I'm 150 feet down an illegal mine shaft in Ghana. The air is thick with heat and dust, and it's hard to breathe. I can feel the brush of sweaty bodies passing me in the darkness, but I can't see much else. I hear voices talking, but mostly the shaft is this cacophony of men coughing, and stone being broken with primitive tools. Like the others, I wear a flickering, cheap flashlight tied to my head with this elastic, tattered band, and I can barely make out the slick tree limbs holding up the walls of the three-foot square hole dropping hundreds of feet into the earth. When my hand slips, I suddenly remember a miner I had met days before who had lost his grip and fell countless feet down that shaft.
Ik zit 150 meter diep in een illegale mijnschacht in Ghana. De lucht is heet en stoffig en het is moeilijk om te ademen. Ik voel zweterige lichamen voorbijkomen in de duisternis, maar veel zie ik niet. Ik hoor stemmen, maar vooral de kakofonie van hoestende mannen en gehak op stenen met primitieve werktuigen. Net als de anderen heb ik een flikkerende, goedkope zaklamp bij. Ze is met een gescheurde elastiek op mijn hoofd bevestigd. Ik kan nauwelijks de gladde boomstammen zien die het één meter brede, vierkante gat openhouden. Dit gat is wel een honderd meter diep. Wanneer mijn hand uitglijdt, moet ik plots denken aan de mijnwerker die ik een paar dagen eerder had ontmoet en die zijn greep had verloren waardoor hij vele meters de schacht in viel.
As I stand talking to you today, these men are still deep in that hole, risking their lives without payment or compensation, and often dying.
Terwijl ik hier met jullie vandaag sta te praten, zitten deze mannen nog steeds in dat diepe gat, met gevaar voor eigen leven zonder betaling of compensatie en in voortdurend levensgevaar.
I got to climb out of that hole, and I got to go home, but they likely never will, because they're trapped in slavery.
Ik kon eruit en naar huis gaan. Zij waarschijnlijk nooit, omdat ze in slavernij worden gehouden.
For the last 28 years, I've been documenting indigenous cultures in more than 70 countries on six continents, and in 2009 I had the great honor of being the sole exhibitor at the Vancouver Peace Summit. Amongst all the astonishing people I met there, I met a supporter of Free the Slaves, an NGO dedicated to eradicating modern day slavery. We started talking about slavery, and really, I started learning about slavery, for I had certainly known it existed in the world, but not to such a degree. After we finished talking, I felt so horrible and honestly ashamed at my own lack of knowledge of this atrocity in my own lifetime, and I thought, if I don't know, how many other people don't know? It started burning a hole in my stomach, so within weeks, I flew down to Los Angeles to meet with the director of Free the Slaves and offer them my help.
De laatste 28 jaar documenteer ik inheemse culturen in meer dan 70 landen op zes continenten. In 2009 had ik de grote eer de enige exposant te zijn op de Vancouver Peace Summit. Onder alle verbazingwekkende mensen die ik er ontmoette, was een activist van 'Bevrijd de Slaven', een ngo gewijd aan de uitroeiing van de moderne slavernij. We begonnen te praten over slavernij. Ik kreeg er meer inzicht in, want al wist ik dat het bestond in de wereld, ik had geen idee van de omvang. Na ons gesprek voelde ik me slecht en eerlijk gezegd beschaamd over mijn eigen gebrek aan kennis over deze gruwel tijdens mijn leven. Ik dacht: als ik het niet weet, hoeveel andere mensen weten het dan niet? Het liet me niet meer los en binnen enkele weken vloog ik naar Los Angeles om de directeur van 'Bevrijd de Slaven' te ontmoeten en hen mijn hulp aan te bieden.
Thus began my journey into modern day slavery. Oddly, I had been to many of these places before. Some I even considered like my second home. But this time, I would see the skeletons hidden in the closet.
Zo begon mijn tocht naar de moderne slavernij. Vreemd genoeg had ik al veel van deze plaatsen bezocht. Sommige beschouwde ik zelfs als mijn tweede thuis. Maar dit keer zou ik de verborgen ellende te zien krijgen.
A conservative estimate tells us there are more than 27 million people enslaved in the world today. That's double the amount of people taken from Africa during the entire trans-Atlantic slave trade. A hundred and fifty years ago, an agricultural slave cost about three times the annual salary of an American worker. That equates to about $50,000 in today's money. Yet today, entire families can be enslaved for generations over a debt as small as $18. Astonishingly, slavery generates profits of more than $13 billion worldwide each year.
