Oliver was an extremely dashing, handsome, charming and largely unstable male that I completely lost my heart to.
Oliver was een buitengewoon energieke, knappe, charmante en uiterst labiele man, aan wie ik mijn hart totaal had verloren.
(Laughter)
(Gelach)
He was a Bernese mountain dog, and my ex-husband and I adopted him, and about six months in, we realized that he was a mess. He had such paralyzing separation anxiety that we couldn't leave him alone. Once, he jumped out of our third floor apartment. He ate fabric. He ate things, recyclables. He hunted flies that didn't exist. He suffered from hallucinations. He was diagnosed with a canine compulsive disorder and that's really just the tip of the iceberg.
Hij was een Berner Sennenhond die mijn ex-man en ik hadden geadopteerd. Na een maand of zes beseften we dat hij niet spoorde. Hij had zo'n verlammende verlatingsangst dat we hem niet alleen konden laten. Hij sprong eens uit ons appartement op de 2de verdieping. Hij at textiel en recyclebare voorwerpen. Hij joeg op vliegen die niet bestonden. Hij had hallucinaties. Er werd vastgesteld dat hij een dwangstoornis had. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.
But like with humans, sometimes it's six months in before you realize that the person that you love has some issues. (Laughter) And most of us do not take the person we're dating back to the bar where we met them or give them back to the friend that introduced us, or sign them back up on Match.com. (Laughter) We love them anyway, and we stick to it, and that is what I did with my dog. And I was a — I'd studied biology. I have a Ph.D. in history of science from MIT, and had you asked me 10 years ago if a dog I loved, or just dogs generally, had emotions, I would have said yes, but I'm not sure that I would have told you that they can also wind up with an anxiety disorder, a Prozac prescription and a therapist. But then, I fell in love, and I realized that they can, and actually trying to help my own dog overcome his panic and his anxiety, it just changed my life. It cracked open my world. And I spent the last seven years, actually, looking into this topic of mental illness in other animals. Can they be mentally ill like people, and if so, what does it mean about us? And what I discovered is that I do believe they can suffer from mental illness, and actually looking and trying to identify mental illness in them often helps us be better friends to them and also can help us better understand ourselves.
Maar bij mensen duurt het soms ook een half jaar voordat je doorhebt dat degene van wie je houdt problemen heeft. (Gelach) De meesten van ons brengen onze date niet terug naar de bar waar we hem of haar ontmoetten. We geven hem niet terug aan de vriend die ons aan elkaar voorstelde, en we verwijzen hem niet terug naar de datingsite. (Gelach) Ondanks alles houden we van hem en geven we niet op. Dat is wat ik met mijn hond deed. Ik heb biologie gestudeerd en heb een doctorsdiploma in de wetenschapsgeschiedenis van het 'Institute of Technology' (MIT). Als je me tien jaar terug had gevraagd of mijn hond of honden in het algemeen emoties hebben, dan had ik 'ja' gezegd. Ik had jullie niet verteld dat ze een angststoornis kunnen krijgen, een recept voor Prozac en een therapeut. Maar toen werd ik verliefd en besefte dat dat allemaal mogelijk is. De pogingen die ik deed om mijn hond te helpen bij het overwinnen van zijn paniek en angsten heeft mijn leven veranderd en mijn wereld op zijn kop gezet. De afgelopen zeven jaar heb ik besteed aan onderzoek naar psychische aandoeningen bij dieren. Kunnen dieren ook geestesziek zijn, en zo ja, wat betekent dat voor ons? Ik kwam tot de ontdekking, en dat geloof ik echt, dat dieren geestesziek kunnen zijn. Als we een psychische aandoening bij dieren kunnen vaststellen, kunnen we betere vrienden voor ze zijn, en kunnen we onszelf beter begrijpen. Laten we het even hebben over het stellen van een diagnose.
