So, a few years ago, I was beginning a new unit on race with my fourth-graders. And whenever we start a new unit, I like to begin by having all the students list everything they know about it, and then we also list questions we have. And I had the type of moment that every teacher has nightmares about. One of my students had just asked the question, "Why are some people racist?" And another student, let's call her Abby, had just raised her hand and volunteered: "Maybe some people don't like black people because their skin is the color of poop." Yeah, I know.
Een paar jaar geleden begon ik een nieuw lessenblok over ras met mijn leerlingen uit groep zes. Wanneer we een nieuw lessenblok starten, begin ik door alle leerlingen te laten zeggen wat ze er al over weten en dan noemen we ook de vragen die we hebben. Ik had het soort moment waar elke leerkracht nachtmerries over heeft. Een van mijn leerlingen had zojuist gevraagd: "Waarom zijn sommige mensen racistisch?" Een andere leerlinge, laten we haar Abby noemen, had haar hand opgestoken en gesuggereerd: "Misschien houden sommige mensen niet van zwarte mensen omdat hun huid de kleur van poep heeft." Ja, ik weet het.
So, as if on cue, my entire class exploded. Half of them immediately started laughing, and the other half started yelling at Abby and shouting things like, "Oh, my God, you can't say that, that's racist!" So just take a second to freeze this scene in your mind. There's a class of nine- and ten-year-olds, and half of them are in hysterics because they think Abby has said something wildly funny, and the other half are yelling at her for saying something offensive. And then you have Abby, sitting there completely bewildered because, in her mind, she doesn't understand the weight of what she said and why everybody is reacting this way. And then you have me, the teacher, standing there in the corner, like, about to have a panic attack.
Alsof het afgesproken was ontplofte de hele klas. De helft begon meteen te lachen en de andere helft schreeuwde naar Abby, dingen als: "Dat kan je niet zeggen, dat is racistisch!" Neem eens een seconde om deze situatie voor je te zien. Een klas met kinderen van negen en tien jaar oud, waarvan de helft hysterisch is omdat ze denken dat Abby iets ontzettend grappigs heeft gezegd, en de andere helft schreeuwt naar haar omdat ze iets kwetsends heeft gezegd. En dan is er Abby die daar compleet verbijsterd zit, omdat ze niet begrijpt waarom haar woorden zo zwaar wegen en waarom iedereen zo reageert. En dan ik, de leerkracht, die in de hoek staat en bijna een paniekaanval krijgt.
So as a classroom teacher, I have to make split-second decisions all the time. And I knew I needed to react, but how? Consider your fight-or-flight instincts. I could fight by raising my voice and reprimanding her for her words. Or flight -- just change the subject and quickly start reaching for another subject, like anything to get my students' minds off the word "poop." However, as we know, the right thing to do is often not the easy thing to do. And as much as I wanted this moment to be over, and that I knew both of these options would help me escape the situation, I knew that this was far too important of a teachable moment to miss.
Als leerkracht moet ik continu in een oogwenk beslissingen nemen. Ik wist dat ik moest reageren, maar hoe? Bekijk het eens in het licht van de vecht-of-vluchtreactie. Ik kon vechten door mijn stem te verheffen en haar te berispen om haar woorden. Of vluchten -- simpelweg het onderwerp veranderen en snel iets anders vinden om de gedachten van mijn leerlingen van het woord 'poep' af te krijgen. Zoals we weten is het juiste niet altijd het makkelijkste om te doen. Hoe graag ik ook wilde dat dit moment voorbij ging, en wetende dat beide opties me zouden helpen aan de situatie te ontsnappen, wist ik ook dat dit leermoment te belangrijk was om te laten gaan.
So after standing there for what felt like an eternity, I unfroze and I turned to face my class, and I said, "Actually, Abby makes a point." And my students kind of looked at each other, all confused. And I continued, "One reason why racism exists is because people with light skin have looked at people with dark skin and said that their skin was ugly. And even use this reason as an excuse to dehumanize them. And the reason why we're learning about race and racism in the first place is to educate ourselves to know better. And to understand why comments like this are hurtful, and to make sure that people with dark skin are always treated with respect and kindness."
