other one is good at language skills.
Maar je moet je realiseren dat zelfs de eenvoudigste handelingen van uitwisseling volkomen afhankelijk zijn van de taal. Overweeg de volgende twee scenario's van in het begin van onze evolutie. Laten we ons voorstellen dat je echt goed bent in het maken van pijlpunten, maar hopeloos in het maken van houten schachten met bevedering. Twee andere mensen die je kent zijn erg goed in het maken van de houten schachten, maar ze zijn hopeloos in het maken van de pijlpunten. Wat doe je dan - een van die mensen is nog niet echt goed in taal. Laten we doen alsof die ander daar beter in is.
So what you do one day is you take a pile of arrowheads, and you walk up to the one that can't speak very well, and you put the arrowheads down in front of him, hoping that he'll get the idea that you want to trade your arrowheads for finished arrows. But he looks at the pile of arrowheads, thinks they're a gift, picks them up, smiles and walks off. Now you pursue this guy, gesticulating. A scuffle ensues and you get stabbed with one of your own arrowheads. Okay, now replay this scene now, and you're approaching the one who has language. You put down your arrowheads and say, "I'd like to trade these arrowheads for finished arrows. I'll split you 50/50." The other one says, "Fine. Looks good to me. We'll do that." Now the job is done.
Op een dag neem je een stapel pijlpunten en ga je naar die ene die nog niet erg goed kan praten. Je legt je pijlpunten voor hem neer in de hoop dat hij het idee zal krijgen dat jij pijlpunten wil omwisselen voor pijlschachten. Maar hij kijkt naar de stapel pijlpunten, denkt dat ze een geschenk zijn, raapt ze op, glimlacht en loopt ermee weg. Jij loopt armenwiekend achter de kerel aan. Er ontstaat een handgemeen en je raakt gewond door een van je eigen pijlpunten. We doen deze scène over. Maar nu ga je naar degene die al beter met taal overweg kan. Je legt je pijlpunten neer en zegt: "Ik wil graag deze pijlpunten omwisselen voor schachten. We maken er een 50/50-deal van." De ander zegt: "Fijn. Ziet er goed uit voor mij. We doen het." Klus geklaard.
Once we have language, we can put our ideas together and cooperate to have a prosperity that we couldn't have before we acquired it. And this is why our species has prospered around the world while the rest of the animals sit behind bars in zoos, languishing. That's why we build space shuttles and cathedrals while the rest of the world sticks sticks into the ground to extract termites. All right, if this view of language and its value in solving the crisis of visual theft is true, any species that acquires it should show an explosion of creativity and prosperity. And this is exactly what the archeological record shows.
Zodra we taal hebben, kunnen we onze ideeën samenbrengen en samenwerken om tot een welvaart te komen die voorheen onbereikbaar was. Dat is de reden waarom onze soort het over de hele wereld zo goed doet terwijl de rest van de dieren in dierentuinen een kwijnend bestaan achter de tralies leiden. Dat is waarom wij spaceshuttles en kathedralen bouwen terwijl de rest van de wereld stokken in de grond steekt op zoek naar termieten. Als deze kijk op taal klopt, alsook de waarde ervan bij het oplossen van de crisis van de visuele diefstal, dan zal elke soort die ze verwerft een explosie van creativiteit en welvaart te zien geven. Dat is precies wat het archeologische archief laat zien.
If you look at our ancestors, the Neanderthals and the Homo erectus, our immediate ancestors, they're confined to small regions of the world. But when our species arose about 200,000 years ago, sometime after that we quickly walked out of Africa and spread around the entire world, occupying nearly every habitat on Earth. Now whereas other species are confined to places that their genes adapt them to, with social learning and language, we could transform the environment to suit our needs. And so we prospered in a way that no other animal has. Language really is the most potent trait that has ever evolved. It is the most valuable trait we have for converting new lands and resources into more people and their genes that natural selection has ever devised.
