The two places where I feel most free aren't actually places. They're moments. The first is inside of dance. Somewhere between rising up against gravity and the feeling that the air beneath me is falling in love with my body's weight. I'm dancing and the air is carrying me like I might never come down. The second place that I feel free is after scoring a goal on the soccer pitch. My body floods with the chemical that they put inside of EpiPens to revive the dead, and I am weightless, raceless.
De twee plaatsen waar ik me het meest vrij voel, zijn eigenlijk geen plaatsen. Het zijn momenten. Het eerste is in een dans. Ergens tussen in opstand komen tegen de zwaartekracht en voelen dat de lucht onder mij verliefd wordt op het gewicht van mijn lichaam. Ik ben aan het dansen en de lucht draagt me alsof ik nooit zou vallen. De tweede plek waar ik me vrij voel, is na een doelpunt op een voetbalveld. Mijn lichaam zit vol van de chemische stof die ze in epinefrine-spuiten stoppen om de doden te doen herleven, en ik ben gewichtloos, 'rasloos'.
My story is this: I'm a curator at a contemporary arts center, but I don't really believe in art that doesn't bleed or sweat or cry. I imagine that my kids are going to live in a time when the most valuable commodities are fresh water and empathy. I love pretty dances and majestic sculpture as much as the next guy, but give me something else to go with it. Lift me up with the aesthetic sublime and give me a practice or some tools to turn that inspiration into understanding and action.
Dit is mijn verhaal: Ik ben curator in een centrum voor hedendaagse kunst, maar ik geloof niet echt in kunst die niet bloedt of zweet of weent. Ik beeld me in dat mijn kinderen zullen leven in een tijd waarin de waardevolste basisproducten drinkbaar water en empathie zijn. Ik hou van mooie dansen en majestueuze sculpturen net zoals een ander, maar geef me iets complementairs. Til me op met iets esthetisch subliems en geef me een opdracht of middelen om die inspiratie om te zetten in inzicht en actie.
For instance, I'm a theater maker who loves sports. When I was making my latest piece /peh-LO-tah/ I thought a lot about how soccer was a means for my own immigrant family to foster a sense of continuity and normality and community within the new context of the US. In this heightened moment of xenophobia and assault on immigrant identity, I wanted to think through how the game could serve as an affirmational tool for first-generation Americans and immigrant kids, to ask them to consider movement patterns on the field as kin to migratory patterns across social and political borders. Whether footballers or not, immigrants in the US play on endangered ground. I wanted to help the kids understand that the same muscle that they use to plan the next goal can also be used to navigate the next block.
Ik ben bijvoorbeeld een theatermaker die van sport houdt. Bij de productie van mijn laatste stuk, /peh-LO-tah/, dacht ik veel na over hoe voetbal een middel is voor mijn immigrantengezin om een gevoel van continuïteit, normaliteit en gemeenschap te koesteren in de nieuwe context van de VS. In dit versterkt moment van xenofobie en aanslagen op immigrantenidentiteit, wou ik erover nadenken hoe voetbal kan dienen als een bekrachtigend middel voor eerstegeneratieamerikanen en migrantenkinderen, om hen te vragen om bewegingspatronen op het veld te beschouwen als verwant aan migratiestromen over sociale en politieke grenzen. Als voetballer of niet, immigranten in de VS spelen op een gevaarlijk veld. Ik wilde kinderen helpen om te snappen dat dezelfde spier die ze gebruiken om het volgende doelpunt te plannen ook gebruikt kan worden om zich in de volgende straat te begeven.
For me, freedom exists in the body. We talk about it abstractly and even divisively, like "protect our freedom," "build this wall," "they hate us because of our freedom." We have all these systems that are beautifully designed to incarcerate us or deport us, but how do we design freedom? For these kids, I wanted to track the idea back to something that exists inside that no one could take away, so I developed this curriculum that's part poli-sci class, part soccer tournament, inside of an arts festival. It accesses /peh-LO-tah/'s field of inquiry to create a sports-based political action for young people. The project is called "Moving and Passing." It intersects curriculum development, site-specific performance and the politics of joy, while using soccer as a metaphor for the urgent question of enfranchisement among immigrant youth.
