Salaam. Namaskar. Good morning. Given my TED profile, you might be expecting that I'm going to speak to you about the latest philanthropic trends -- the one that's currently got Wall Street and the World Bank buzzing -- how to invest in women, how to empower them, how to save them.
Salaam. Namaskar. Goedemorgen. Gezien mijn TED profiel, zou je verwachten dat ik het ga hebben over de nieuwste filantropische trends. De trends die op dit moment Wall Street en de Wereldbank bezighouden: hoe te investeren in vrouwen, hoe vrouwen kracht te geven, hoe hen te redden.
Not me. I am interested in how women are saving us. They're saving us by redefining and re-imagining a future that defies and blurs accepted polarities, polarities we've taken for granted for a long time, like the ones between modernity and tradition, First World and Third World, oppression and opportunity. In the midst of the daunting challenges we face as a global community, there's something about this third way raga that is making my heart sing. What intrigues me most is how women are doing this, despite a set of paradoxes that are both frustrating and fascinating.
Ik niet. Ik ben geïnteresseerd in hoe vrouwen ons redden. Ze redden ons door de toekomst te herdefiniëren en een toekomst voor te stellen die de geaccepteerde polariteiten tart en vervaagt. Polariteiten die we te lang als vanzelfsprekend beschouwd hebben, zoals die tussen moderniteit en traditie, Eerste Wereld en Derde Wereld, onderdrukking en kansen. In het midden van deze enorme uitdagingen waar we met de wereldwijde gemeenschap voor staan, is er iets aan deze derde aanpak die maakt dat mijn hart zingt. Wat me het meest intrigeert is hoe vrouwen dit doen, ondanks een reeks van paradoxen die zowel frustrerend en fascinerend zijn.
Why is it that women are, on the one hand, viciously oppressed by cultural practices, and yet at the same time, are the preservers of cultures in most societies? Is the hijab or the headscarf a symbol of submission or resistance? When so many women and girls are beaten, raped, maimed on a daily basis in the name of all kinds of causes -- honor, religion, nationality -- what allows women to replant trees, to rebuild societies, to lead radical, non-violent movements for social change? Is it different women who are doing the preserving and the radicalizing? Or are they one and the same? Are we guilty, as Chimamanda Adichie reminded us at the TED conference in Oxford, of assuming that there is a single story of women's struggles for their rights while there are, in fact, many? And what, if anything, do men have to do with it?
Waarom is het dat vrouwen aan de ene kant, vreselijk onderdrukt worden door culturele praktijken en toch, tegelijkertijd, de bewaarders zijn van culturen in de meeste samenlevingen? Is de hijab of de hoofddoek een symbool van onderwerping of weerstand? Wanneer zo veel vrouwen en meisjes, dagelijks worden geslagen, verkracht en verminkt in naam van allerlei redenen, eer, godsdienst, nationaliteit. Wat maakt dat vrouwen in staat zijn bomen te herplanten, samenlevingen opnieuw op te bouwen en radicale, niet-gewelddadige bewegingen te leiden voor sociale verandering? Zijn het andere vrouwen die het behoud en het radicaliseren doen? Of zijn ze een en dezelfde? Zijn we schuldig, zoals Chimamanda Adichie ons vertelde op een TED-conferentie in Oxford, aan de veronderstelling dat er maar één verhaal is van de strijd van vrouwen voor hun rechten, terwijl er in feite veel verhalen zijn. Hebben mannen hier ook maar iets mee te maken?
Much of my life has been a quest to get some answers to these questions. It's taken me across the globe and introduced me to some amazing people. In the process, I've gathered a few fragments that help me shed some light on this puzzle. Among those who've helped open my eyes to a third way are: a devout Muslim in Afghanistan, a group of harmonizing lesbians in Croatia and a taboo breaker in Liberia. I'm indebted to them, as I am to my parents, who for some set of misdemeanors in their last life, were blessed with three daughters in this one. And for reasons equally unclear to me, seem to be inordinately proud of the three of us.