Als je kijkt naar onze voorouders, dan zijn de Neanderthalers en de Homo erectus, onze directe voorouders, beperkt tot kleine delen van de wereld. Maar toen onze soort ongeveer 200.000 jaar geleden ontstond, verspreidde ze zich al snel nadat we Afrika hadden verlaten over de hele wereld en bezette ze bijna elk leefgebied op aarde. Terwijl andere soorten beperkt zijn tot de plekken waarvoor hun genen hen hebben aangepast, konden wij door sociaal leren en taal het milieu transformeren om te voldoen aan onze eigen behoeften. Zo konden we floreren zoals geen enkel ander dier dat ooit deed. Taal is echt de meest krachtige eigenschap die we ooit hebben ontwikkeld. Het is de meest waardevolle eigenschap die we hebben om nieuw land en hulpbronnen om te zetten in meer mensen en hun genen dan natuurlijke selectie ooit heeft bedacht.
Language really is the voice of our genes. Now having evolved language, though, we did something peculiar, even bizarre. As we spread out around the world, we developed thousands of different languages. Currently, there are about seven or 8,000 different languages spoken on Earth. Now you might say, well, this is just natural. As we diverge, our languages are naturally going to diverge. But the real puzzle and irony is that the greatest density of different languages on Earth is found where people are most tightly packed together.
Taal is echt de stem van onze genen. Nu we taal hadden ontwikkeld, deden we iets bijzonders, zelfs bizars. Terwijl we ons over de hele wereld verspreidden, ontwikkelden we duizenden verschillende talen. Op dit moment worden er ongeveer 7 of 8.000 verschillende talen gesproken op aarde. Nu zou je kunnen zeggen, nou ja, dat is maar natuurlijk. Als we uit elkaar gaan, zullen onze talen natuurlijk gaan verschillen. Maar het echte raadsel, de ironie is dat de grootste dichtheid van verschillende talen op aarde te vinden is waar mensen het dichtst op elkaar wonen.
If we go to the island of Papua New Guinea, we can find about 800 to 1,000 distinct human languages, different human languages, spoken on that island alone. There are places on that island where you can encounter a new language every two or three miles. Now, incredible as this sounds, I once met a Papuan man, and I asked him if this could possibly be true. And he said to me, "Oh no. They're far closer together than that." And it's true; there are places on that island where you can encounter a new language in under a mile. And this is also true of some remote oceanic islands.
Op het eiland Papoea-Nieuw-Guinea vinden we ongeveer 800 tot 1.000 onderscheiden menselijke talen, verschillende menselijke talen, gesproken op dat eiland alleen. Er zijn plekken op dat eiland waar je om de drie, vier kilometer een nieuwe taal kunt tegenkomen. Hoe ongelooflijk dit ook klinkt, ik ontmoette eens een Papoea en vroeg hem of dit waar kon zijn. Hij zei: "Ach nee. Ze zitten nog veel dichter bij elkaar dan dat." Het is waar, er zijn plekken op dat eiland waar je op een goede kilometer een nieuwe taal kunt tegenkomen. Dat geldt ook voor sommige afgelegen oceanische eilanden.
And so it seems that we use our language, not just to cooperate, but to draw rings around our cooperative groups and to establish identities, and perhaps to protect our knowledge and wisdom and skills from eavesdropping from outside. And we know this because when we study different language groups and associate them with their cultures, we see that different languages slow the flow of ideas between groups. They slow the flow of technologies. And they even slow the flow of genes. Now I can't speak for you, but it seems to be the case that we don't have sex with people we can't talk to. (Laughter) Now we have to counter that, though, against the evidence we've heard that we might have had some rather distasteful genetic dalliances with the Neanderthals and the Denisovans.
Het lijkt erop dat we taal niet alleen gebruiken om samen te werken, maar ook om kringen rond onze coöperatieve groepen af te bakenen, om een identiteit vast te leggen en misschien om onze kennis, wijsheid en vaardigheden te beschermen tegen afluisteren van buitenaf. Hoe weten we dat? Als we verschillende taalgroepen bestuderen en deze koppelen aan hun cultuur, zien we dat verschillende talen de doorstroming van ideeën tussen groepen vertragen. Ze vertragen de doorstroming van technologieën. Ze vertragen zelfs de stroom van genen. Nu weet ik niet hoe dat met jullie zit, maar het lijkt zo te zijn dat we geen seks hebben met mensen waar we niet mee kunnen praten. (Gelach) Nu moeten we dat toch tegenspreken, al hebben we hier bewijzen gehoord dat er ooit nogal smakeloos genetisch gestoei met Neanderthalers en Homo Denisova heeft plaatsgevonden.