Nadat ik daar voor mijn gevoel een eeuwigheid had gestaan, ontdooide ik, draaide ik me om naar mijn klas en zei: "Abby heeft eigenlijk wel een punt." Mijn leerlingen keken naar elkaar, allemaal verward. En ik ging verder: "Een van de redenen waarom racisme bestaat, is omdat mensen met een lichte huid keken naar mensen met een donkere huid en zeiden dat hun huid lelijk was. Ze gebruikten deze reden zelfs als excuus om hen te ontmenselijken. De belangrijkste reden om te leren over ras en racisme is om te zorgen dat we beter weten dan dat. En om te begrijpen waarom opmerkingen als deze kwetsend zijn en om te zorgen dat mensen met een donkere huid altijd respectvol en vriendelijk behandeld worden."
Now, this was a truly terrifying teachable moment. But as we moved forward in the conversation, I noticed that both Abby and the rest of the kids were still willing to engage. And as I watched the conversation really marinate with my students, I began to wonder how many of my students have assumptions just like Abby. And what happens when those assumptions go unnoticed and unaddressed, as they so often do?
Dit was een zeer beangstigend leermoment. Maar zodra het gesprek vorderde, viel het me op dat Abby en de andere kinderen nog steeds betrokken wilden zijn. Ik keek toe hoe het onderwerp echt bezonk bij mijn leerlingen. Ik begon me af te vragen hoeveel van mijn leerlingen dezelfde aannames hadden. En wat gebeurt er wanneer die aannames niet opgemerkt en aangepakt worden, zoals zo vaak het geval is?
But first, I think it's important to take a step back and even consider what makes a topic taboo. I don't remember receiving an official list of things you're not supposed to talk about. But I do remember hearing, over and over, growing up: there are two things you do not talk about at family get-togethers. And those two things are religion and politics. And I always thought this was very curious because religion and politics often are such huge influencing factors over so many of our identities and beliefs. But what makes a topic taboo is that feeling of discomfort that arises when these things come up in conversation. But some people are extremely fluent in the language of equity, while other people fear being PC-shamed or that their ignorance will show as soon as they open their mouths. But I believe that the first step towards holding conversations about things like equity is to begin by building a common language. And that actually starts with destigmatizing topics that are typically deemed taboo.
We moeten eerst een stapje terug doen en bedenken wat een onderwerp taboe maakt. Ik heb geen officiële lijst ontvangen van onderwerpen waar je niet over mag praten. Als kind hoorde ik wel steeds: er zijn twee dingen waar je niet over praat op familiebijeenkomsten en die twee dingen zijn religie en politiek. Ik vond dit altijd zeer merkwaardig, omdat religie en politiek vaak zulke grote invloed hebben op zoveel van onze identiteiten en overtuigingen. Maar wat een onderwerp taboe maakt, is het ongemak als deze onderwerpen ter sprake komen. Sommige mensen spreken de taal van gelijkheid vloeiend, terwijl anderen bang zijn niet politiek correct te zijn of dat hun onwetendheid duidelijk wordt zodra ze hun mond open doen. Ik geloof dat de eerste stap richting gesprekken over dingen als gelijkheid, het maken van een gemeenschappelijke taal is. En dat begint met ontstigmatiseren van onderwerpen die meestal als taboe beschouwd worden.
Now, conversations around race, for example, have their own specific language and students need to be fluent in this language in order to have these conversations. Now, schools are often the only place where students can feel free and comfortable to ask questions and make mistakes. But, unfortunately, not all students feel that sense of security.
Gesprekken over ras, bijvoorbeeld, hebben hun eigen specifieke taal en leerlingen moeten deze taal vloeiend spreken om deze gesprekken te kunnen hebben. Scholen zijn vaak de enige plekken waar leerlingen zich vrij en comfortabel voelen om vragen te stellen en fouten te maken. Helaas hebben niet alle leerlingen dit gevoel van veiligheid.