Een groot deel van mijn leven is een zoektocht om antwoorden te vinden op deze vragen. Het heeft me over de hele wereld gebracht, en ik ontmoette een aantal fantastische mensen. In het proces, verzamelde ik een paar fragmenten die me hielpen licht te werpen op deze puzzel. Onder degenen die geholpen hebben mij mijn ogen te openen naar een derde weg, is een vrome moslima uit Afghanistan, een groep van harmoniserende lesbiennes in Kroatië en een taboebreekster in Liberia. Ik ben dank verschuldigd aan hen, net zoals aan mijn ouders, die voor enkele overtredingen in hun vorig leven gezegend werden met drie dochters in dit leven. Om redenen die ook mij onduidelijk zijn, lijken ze buitengewoon trots op ons alle drie.
I was born and raised here in India, and I learned from an early age to be deeply suspicious of the aunties and uncles who would bend down, pat us on the head and then say to my parents with no problem at all, "Poor things. You only have three daughters. But you're young, you could still try again." My sense of outrage about women's rights was brought to a boil when I was about 11. My aunt, an incredibly articulate and brilliant woman, was widowed early. A flock of relatives descended on her. They took off her colorful sari. They made her wear a white one. They wiped her bindi off her forehead. They broke her bangles. Her daughter, Rani, a few years older than me, sat in her lap bewildered, not knowing what had happened to the confident woman she once knew as her mother. Late that night, I heard my mother begging my father, "Please do something Ramu. Can't you intervene?" And my father, in a low voice, muttering, "I'm just the youngest brother, there's nothing I can do. This is tradition." That's the night I learned the rules about what it means to be female in this world. Women don't make those rules, but they define us, and they define our opportunities and our chances. And men are affected by those rules too. My father, who had fought in three wars, could not save his own sister from this suffering.
Ik ben geboren en getogen in India en ik leerde van jongsaf wantrouwig te zijn van ooms en tantes die zich bukten, ons op het hoofd wreven en dan aan mijn ouders zeiden -- zonder probleem: "Arme mensen. Jullie hebben alleen maar drie dochters. Jullie zijn jong. Jullie kunnen toch nog eens proberen." Mijn gevoel van verontwaardiging over vrouwenrechten werd naar het kookpunt gebracht toen ik ongeveer 11 was. Mijn tante, een ongelooflijk mondige en briljante vrouw werd vroeg weduwe. Een kudde van familieleden daalde op haar neer. Ze trokken haar kleurrijke sari uit. Ze dwongen haar een witte te dragen. Ze veegden haar bindi van haar voorhoofd. Ze braken haar armbanden. Haar dochter Rani, een paar jaar ouder dan ik, zat verbijsterd op haar schoot, niet wetende wat er gebeurde met de zelfverzekerde vrouw die ze ooit kende als haar moeder. Later die nacht, hoorde ik mijn moeder bij mijn vader smeken: "Alsjeblieft doe iets Ramu. Kan je niet ingrijpen?" En mijn vader, in een mompelende lage stem: "Ik ben gewoon de jongste broer, er is niets dat ik kan doen. Het is traditie." Dat is de avond dat ik de regels leerde over wat het betekent om een vrouw te zijn in deze wereld. Vrouwen maken deze regels niet, maar ze definiëren ons en ze bepalen onze mogelijkheden en onze kansen. Mannen worden ook beïnvloed door deze regels. Mijn vader, die gevochten had in drie oorlogen, kon zijn eigen zus niet redden uit dit lijden.
By 18, under the excellent tutelage of my mother, I was therefore, as you might expect, defiantly feminist. On the streets chanting, "[Hindi] [Hindi] We are the women of India. We are not flowers, we are sparks of change." By the time I got to Beijing in 1995, it was clear to me, the only way to achieve gender equality was to overturn centuries of oppressive tradition. Soon after I returned from Beijing, I leapt at the chance to work for this wonderful organization, founded by women, to support women's rights organizations around the globe. But barely six months into my new job, I met a woman who forced me to challenge all my assumptions. Her name is Sakena Yacoobi.
