People are living longer and societies are getting grayer. You hear about it all the time. You read about it in your newspapers. You hear about it on your television sets. Sometimes, I'm concerned that we hear about it so much that we've come to accept longer lives with a kind of a complacency, even ease. But make no mistake, longer lives can -- and, I believe, will improve quality of life at all ages.
Mensen leven steeds langer en samenlevingen zijn aan het vergrijzen. Je hoort het voortdurend. Je leest erover in de krant. Je hoort het op tv. Soms maak ik me zorgen dat we er zoveel over horen dat we een langer leven beginnen te aanvaarden met een soort van tevredenheid, met gemak zelfs. Maar vergis je niet, langer leven kan en zal, volgens mij, de levenskwaliteit verbeteren op elke leeftijd.
Now to put this in perspective, let me just zoom out for a minute. More years were added to average life expectancy in the 20th century than all years added across all prior millennia of human evolution combined. In the blink of an eye, we nearly doubled the length of time that we're living. So if you ever feel like you don't have this aging thing quite pegged, don't kick yourself. It's brand new.
Om dat in perspectief te plaatsen, ga ik even uitzoomen. In de 20ste eeuw werden meer jaren aan de gemiddelde levensverwachting toegevoegd dan alle toegevoegde jaren samen doorheen alle voorgaande millennia van de evolutie van de mens. In een oogwenk hebben we onze levensduur bijna verdubbeld. Als je dus ooit het gevoel hebt dat je geen vat hebt op dat verouderen, hoef je jezelf niks te verwijten. Het is gloednieuw.
And because fertility rates fell across that very same period that life expectancy was going up, that pyramid that has always represented the distribution of age in the population, with many young ones at the bottom winnowed to a tiny peak of older people who make it and survive to old age, is being reshaped into a rectangle.
En omdat de vruchtbaarheidscijfers daalden tijdens dezelfde periode waarin de levensverwachting steeg, is de piramide die altijd de leeftijdsverdeling van de bevolking heeft voorgesteld, met onderaan veel jonge mensen en bovenaan een kleine piek met ouderen die het halen en tot op hoge leeftijd leven, aan het veranderen in een rechthoek.
And now, if you're the kind of person who can get chills from population statistics,
Als jij het soort persoon bent dat koude rillingen krijgt van bevolkingsstatistieken,
(Laughter)
dan zullen deze zeker dat effect hebben.
these are the ones that should do it. Because what that means is that for the first time in the history of the species, the majority of babies born in the developed world are having the opportunity to grow old.
Dat betekent namelijk dat voor de eerste keer in de geschiedenis van onze soort de meerderheid van de baby's die geboren worden in de ontwikkelde landen de kans hebben om oud te worden.
How did this happen? Well, we're no genetically hardier than our ancestors were 10,000 years ago. This increase in life expectancy is the remarkable product of culture -- the crucible that holds science and technology and wide-scale changes in behavior that improve health and well-being. Through cultural changes, our ancestors largely eliminated early death so that people can now live out their full lives.
Hoe is dat gebeurd? We zijn genetisch niet sterker dan onze voorouders 10.000 jaar geleden. Deze groeiende levensverwachting is het wonderbaarlijke product van cultuur -- de smeltkroes van wetenschap en technologie en grootschalige veranderingen in gedrag die gezondheid en welzijn verbeteren. Door culturele veranderingen hebben onze voorouders een vroegtijdige dood grotendeels geëlimineerd zodat mensen nu hun leven volledig kunnen leven.
Now there are problems associated with aging -- diseases, poverty, loss of social status. It's hardly time to rest on our laurels. But the more we learn about aging, the clearer it becomes that a sweeping downward course is grossly inaccurate. Aging brings some rather remarkable improvements -- increased knowledge, expertise -- and emotional aspects of life improve. That's right, older people are happy. They're happier than middle-aged people, and younger people, certainly.
Er zijn problemen die gelinkt zijn aan verouderen -- ziektes, armoede, verlies van sociale status. Het is nog lang geen tijd om op onze lauweren te rusten. Maar hoe meer we leren over verouderen, hoe duidelijker het wordt dat een radicaal neerwaartse gang erg inaccuraat is. Verouderen brengt enkele merkwaardige verbeteringen met zich mee -- toegenomen kennis en bekwaamheid. De emotionele aspecten van ons leven verbeteren. Inderdaad, oudere mensen zijn gelukkig. Ze zijn gelukkiger dan mensen van middelbare leeftijd, en zeker dan jonge mensen.