Volgens een conservatieve schatting zouden er in de wereld vandaag 27 miljoen slaven zijn. Dat is dubbel zoveel mensen als tijdens de gehele trans-Atlantische slavenhandel uit Afrika werden weggehaald. Honderdvijftig jaar geleden kostte een agrarische slaaf ongeveer drie keer het jaarsalaris van een Amerikaanse werknemer. Dat komt in hedendaags geld neer op ongeveer 50.000 dollar. Nog vandaag kunnen hele gezinnen voor generaties tot slaaf worden gemaakt voor een schuld van minder dan 18 dollar. Verbazingwekkend genoeg genereert slavernij wereldwijd elk jaar meer dan 13 miljard dollar winst.
Many have been tricked by false promises of a good education, a better job, only to find that they're forced to work without pay under the threat of violence, and they cannot walk away.
Velen werden misleid door valse beloften van een goede opleiding of een betere baan om erachter te komen dat ze gedwongen werden om te werken zonder betaling onder dreiging van geweld en zonder kans op ontsnappen.
Today's slavery is about commerce, so the goods that enslaved people produce have value, but the people producing them are disposable. Slavery exists everywhere, nearly, in the world, and yet it is illegal everywhere in the world.
Hedendaagse slavernij gaat over handel waarbij de goederen die de slaven produceren waarde hebben, maar de mensen die ze produceren wegwerpartikelen zijn. Slavernij bestaat bijna overal in de wereld en toch is het overal illegaal.
In India and Nepal, I was introduced to the brick kilns. This strange and awesome sight was like walking into ancient Egypt or Dante's Inferno. Enveloped in temperatures of 130 degrees, men, women, children, entire families in fact, were cloaked in a heavy blanket of dust, while mechanically stacking bricks on their head, up to 18 at a time, and carrying them from the scorching kilns to trucks hundreds of yards away. Deadened by monotony and exhaustion, they work silently, doing this task over and over for 16 or 17 hours a day. There were no breaks for food, no water breaks, and the severe dehydration made urinating pretty much inconsequential. So pervasive was the heat and the dust that my camera became too hot to even touch and ceased working. Every 20 minutes, I'd have to run back to our cruiser to clean out my gear and run it under an air conditioner to revive it, and as I sat there, I thought, my camera is getting far better treatment than these people.
In India en Nepal werd ik bij de baksteenovens gebracht. Deze afschrikwekkende omgeving riep beelden op van het oude Egypte of Dantes Inferno. Bij temperaturen van 55 °C moesten mannen, vrouwen, kinderen, hele gezinnen in feite, in een zeer stoffige omgeving tot 18 bakstenen op hun hoofd stapelen en ze honderden meters ver van de verzengende ovens naar de vrachtwagens dragen. Versuft door de monotonie en de uitputting werken ze zwijgend gedurende 16 of 17 uur per dag. Er waren geen pauzes voor voedsel, geen drinkpauzes. Er werd praktisch niet geürineerd door de ernstige uitdroging. De warmte en het stof waren zo doordringend dat mijn camera te warm werd om aan te raken en het liet afweten. Elke 20 minuten ging ik terug naar onze terreinwagen om mijn toestel schoon te maken onder een airconditioner en het opnieuw aan de gang te krijgen. Terwijl ik daar zat, bedacht ik dat mijn camera een veel betere behandeling kreeg dan deze mensen.
Back in the kilns, I wanted to cry, but the abolitionist next to me quickly grabbed me and he said, "Lisa, don't do that. Just don't do that here." And he very clearly explained to me that emotional displays are very dangerous in a place like this, not just for me, but for them. I couldn't offer them any direct help. I couldn't give them money, nothing. I wasn't a citizen of that country. I could get them in a worse situation than they were already in. I'd have to rely on Free the Slaves to work within the system for their liberation, and I trusted that they would. As for me, I'd have to wait until I got home to really feel my heartbreak.
Terug bij de ovens wilde ik huilen, maar mijn begeleider greep me vast en zei: "Lisa, niet doen. Doe dat hier niet." Hij maakte me duidelijk dat gevoelsuitingen daar erg gevaarlijk waren, niet alleen voor mij, maar ook voor hen. Ik kon hen geen directe hulp bieden. Ik kon hen zelfs geen geld geven. Ik was geen burger van dat land. Ik kon hun situatie nog erger maken. Alleen 'Bevrijd de Slaven' kon iets doen voor hun bevrijding, en ik vertrouwde dat. Ik zou pas na mijn thuiskomst mijn gevoelens de vrije loop kunnen laten.