Toen ik 18 werd, onder de uitstekende begeleiding van mijn moeder, was ik dus, zoals je zou verwachten, een trotse feministe. Zingend op straat, [Hindi] [Hindi] "Wij zijn de vrouwen van India. Wij zijn geen bloemen, we zijn vonken van verandering." Tegen de tijd dat ik naar Beijing ging in 1995, was het duidelijk voor mij. De enige manier om gendergelijkheid te bereiken was eeuwen van onderdrukkende traditie omver te werpen. Al snel nadat ik terugkwam van Beijing, sprong ik op de kans om te werken voor deze geweldige organisatie, opgericht door vrouwen om de rechten van vrouwenorganisaties over de hele wereld te ondersteunen. Maar amper zes maanden in mijn nieuwe baan, ontmoette ik een vrouw die mij dwong al mijn veronderstellingen uit te dagen. Haar naam is Sakena Yacoobi.
She walked into my office at a time when no one knew where Afghanistan was in the United States. She said to me, "It is not about the burka." She was the most determined advocate for women's rights I had ever heard. She told me women were running underground schools in her communities inside Afghanistan, and that her organization, the Afghan Institute of Learning, had started a school in Pakistan. She said, "The first thing anyone who is a Muslim knows is that the Koran requires and strongly supports literacy. The prophet wanted every believer to be able to read the Koran for themselves." Had I heard right? Was a women's rights advocate invoking religion? But Sakena defies labels. She always wears a headscarf, but I've walked alongside with her on a beach with her long hair flying in the breeze. She starts every lecture with a prayer, but she's a single, feisty, financially independent woman in a country where girls are married off at the age of 12.
Ze liep binnen in mijn kantoor op een moment dat niemand in de Verenigde Staten wist waar Afghanistan lag. Ze zei tegen mij: "Het gaat niet over de boerka." Ze was de meest vastberaden pleiter voor vrouwenrechten die ik ooit gehoord had. Ze vertelde me dat vrouwen ondergronds scholen runden in haar gemeenschappen in Afghanistan en dat haar organisatie, het "Afghan Institute for Learning" gestart was met een school in Pakistan. Ze zei: "Het eerste dat iedereen die een moslim is, weet is dat de Koran geletterdheid eist en er een sterk voorstander van is. De profeet wilde dat iedere gelovige zelf de Koran kan lezen." Had ik het goed gehoord? Deed een voorstander van vrouwenrechten een beroep op religie? Maar Sakena tart labels. Ze draagt altijd een hoofddoek. Ik heb ook samen met haar op een strand gelopen, haar lange haren wapperend in de wind. Ze begint elke les met een gebed maar ze is een alleenstaande, vrijgevochten, financieel onafhankelijke vrouw in een land waar meisjes worden uitgehuwelijkt op de leeftijd van 12.
She is also immensely pragmatic. "This headscarf and these clothes," she says, "give me the freedom to do what I need to do to speak to those whose support and assistance are critical for this work. When I had to open the school in the refugee camp, I went to see the imam. I told him, 'I'm a believer, and women and children in these terrible conditions need their faith to survive.'" She smiles slyly. "He was flattered. He began to come twice a week to my center because women could not go to the mosque. And after he would leave, women and girls would stay behind. We began with a small literacy class to read the Koran, then a math class, then an English class, then computer classes. In a few weeks, everyone in the refugee camp was in our classes." Sakena is a teacher at a time when to educate women is a dangerous business in Afghanistan.