(Laughter)
Onderzoek na onderzoek
Study after study is coming to the same conclusion.
komt tot dezelfde conclusie.
The CDC recently conducted a survey where they asked respondents simply to tell them whether they experienced significant psychological distress in the previous week. And fewer older people answered affirmatively to that question than middle-aged people, and younger people as well. And a recent Gallup poll asked participants how much stress and worry and anger they had experienced the previous day. And stress, worry, anger all decrease with age.
In een recent Amerikaans onderzoek werd de ondervraagden eenvoudigweg gevraagd of ze de voorbije week aanzienlijk psychologisch leed hadden ondervonden. Minder ouderen antwoordden daarop bevestigend dan mensen van middelbare leeftijd en dan jonge mensen. Een recente poll van Gallup vroeg de deelnemers hoeveel stress, zorgen en woede ze de vorige dag ervaren hadden. Stress, zorgen en woede verminderen alle drie naargelang je ouder wordt.
Now social scientists call this the paradox of aging. I mean, after all, aging is not a piece of cake. So we've asked all sorts of questions to see if we could undo this finding. We've asked whether it may be that the current generations of older people are and always have been the greatest generations. That is that younger people today may not typically experience these improvements as they grow older. We've asked, well, maybe older people are just trying to put a positive spin on an otherwise depressing existence.
Sociale wetenschappers noemen dat de paradox van het verouderen. Ouder worden is uiteindelijk niet gemakkelijk. We hebben allerlei vragen gesteld om te kijken of we die bevinding teniet konden doen. We vroegen ons af of de huidige generaties van ouderen misschien de beste generaties zijn en dat altijd zijn geweest. Dat wil zeggen dat tegenwoordig jonge mensen die verbeteringen misschien niet typisch ondervinden bij het ouder worden. We hebben ons afgevraagd of ouderen misschien gewoon een positieve draai proberen geven aan een anders deprimerend bestaan.
(Laughter)
(Gelach)
But the more we've tried to disavow this finding, the more evidence we find to support it.
Maar hoe meer we die vondst proberen te verwerpen, hoe meer bewijs we vinden dat ze ondersteunt.
Years ago, my colleagues and I embarked on a study where we followed the same group of people over a 10-year period. Originally, the sample was aged 18 to 94. And we studied whether and how their emotional experiences changed as they grew older. Our participants would carry electronic pagers for a week at a time, and we'd page them throughout the day and evenings at random times. And every time we paged them, we'd ask them to answer several questions -- "On a one to seven scale, how happy are you right now?" "How sad are you right now?" "How frustrated are you right now?" -- so that we could get a sense of the kinds of emotions and feelings they were having in their day-to-day lives.
Jaren geleden begonnen mijn collega's en ik aan een onderzoek waarvoor we dezelfde groep mensen tien jaar lang volgden. Oorspronkelijk waren ze 18 tot 94 jaar oud. We onderzochten of en hoe hun emotionele ervaringen veranderden met het ouder worden. De deelnemers droegen een week lang elektronische piepers en we piepten hen op willekeurige momenten op doorheen de dag en 's avonds. Elke keer dat we hen oppiepten, vroegen we hen een aantal vragen te beantwoorden -- Hoe gelukkig ben je op dit moment, op een schaal van 1 tot 7? Hoe verdrietig ben je? Hoe gefrustreerd ben je? -- om een idee te kunnen krijgen van het soort emoties en gevoelens dat ze hadden in hun dagelijkse leven.
And using this intense study of individuals, we find that it's not one particular generation that's doing better than the others, but the same individuals over time come to report relatively greater positive experience. Now you see this slight downturn at very advanced ages. And there is a slight downturn. But at no point does it return to the levels we see in early adulthood.