So let's talk about diagnosis for a minute. Many of us think that we can't know what another animal is thinking, and that is true, but any of you in relationships — at least this is my case — just because you ask someone that you're with or your parent or your child how they feel doesn't mean that they can tell you. They may not have words to explain what it is that they're feeling, and they may not know. It's actually a pretty recent phenomenon that we feel that we have to talk to someone to understand their emotional distress. Before the early 20th century, physicians often diagnosed emotional distress in their patients just by observation. It also turns out that thinking about mental illness in other animals isn't actually that much of a stretch. Most mental disorders in the United States are fear and anxiety disorders, and when you think about it, fear and anxiety are actually really extremely helpful animal emotions. Usually we feel fear and anxiety in situations that are dangerous, and once we feel them, we then are motivated to move away from whatever is dangerous. The problem is when we begin to feel fear and anxiety in situations that don't call for it. Mood disorders, too, may actually just be the unfortunate downside of being a feeling animal, and obsessive compulsive disorders also are often manifestations of a really healthy animal thing which is keeping yourself clean and groomed. This tips into the territory of mental illness when you do things like compulsively over-wash your hands or paws, or you develop a ritual that's so extreme that you can't sit down to a bowl of food unless you engage in that ritual.
Velen van ons vinden dat we niet kunnen weten wat voor gedachten een dier heeft. Dat is inderdaad zo. Maar als je een relatie hebt -- dat geldt voor mij tenminste -- en je vraagt je partner, je vader, je moeder of je kind wat ze voelen, dan zeggen ze dat niet automatisch. Misschien kunnen ze niet onder woorden brengen wat ze precies voelen. Misschien weten ze het niet. Het is een recent fenomeen dat we met iemand willen praten om hun emotionele problemen te begrijpen. Voor het begin van de 20ste eeuw stelden artsen emotioneel lijden bij hun patiënten vast door hen te observeren. Het blijkt dat nadenken over psychische aandoeningen bij dieren eigenlijk niet zo vergezocht is. De meeste psychische stoornissen in de VS zijn angststoornissen. Als je erover nadenkt, is angst een buitengewoon nuttige dierlijke emotie. Meestal voelen we ons angstig in gevaarlijke situaties. Als we ons zo voelen, worden we geprikkeld om weg te gaan van datgene wat gevaarlijk is. Het wordt een probleem als we bang zijn in situaties die niet gevaarlijk zijn. Misschien zijn stemmingswisselingen ook slechts de keerzijde van het feit dat we een gevoelsdier zijn. Ook obsessieve dwangstoornissen zijn vaak een uiting van het feit dat we gezonde dieren zijn, namelijk dat we ons wassen en verzorgen. We noemen het pas een psychische stoornis als je bijvoorbeeld dwangmatig je handen of poten wast, of als je een extreem ritueel ontwikkelt, waarbij je pas kunt gaan zitten om te eten als je dat ritueel hebt afgewerkt.
So for humans, we have the "Diagnostic and Statistical Manual," which is basically an atlas of the currently agreed-upon mental disorders. In other animals, we have YouTube. (Laughter) This is just one search I did for "OCD dog" but I encourage all of you to look at "OCD cat." You will be shocked by what you see. I'm going to show you just a couple examples. This is an example of shadow-chasing. I know, and it's funny and in some ways it's cute. The issue, though, is that dogs can develop compulsions like this that they then engage in all day. So they won't go for a walk, they won't hang out with their friends, they won't eat. They'll develop fixations like chasing their tails compulsively.
Voor mensen hebben we het 'Diagnostisch handboek van psychische stoornissen'. Kort samengevat is het een atlas van de mentale stoornissen waar men het over eens is. Voor andere dieren hebben we YouTube. (Gelach) Dit is één zoekresultaat van 'honden met een dwangstoornis'. Ik moedig jullie aan om te kijken bij 'katten met een dwangstoornis'. Je schrikt van wat je te zien krijgt. Ik laat een paar voorbeelden zien. Dit is een hond die zijn schaduw achterna zit. Het is grappig en misschien wel aandoenlijk, maar het gaat erom dat honden dwangmatig gedrag ontwikkelen en dat ze de hele dag niets anders doen. Ze gaan niet buiten wandelen of met hun vriendjes spelen, of ze eten niet. Ze krijgen een gefixeerd gedrag zoals achter hun staart aanrennen. Dit voorbeeld is van een kat die Gizmo heet.