In the Himalayas, I found children carrying stone for miles down mountainous terrain to trucks waiting at roads below. The big sheets of slate were heavier than the children carrying them, and the kids hoisted them from their heads using these handmade harnesses of sticks and rope and torn cloth. It's difficult to witness something so overwhelming. How can we affect something so insidious, yet so pervasive? Some don't even know they're enslaved, people working 16, 17 hours a day without any pay, because this has been the case all their lives. They have nothing to compare it to. When these villagers claimed their freedom, the slaveholders burned down all of their houses. I mean, these people had nothing, and they were so petrified, they wanted to give up, but the woman in the center rallied for them to persevere, and abolitionists on the ground helped them get a quarry lease of their own, so that now they do the same back-breaking work, but they do it for themselves, and they get paid for it, and they do it in freedom.
In de Himalaya droegen kinderen stenen kilometers ver over bergachtig terrein naar vrachtwagens beneden. De grote plakken leisteen waren zwaarder dan de kinderen die ze droegen. De kinderen droegen ze met hun hoofd met behulp van deze zelfgemaakte harnassen van stokken, touw en gescheurde doeken. Het is moeilijk getuige te zijn van iets zo aangrijpends. Hoe kunnen we iets doen aan deze vreselijke, maar zo alomtegenwoordige toestanden? Sommigen weten niet eens dat ze slaven zijn. Ze werken 16, 17 uur per dag zonder betaling. Ze hebben nooit iets anders gekend. Ze hebben niets om mee te vergelijken. Toen de dorpelingen hun vrijheid opeisten, brandden de slavenhouders al hun huizen af. Deze mensen hadden niets, ze waren als versteend, ze wilden opgeven, maar de vrouw daar in het midden drong aan om te volharden, en de abolitionisten hielpen hen om een eigen steengroeve te huren. Ze doen nu hetzelfde afmattende werk, maar ze doen het voor zichzelf en worden er voor betaald in alle vrijheid.
Sex trafficking is what we often think of when we hear the word slavery, and because of this worldwide awareness, I was warned that it would be difficult for me to work safely within this particular industry.
Meestal denken we aan mensenhandel met seksuele bedoelingen als we het woord slavernij horen. Vanwege dit wereldwijde denkpatroon werd ik ervoor gewaarschuwd dat het moeilijk zou zijn om veilig te werken in deze aparte sector.
In Kathmandu, I was escorted by women who had previously been sex slaves themselves. They ushered me down a narrow set of stairs that led to this dirty, dimly fluorescent lit basement. This wasn't a brothel, per se. It was more like a restaurant. Cabin restaurants, as they're known in the trade, are venues for forced prostitution. Each has small, private rooms, where the slaves, women, along with young girls and boys, some as young as seven years old, are forced to entertain the clients, encouraging them to buy more food and alcohol. Each cubicle is dark and dingy, identified with a painted number on the wall, and partitioned by plywood and a curtain. The workers here often endure tragic sexual abuse at the hands of their customers. Standing in the near darkness, I remember feeling this quick, hot fear, and in that instant, I could only imagine what it must be like to be trapped in that hell. I had only one way out: the stairs from where I'd come in. There were no back doors. There were no windows large enough to climb through. These people have no escape at all, and as we take in such a difficult subject, it's important to note that slavery, including sex trafficking, occurs in our own backyard as well.
In Kathmandu werd ik begeleid door vrouwen die voorheen zelf seksslaven waren geweest. Ze brachten me langs een smalle trap naar een vuile, vaag verlichte kelder. Het was niet eens een bordeel. Eerder een restaurant. 'Cabin restaurants' zoals ze in het beroep bekend staan, zijn plaatsen voor gedwongen prostitutie. Met kleine, aparte kamers, waar de slaven, vrouwen, samen met jonge meisjes en jongens, sommigen slechts zeven jaar oud, gedwongen worden om de cliënten te vermaken, om hen aan te zetten om meer voedsel en alcohol te verbruiken. Elk kamertje is donker en groezelig met een op de muur geschilderd nummer en onderverdeeld met multiplex en een gordijn. De werkers doorstaan hier vaak tragisch seksueel misbruik door toedoen van hun klanten. Daar in die bijna duisternis herinner ik me die plotse, knellende angst. Ik kon me slechts verbeelden wat gevangenzitten in die hel moest inhouden. Er was slechts één uitweg: de trap waarlangs ik was binnengekomen. Er waren geen achterdeurtjes. Geen ramen groot genoeg om erdoor te klimmen. Deze mensen hebben geen mogelijkheid om te ontsnappen. Als wij het hebben over dergelijke moeilijke materie is het belangrijk te beseffen dat slavernij, ook mensenhandel voor seks, evengoed in onze eigen achtertuin gebeurt.