Now, I knew that day in front of my fourth-graders that how I chose to respond could actually have life-long implications not only for Abby, but for the rest of the students in my class. If I had brushed her words aside, the rest of the class could actually infer that this type of comment is acceptable. But if I had yelled at Abby and embarrassed her in front of all of her friends, that feeling of shame associated with one of her first conversations on race could actually prevent her from ever engaging on that topic again.
Toen ik die dag voor mijn groep zes stond, wist ik dat de keuze voor mijn reactie levenslange gevolgen kon hebben, niet alleen voor Abby, maar ook voor de rest van de leerlingen. Als ik haar woorden opzij geschoven had, had de rest van de klas kunnen afleiden dat dit soort opmerkingen acceptabel is. Maar als ik naar Abby geschreeuwd had en haar voor schut gezet had voor al haar vrienden, zou dat gevoel dat ze had bij een van haar eerste gesprekken over ras kunnen voorkomen dat ze ooit weer over dat onderwerp zou beginnen.
Now, teaching kids about equity in schools is not teaching them what to think. It is about giving them the tools and strategies and language and opportunities to practice how to think. For example, think about how we teach kids how to read. We don't start by giving them books. We start by breaking down words into letters and sounds and we encourage them to practice their fluency by reading every single day, with a partner or with their friends. And we give them lots of comprehension questions to make sure that they're understanding what they're reading. And I believe that teaching kids about equity should be approached in the exact same way.
Kinderen op school leren over gelijkheid betekent niet leren wat ze moeten denken. Het betekent hen gereedschap, strategieën en taal geven, en mogelijkheden om te oefenen hierover te denken. Denk maar aan hoe we kinderen leren lezen. We geven ze niet gelijk boeken. We beginnen door woorden op te delen in letters en klanken en we moedigen hen aan hun vloeiendheid te oefenen door elke dag te lezen met een partner of met hun vrienden. We stellen heel veel inzichtsvragen om zeker te weten dat ze begrijpen wat ze lezen. Ik geloof dat kinderen leren over gelijkheid op dezelfde manier aangepakt moet worden.
I like to start by giving my students a survey every year, about different issues around equity and inclusion. And this is a sample survey from one of my kids, and as you can see, there's some humor in here. For under the question, "What is race?" she has written, "When two or more cars, people and animals run to see who is fastest and who wins." However, if you look at her question, "What is racism?" it says, "When somebody says or calls someone dark-skinned a mean name." So, she's young, but she's showing that she's beginning to understand. And when we act like our students aren't capable of having these conversations, we actually do them such a disservice.
Ik geef mijn leerlingen elk jaar een vragenlijst over verschillende zaken aangaande gelijkheid en integratie. Dit is een voorbeeldlijst van een van mijn leerlingen en zoals je ziet, zit hier wel humor in. Want onder de vraag: 'Wat is "race"?' schreef ze: "Wanneer twee of meer auto's, mensen en dieren een wedstrijd doen om te kijken wie de snelste is en wie wint." Maar als je kijkt naar de vraag: 'Wat is racisme?' zegt ze: "Als iemand iets gemeens zegt over iemand met een donkere huid." Ze is jong, maar ze laat zien dat ze het begint te begrijpen. En als we ons gedragen alsof onze leerlingen niet in staat zijn deze gesprekken te hebben, doen we ze eigenlijk heel erg tekort.
Now, I also know that these types of conversations can seem really, really intimidating with our students, especially with young learners. But I have taught first through fifth grades, and I can tell you, for example, that I'm not going to walk into a first-grade classroom and start talking about things like mass incarceration. But even a six-year-old first-grader can understand the difference between what is fair -- people getting what they need. We identified a lot of these things in class together. And the difference between fair and equal -- when everybody gets the same thing, especially goody bags at birthday parties. Now, first-graders can also understand the difference between a punishment and a consequence. And all of these things are foundational concepts that anyone needs to understand before having a conversation about mass incarceration in the United States.