Here's an example of a cat named Gizmo. He looks like he's on a stakeout but he does this for many, many, many hours a day. He just sits there and he will paw and paw and paw at the screen. This is another example of what's considered a stereotypic behavior. This is a sun bear at the Oakland Zoo named Ting Ting. And if you just sort of happened upon this scene, you might think that Ting Ting is just playing with a stick, but Ting Ting does this all day, and if you pay close attention and if I showed you guys the full half-hour of this clip, you'd see that he does the exact same thing in the exact same order, and he spins the stick in the exact same way every time. Other super common behaviors that you may see, particularly in captive animals, are pacing stereotypies or swaying stereotypies, and actually, humans do this too, and in us, we'll sway, we'll move from side to side. Many of us do this, and sometimes it's an effort to soothe ourselves, and I think in other animals that is often the case too.
Het lijkt alsof hij de zaak in de gaten houdt, maar dit gedrag vertoont hij vele, vele uren per dag. Hij zit daar maar en tikt met zijn poot tegen de luxaflex. Ook dit is een voorbeeld van wat wordt gezien als stereotiep gedrag. Ting Ting is een honingbeer in de dierentuin van Oakland. Als je toevallig langs zou lopen, zou je kunnen denken dat hij aan het spelen is. Maar Ting Ting doet dit de hele dag. Als je goed oplet, als ik jullie de hele videoclip van een half uur laat zien, zie je dat hij exact hetzelfde doet in exact dezelfde volgorde. Hij pakt de stok op exact dezelfde manier, iedere keer opnieuw. Een ander voorbeeld van vaak voorkomend gedrag vooral bij dieren in gevangenschap, is het stereotiep heen en weer lopen of met het lichaam zwaaien. Mensen doen dat ook. We schommelen heen en weer, van de ene naar de andere kant. Velen van ons doen dat, soms om onszelf te troosten. Bij andere dieren is dat vaak hetzelfde.
But it's not just stereotypic behaviors that other animals engage in. This is Gigi. She's a gorilla that lives at the Franklin Park Zoo in Boston. She actually has a Harvard psychiatrist, and she's been treated for a mood disorder among other things. Many animals develop mood disorders. Lots of creatures — this horse is just one example — develop self-destructive behaviors. They'll gnaw on things or do other things that may also soothe them, even if they're self-destructive, which could be considered similar to the ways that some humans cut themselves.
Maar andere dieren vertonen niet uitsluitend stereotiep gedrag. Dit is Gigi, een vrouwtjesgorilla in de dierentuin van Boston. Ze wordt behandeld door een psychiater voor onder andere een stemmingsstoornis. Veel dieren ontwikkelen stemmingsstoornissen. Een heleboel dieren, dit paard bij voorbeeld, vertonen gedrag waarbij ze zich verwonden. Ze knagen op dingen of doen andere dingen om te kalmeren, ondanks hun zelfvernietigende gedrag. Dat kun je vergelijken met de manier waarop sommige mensen zich snijden.
Plucking. Turns out, if you have fur or feathers or skin, you can pluck yourself compulsively, and some parrots actually have been studied to better understand trichotillomania, or compulsive plucking in humans, something that affects 20 million Americans right now. Lab rats pluck themselves too. In them, it's called barbering. Canine veterans of conflicts of Iraq and Afghanistan are coming back with what's considered canine PTSD, and they're having a hard time reentering civilian life when they come back from deployments. They can be too scared to approach men with beards or to hop into cars.
Plukken. Het blijkt dat, als je een vacht, veren of een huid hebt, je jezelf dwangmatig kunt kaalplukken. Er is onderzoek gedaan naar papegaaien om trichotillomanie, dwangmatig haren trekken, beter te begrijpen. Daar lijden op dit moment 20 miljoen Amerikanen aan. Laboratoriumratten trekken hun haren uit. Het wordt 'barbering' genoemd. Hondenveteranen uit oorlogsgebieden als Irak en Afghanistan komen terug met een posttraumatische stressstoornis. Na hun stationering hebben ze moeite om in de maatschappij terug te keren. Soms hebben ze angst voor mannen met baarden of durven ze niet in de auto te springen. Ik wil voorzichtig en duidelijk zijn.
I want to be careful and be clear, though. I do not think that canine PTSD is the same as human PTSD. But I also do not think that my PTSD is like your PTSD, or that my anxiety or that my sadness is like yours. We are all different. We also all have very different susceptibilities. So two dogs, raised in the same household, exposed to the very same things, one may develop, say, a debilitating fear of motorcycles, or a phobia of the beep of the microwave, and another one is going to be just fine.
