I think it's safe to say that all humans will be intimate with death at least once in their lives. But what if that intimacy began long before you faced your own transition from life into death? What would life be like if the dead literally lived alongside you?
We kunnen gerust stellen dat ieder mens de dood in de ogen zal kijken, minstens één keer in zijn leven. Maar wat als die ontmoeting begon lang voor je eigen overgang van het leven naar de dood? Hoe zou het zijn om te leven met de doden letterlijk naast jou?
In my husband's homeland in the highlands of Sulawesi island in eastern Indonesia, there is a community of people that experience death not as a singular event but as a gradual social process. In Tana Toraja, the most important social moments in people's lives, the focal points of social and cultural interaction are not weddings or births or even family dinners, but funerals. So these funerals are characterized by elaborate rituals that tie people in a system of reciprocal debt based on the amount of animals -- pigs, chickens and, most importantly, water buffalo -- that are sacrificed and distributed in the name of the deceased. So this cultural complex surrounding death, the ritual enactment of the end of life, has made death the most visible and remarkable aspect of Toraja's landscape. Lasting anywhere from a few days to a few weeks, funeral ceremonies are a raucous affair, where commemorating someone who's died is not so much a private sadness but more of a publicly shared transition. And it's a transition that's just as much about the identity of the living as it is about remembrance of the dead.
In het thuisland van mijn man, in de bergen van het eiland Sulawesi in Oost-Indonesië, is er een gemeenschap die de dood niet ervaart als een éénmalige gebeurtenis, maar als een geleidelijk sociaal proces. In Tana Toraja zijn de belangrijkste sociale momenten in een mensenleven en het brandpunt van sociale en culturele interactie niet de bruiloften of geboortes, of zelfs de familiemaaltijden, maar wel de begrafenissen. Typisch voor deze begrafenissen zijn de talloze rituelen in een hecht systeem van wederzijdse plichten, gebaseerd op het aantal dieren - varkens, kippen, en vooral waterbuffels - die geofferd en verdeeld worden in naam van de overledene. Dit culturele complex dat de dood omringt, het rituele voltooien van het levenseinde, heeft van de dood het meest zichtbare en opvallende aspect gemaakt in Toraja-land. Met een duur van enkele dagen tot enkele weken, vormen begrafenissen een bruisend gebeuren. Het herdenken van iemand die is overleden is niet zozeer een persoonlijk leed, maar eerder een publiek gedeelde overgang. En die overgang heeft evenveel van doen met de identiteit van de levenden als met de herinnering aan de doden.
So every year, thousands of visitors come to Tana Toraja to see, as it were, this culture of death, and for many people these grandiose ceremonies and the length of the ceremonies are somehow incommensurable with the way that we face our own mortality in the West. So even as we share death as a universal experience, it's not experienced the same way the world over. And as an anthropologist, I see these differences in experience being rooted in the cultural and social world through which we define the phenomena around us. So where we see an unquestionable reality, death as an irrefutable biological condition, Torajans see the expired corporeal form as part of a larger social genesis. So again, the physical cessation of life is not the same as death. In fact, a member of society is only truly dead when the extended family can agree upon and marshal the resources necessary to hold a funeral ceremony that is considered appropriate in terms of resources for the status of the deceased. And this ceremony has to take place in front of the eyes of the whole community with everyone's participation.
Ieder jaar komen duizenden bezoekers naar Tana Toraja om als het ware deze dodencultuur te bezichtigen. Voor veel mensen zijn deze grootse ceremonies en de lengte van de ceremonies niet te verzoenen met hoe wij westerlingen onze eigen sterfelijkheid zien. Hoewel de dood een universele ervaring is, wordt die niet overal ter wereld op dezelfde manier ervaren. Als antropologe beschouw ik deze verschillen in ervaring als geworteld in de culturele en sociale wereld, die ons helpt de ons omringende fenomenen te omschrijven. Wat voor ons een onbetwistbare werkelijkheid is, de dood als een onloochenbare biologische conditie, is voor de Torajanen de verlopen lijfelijke vorm als deel van een groter sociaal scheppingsverhaal. Nogmaals, het fysieke einde van het leven is niet hetzelfde als de dood. Feitelijk is een lid van de gemeenschap pas echt dood wanneer de hele familie het eens wordt over welke rijkdommen ze kunnen verzamelen om een begrafenis te houden, die qua middelen overeenstemt met de status van de overledene. De ceremonie moet zich voltrekken voor de ogen van de hele gemeenschap, en iedereen moet deelnemen.