Ze is ook enorm pragmatisch. "Deze hoofddoek en deze kleren," zegt ze, "Geven me de vrijheid om te doen wat ik moet doen om te spreken met degenen wiens steun en hulp essentieel zijn voor dit werk. Toen ik de school moest openen in het vluchtelingenkamp, bracht ik een bezoek bij de imam. Ik zei tegen hem: 'Ik ben een gelovige, en de vrouwen en kinderen in deze verschrikkelijke omstandigheden hebben hun geloof nodig om te overleven." Ze glimlachte schalks. "Hij was gevleid. Hij begon twee keer per week naar mijn centrum te komen omdat vrouwen niet naar de moskee konden gaan. Nadat hij vertrokken was, bleven vrouwen en meisjes achter. We begonnen met een kleine literatuurklas om de Koran te lezen, daarna een wiskundeklas, dan een Engelse les, daarna computerklassen. Na een paar weken, kwam iedereen in het vluchtelingenkamp naar onze lessen." Sakena is een lerares in een tijd waarin vrouwen onderwijzen een gevaarlijke business is in Afghanistan.
She is on the Taliban's hit list. I worry about her every time she travels across that country. She shrugs when I ask her about safety. "Kavita jaan, we cannot allow ourselves to be afraid. Look at those young girls who go back to school when acid is thrown in their face." And I smile, and I nod, realizing I'm watching women and girls using their own religious traditions and practices, turning them into instruments of opposition and opportunity. Their path is their own and it looks towards an Afghanistan that will be different.
Ze staat op de dodenlijst van de Taliban. Ik maak me zorgen over haar elke keer als ze door dat land reist. Ze haalt haar schouders op als ik haar vraag over de veiligheid. "Kavita Jan, we kunnen onszelf niet toelaten bang te zijn. Kijk eens naar die jonge meisjes die terug naar school gaan nadat er zuur in hun gezicht is gegooid." Ik lach en ik knik en realiseer me dat ik vrouwen en meisjes zie die hun eigen religieuze tradities en praktijken gebruiken en veranderen tot instrumenten van de oppositie en kansen. Het is hun eigen pad en het kijkt uit naar een heel ander Afghanistan.
Being different is something the women of Lesbor in Zagreb, Croatia know all too well. To be a lesbian, a dyke, a homosexual in most parts of the world, including right here in our country, India, is to occupy a place of immense discomfort and extreme prejudice. In post-conflict societies like Croatia, where a hyper-nationalism and religiosity have created an environment unbearable for anyone who might be considered a social outcast. So enter a group of out dykes, young women who love the old music that once spread across that region from Macedonia to Bosnia, from Serbia to Slovenia. These folk singers met at college at a gender studies program. Many are in their 20s, some are mothers. Many have struggled to come out to their communities, in families whose religious beliefs make it hard to accept that their daughters are not sick, just queer. As Leah, one of the founders of the group, says, "I like traditional music very much. I also like rock and roll. So Lesbor, we blend the two. I see traditional music like a kind of rebellion, in which people can really speak their voice, especially traditional songs from other parts of the former Yugoslav Republic. After the war, lots of these songs were lost, but they are a part of our childhood and our history, and we should not forget them."
Anders zijn is iets wat de vrouwen van Lesbor in Zagreb, Kroatië maar al te goed kennen. Een lesbienne, een pot zijn, een homoseksueel. In de meeste delen van de wereld, waaronder hier in ons land, India, is dit een positie met immens ongemak en extreme vooroordelen. In post-conflict samenlevingen zoals Kroatië, waar hypernationalisme en religiositeit een ondraaglijke omgeving hebben gecreëerd voor iedereen die misschien kan beschouwd worden als een sociale outcast. Hier de groep van out-potten, jonge vrouwen die van de oude muziek houden die vroeger verspreid was over de regio van Macedonië tot Bosnië, van Servië naar Slovenië. Deze folkzangers ontmoetten elkaar op de universiteit op een genderstudie programma. Velen zijn twintigers. Sommigen zijn moeders. Velen hadden moeite om uit de kast te komen in hun gemeenschappen. In families maken religieuze overtuigingen het moeilijk om te accepteren dat hun dochters niet ziek zijn, maar gewoon lesbisch. Zoals Leah, een van de oprichters van de groep, zegt: "Ik houd veel van traditionele muziek. Ik houd ook van rock en roll. Dus Lesbor, we mengen de twee. Ik zie traditionele muziek als een soort van rebellie waarin mensen echt hun stem kunnen laten horen, vooral traditionele liederen uit andere delen van de voormalige Joegoslavische Republiek. Na de oorlog gingen veel van deze liederen verloren. Ze zijn een deel van onze jeugd en onze geschiedenis, en we mogen ze niet vergeten."