Het posttraumatisch stresssyndroom bij honden is niet hetzelfde als bij mensen. Net zomin vind ik dat mijn PTSS hetzelfde is als dat van jou. Of dat mijn angst of verdriet hetzelfde is als het jouwe. We zijn allemaal anders. We hebben allemaal onze eigen gevoeligheden. Van twee honden die in hetzelfde gezin zijn opgegroeid, en die aan dezelfde dingen zijn blootgesteld, kan er eentje een verlammende angst voor motorfietsen ontwikkelen, of een fobie voor het piepje van de magnetron, terwijl de andere helemaal in orde is. Mensen stellen mij vaak de volgende vraag:
So one thing that people ask me pretty frequently: Is this just an instance of humans driving other animals crazy? Or, is animal mental illness just a result of mistreatment or abuse? And it turns out we're actually so much more complicated than that.
Is dat een voorbeeld van mensen die een ander dier gek maken? Of is een mentale stoornis bij dieren het gevolg van mishandeling? Het blijkt dat we eigenlijk veel ingewikkelder in elkaar zitten. Er is me iets fantastisch overkomen.
So one great thing that has happened to me is recently I published a book on this, and every day now that I open my email or when I go to a reading or even when I go to a cocktail party, people tell me their stories of the animals that they have met. And recently, I did a reading in California, and a woman raised her hand after the talk and she said, "Dr. Braitman, I think my cat has PTSD."
Mijn boek over dit onderwerp verscheen onlangs. Iedere dag als ik mijn e-mails bekijk, of als ik naar een lezing ga, of naar een cocktailparty, vertellen mensen hun verhalen over dieren die ze zijn tegengekomen. Onlangs gaf ik een lezing in Californië. Een vrouw stak haar hand op en zei: "Ik denk dat mijn kat een posttraumatische stressstoornis heeft."
And I said, "Well, why? Tell me a little bit about it."
Ik zei: "Hoezo? Vertel er eens wat over."
So, Ping is her cat. She was a rescue, and she used to live with an elderly man, and one day the man was vacuuming and he suffered a heart attack, and he died. A week later, Ping was discovered in the apartment alongside the body of her owner, and the vacuum had been running the entire time. For many months, up to I think two years after that incident, she was so scared she couldn't be in the house when anyone was cleaning. She was quite literally a scaredy cat. She would hide in the closet. She was un-self-confident and shaky, but with the loving support of her family, a lot of a time, and their patience, now, three years later, she's actually a happy, confident cat.
Haar kat heet Ping. Ze had hem uit het asiel. Ze woonde samen met een man op leeftijd. Op een dag, toen hij aan het stofzuigen was, kreeg hij een hartaanval en overleed hij. Een week later werd Ping in het appartement gevonden naast het lichaam van de overledene. De stofzuiger had al die tijd aangestaan. Maandenlang, tot twee jaar na het incident, kon Ping niet in huis zijn als er werd schoongemaakt. Ze was een heel bange kat. Ze verstopte zich in de kast. Ze had geen zelfvertrouwen en beefde, maar dankzij de liefdevolle hulp van de familie en een heleboel geduld, is Ping drie jaar later een gelukkige, zelfverzekerde kat.