Voor mij bestaat vrijheid in het lichaam. We praten er abstract over en zelfs vervreemdend, zoals: "Bescherm onze vrijheid", "Bouw deze muur", "Ze haten ons omwille van onze vrijheid." We hebben al deze systemen die netjes zijn ontworpen om ons op te sluiten of te deporteren, maar hoe ontwerpen we vrijheid? Voor deze kinderen, wou ik het idee terugspoelen naar iets dat binnenin zit en niemand kan wegnemen, dus ontwikkelde ik dit curriculum dat deels politieke wetenschappen, deels voetbaltoernooi is, in een kunstfestival. Het gebruikt het onderzoeksgebied van /peh-LO-tah/ om politieke actie gebaseerd op sport te creëren voor jongeren. Het project heet 'Moving and Passing'. Het kruist curriculum ontwikkeling, locatie-bepaalde performance en de politiek van vreugde, terwijl voetbal als metafoor dient voor de belangrijke kwestie van politieke vrijheid voor migrantenjongeren.
Imagine that you are a 15-year-old kid from Honduras now living in Harlem, or you're a 13-year-old girl born in DC to two Nigerian immigrants. You love the game. You're on the field with your folks. You've just been practicing dribbling through cones for, like, 15 minutes, and then, all of a sudden, a marching band comes down the field. I want to associate the joy of the game with the exuberance of culture, to locate the site of joy in the game at the same physical coordinate as being politically informed by art, a grass-laden theater for liberation. We spend a week looking at how the midfielder would explain Black Lives Matter, or how the goalkeeper would explain gun control, or how a defender's style is the perfect metaphor for the limits of American exceptionalism. As we study positions on the field, we also name and imagine our own freedoms.
Beeld je in dat je een vijftienjarige bent van Honduras die nu in Harlem woont, of je ben de dertienjarige dochter van Nigeriaanse migranten, geboren in Washington DC. Je houdt van voetbal. Je staat op het veld met je vrienden. Je hebt net geoefend om tussen kegels te dribbelen, zeg zo'n 15 minuten, en dan komt er plots een fanfare op het veld. Ik wil het plezier van het spel associëren met de exuberantie van cultuur, om de plaats van plezier in het spel te lokaliseren op hetzelfde fysieke coördinaat als politieke informatie krijgen door kunst, een theater vol gras voor bevrijding. We besteden een week om te ontdekken hoe het middenveld Black Lives Matter kan uitleggen, of hoe de doelman wapencontrole zou toelichten, of hoe de stijl van een verdediger de perfecte metafoor is voor de limieten van het Amerikaanse exceptionalisme. Terwijl we posities op het veld bestuderen, benoemen en bedenken we ook onze eigen vrijheden.
I don't know, man, soccer is, like, the only thing on this planet that we can all agree to do together. You know? It's like the official sport of this spinning ball. I want to be able to connect the joy of the game to the ever-moving footballer, to connect that moving footballer to immigrants who also moved in sight of a better position. Among these kids, I want to connect their families' histories to the bliss of a goal-scorer's run, family like that feeling after the ball beats the goalie, the closest thing going to freedom.
Ik weet het niet, man, voetbal is het enige op deze planeet dat we allemaal samen kunnen doen. Weet je? Het lijkt wel de officiële sport van deze draaiende bol. Ik wil de vreugde van het spel kunnen verbinden met de onvermoeibare voetballer, om die bewegende voetballer te koppelen aan migranten die ook bewegen op zoek naar een betere positie. Onder deze kinderen wil ik de geschiedenis van hun families koppelen aan de gelukzaligheid van een doelpuntenmaker, familie zoals dat gevoel wanneer de bal de doelman passeert, niets komt dichter bij vrijheid.
Thank you.
Bedankt.
(Applause)
(Applaus)