Tens of hundreds of people are enslaved in agriculture, in restaurants, in domestic servitude, and the list can go on. Recently, the New York Times reported that between 100,000 and 300,000 American children are sold into sex slavery every year. It's all around us. We just don't see it.
Tientallen of honderden mensen werken als slaven in de landbouw, in restaurants, in huishoudens. De lijst is lang. Onlangs vermeldde de New York Times dat tussen de 100.000 en 300.000 Amerikaanse kinderen elke jaar als seksslaven worden verkocht. Het is overal om ons heen. We zien het gewoon niet.
The textile industry is another one we often think of when we hear about slave labor. I visited villages in India where entire families were enslaved in the silk trade. This is a family portrait. The dyed black hands are the father, while the blue and red hands are his sons. They mix dye in these big barrels, and they submerge the silk into the liquid up to their elbows, but the dye is toxic.
De textielindustrie is een andere tak waarin slavenarbeid voorkomt. Ik bezocht dorpen in India waar hele gezinnen werden geknecht in de zijdehandel. Dit is een familieportret. De geverfde zwarte handen zijn van de vader, terwijl de blauwe en rode handen van zijn zonen zijn. Ze mengen kleurstof in deze grote vaten, en ze dompelen de zijde in de vloeistof tot aan hun ellebogen, maar de kleurstof is giftig.
My interpreter told me their stories.
Mijn tolk vertelde me hun verhalen.
"We have no freedom," they said. "We hope still, though, that we could leave this house someday and go someplace else where we actually get paid for our dyeing."
"We hebben geen vrijheid," zeiden ze. "We blijven hopen dat we hier ooit wegkunnen en ergens anders naartoe gaan waar we betaald worden voor ons verfwerk."
It's estimated that more than 4,000 children are enslaved on Lake Volta, the largest man-made lake in the world. When we first arrived, I went to have a quick look. I saw what seemed to be a family fishing on a boat, two older brothers, some younger kids, makes sense right? Wrong. They were all enslaved. Children are taken from their families and trafficked and vanished, and they're forced to work endless hours on these boats on the lake, even though they do not know how to swim.
Er is geschat dat meer dan 4000 kinderen als slaaf werken op Lake Volta, het grootste kunstmatige meer in de wereld. Toen we er voor het eerst kwamen, keek ik er even rond. Ik zag wat leek op een familie die op een boot aan het vissen waren, twee oudere broers, wat jongere kinderen, normaal niet? Verkeerd. Het waren allemaal slaven. Kinderen worden uit hun gezinnen weggehaald, worden verhandeld en verdwijnen. Ze worden gedwongen om eindeloze uren op deze boten op het meer te werken, ook al kunnen ze niet zwemmen.
This young child is eight years old. He was trembling when our boat approached, frightened it would run over his tiny canoe. He was petrified he would be knocked in the water. The skeletal tree limbs submerged in Lake Volta often catch the fishing nets, and weary, frightened children are thrown into the water to untether the lines. Many of them drown.
Dit kind is acht jaar oud. Hij beefde toen onze boot naderde. Hij had schrik dat we over zijn kleine kano zouden varen. Versteend van angst dat hij in het water zou vallen. De visnetten blijven soms haken in boomstronken onder het water. Bange kinderen worden in het water gegooid om de lijnen los te maken. Velen verdrinken.
For as long as he can recall, he's been forced to work on the lake. Terrified of his master, he will not run away, and since he's been treated with cruelty all his life, he passes that down to the younger slaves that he manages.
Zo lang hij het zich kon herinneren, werd hij gedwongen om op het meer te werken. Doodsbang van zijn meester loopt hij niet weg en omdat hij nooit iets anders dan wreedheid heeft gekend, behandelt hij de jongere slaven op dezelfde manier.