(Laughter)
(Gelach)
Okay, this tendency we have, this seemingly natural tendency we have, towards isolation, towards keeping to ourselves, crashes head first into our modern world. This remarkable image is not a map of the world. In fact, it's a map of Facebook friendship links. And when you plot those friendship links by their latitude and longitude, it literally draws a map of the world. Our modern world is communicating with itself and with each other more than it has at any time in its past. And that communication, that connectivity around the world, that globalization now raises a burden. Because these different languages impose a barrier, as we've just seen, to the transfer of goods and ideas and technologies and wisdom. And they impose a barrier to cooperation.
Maar deze tendens, deze schijnbaar natuurlijke neiging tot isolement, tot onder elkaar blijven, loopt te pletter tegen onze moderne wereld. Deze opmerkelijke afbeelding is geen kaart van de wereld. In feite is het een kaart van vriendschapbanden op Facebook. Als je die vriendschapskoppelingen op hun lengte- en breedtegraad uitzet, tekenen ze letterlijk een kaart van de wereld. Onze moderne wereld communiceert met zichzelf en met elkaar meer dan dat dat ooit in het verleden het geval was. Die communicatie, die verbinding over de hele wereld, die globalisering roept zo haar eigen problemen op. Omdat deze verschillende talen, zoals we net hebben gezien, een hindernis vormen voor de overdracht van goederen, ideeën, technologieën en wijsheid. Ze vormen een hindernis voor samenwerking.
And nowhere do we see that more clearly than in the European Union, whose 27 member countries speak 23 official languages. The European Union is now spending over one billion euros annually translating among their 23 official languages. That's something on the order of 1.45 billion U.S. dollars on translation costs alone. Now think of the absurdity of this situation. If 27 individuals from those 27 member states sat around table, speaking their 23 languages, some very simple mathematics will tell you that you need an army of 253 translators to anticipate all the pairwise possibilities. The European Union employs a permanent staff of about 2,500 translators. And in 2007 alone -- and I'm sure there are more recent figures -- something on the order of 1.3 million pages were translated into English alone.
Nergens zien we dat duidelijker dan in de Europese Unie waarvan de 27 lidstaten 23 officiële talen spreken. De Europese Unie besteedt nu meer dan een miljard euro per jaar aan het vertalen tussen hun 23 officiële talen. Dat is zowat 1,45 miljard dollar aan vertaalkosten alleen. Denk eens aan de absurditeit van deze situatie. Als 27 mensen van die 27 lidstaten rond de tafel zitten met hun 23 talen, dan kan zeer eenvoudige wiskunde je vertellen dat je een leger van 253 vertalers nodig hebt om te anticiperen op alle paarsgewijze mogelijkheden. De Europese Unie heeft een vaste staf van ongeveer 2.500 vertalers. Alleen al in 2007 - en ik weet zeker dat er meer recente cijfers bestaan - werden ongeveer 1,3 miljoen pagina's vertaald naar het Engels alleen.
And so if language really is the solution to the crisis of visual theft, if language really is the conduit of our cooperation, the technology that our species derived to promote the free flow and exchange of ideas, in our modern world, we confront a question. And that question is whether in this modern, globalized world we can really afford to have all these different languages.
Als taal echt de oplossing is voor de crisis van de visuele diefstal, als taal echt de leidraad van onze samenwerking is, de technologie die onze soort uitvond voor het bevorderen van de vrije stroom en uitwisseling van ideeën in onze moderne wereld, dan hebben we ons een vraag te stellen. En die vraag is of we in deze moderne, geglobaliseerde wereld het ons nog kunnen veroorloven om al deze verschillende talen te hebben.
To put it this way, nature knows no other circumstance in which functionally equivalent traits coexist. One of them always drives the other extinct. And we see this in the inexorable march towards standardization. There are lots and lots of ways of measuring things -- weighing them and measuring their length -- but the metric system is winning. There are lots and lots of ways of measuring time, but a really bizarre base 60 system known as hours and minutes and seconds is nearly universal around the world. There are many, many ways of imprinting CDs or DVDs, but those are all being standardized as well. And you can probably think of many, many more in your own everyday lives.