Improbably, this LGBT singing choir has demonstrated how women are investing in tradition to create change, like alchemists turning discord into harmony. Their repertoire includes the Croatian national anthem, a Bosnian love song and Serbian duets. And, Leah adds with a grin, "Kavita, we especially are proud of our Christmas music, because it shows we are open to religious practices even though Catholic Church hates us LGBT." Their concerts draw from their own communities, yes, but also from an older generation: a generation that might be suspicious of homosexuality, but is nostalgic for its own music and the past it represents. One father, who had initially balked at his daughter coming out in such a choir, now writes songs for them. In the Middle Ages, troubadours would travel across the land singing their tales and sharing their verses: Lesbor travels through the Balkans like this, singing, connecting people divided by religion, nationality and language. Bosnians, Croats and Serbs find a rare shared space of pride in their history, and Lesbor reminds them that the songs one group often claims as theirs alone really belong to them all.
Onwaarschijnlijk, dit L.G.B.T. zingende koor heeft aangetoond hoe vrouwen investeren in de traditie om verandering te creëren, zoals alchemisten onenigheid omtoveren in harmonie. Hun repertoire omvat het Kroatische volkslied, een Bosnisch liefdeslied en Servische duetten. En, voegt Leah eraan toe met een grijns, "Kavita, we zijn vooral trots op onze kerstmuziek omdat het laat zien dat wij openstaan voor religieuze praktijken, ook al heeft de Katholieke Kerk een hekel aan ons L.G.B.T. Hun concerten putten uit hun eigen gemeenschappen, ja, maar ook uit een oudere generatie, een generatie die wantrouwig is ten opzichte van homoseksualiteit, maar nostalgisch is naar zijn eigen muziek en het verleden dat het vertegenwoordigt. Een vader, die aanvankelijk steigerde toen zijn dochter zich aansloot bij zo'n koor, schrijft nu liedjes voor hen. In de Middeleeuwen, reisden troubadours over het land ze zongen hun verhalen en deelden hun verzen. Lesbors reizen zo door de Balkan, zingend, verdeelde mensen verbindend via religie, nationaliteit en taal. Bosniërs, Kroaten en Serviërs vinden een zeldzame gezamenlijke ruimte van trots in hun geschiedenis, en Lesbor herinnert hen eraan dat de liederen waarvan de ene groep beweert dat ze van hen alleen zijn, echt behoren tot hen allemaal.
(Singing)
(Zang)
Yesterday, Mallika Sarabhai showed us that music can create a world more accepting of difference than the one we have been given. The world Leymah Gbowee was given was a world at war. Liberia had been torn apart by civil strife for decades. Leymah was not an activist, she was a mother of three. But she was sick with worry: She worried her son would be abducted and taken off to be a child soldier, she worried her daughters would be raped, she worried for their lives. One night, she had a dream. She dreamt she and thousands of other women ended the bloodshed. The next morning at church, she asked others how they felt. They were all tired of the fighting. We need peace, and we need our leaders to know we will not rest until there is peace. Among Leymah's friends was a policewoman who was Muslim. She promised to raise the issue with her community.
