So it's 1995, I'm in college, and a friend and I go on a road trip from Providence, Rhode Island to Portland, Oregon. And you know, we're young and unemployed, so we do the whole thing on back roads through state parks and national forests -- basically the longest route we can possibly take. And somewhere in the middle of South Dakota, I turn to my friend and I ask her a question that's been bothering me for 2,000 miles. "What's up with the Chinese character I keep seeing by the side of the road?" My friend looks at me totally blankly. There's actually a gentleman in the front row who's doing a perfect imitation of her look. (Laughter) And I'm like, "You know, all the signs we keep seeing with the Chinese character on them." She just stares at me for a few moments, and then she cracks up, because she figures out what I'm talking about. And what I'm talking about is this. (Laughter) Right, the famous Chinese character for picnic area.
Het is 1995. Ik ben op de universiteit. Een vriendin en ik maken een uitstap van Providence, Rhode Island naar Portland, Oregon. We zijn jong en werkloos, dus maken we de hele trip via binnenwegen, natuurgebieden en nationale bossen - eigenlijk de langste route die we konden nemen. ergens in het midden van Zuid-Dakota, kijk ik mijn vriendin aan en vraag haar iets dat mij al 2.000 mijl dwars zit. "Wat betekent dat Chinese karakter dat ik steeds langs de kant van de weg zie?" Mijn vriendin weet niet waar ik het over heb. In de voorste rij zit een meneer die een perfecte imitatie geeft van haar verbijsterde blik. (Gelach) Ik weer: "Je weet wel, al die verkeersborden met dat Chinese karakter." Ze blijft me een paar momenten aankijken, en barst dan in lachen uit, omdat ze doorheeft waar ik het over heb. Dit is het. (Gelach) Inderdaad, het beroemde Chinese karakter voor een picknickplaats.
(Laughter)
(Gelach)
I've spent the last five years of my life thinking about situations exactly like this -- why we sometimes misunderstand the signs around us, and how we behave when that happens, and what all of this can tell us about human nature. In other words, as you heard Chris say, I've spent the last five years thinking about being wrong. This might strike you as a strange career move, but it actually has one great advantage: no job competition. (Laughter) In fact, most of us do everything we can to avoid thinking about being wrong, or at least to avoid thinking about the possibility that we ourselves are wrong. We get it in the abstract. We all know everybody in this room makes mistakes. The human species, in general, is fallible -- okay fine.
Ik heb de afgelopen vijf jaar van mijn leven doorgebracht met nadenken over situaties als deze - waarom we de signalen waarom we de signalen en hoe we ons gedragen als dat gebeurt, en wat dit vertelt over de menselijke natuur. Met andere woorden, zoals je Chris hoorde zeggen, heb ik de afgelopen vijf jaar doorgebracht met denken over verkeerd zijn. Dit kan een vreemde carrièrekeuze lijken, maar ze heeft tenminste één groot voordeel: geen jobconcurrentie. (Gelach) In feite doen de meesten van ons alles om te vermijden te denken over fouten maken, of op zijn minst om te voorkomen dat we moeten denken aan de mogelijkheid dat we zelf fout zijn. We doen het wel in het abstracte. We weten dat iedereen in deze kamer fouten maakt. De menselijke soort, in het algemeen, is feilbaar - oke prima.
But when it comes down to me, right now, to all the beliefs I hold, here in the present tense, suddenly all of this abstract appreciation of fallibility goes out the window -- and I can't actually think of anything I'm wrong about. And the thing is, the present tense is where we live. We go to meetings in the present tense; we go on family vacations in the present tense; we go to the polls and vote in the present tense. So effectively, we all kind of wind up traveling through life, trapped in this little bubble of feeling very right about everything.
Maar wanneer het over mezelf gaat, over al mijn geliefde overtuigingen, hier in de tegenwoordige tijd, dan vliegt opeens deze abstracte waardering van feilbaarheid het raam uit - en kan ik eigenlijk niets bedenken waar ik verkeerd over ben. En dat komt omdat we in de tegenwoordige tijd leven. We gaan naar bijeenkomsten in de tegenwoordige tijd; we gaan op familievakantie in de tegenwoordige tijd; we gaan naar de stembus en stemmen in de tegenwoordige tijd. We reizen in feite door het leven, gevangen in deze kleine bel van het gevoel over alles gelijk te hebben.
I think this is a problem. I think it's a problem for each of us as individuals, in our personal and professional lives, and I think it's a problem for all of us collectively as a culture. So what I want to do today is, first of all, talk about why we get stuck inside this feeling of being right. And second, why it's such a problem. And finally, I want to convince you that it is possible to step outside of that feeling and that if you can do so, it is the single greatest moral, intellectual and creative leap you can make.
Ik denk dat dit een probleem is. Ik denk dat het een probleem is voor ieder van ons als individu, in ons persoonlijke en professionele leven, en ik denk dat het een collectief cultureel probleem is. Wat ik vandaag wil doen is in de eerste plaats praten over waarom we vast komen te zitten in dit gevoel van gelijk te hebben. Ten tweede, waarom het zo'n probleem is. Tenslotte wil ik jullie overtuigen dat het mogelijk is dat gevoel kwijt te raken, en dat, als je dat kunt doen, het de grootste morele, intellectuele en creatieve sprong voorwaarts is die je kunt maken.