Another story of trauma and recovery that I came across was actually a few years ago. I was in Thailand to do some research. I met a monkey named Boonlua, and when Boonlua was a baby, he was attacked by a pack of dogs, and they ripped off both of his legs and one arm, and Boonlua dragged himself to a monastery, where the monks took him in. They called in a veterinarian, who treated his wounds. Eventually, Boonlua wound up at an elephant facility, and the keepers really decided to take him under their wing, and they figured out what he liked, which, it turned out, was mint Mentos and Rhinoceros beetles and eggs. But they worried, because he was social, that he was lonely, and they didn't want to put him in with another monkey, because they thought with just one arm, he wouldn't be able to defend himself or even play. And so they gave him a rabbit, and Boonlua was immediately a different monkey. He was extremely happy to be with this rabbit. They groomed each other, they become close friends, and then the rabbit had bunnies, and Boonlua was even happier than he was before, and it had in a way given him a reason to wake up in the morning, and in fact it gave him such a reason to wake up that he decided not to sleep. He became extremely protective of these bunnies, and he stopped sleeping, and he would sort of nod off while trying to take care of them. In fact, he was so protective and so affectionate with these babies that the sanctuary eventually had to take them away from him because he was so protective, he was worried that their mother might hurt them. So after they were taken away, the sanctuary staff worried that he would fall into a depression, and so to avoid that, they gave him another rabbit friend. (Laughter) My official opinion is that he does not look depressed. (Laughter)
Een paar jaar geleden maakte ik een andere traumatische gebeurtenis mee. Ik was in Thailand voor onderzoek. Ik kwam een aap tegen die Boonlua heette. Hij werd als baby aangevallen door een stel honden. Ze rukten z'n twee benen en een arm uit zijn lijf. Boonlua sleepte zich naar een klooster. De monniken haalden hem binnen. Ze belden een dierenarts die zijn wonden verzorgde. Uiteindelijk kwam Boonlua in een opvangcentrum voor olifanten terecht. De verzorgers besloten om hem onder hun hoede te nemen. Ze zagen wat hij lekker vond: Mentos-pepermunt, neushoornkevers en eieren. Ze maakten zich zorgen omdat hij zo alleen was. Hij mocht niet bij een andere aap want ze dachten dat hij zich met één arm niet kon verdedigen of kon spelen. Dus gaven ze hem een konijn. Boonlua was op slag een andere aap. Hij was heel gelukkig met het konijn. Ze vlooiden elkaar en werden goede maatjes. Toen het konijn jongen kreeg, was Boonlua nog gelukkiger dan daarvoor. Het gaf hem een reden om 's ochtends op te staan. Het werd zo belangrijk voor hem dat hij besloot om niet meer te slapen. Hij nam de konijntjes extreem in bescherming en stopte met slapen. Hij zat te knikkebollen terwijl hij voor ze zorgde. Het beschermen en liefdevol verzorgen werd zo heftig dat de verzorgers de jongen uiteindelijk bij hem moesten weghalen. Ze maakten zich zorgen dat hun moeder hen pijn zou doen. Het personeel was bang dat Boonlua zonder hen depressief zou worden. Om dat te voorkomen, gaven ze hem een ander konijn als speelkameraadje. (Gelach) Ik ben van mening dat hij er niet depressief uitziet. (Gelach)
So one thing that I would really like people to feel is that you really should feel empowered to make some assumptions about the creatures that you know well. So when it comes to your dog or your cat or maybe your one-armed monkey that you happen to know, if you think that they are traumatized or depressed, you're probably right. This is extremely anthropomorphic, or the assignation of human characteristics onto non-human animals or things. I don't think, though, that that's a problem. I don't think that we can not anthropomorphize. It's not as if you can take your human brain out of your head and put it in a jar and then use it to think about another animal thinking. We will always be one animal wondering about the emotional experience of another animal.
Ik zou graag willen dat mensen voelen dat ze van bepaalde veronderstellingen uit moeten kunnen gaan over de wezens die ze goed kennen. Als het dan over je hond gaat, of je kat of misschien je eenarmige aap, en je denkt dat hij getraumatiseerd of depressief is, dan heb je waarschijnlijk gelijk. Ik ben flink aan het antropomorfiseren: menselijke eigenschappen toekennen aan dieren of dingen. Ik denk niet dat dat een probleem is. Ik denk dat we dat altijd zullen doen. Het is niet zo dat je je hersens uit je hoofd kunt halen, ze in een potje stopt en dan gebruikt om na te gaan wat een ander dier denkt. We zullen altijd dat ene dier blijven dat wil weten of het andere dier ook emoties ervaart. Dan sta je voor de keuze of je goed antropomorfiseert
So then the choice becomes, how do you anthropomorphize well? Or do you anthropomorphize poorly? And anthropomorphizing poorly is all too common. (Laughter) It may include dressing your corgis up and throwing them a wedding, or getting too close to exotic wildlife because you believe that you had a spiritual connection. There's all manner of things. Anthropomorphizing well, however, I believe is based on accepting our animal similarities with other species and using them to make assumptions that are informed about other animals' minds and experiences, and there's actually an entire industry that is in some ways based on anthropomorphizing well, and that is the psychopharmaceutical industry.