Gisteren, toonte Mallika Sarabhai ons muziek die een wereld kan creëren die verschil beter accepteert dan degene die we gekregen hebben. De wereld die Layma Bowie werd gegeven, was een wereld in oorlog. Liberia werd decennialang verscheurd door een burgeroorlog. Layma was geen activist, ze was een moeder van drie kinderen. Maar ze was ziek van de zorgen. Ze maakte zich zorgen dat haar zoon zou ontvoerd worden en meegenomen om een kindsoldaat te worden. Ze maakte zich zorgen dat haar dochters verkracht zouden worden. Ze maakte zich zorgen voor hun leven. Op een nacht had ze een droom. Ze droomde dat zij en duizenden andere vrouwen een einde zouden maken aan het bloedvergieten. De volgende ochtend in de kerk, vroeg ze de anderen hoe ze zich voelden. Ze waren allemaal moe van de gevechten. We hebben vrede nodig, en onze leiders moeten weten dat wij niet zullen rusten tot er vrede is. Onder Layma's vrienden was een politieagente, die moslima was. Ze beloofde de kwestie met haar gemeenschap te bespreken.
At the next Friday sermon, the women who were sitting in the side room of the mosque began to share their distress at the state of affairs. "What does it matter?" they said, "A bullet doesn't distinguish between a Muslim and a Christian." This small group of women, determined to bring an end to the war, and they chose to use their traditions to make a point: Liberian women usually wear lots of jewelry and colorful clothing. But no, for the protest, they dressed all in white, no makeup. As Leymah said, "We wore the white saying we were out for peace." They stood on the side of the road on which Charles Taylor's motorcade passed every day. They stood for weeks -- first just 10, then 20, then 50, then hundreds of women -- wearing white, singing, dancing, saying they were out for peace.
Bij de volgende vrijdagpreek begonnen de vrouwen die in de zijkamer van de moskee zaten, hun grieven te delen bij de stand van zaken. 'Wat maakt het uit? " zeiden ze: "Een kogel maakt geen onderscheid tussen een moslim en een christen." Deze kleine groep vrouwen was vastbesloten om een einde aan de oorlog te maken. Ze kozen er voor om hun tradities te gebruiken om een punt te maken. Liberiaanse vrouwen dragen meestal heel veel sieraden en kleurrijke kleding. Voor het protest gingen ze allemaal gekleed in het wit, zonder make-up. Zoals Layma zei: "We droegen het wit als symbool voor de vrede." Ze stonden aan de kant van de weg waar Charles Taylor zijn colonne elke dag voorbij kwam. Ze stonden daar weken aan een stuk. Eerst slechts met 10, daarna met 20, daarna met 50, vervolgens honderden vrouwen in het wit, zingend, dansend, verklarend dat ze vrede wilden.
Eventually, opposing forces in Liberia were pushed to hold peace talks in Ghana. The peace talks dragged on and on and on. Leymah and her sisters had had enough. With their remaining funds, they took a small group of women down to the venue of the peace talks and they surrounded the building. In a now famous CNN clip, you can see them sitting on the ground, their arms linked. We know this in India. It's called a [Hindi]. Then things get tense. The police are called in to physically remove the women. As the senior officer approaches with a baton, Leymah stands up with deliberation, reaches her arms up over her head, and begins, very slowly, to untie her headdress that covers her hair. You can see the policeman's face. He looks embarrassed. He backs away. And the next thing you know, the police have disappeared. Leymah said to me later, "It's a taboo, you know, in West Africa. If an older woman undresses in front of a man because she wants to, the man's family is cursed." (Laughter) (Applause) She said, "I don't know if he did it because he believed, but he knew we were not going to leave. We were not going to leave until the peace accord was signed."