Ik weet ook dat dit soort gesprekken met onze leerlingen zeer intimiderend kunnen zijn, vooral met de jonge leerlingen. Maar ik heb lesgegeven in groep drie tot en met zeven en ik kan jullie vertellen dat ik niet een groep drie binnenwandel en begin te praten over dingen als massa-opsluiting. Maar zelfs een zesjarige uit groep drie kan het verschil begrijpen tussen wat eerlijk is -- dat mensen krijgen wat ze nodig hebben. We stelde veel van deze dingen samen in de klas vast. En het verschil tussen eerlijk en gelijk -- wanneer iedereen hetzelfde krijgt, vooral cadeauzakjes op verjaardagsfeestjes. Kinderen uit groep drie kunnen ook het verschil begrijpen tussen een straf en een gevolg. Al deze dingen zijn basisconcepten die iemand moet begrijpen voor je een gesprek kan hebben over massa-opsluiting in de Verenigde Staten.
Some people might think that kindergarteners or first-graders are too young to have conversations around racism, but also tell you that young kids understand that there are many different components that make up our identities and how people are similar and different, and what it means to have power when other people don't. When we have these conversations with students at a young age, it actually takes away some of that taboo feeling when those topics come up at a later age.
Sommigen denken dat kleuters of kinderen uit groep drie te jong zijn om een gesprek over racisme mee te hebben, maar zeggen ook dat jonge kinderen begrijpen dat er veel verschillende onderdelen zijn die onze identiteit vormen, en hoe mensen gelijk en verschillend zijn, en wat het betekent om macht te hebben terwijl anderen dat niet hebben. Als we deze gesprekken voeren met leerlingen op jonge leeftijd, neemt dat iets weg van dat taboe-gevoel zodra deze onderwerpen op latere leeftijd besproken worden.
I also know that teaching about these things in schools can feel like navigating a minefield. For example, what happens if parents or families aren't on board with having these conversations in schools? But to these people, I can say: these are some examples of things that students have said to me and brought to my attention. For example, I had a student come in and whisper to me, "I've heard all these people use the term LGBTQ, but I don't know what it means and I'm too embarrassed to admit it." I had a student come in over a weekend and come up to me and say, "You know, I just watched this movie about Australia, and it made me wonder if they have racism there, too." And I always want my students to be comfortable having these conversations because when they're comfortable talking about it and asking questions, they also build comfort in bringing in their own lives and experiences in how they relate to these big topics.
Ik weet ook dat deze dingen onderwijzen op scholen kan voelen als lopen door een mijnenveld. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als ouders of families het niet eens zijn met deze gesprekken op school? Tegen deze mensen kan ik zeggen dat dit voorbeelden zijn van dingen die leerlingen tegen me hebben gezegd en onder mijn aandacht hebben gebracht. Er kwam bijvoorbeeld een leerling naar me toe die fluisterde: "Ik hoor allerlei mensen de term LGBTQ gebruiken, maar ik weet niet wat het betekent en ik schaam me om dat toe te geven." Een leerling kwam na een weekend naar me toe en zei: "Weet je, ik heb een film gezien over Australië en ik vroeg me af of ze daar ook racisme hebben." Ik wil dat mijn studenten zich op hun gemak voelen bij deze gesprekken, want als ze hierover op hun gemak kunnen praten en vragen kunnen stellen, voelen ze zich steeds meer op hun gemak in hun eigen levens en ervaringen en hoe die zich verhouden tot deze grote onderwerpen.
Also, some teachers might be kind of nervous if a student brings up a topic or asks a question and they don't know the answer to it. But if a student ever brings something to my attention and I don't know the answer, I will always admit it and own it because I'm not going to pretend to be an expert in something that I don't have experience in or I'm not an authority on. That same year, I had a student come in and ask a question about the LGBTQ community. And I just didn't know enough to give them an appropriate answer. So instead, I encouraged that student to reach out and ask that question to a representative of a nonprofit who had come to speak to our class about that very same issue. When we admit to our students that we don't have all the answers, not only does it humanize us to them, it also shows them that adults have a long way to go, too, when it comes to learning about issues of equity.