De natuur kent geen andere omstandigheid waarin functioneel gelijkwaardige eigenschappen naast elkaar bestaan. Een van hen drijft altijd de andere tot uitsterven. We zien dit in de onverbiddelijke opmars in de richting van standaardisatie. Er zijn heel veel manieren om dingen te meten - te wegen en hun lengte te meten - maar het metrieke stelsel krijgt de overhand. Er zijn heel veel manieren om tijd te meten, maar een echt bizar, 60-delig systeem, bekend als uren, minuten en seconden, is bijna universeel over de hele wereld. Er zijn vele, vele manieren om cd's of dvd's te drukken, maar ook die zijn allemaal gestandaardiseerd. Zo kan je waarschijnlijk nog veel meer dingen uit je eigen dagelijkse ervaring bedenken.
And so our modern world now is confronting us with a dilemma. And it's the dilemma that this Chinese man faces, who's language is spoken by more people in the world than any other single language, and yet he is sitting at his blackboard, converting Chinese phrases into English language phrases. And what this does is it raises the possibility to us that in a world in which we want to promote cooperation and exchange, and in a world that might be dependent more than ever before on cooperation to maintain and enhance our levels of prosperity, his actions suggest to us it might be inevitable that we have to confront the idea that our destiny is to be one world with one language.
Onze moderne wereld confronteert ons nu met een dilemma. Het is het dilemma waar deze Chinese man mee te maken heeft. Zijn taal wordt door meer mensen in de wereld gesproken dan enige andere taal. Toch zit hij voor zijn bord Chinese zinnen om te zetten naar Engelse zinnen. Dit suggereert dat we in een wereld leven waarin we samenwerking en uitwisseling willen bevorderen. Een wereld die meer dan ooit tevoren afhankelijk zou kunnen zijn van samenwerking om ons niveau van welvaart te behouden en te versterken. Wat hij doet, suggereert ons dat het misschien onvermijdelijk is dat we aan het idee gaan wennen van een wereld met één taal.
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)
Matt Ridley: Mark, one question. Svante found that the FOXP2 gene, which seems to be associated with language, was also shared in the same form in Neanderthals as us. Do we have any idea how we could have defeated Neanderthals if they also had language?
Matt Ridley: Mark, een vraag. Svante heeft vastgesteld dat het FOXP2-gen, dat lijkt te worden geassocieerd met taal, in dezelfde vorm bij de Neanderthalers voorkwam als bij ons. Hebben we enig idee hoe we de Neanderthalers konden overwinnen als ze ook taal hadden?
Mark Pagel: This is a very good question. So many of you will be familiar with the idea that there's this gene called FOXP2 that seems to be implicated in some ways in the fine motor control that's associated with language. The reason why I don't believe that tells us that the Neanderthals had language is -- here's a simple analogy: Ferraris are cars that have engines. My car has an engine, but it's not a Ferrari. Now the simple answer then is that genes alone don't, all by themselves, determine the outcome of very complicated things like language. What we know about this FOXP2 and Neanderthals is that they may have had fine motor control of their mouths -- who knows. But that doesn't tell us they necessarily had language.
Mark Pagel: Dit is een zeer goede vraag. Velen van jullie zullen bekend zijn met het idee van dit FOXP2-gen dat in sommige opzichten een rol lijkt te spelen bij de fijne motoriek die wordt geassocieerd met taal. De reden waarom ik niet geloof dat ons dat vertelt dat Neanderthalers taal hadden, is - hier een eenvoudige analogie: Ferrari's zijn auto's met motoren. Mijn auto heeft een motor, maar het is geen Ferrari. Het eenvoudige antwoord op die vraag is dat genen niet de enige bepalende factor zijn voor de uitkomst van zeer ingewikkelde dingen als taal. Wat we weten over dit FOXP2 en Neanderthalers is dat zij wellicht fijne motoriek van de mond hebben gehad. Maar dat betekent niet dat ze per se over taal beschikten.
MR: Thank you very much indeed.
MR: Heel erg bedankt.
(Applause)
(Applaus)