Uiteindelijk, werden tegenstanders in Liberia gepusht om vredesbesprekingen in Ghana te houden. De vredesbesprekingen sleepten zich eindeloos voort. Layma en haar zusters hadden er genoeg van. Met hun resterende fondsen, ging een kleine groep vrouwen tot aan de plaats van de vredesbesprekingen. Ze omsingelden het gebouw. In een, nu beroemde, CNN clip, kun je ze zien zitten op de grond, hun armen met elkaar verbonden. Wij kennen dit in India. Het heet een [Hindi]. Dan verhoogde de spanning. De politie wordt ingeschakeld om de vrouwen fysiek te verwijderen. De senior officier nadert met een knuppel. Layma staat bedachtzaam recht, reikt haar armen omhoog boven haar hoofd en begint, heel langzaam, haar hoofdtooi die haar haren bedekt, los te maken. Je ziet het gezicht van de politieman. Hij kijkt beschaamd. Hij stapt achteruit. Even later is de politie verdwenen. Layma zei later tegen mij, "Het is een taboe in West-Afrika. Als een oudere vrouw zich vrijwillig uitkleedt voor een man, is de man familie vervloekt." (Gelach) (Applaus) Ze zei: "Ik weet niet of hij het deed omdat hij daarin geloofde. Hij wist dat we niet van plan waren om te vertrekken. We waren niet van plan weg te gaan totdat het vredesakkoord werd getekend."
And the peace accord was signed. And the women of Liberia then mobilized in support of Ellen Johnson Sirleaf, a woman who broke a few taboos herself becoming the first elected woman head of state in Africa in years. When she made her presidential address, she acknowledged these brave women of Liberia who allowed her to win against a football star -- that's soccer for you Americans -- no less.
Het vredesakkoord werd getekend. De vrouwen van Liberia werden vervolgens ingeschakeld ter ondersteuning van Ellen Johnson Sirleaf, - een vrouw die zelf een paar taboes doorbrak - om het eerste verkozen vrouwelijke staatshoofd, in jaren, te worden in Afrika. Toen ze introk op haar presidentieel adres, erkende ze deze dappere vrouwen van Liberia die het haar mogelijk maakten te winnen van een voetbalster - dat is ‘soccer’ voor jullie Amerikanen - niet minder.
Women like Sakena and Leah and Leymah have humbled me and changed me and made me realize that I should not be so quick to jump to assumptions of any kind. They've also saved me from my righteous anger by offering insights into this third way. A Filipina activist once said to me, "How do you cook a rice cake? With heat from the bottom and heat from the top." The protests, the marches, the uncompromising position that women's rights are human rights, full stop. That's the heat from the bottom. That's Malcolm X and the suffragists and gay pride parades. But we also need the heat from the top. And in most parts of the world, that top is still controlled by men.
Vrouwen zoals Sakena en Leah en Layma maakten me nederig en veranderden mij en deden me beseffen dat ik niet zo snel conclusies mocht trekken, van welke aard dan ook. Ze hebben mij ook gered van mijn gerechtvaardigde woede, door mij inzichten aan te bieden van een 'derde manier'. Een Filippijnse activist zei eens tegen mij, "Hoe kook je een rijstwafel? Met warmte uit de bodem en warmte van de top." De protesten, de marsen, de compromisloze positie dat vrouwenrechten, mensenrechten zijn, punt. Dat is de warmte van de bodem. Dat is Malcolm X en de suffragettes en gay pride parades. We hebben ook warmte van boven nodig. In de meeste delen van de wereld, wordt die top nog steeds beheerst door mannen.
So to paraphrase Marx: Women make change, but not in circumstances of their own choosing. They have to negotiate. They have to subvert tradition that once silenced them in order to give voice to new aspirations. And they need allies from their communities. Allies like the imam, allies like the father who now writes songs for a lesbian group in Croatia, allies like the policeman who honored a taboo and backed away, allies like my father, who couldn't help his sister but has helped three daughters pursue their dreams. Maybe this is because feminism, unlike almost every other social movement, is not a struggle against a distinct oppressor -- it's not the ruling class or the occupiers or the colonizers -- it's against a deeply held set of beliefs and assumptions that we women, far too often, hold ourselves.