Op basis van dit intens onderzoek van individuen ontdekken we dat het niet een specifieke generatie is die het beter doet dan de andere, maar dat dezelfde individuen doorheen de tijd relatief grotere positieve ervaring/beleving gaan melden. Je ziet hier deze lichte daling op erg gevorderde leeftijden. Er is een lichte daling. Maar er is geen punt waarop het terugkeert naar de niveaus die we in de vroege volwassenheid zien.
Now it's really too simplistic to say that older people are "happy." In our study, they are more positive. But they're also more likely than younger people to experience mixed emotions -- sadness at the same time you experience happiness; you know, that tear in the eye when you're smiling at a friend. And other research has shown that older people seem to engage with sadness more comfortably. They're more accepting of sadness than younger people are. And we suspect that this may help to explain why older people are better than younger people at solving hotly charged emotional conflicts and debates. Older people can view injustice with compassion, but not despair.
Het is echt te simplistisch om te zeggen dat oudere mensen "gelukkig" zijn. In ons onderzoek zijn ze positiever, maar ze hebben ook meer de neiging dan jongere mensen om gemengde gevoelens te ervaren -- verdriet en geluk op hetzelfde moment; je weet wel, die traan in je ooghoek wanneer je naar een vriend lacht. Ander onderzoek heeft aangetoond dat oudere mensen gemakkelijker lijken om te gaan met verdriet. Ze aanvaarden verdriet makkelijker dan jongere mensen. We vermoeden dat dat kan helpen verklaren waarom oude mensen beter zijn dan jongere in het oplossen van verhitte emotionele conflicten en discussies. Oudere mensen kunnen onrecht bekijken met medeleven, maar zonder wanhoop.
And all things being equal, older people direct their cognitive resources, like attention and memory, to positive information more than negative. If we show older, middle-aged, younger people images, like the ones you see on the screen, and we later ask them to recall all the images that they can, older people, but not younger people, remember more positive images than negative images. We've asked older and younger people to view faces in laboratory studies, some frowning, some smiling. Older people look toward the smiling faces and away from the frowning, angry faces. In day-to-day life, this translates into greater enjoyment and satisfaction.
Het lijkt erop dat ouderen hun cognitieve vermogens, zoals aandacht en geheugen, meer op positieve informatie richten dan op negatieve. Als we mensen van alle leeftijden beelden tonen zoals die op het scherm en hen later vragen om zich zoveel mogelijk beelden te herinneren, herinneren de oudere mensen, maar niet de jongere, zich meer positieve beelden dan negatieve. We hebben oudere en jongere mensen in laboratoriumonderzoeken gevraagd gezichten te bekijken, sommige fronsend, sommige lachend. Ouderen kijk naar de lachende gezichten en weg van de fronsende, boze gezichten. In het dagelijks leven wordt dat omgezet in meer plezier en genoegen/tevredenheid.
But as social scientists, we continue to ask about possible alternatives. We've said, well, maybe older people report more positive emotions because they're cognitively impaired.
Maar als sociale wetenschappers blijven we vragen naar mogelijke alternatieven. We hebben voorgesteld dat ouderen misschien meer positieve emoties melden omdat ze cognitief gehandicapt zijn.
(Laughter)
(Gelach)
We've said, could it be that positive emotions are simply easier to process than negative emotions, and so you switch to the positive emotions? Maybe our neural centers in our brain are degraded such that we're unable to process negative emotions anymore. But that's not the case. The most mentally sharp older adults are the ones who show this positivity effect the most. And under conditions where it really matters, older people do process the negative information just as well as the positive information.
We hebben ons afgevraagd of positieve emoties misschien gewoon makkelijker te verwerken zijn dan negatieve, en we daarom op positieve emoties overschakelen. Misschien zijn de zenuwcentra in onze hersenen zo erg gedegenereerd dat we geen negatieve emoties meer kunnen verwerken. Maar dat is niet het geval. De oudere volwassenen die mentaal het scherpst zijn, zijn degenen die dat positieve effect het meest vertonen. En onder omstandigheden waarin het er echt toe doet, verwerken ouderen de negatieve informatie wel, evengoed als de positieve informatie.