I met these boys at five in the morning, when they were hauling in the last of their nets, but they had been working since 1 a.m. in the cold, windy night. And it's important to note that these nets weigh more than a thousand pounds when they're full of fish.
Ik ontmoette deze jongens om vijf uur 's morgens terwijl ze hun laatste netten binnenhaalden. Ze waren al sinds één uur 's nachts aan het werk in de koude, winderige nacht. Bedenk dat deze netten meer dan 500 kilogram wegen wanneer ze vol zijn.
I want to introduce you to Kofi. Kofi was rescued from a fishing village. I met him at a shelter where Free the Slaves rehabilitates victims of slavery. Here he's seen taking a bath at the well, pouring big buckets of water over his head, and the wonderful news is, as you and I are sitting here talking today, Kofi has been reunited with his family, and what's even better, his family has been given tools to make a living and to keep their children safe. Kofi is the embodiment of possibility. Who will he become because someone took a stand and made a difference in his life?
Ik wil jullie met Kofi laten kennismaken. Kofi werd gered uit een vissersdorp. Ik ontmoette hem in een schuiloord waar 'Bevrijd de Slaven' slachtoffers van de slavernij rehabiliteert. Hier neemt hij een bad bij de put en giet grote emmers water over zijn hoofd. Het beste nieuws is dat hij vandaag terug is bij zijn familie. Nog beter: zijn familie heeft nu de middelen om in veiligheid een bestaan op te bouwen. Kofi is de belichaming van de mogelijkheid daartoe. Wie zal hij worden doordat iemand een initiatief nam en een verschil maakte in zijn leven?
Driving down a road in Ghana with partners of Free the Slaves, a fellow abolitionist on a moped suddenly sped up to our cruiser and tapped on the window. He told us to follow him down a dirt road into the jungle. At the end of the road, he urged us out of the car, and told the driver to quickly leave. Then he pointed toward this barely visible footpath, and said, "This is the path, this is the path. Go." As we started down the path, we pushed aside the vines blocking the way, and after about an hour of walking in, found that the trail had become flooded by recent rains, so I hoisted the photo gear above my head as we descended into these waters up to my chest. After another two hours of hiking, the winding trail abruptly ended at a clearing, and before us was a mass of holes that could fit into the size of a football field, and all of them were full of enslaved people laboring. Many women had children strapped to their backs while they were panning for gold, wading in water poisoned by mercury. Mercury is used in the extraction process.
Op een weg in Ghana met partners van 'Bevrijd de Slaven', kwam een collega-abolitionist op een bromfiets plots naast onze terreinwagen rijden en tikte op het venster. Hij vroeg ons hem te volgen langs een onverharde weg in de jungle. Aan het eind van de weg deed hij ons uitstappen en vroeg de chauffeur weg te rijden. Hij wees vervolgens naar dit nauwelijks zichtbaar pad en zei: "Dit is het pad, dit is het pad. Ga." De lianen opzij duwend, merkten we na ongeveer een uur lopen dat het pad overstroomd was door recente regens. Met mijn fotogerei boven mijn hoofd liepen we verder. Na nog eens twee uur wandelen, eindigde het kronkelende pad abrupt op een open plek. Voor ons waren gaten zo groot als een voetbalveld. Ze waren allemaal vol mensen die als slaaf aan het werk waren. Veel vrouwen met kinderen vastgebonden op hun rug op zoek naar goud, wadend in door kwik vergiftigd water. Kwik wordt gebruikt in het extractieproces.
These miners are enslaved in a mine shaft in another part of Ghana. When they came out of the shaft, they were soaking wet from their own sweat. I remember looking into their tired, bloodshot eyes, for many of them had been underground for 72 hours. The shafts are up to 300 feet deep, and they carry out heavy bags of stone that later will be transported to another area, where the stone will be pounded so that they can extract the gold.
Deze mijnwerkers werken als slaven in een mijnschacht in een ander deel van Ghana. Toen ze uit de schacht kwamen, waren ze drijfnat van hun eigen zweet. Ik herinner me hun moeë, bloeddoorlopen ogen. Velen waren 72 uur ondergronds geweest. De schachten zijn tot 100 meter diep. Ze brengen zware zakken met stenen naar boven. Die stenen worden vervoerd om ergens anders kapotgeslagen te worden om het goud eruit te halen.