So after a person's physical death, their body is placed in a special room in the traditional residence, which is called the tongkonan. And the tongkonan is symbolic not only of the family's identity but also of the human life cycle from birth to death. So essentially, the shape of the building that you're born into is the shape of the structure which carries you to your ancestral resting place. Until the funeral ceremony, which can be held years after a person's physical death, the deceased is referred to as "to makala," a sick person, or "to mama," a person who is asleep, and they continue to be a member of the household. They are symbolically fed and cared for, and the family at this time will begin a number of ritual injunctions, which communicates to the wider community around them that one of their members is undergoing the transition from this life into the afterlife known as Puya.
Nadat iemand is overleden wordt het lichaam in een speciale ruimte geplaatst in het traditionele verblijf, de tongkonan. De tongkonan symboliseert niet alleen de identiteit van de familie, maar ook de menselijke levenscyclus van de geboorte tot aan de dood. De vorm van het gebouw waarin je werd geboren is ook de vorm van de structuur die jou zal meedragen naar de rustplaats van je voorvaderen. Tot aan de begrafenisceremonie, die soms pas doorgaat jaren na het overlijden, noemt men de dode "to makala", de zieke, of "to mama", de slapende. Zij blijven deel uitmaken van het gezin. Zij worden symbolisch gevoed en verzorgd, en de familie zal nu een aantal rituele voorschriften aanvatten. Dat is het signaal voor de ruimere gemeenschap dat een van hun leden de overgang doormaakt van dit leven naar het hiernamaals, dat men Puya noemt.
So I know what some of you must be thinking right now. Is she really saying that these people live with the bodies of their dead relatives? And that's exactly what I'm saying.
Ongetwijfeld denken sommigen van jullie: Zegt ze nu echt dat deze mensen samenleven met de lijken van hun dode familieleden? En dat is precies wat ik zeg.
But instead of giving in to the sort of visceral reaction we have to this idea of proximity to bodies, proximity to death, or how this notion just does not fit into our very biological or medical sort of definition of death, I like to think about what the Torajan way of viewing death encompasses of the human experience that the medical definition leaves out. I think that Torajans socially recognize and culturally express what many of us feel to be true despite the widespread acceptance of the biomedical definition of death, and that is that our relationships with other humans, their impact on our social reality, doesn't cease with the termination of the physical processes of the body, that there's a period of transition as the relationship between the living and the dead is transformed but not ended. So Torajans express this idea of this enduring relationship by lavishing love and attention on the most visible symbol of that relationship, the human body. So my husband has fond memories of talking to and playing with and generally being around his deceased grandfather, and for him there is nothing unnatural about this. This is a natural part of the process as the family comes to terms with the transition in their relationship to the deceased, and this is the transition from relating to the deceased as a person who's living to relating to the deceased as a person who's an ancestor. And here you can see these wooden effigies of the ancestors, so these are people who have already been buried, already had a funeral ceremony. These are called tau tau.
In plaats van toe te geven aan onze irrationele reactie over de nabijheid van lijken, of van de dood, of te stellen dat deze voorstelling niet past in onze eigen biologische of medische definitie van de dood, denk ik liever na over wat de Torajaanse kijk op de dood meeneemt van de menselijke ervaring, waaraan onze medische definitie voorbijgaat. Ik denk dat de Torajanen sociaal erkennen en cultureel uitdrukken wat velen van ons als waar aanvoelen - ondanks het vrij algemeen aanvaarde idee van de biomedische definitie van de dood. Namelijk dat onze relaties met andere mensen, hun invloed op onze sociale realiteit, niet ophoudt wanneer er een einde komt aan de fysische processen in het lichaam. Dat er een overgangsperiode is, terwijl de relatie tussen de levenden en de doden wel verandert, maar niet stopt. Torajanen verbeelden het idee van een blijvende relatie door gul liefde en aandacht te schenken aan het meest zichtbare symbool van die relatie, het menselijk lichaam. Mijn man koestert heeft mooie herinneringen aan praten en spelen en gewoon bij zijn overleden grootvader in de buurt zijn. Voor hem heeft dit niets onnatuurlijks. Het is een natuurlijk deel van het proces waarbij de familie de overgang verwerkt in haar relatie met de dode. Dit is de overgang van een relatie met de overledene als een levend mens, naar een relatie met de overledene als een voorouder. Hier zie je de houten beeldjes van de voorouders, de mensen die dus al begraven werden en een begrafenis kregen. Deze noemt met tau tau.