of verkeerd antropomorfiseert. Op een verkeerde manier antropomorfiseren komt maar al te vaak voor. (Gelach) Zoals een bruiloftsfeest voor je corgi's organiseren. Of te dicht in de buurt van wilde dieren komen omdat je een 'spirituele klik' met ze hebt. Je kunt het zo gek niet bedenken. Op een goede manier antropomorfiseren betekent dat we overeenkomsten tussen diersoorten accepteren en dat we die gebruiken om aannames te maken die recht doen aan het verstand en de ervaringen van andere dieren. Sterker nog, er bestaat een industrie die op een bepaalde manier is gebaseerd op antropormorfiseren, namelijk de psychofarmaceutische industrie.
One in five Americans is currently taking a psychopharmaceutical drug, from the antidepressants and antianxiety medications to the antipsychotics. It turns out that we owe this entire psychopharmaceutical arsenal to other animals. These drugs were tested in non-human animals first, and not just for toxicity but for behavioral effects. The very popular antipsychotic Thorazine first relaxed rats before it relaxed people. The antianxiety medication Librium was given to cats selected for their meanness in the 1950s and made them into peaceable felines. And even antidepressants were first tested in rabbits.
Momenteel slikt één op de vijf Amerikanen een psychofarmaceutisch medicijn. Dat varieert van antidepressiva en angstmedicatie tot antipsychotica. Het blijkt dat we dit arsenaal aan psychofarmaca te danken hebben aan andere dieren. Deze medicijnen werden eerst op dieren getest. Niet alleen op eventuele giftigheid, maar ook op hun invloed op het gedrag. Het populaire antipsychoticum chloorpromazine kalmeerde eerst ratten en daarna mensen. Het rustgevende middel librium werd in de jaren 50 aan katten gegeven die op valsheid waren geselecteerd. Ze werden er heel rustig van. Zelfs antidepressiva werden eerst op konijnen getest. Maar tegenwoordig geven we die medicijnen
Today, however, we are not just giving these drugs to other animals as test subjects, but they're giving them these drugs as patients, both in ethical and much less ethical ways. SeaWorld gives mother orcas antianxiety medications when their calves are taken away. Many zoo gorillas have been given antipsychotics and antianxiety medications. But dogs like my own Oliver are given antidepressants and some antianxiety medications to keep them from jumping out of buildings or jumping into traffic. Just recently, actually, a study came out in "Science" that showed that even crawdads responded to antianxiety medication. It made them braver, less skittish, and more likely to explore their environment.
niet alleen aan laboratoriumdieren, maar ook aan dieren die zelf patiënt zijn. Dat gebeurt op ethische en minder ethische wijze. SeaWorld geeft kalmerende middelen aan zwaardwalvissen als hun kalveren worden weggenomen. Gorilla's in dierentuinen krijgen antipsychotica en kalmerende medicijnen. Aan honden, zoals aan mijn hond Oliver, worden antidepressiva en angstremmers gegeven zodat ze niet uit het raam springen of het verkeer inlopen. Uit een recent onderzoek dat is gepubliceerd in 'Science' blijkt dat zelfs rivierkreeften positief reageerden op kalmerende middelen. Het maakte ze moediger en minder schichtig, en ze wilden hun omgeving verkennen. We weten niet hoeveel dieren deze medicijnen krijgen
It's hard to know how many animals are on these drugs, but I can tell you that the animal pharmaceutical industry is immense and growing, from seven billion dollars in 2011 to a projected 9.25 billion by the year 2015.
maar de farmaceutische industrie die op dieren is gericht, is gigantisch en groeit nog steeds. In 2011 bedroeg de omzet 7 miljard dollar. Tegen 2015 wordt een omzet van 9,25 miljard dollar verwacht.