So how can this be? Well, in our research, we've found that these changes are grounded fundamentally in the uniquely human ability to monitor time -- not just clock time and calendar time, but lifetime. And if there's a paradox of aging, it's that recognizing that we won't live forever changes our perspective on life in positive ways. When time horizons are long and nebulous, as they typically are in youth, people are constantly preparing, trying to soak up all the information they possibly can, taking risks, exploring. We might spend time with people we don't even like because it's somehow interesting. We might learn something unexpected.
Hoe kan dat nu? Uit ons onderzoek is gebleken dat deze veranderingen fundamenteel gebaseerd zijn op het voor mensen unieke vermogen om tijd te beheren -- niet alleen op de klok en de kalender, maar ook levenstijd. Als er een verouderingsparadox is, dan houdt die in dat het inzicht dat we niet eeuwig leven ons perspectief op leven op positieve manieren verandert. Wanneer de horizon van de tijd ver weg en vaag is, zoals in onze jeugd typisch het geval is, zijn mensen voortdurend bezig, proberen ze zoveel mogelijk informatie op te nemen, nemen ze risico's, verkennen ze de wereld. We brengen misschien tijd door met mensen die we niet eens leuk vinden, omdat het op een bepaalde manier interessant is. We leren misschien onverwachts wel iets.
(Laughter)
(Gelach)
We go on blind dates.
We gaan op blind dates.
(Laughter)
(Gelach)
You know, after all, if it doesn't work out, there's always tomorrow. People over 50 don't go on blind dates.
Je weet dat als er niets van komt, er morgen een nieuwe dag is. Mensen boven de 50
(Laughter)
gaan niet op blind dates.
(Gelach)
As we age, our time horizons grow shorter and our goals change. When we recognize that we don't have all the time in the world, we see our priorities most clearly. We take less notice of trivial matters. We savor life. We're more appreciative, more open to reconciliation. We invest in more emotionally important parts of life, and life gets better, so we're happier day-to-day. But that same shift in perspective leads us to have less tolerance than ever for injustice.
Naarmate we ouder worden, komt onze tijdhorizon dichterbij en veranderen onze doelen. Als we inzien dat we niet alle tijd van de wereld hebben, zien we onze prioriteiten ontzettend duidelijk. We slaan minder acht op onbelangrijke zaken. We genieten van het leven. We hebben meer waardering voor verzoening, staan er meer voor open. We investeren in meer emotioneel belangrijke aspecten van het leven, en het leven wordt beter, dus zijn we gelukkiger in ons dagelijks leven. Maar dezelfde perspectiefwijziging zorgt ervoor dat we onrecht minder verdragen dan ooit.
By 2015, there will be more people in the United States over the age of 60 than under 15. What will happen to societies that are top-heavy with older people? The numbers won't determine the outcome. Culture will. If we invest in science and technology and find solutions for the real problems that older people face and we capitalize on the very real strengths of older people, then added years of life can dramatically improve quality of life at all ages. Societies with millions of talented, emotionally stable citizens who are healthier and better educated than any generations before them, armed with knowledge about the practical matters of life and motivated to solve the big issues can be better societies than we have ever known.
Tegen 2015 zullen er in de Verenigde Staten meer mensen boven de 60 zijn dan onder de 15. Wat zal er gebeuren met samenlevingen waarin zoveel meer ouderen leven? De cijfers zullen de afloop niet bepalen. Dat zal de cultuur doen. Als we investeren in wetenschap en technologie en oplossingen vinden voor de echte problemen waar ouderen mee geconfronteerd worden en als we profiteren van de reële sterktes van ouderen, dan kunnen toegevoegde levensjaren de levenskwaliteit dramatisch verbeteren op elke leeftijd. Samenlevingen met miljoenen getalenteerde, emotioneel stabiele burgers die gezonder zijn en beter opgeleid dan eender welke generatie voor hen, gewapend met kennis over de praktische levenskwesties en gemotiveerd om de grote problemen op te lossen, kunnen betere samenlevingen zijn dan we ooit gekend hebben.
My father, who is 92, likes to say, "Let's stop talking only about how to save the old folks and start talking about how to get them to save us all."
Mijn vader, die 92 is, zegt altijd: "We moeten ophouden met alleen te praten over hoe we oude mensen moeten redden en beginnen praten over hoe zij ons allemaal gaan kunnen redden."
Thank you.
Bedankt.
(Applause)
(Applaus)