So the funeral ceremony itself embodies this relational perspective on death. It ritualizes the impact of death on families and communities. And it's also a moment of self-awareness. It's a moment when people think about who they are, their place in society, and their role in the life cycle in accordance with Torajan cosmology.
De begrafenisplechtigheid zelf verbeeldt deze relationele visie op de dood. De rites verbeelden het effect van de dood op gezinnen en op gemeenschappen. Het is tevens een moment van zelfbewustzijn. Een moment waarop mensen nadenken over wie ze zijn, hun plaats in de maatschappij en hun rol in de cyclus van het leven, gebaseerd op de Torajaanse kosmologie.
There's a saying in Toraja that all people will become grandparents, and what this means is that after death, we all become part of the ancestral line that anchors us between the past and the present and will define who our loved ones are into the future. So essentially, we all become grandparents to the generations of human children that come after us. And this metaphor of membership in the greater human family is the way that children also describe the money that they invest in these sacrificial buffaloes that are thought to carry people's soul from here to the afterlife, and children will explain that they will invest the money in this because they want to repay their parents the debt for all of the years their parents spent investing and caring for them.
Er is een spreekwoord in Toraja dat zegt: alle mensen worden grootouders. Dit betekent dat we na de dood allemaal deel worden van de voorouderlijke lijn. Die verankert ons tussen het verleden en het heden, en bepaalt wie ons in de toekomst dierbaar zal zijn. In wezen worden we dus allemaal grootouders voor de generaties van mensenkinderen die na ons komen. Met deze metafoor van lidmaatschap van een grotere mensenfamilie, verklaren de kinderen meteen ook waarom ze hun geld investeren in deze geofferde buffels, die zogezegd de mensenziel van hier naar het hiernamaals brengen. De kinderen zullen je uitleggen dat ze hierin geld willen investeren, omdat ze bij hun ouders de schuld willen aflossen van al die jaren die hun ouders hebben geïinvesteerd in de zorg voor hen.
But the sacrifice of buffalo and the ritual display of wealth also exhibits the status of the deceased, and, by extension, the deceased's family. So at funerals, relationships are reconfirmed but also transformed in a ritual drama that highlights the most salient feature about death in this place: its impact on life and the relationships of the living.
Maar het offer van de buffels en het rituele tentoonspreiden van rijkdom etaleert ook de status van de overledene, en dus, bij uitbreiding, van diens familie. Tijdens begrafenissen worden relaties dus bevestigd, maar ook omgevormd in een ritueel drama dat de nadruk legt op het meest opvallende kenmerk van de dood op deze plek: zijn invloed op het leven en de relaties van de levenden.
So all of this focus on death doesn't mean that Torajans don't aspire to the ideal of a long life. They engage in many practices thought to confer good health and survival to an advanced age. But they don't put much stock in efforts to prolong life in the face of debilitating illness or in old age. It's said in Toraja that everybody has sort of a predetermined amount of life. It's called the sunga'. And like a thread, it should be allowed to unspool to its natural end.
Al die aandacht voor de dood betekent niet dat de Torajanen niet streven naar het ideaal van een lang leven. Ze hanteren tal van gebruiken die zouden resulteren in een goede gezondheid en een hoge leeftijd. Maar ze lopen niet hoog op met pogingen om het leven te verlengen bij een slopende ziekte of bij hoge leeftijd. In Toraja zegt men dat iedereen een zekere voorbestemde hoeveelheid leven heeft. Dat heet de sunga. Net als een draad moet die zich kunnen ontrollen tot aan zijn natuurlijke einde.
So by having death as a part of the cultural and social fabric of life, people's everyday decisions about their health and healthcare are affected. The patriarch of my husband's maternal clan, Nenet Katcha, is now approaching the age of 100, as far as we can tell. And there are increasing signs that he is about to depart on his own journey for Puya. And his death will be greatly mourned. But I know that my husband's family looks forward to the moment when they can ritually display what his remarkable presence has meant to their lives, when they can ritually recount his life's narrative, weaving his story into the history of their community. His story is their story. His funeral songs will sing them a song about themselves. And it's a story that has no discernible beginning, no foreseeable end. It's a story that goes on long after his body no longer does.