At first glance, the pounding site seems full of powerful men, but when we look closer, we see some less fortunate working on the fringes, and children too. All of them are victim to injury, illness and violence. In fact, it's very likely that this muscular person will end up like this one here, racked with tuberculosis and mercury poisoning in just a few years.
Op het eerste gezicht lijkt het of daar alleen maar krachtige mannen werken, maar bij nader toezicht zien we aan de rand zwakkeren en zelfs ook kinderen werken. Allemaal zijn ze blootgesteld aan verwondingen, ziekte en geweld. Heel waarschijnlijk zal deze gespierde man binnen een paar jaar eindigen zoals deze hier, uitgemergeld door tuberculose en kwikvergiftiging.
This is Manuru. When his father died, his uncle trafficked him to work with him in the mines. When his uncle died, Manuru inherited his uncle's debt, which further forced him into being enslaved in the mines. When I met him, he had been working in the mines for 14 years, and the leg injury that you see here is actually from a mining accident, one so severe doctors say his leg should be amputated. On top of that, Manuru has tuberculosis, yet he's still forced to work day in and day out in that mine shaft.
Dit is Manuru. Toen zijn vader stierf, verkocht zijn oom hem om samen met hem in de mijnen te werken. Toen zijn oom stierf, erfde Manuru zijn schuld. Daardoor werd hij gedwongen om verder als slaaf in de mijnen te blijven werken. Toen ik hem ontmoette, had hij 14 jaar in de mijnen gewerkt. De beenwonde hier komt van een ongeval in de mijn. Artsen zeggen dat zijn been geamputeerd moet worden. Daarbij heeft Manuru tuberculose. Toch moet hij nog steeds dag in dag uit in de mijn werken.
Even still, he has a dream that he will become free and become educated with the help of local activists like Free the Slaves, and it's this sort of determination, in the face of unimaginable odds, that fills me with complete awe.
Ooit hoopt hij vrij te komen en met de hulp van lokale activisten zoals 'Bevrijd de Slaven' een opleiding te krijgen. Dit soort vastberadenheid ondanks alle tegenspoed vervult me met onvoorstelbaar ontzag.
I want to shine a light on slavery. When I was working in the field, I brought lots of candles with me, and with the help of my interpreter, I imparted to the people I was photographing that I wanted to illuminate their stories and their plight, so when it was safe for them, and safe for me, I made these images. They knew their image would be seen by you out in the world. I wanted them to know that we will be bearing witness to them, and that we will do whatever we can to help make a difference in their lives. I truly believe, if we can see one another as fellow human beings, then it becomes very difficult to tolerate atrocities like slavery. These images are not of issues. They are of people, real people, like you and me, all deserving of the same rights, dignity and respect in their lives. There is not a day that goes by that I don't think of these many beautiful, mistreated people I've had the tremendous honor of meeting.
Ik wil slavernij in het daglicht halen. Toen ik daar aan het werk was, had ik hopen kaarsen bij. Met de hulp van mijn tolk maakte ik het de mensen die ik fotografeerde duidelijk dat ik hun verhalen en hun benarde situatie aan het licht wilde brengen. Toen het zowel voor hen als voor mij veilig was, schoot ik deze beelden. Ze wisten dat jullie over de hele wereld hen zouden zien. Ik wilde dat ze wisten dat we voor hen zullen getuigen en dat we zullen doen wat we kunnen om hun leven te verbeteren. Ik geloof echt dat, als we elkaar maar kunnen zien als medemensen, het heel moeilijk wordt wreedheden zoals slavernij te tolereren. Deze beelden gaan niet over gevallen. Ze gaan over mensen, echte mensen, zoals jij en ik, die allemaal in hun leven dezelfde rechten, waardigheid en respect verdienen. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet denk aan deze prachtige, mishandelde mensen. Ik had de enorme eer ze te ontmoeten.
I hope that these images awaken a force
Ik hoop dat deze beelden een kracht zullen doen ontwaken
in those who view them, people like you, and I hope that force will ignite a fire, and that fire will shine a light on slavery, for without that light, the beast of bondage can continue to live in the shadows.
bij wie ze bekijkt, mensen zoals jullie. Ik hoop dat deze kracht een vuur zal doen ontbranden dat een licht zal werpen op de slavernij. Zonder dat licht kan het beest van de slavernij in de schaduwen blijven voortleven.
Thank you very much.
Hartelijk dank.
(Applause)
(Applaus)