Some animals are on these drugs indefinitely. Others, like one bonobo who lives in Milwaukee at the zoo there was on them until he started to save his Paxil prescription and then distribute it among the other bonobos. (Laughter) (Applause)
Sommige dieren krijgen deze medicijnen hun hele leven. Andere, zoals een bonobo in de zoo van Milwaukee, kreeg deze pillen totdat hij ze ging opsparen en begon uit te delen aan de andere bonobo's. (Gelach) (Applaus)
More than psychopharmaceuticals, though, there are many, many, many other therapeutic interventions that help other creatures. And here is a place where I think actually that veterinary medicine can teach something to human medicine, which is, if you take your dog, who is, say, compulsively chasing his tail, into the veterinary behaviorist, their first action isn't to reach for the prescription pad; it's to ask you about your dog's life. They want to know how often your dog gets outside. They want to know how much exercise your dog is getting. They want to know how much social time with other dogs and other humans. They want to talk to you about what sorts of therapies, largely behavior therapies, you've tried with that animal. Those are the things that often tend to help the most, especially when combined with psychopharmaceuticals.
Behalve het geven van psychofarmaca zijn er allerlei andere therapeutische interventies die dieren kunnen helpen. Dit is het terrein waarvan ik denk dat onze geneeskunde iets kan leren van de diergeneeskunde. Bij voorbeeld: je neemt je hond, die dwangmatig achter zijn staart aanrent, mee naar de dierenpsychiater. Hij grijpt niet meteen naar zijn receptenboekje maar vraagt hoe het leven van je hond er uitziet. Hij wil weten hoe vaak je hond buiten komt, hoeveel lichaamsbeweging hij krijgt, hoe vaak hij gezelschap heeft van andere honden en andere mensen. Hij wil weten wat voor therapieën, vooral gedragstherapieën, je bij je hond hebt uitgeprobeerd. Dat soort dingen werken vaak het beste, vooral in combinatie met psychofarmaca.
The thing, though, I believe, that helps the most, particularly with social animals, is time with other social animals. In many ways, I feel like I became a service animal to my own dog, and I have seen parrots do it for people and people do it for parrots and dogs do it for elephants and elephants do it for other elephants. I don't know about you; I get a lot of Internet forwards of unlikely animal friendships. I also think it's a huge part of Facebook, the monkey that adopts the cat or the great dane who adopted the orphaned fawn, or the cow that makes friends with the pig, and had you asked me eight, nine years ago, about these, I would have told you that they were hopelessly sentimental and maybe too anthropomorphic in the wrong way and maybe even staged, and what I can tell you now is that there is actually something to this. This is legit. In fact, some interesting studies have pointed to oxytocin levels, which are a kind of bonding hormone that we release when we're having sex or nursing or around someone that we care for extremely, oxytocin levels raising in both humans and dogs who care about each other or who enjoy each other's company, and beyond that, other studies show that oxytocin raised even in other pairs of animals, so, say, in goats and dogs who were friends and played with each other, their levels spiked afterwards.
Wat, denk ik, het meeste helpt bij dieren die sociaal zijn ingesteld, is tijd doorbrengen met andere sociale dieren. Op allerlei manieren ben ik zelf een gezelschapsdier van mijn eigen hond. Ik ken papegaaien die mensen gezelschap houden, en mensen die papegaaien gezelschap houden, honden die olifanten gezelschap houden en olifanten die elkaar gezelschap houden. Ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar ik krijg veel berichten binnen over de gekste dierenvriendschappen. Op Facebook valt er een heleboel over te zien. De aap die de kat adopteert. Of de Deense dog die het reekalfje adopteerde. Of de koe die vriendschap sluit met een varken. Als je me hier negen jaar geleden over had gevraagd, had ik gezegd dat dit gedrag sentimenteel was en misschien overdreven antropomorf op de foute manier en misschien in scène gezet, maar ik kan je nu vertellen dat dit gedrag geen flauwekul is. Het is echt. Sommige interessante studies verwijzen naar oxytocine-niveaus. Het hormoon oxytocine schept een emotionele band. Het komt vrij als we seks hebben of iemand verzorgen, of als we heel veel om iemand geven. Oxytocine neemt toe bij zowel mensen als honden die om elkaar geven of die graag in elkaars gezelschap verkeren. Andere studies laten zien dat oxytocine toeneemt bij verschillende diersoorten. Bij geiten en honden die vriendjes waren en met elkaar speelden schoot het oxytocine-niveau na het spelen de lucht in.