Sommige leerkrachten kunnen nerveus zijn als een leerling iets aankaart of een vraag stelt waar ze het antwoord niet op weten. Maar als een leerling ooit iets onder mijn aandacht brengt en ik weet het antwoord niet, dan geef ik dat altijd toe, omdat ik niet ga doen alsof ik een expert ben in iets waar ik geen ervaring mee heb of deskundige in ben. Datzelfde jaar sprak een leerling me aan en stelde een vraag over de LGBTQ-gemeenschap. Ik wist gewoon niet genoeg om een gepast antwoord te geven. Dus moedigde ik die leerling aan om die vraag te stellen aan een vertegenwoordiger van een stichting die naar onze klas was gekomen om over dat onderwerp te spreken. Als we aan onze leerlingen toegeven dat we niet alle antwoorden hebben, maakt ons dat niet alleen menselijk in hun ogen, maar laat het zien dat volwassenen een lange weg te gaan hebben op het gebied van leren over gelijkheidskwesties.
Now, a little while back, I wrote a lesson about consent. And, to some people, this was very exciting because I took this topic that seemed very taboo and scary and I broke it down into a way that was accessible for young learners. However, to other people, the idea of consent is so strongly tied to sex, and sex is often considered a taboo subject, that it made them very uncomfortable. But my students are third-graders, so we're not talking about sex in class. Rather, I wanted them to understand that everybody has different physical boundaries that make them feel comfortable. And the social and emotional intelligence it takes to read somebody's words and tone and body language are skills that often need to be explicitly taught, the same way we teach things like reading and math. And this lesson is not reserved for students of one single demographic. Things like questioning and making observations and critical thinking are things that any student of any race or ethnicity or background or language or income or zip code should be learning in schools.
Een tijdje geleden schreef ik een les over consent. Voor sommige mensen was dit erg spannend, omdat ik dit onderwerp dat taboe en eng leek op zo'n manier bracht dat het toegankelijk was voor jonge leerlingen. Maar voor andere mensen is het idee van consent zo sterk verbonden aan seks, en seks wordt vaak gezien als taboe-onderwerp, dat dit hen zeer oncomfortabel maakt. Maar mijn leerlingen zitten in groep vijf, dus we praten niet over seks in de klas. Maar ik wilde dat ze begrepen dat iedereen andere fysieke grenzen heeft die hen op hun gemak laten voelen. En de benodigde sociale en emotionele intelligentie om iemands woorden en toon en lichaamstaal te lezen moet vaak expliciet aangeleerd worden, net zoals we dingen als lezen en rekenen aanleren. Deze les is niet alleen voor leerlingen uit een bepaalde demografie. Dingen als vragen stellen en observeren en kritisch denken zijn dingen die elke leerling ongeacht ras of etniciteit of achtergrond of taal of inkomen of postcode zou moeten leren op scholen.
Also, deliberate avoidance of these conversations speaks volumes to our students because kids notice when their teachers, when their textbooks leave out the voices and experiences of people like women or people of color. Silence speaks volumes.
Het bewust vermijden van deze gesprekken spreekt voor onze leerlingen boekdelen, omdat kinderen opmerken wanneer hun leerkrachten of hun lesboeken de stemmen en ervaringen weglaten van vrouwen of personen van kleur. Stilte spreekt boekdelen.
I recently asked my class of third-graders what they would say to adults who think they're too young to learn about issues of equity. And while this is a small sample of my 25 students, all of them agreed that not only are they capable of having these conversations, but they view it, the right to learn it, as a right and not as a privilege. And, in their words: "We're big enough to know about these things because these problems are happening where we live. And we have the right to talk about them because it will be our life in the future."
Ik vroeg kort geleden aan mijn groep vijf wat ze zouden zeggen als men denkt dat ze te jong zijn om te leren over gelijkheidskwesties. Hoewel dit een kleine steekproef is onder mijn 25 leerlingen, waren ze het allemaal eens dat ze niet alleen bekwaam genoeg zijn om deze gesprekken te hebben, maar ze zien het recht om erover te leren als een recht en geen voorrecht. En in hun woorden: "We zijn groot genoeg om hierover te weten, omdat deze problemen zich afspelen waar we leven. En we hebben het recht om erover te praten, omdat het ons leven in de toekomst zal zijn."
Thank you.
Dank jullie wel.
(Applause)
(Applaus)