Dat de dood een deel is van het culturele en sociale weefsel van het leven, beïnvloedt de dagelijkse keuzes van mensen omtrent hun gezondheid en gezondheidszorg. De clanoverste van mijn man langs moederskant, Nenet Katcha, is bijna 100, voor zover we weten. Er zijn steeds meer tekenen dat hij weldra zijn eigen reis naar Puya zal aanvatten. En zijn dood zal heel erg betreurd worden. Maar ik weet dat de familie van mijn man uitkijkt naar het moment waarop zij ritueel kunnen demonstreren wat zijn opmerkelijke aanwezigheid in hun leven heeft betekend. Dan kunnen ze op rituele wijze het verhaal van zijn leven vertellen, en zijn verhaal verweven met dat van de geschiedenis van hun gemeenschap. Zijn verhaal is hun verhaal. Zijn grafliederen laten hen een lied over zichzelf horen. Het is een verhaal zonder een duidelijk begin, zonder een voorspelbaar einde. Het is een verhaal dat doorgaat, lang nadat zijn lichaam het opgeeft.
People ask me if I'm frightened or repulsed by participating in a culture where the physical manifestations of death greet us at every turn. But I see something profoundly transformative in experiencing death as a social process and not just a biological one. In reality, the relationship between the living and the dead has its own drama in the U.S. healthcare system, where decisions about how long to stretch the thread of life are made based on our emotional and social ties with the people around us, not just on medicine's ability to prolong life. We, like the Torajans, base our decisions about life on the meanings and the definitions that we ascribe to death.
Mensen vragen mij of ik geen angst of weerzin ervaar als ik deelneem aan een cultuur waar de fysieke verschijningen van de dood ons op elke hoek welkom heten. Maar ik zie een diepe kentering in het ervaren van de dood als een sociaal proces en niet enkel als een biologisch feit. In feite kent de relatie tussen leven en dood een heel eigen drama in de gezondheidszorg van de VS. Keuzes over hoe ver we de draad van het leven kunnen rekken, zijn gebaseerd op de emotionele en sociale banden met de mensen rondom ons. Niet zuiver op de vaardigheden van artsen om het leven te verlengen. Net als de Torajanen baseren wij onze levenskeuzes op de zin en de definitie die we aan de dood toekennen.
So I'm not suggesting that anyone in this audience should run out and adopt the traditions of the Torajans. It might be a little bit difficult to put into play in the United States. But I want to ask what we can gain from seeing physical death not only as a biological process but as part of the greater human story. What would it be like to look on the expired human form with love because it's so intimately a part of who we all are? If we could expand our definition of death to encompass life, we could experience death as part of life and perhaps face death with something other than fear. Perhaps one of the answers to the challenges that are facing the U.S. healthcare system, particularly in the end-of-life care, is as simple as a shift in perspective, and the shift in perspective in this case would be to look at the social life of every death. It might help us recognize that the way we limit our conversation about death to something that's medical or biological is reflective of a larger culture that we all share of avoiding death, being afraid of talking about it. If we could entertain and value other kinds of knowledge about life, including other definitions of death, it has the potential to change the discussions that we have about the end of life. It could change the way that we die, but more importantly, it could transform the way that we live.
Ik bepleit dus niet dat je als luisteraar heel snel de tradities van de Torajanen zou overnemen. Het zou wat lastig kunnen blijken om die in te voeren in de VS. Maar wat kunnen we winnen bij het zien van de dood, niet als een biologisch proces, maar als een deel van het grotere mensenverhaal. Hoe zou het zijn om vol liefde te kijken naar de afgestorven menselijke vorm, omdat die zo nauw verweven is met wie we allemaal zijn? Als we onze definitie van de dood konden uitbreiden zodat die ook het leven omvat, dan konden we de dood als deel van het leven ervaren en wellicht de dood tegemoet gaan met een ander gevoel dan angst. Mogelijk ligt een antwoord op de uitdagingen van de gezondheidszorg in de VS, vooral voor de zorg bij het levenseinde, eenvoudigweg in een verschuiving van het perspectief. De verschuiving zou in dit geval betekenen dat we naar het sociale leven van iedere dood kijken. Dan kunnen wel erkennen dat de beperkende manier waarop we praten over de dood als iets puur medisch of biologisch, weerspiegelt hoe onze grotere gedeelde cultuur de dood vermijdt, bang om erover te praten. Het omarmen en waarderen van een ander soort kennis van het leven, inclusief een andere definitie van de dood, kan potentieel de gesprekken veranderen die we voeren over het einde van het leven. Het kan onze manier van sterven veranderen, maar vooral, onze manier van leven.
(Applause)
(Applaus)