I have a friend who really showed me that mental health is in fact a two-way street. His name is Lonnie Hodge, and he's a veteran of Vietnam. When he returned, he started working with survivors of genocide and a lot of people who had gone through war trauma. And he had PTSD and also a fear of heights, because in Vietnam, he had been rappelling backwards out of helicopters over the skids, and he was givena service dog named Gander, a labradoodle, to help him with PTSD and his fear of heights. This is them actually on the first day that they met, which is amazing, and since then, they've spent a lot of time together visiting with other veterans suffering from similar issues. But what's so interesting to me about Lonnie and Gander's relationship is about a few months in, Gander actually developed a fear of heights, probably because he was watching Lonnie so closely. What's pretty great about this, though, is that he's still a fantastic service dog, because now, when they're both at a great height, Lonnie is so concerned with Gander's well-being that he forgets to be scared of the heights himself.
Ik heb een vriend die duidelijk maakte dat geestelijke gezondheid twee kanten heeft. Zijn naam is Lonnie Hodge. Hij is een Vietnam-veteraan. Na zijn terugkeer in de VS ging hij werken met overlevenden van genocide en met mensen die een oorlogstrauma hebben. Zelf had hij PTSS en hoogtevrees omdat hij in Vietnam achterstevoren aan het landingsgestel van de helikopter hing. Hij had een hulphond, een labradoodle, die Gander heette. Die hielp hem bij zijn PTSS en hoogtevrees. Op deze dag zagen ze elkaar voor het eerst. Het is ongelooflijk en sinds die dag zijn ze vaak in elkaars gezelschap. Ze bezoeken andere veteranen met dezelfde problemen. Wat ik zo interessant aan hun relatie vind, is iets dat daarna gebeurde. Gander kreeg hoogtevrees, echt waar. Vermoedelijk omdat hij Lonnie zo scherp in de gaten hield. Het mooie is dat hij nog steeds een fantastische hulphond is. Als ze nu op een grote hoogte zijn, is Lonnie zo bezorgd over het welzijn van Gander dat hij zijn eigen hoogtevrees vergeet. Ik hou me al zo lang bezig met dit soort verhalen,
Since I've spent so much time with these stories, digging into archives, I literally spent years doing this research, and it's changed me. I no longer look at animals at the species level. I look at them as individuals, and I think about them as creatures with their own individual weather systems guiding their behavior and informing how they respond to the world. And I really believe that this has made me a more curious and a more empathetic person, both to the animals that share my bed and occasionally wind up on my plate, but also to the people that I know who are suffering from anxiety and from phobias and all manner of other things, and I really do believe that even though you can't know exactly what's going on in the mind of a pig or your pug or your partner, that that shouldn't stop you from empathizing with them. The best thing that we could do for our loved ones is, perhaps, to anthropomorphize them.
met het spitten in archieven -- mijn onderzoek duurt al jaren -- dat ik erdoor ben veranderd. Ik kijk niet meer naar diersoorten in het algemeen, maar ik zie elk dier als een individu. Ik beschouw ze als schepsels met elk een eigen meteorologisch systeem, dat hun gedrag stuurt en hen informeert over hoe ze op hun omgeving reageren. Ik geloof dat dit van mij een empathischer en nieuwsgieriger mens heeft gemaakt. Zowel met betrekking tot de dieren die bij me in bed slapen of die soms op mijn bord terecht komen, als met betrekking tot de mensen die ik ken die aan een angststoornis lijden of aan een fobie of wat dan ook. Ik ben ervan overtuigd, ook al kun je niet precies weten wat er omgaat in de geest van een varken, je mopshond of je partner, dat dat je er niet van mag weerhouden je in te leven in hun gevoelens. Het beste dat we voor onze geliefden kunnen doen, is hen misschien menselijke eigenschappen toedichten.
Charles Darwin's father once told him that everybody could lose their mind at some point. Thankfully, we can often find them again, but only with each other's help.
De vader van Charles Darwin zei eens tegen zijn zoon dat iedereen op een gegeven moment zijn verstand kan verliezen. Gelukkig kunnen we het meestal weer terugvinden, maar dat kan alleen met elkaars hulp.
Thank you.
Bedankt.
(Applause)
(Applaus)