Dus om Marx te parafraseren: vrouwen werken aan verandering maar niet in de omstandigheden die ze zelf gekozen hebben. Ze moeten onderhandelen. Ze moeten de traditie die hen ooit het zwijgen oplegde, omkeren om een stem te geven aan nieuwe ambities. Ze hebben bondgenoten nodig in hun gemeenschappen. Bondgenoten zoals de imam, bondgenoten zoals de vader die nu liedjes schrijft voor een lesbische groep in Kroatië. Bondgenoten zoals de politieman die een taboe eert en zich terugtrekt. Bondgenoten zoals mijn vader die zijn zus niet kon helpen, maar zijn drie dochters heeft geholpen in het nastreven van hun dromen. Misschien is dit omdat het feminisme, in tegenstelling tot bijna elke andere sociale beweging, niet tegen een specifieke onderdrukker gericht is. Het is niet tegen de heersende klasse of de bezetters of de kolonisten. Het is tegen een diepgewortelde set van overtuigingen en aannames die wij vrouwen, veel te vaak ook zelf hebben.
And perhaps this is the ultimate gift of feminism, that the personal is in fact the political. So that, as Eleanor Roosevelt said once of human rights, the same is true of gender equality: that it starts in small places, close to home. On the streets, yes, but also in negotiations at the kitchen table and in the marital bed and in relationships between lovers and parents and sisters and friends. And then you realize that by integrating aspects of tradition and community into their struggles, women like Sakena and Leah and Leymah -- but also women like Sonia Gandhi here in India and Michelle Bachelet in Chile and Shirin Ebadi in Iran -- are doing something else. They're challenging the very notion of Western models of development. They are saying, we don't have to be like you to make change. We can wear a sari or a hijab or pants or a boubou, and we can be party leaders and presidents and human rights lawyers. We can use our tradition to navigate change. We can demilitarize societies and pour resources, instead, into reservoirs of genuine security.
Misschien is dit het ultieme geschenk van het feminisme, dat het persoonlijke, in feite het politieke is. Dat zei Eleanor Roosevelt ooit over Mensrechten. Hetzelfde geldt voor gendergelijkheid. Het begint op kleine plaatsen, dichtbij huis. Op straat, ja, maar ook in de onderhandelingen aan de keukentafel en in het echtelijke bed en in de relaties tussen geliefden en ouders en zussen en vrienden. En dan, en dan realiseer je je dat door de integratie van aspecten van de traditie en de gemeenschap in hun strijd, vrouwen zoals Sakena en Lea en Layma, maar ook Sonia Gandhi hier in India en Michelle Bachelet in Chili en Shirin Ebadi in Iran iets anders doen. Ze stellen de westerse modellen van ontwikkeling in vraag. Ze zeggen, we hoeven niet te zijn zoals jullie om te veranderen. We kunnen een sari of een hijab dragen of een broek of een boubou. We kunnen partijleiders en presidenten en mensenrechten advocaten zijn. We kunnen gebruik maken van onze traditie om verandering te genereren. We kunnen samenlevingen demilitariseren en in plaats daarvan middelen gieten in de reservoirs van echte veiligheid.
It is in these little stories, these individual stories, that I see a radical epic being written by women around the world. It is in these threads that are being woven into a resilient fabric that will sustain communities, that I find hope. And if my heart is singing, it's because in these little fragments, every now and again, you catch a glimpse of a whole, of a whole new world. And she is definitely on her way.
Het zijn in deze kleine verhalen, deze individuele verhalen, dat ik zie dat er een radicaal epos wordt geschreven door vrouwen over de hele wereld. Het is in deze draden die worden geweven in een veerkrachtige stof die de gemeenschappen zal ondersteunen, dat ik hoop vind. Als mijn hart zingt, is het omdat in deze kleine fragmenten, je af en toe een glimp van een geheel, geheel nieuwe wereld ziet. Ze is zeker op weg.
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)