So why do we get stuck in this feeling of being right? One reason, actually, has to do with a feeling of being wrong. So let me ask you guys something -- or actually, let me ask you guys something, because you're right here: How does it feel -- emotionally -- how does it feel to be wrong? Dreadful. Thumbs down. Embarrassing. Okay, wonderful, great. Dreadful, thumbs down, embarrassing -- thank you, these are great answers, but they're answers to a different question. You guys are answering the question: How does it feel to realize you're wrong? (Laughter) Realizing you're wrong can feel like all of that and a lot of other things, right? I mean it can be devastating, it can be revelatory, it can actually be quite funny, like my stupid Chinese character mistake. But just being wrong doesn't feel like anything.
Waarom komen we vast te zitten in dit gevoel van gelijk hebben? Een reden heeft eigenlijk te maken met een gevoel van verkeerd zijn. Laat me jullie iets vragen - laat me jullie iets vragen omdat je hier bent: Hoe voelt het - emotioneel - hoe voelt het aan het bij het verkeerde eind te hebben? Verschrikkelijk. Duimen omlaag. Gênant. Oke, prachtig, goed. Gênant. Oke, prachtig, goed. dank je wel, dit zijn goede antwoorden, maar het zijn antwoorden op een andere vraag. Jullie beantwoorden de vraag: "Hoe voelt het aan om te beseffen dat je verkeerd bent?" (Gelach) Beseffen dat je het mis hebt kan zo aanvoelen? Ik bedoel, het kan verpletterend zijn, maar ook revelerend, het kan zelfs heel grappig zijn, zoals mijn stomme Chinese-karakterfout. Maar alleen maar verkeerd zitten daar merk je niets van.
I'll give you an analogy. Do you remember that Loony Tunes cartoon where there's this pathetic coyote who's always chasing and never catching a roadrunner? In pretty much every episode of this cartoon, there's a moment where the coyote is chasing the roadrunner and the roadrunner runs off a cliff, which is fine -- he's a bird, he can fly. But the thing is, the coyote runs off the cliff right after him. And what's funny -- at least if you're six years old -- is that the coyote's totally fine too. He just keeps running -- right up until the moment that he looks down and realizes that he's in mid-air. That's when he falls. When we're wrong about something -- not when we realize it, but before that -- we're like that coyote after he's gone off the cliff and before he looks down. You know, we're already wrong, we're already in trouble, but we feel like we're on solid ground. So I should actually correct something I said a moment ago. It does feel like something to be wrong; it feels like being right.
Ik geef je een analogie. Herinner je je nog die Loony Tunes cartoon waar die zielige coyote een roadrunner achterna zat maar hem nooit kon vangen? In vrijwel elke aflevering van deze cartoon, is er een moment waar de coyote de roadrunner najaagt en de roadrunner van een klif af loopt. Niks aan de hand, hij is een vogel, hij kan vliegen. Maar de coyote loopt achter hem aan van de klif. En het grappige is - tenminste als je zes jaar oud bent - dat het de coyote ook lukt. Hij blijft doorlopen - tot op het moment dat hij naar beneden kijkt en zich realiseert dat hij midden in de lucht hangt. Dan pas valt hij. Als we over iets verkeerd zitten - niet wanneer we het beseffen, maar daarvoor - zijn we als die coyote nadat hij van de klif is gelopen en voordat hij naar beneden kijkt. We zijn al verkeerd, we zitten al in de problemen, maar het voelt alsof we nog vaste grond onder de voeten hebben. Ik zou eigenlijk iets wat ik zojuist zei moeten rechtzetten. Fout zitten gaat vergezeld van een gevoel; een gevoel van het juist te hebben.
(Laughter)
(Gelach)
So this is one reason, a structural reason, why we get stuck inside this feeling of rightness. I call this error blindness. Most of the time, we don't have any kind of internal cue to let us know that we're wrong about something, until it's too late. But there's a second reason that we get stuck inside this feeling as well -- and this one is cultural. Think back for a moment to elementary school. You're sitting there in class, and your teacher is handing back quiz papers, and one of them looks like this. This is not mine, by the way. (Laughter) So there you are in grade school, and you know exactly what to think about the kid who got this paper. It's the dumb kid, the troublemaker, the one who never does his homework. So by the time you are nine years old, you've already learned, first of all, that people who get stuff wrong are lazy, irresponsible dimwits -- and second of all, that the way to succeed in life is to never make any mistakes.
Dit is een reden, een structurele reden, waarom we vast komen te zitten in dit gevoel van juistheid. Ik noem dit foutblindheid. Meestal hebben we geen enkele vorm van interne aanwijzing om ons te laten weten dat we over iets verkeerd zijn, totdat het te laat is. Maar er is nog een tweede reden dat we vast komen te zitten in dit gevoel - en die is cultureel. Denk even terug aan de basisschool. Je zit in de klas, je leraar geeft toetsen terug, en een ervan ziet er zo uit. Dit is niet van mij, tussen haakjes. (Gelach) Daar ben je op de lagere school, en je weet precies wat te denken over de jongen die dit papier terugkreeg. Het is de domme jongen, het lastpak, Het is de domme jongen, het lastpak, degene die zijn huiswerk nooit maakt. Dus tegen de tijd dat je negen jaar oud bent, heb je in de eerste plaats al geleerd, dat mensen die dingen verkeerd doen lui en onverantwoordelijke sukkels zijn - en ten tweede, dat de manier om te slagen in het leven erin bestaat om nooit fouten te maken.
We learn these really bad lessons really well. And a lot of us -- and I suspect, especially a lot of us in this room -- deal with them by just becoming perfect little A students, perfectionists, over-achievers. Right, Mr. CFO, astrophysicist, ultra-marathoner? (Laughter) You're all CFO, astrophysicists, ultra-marathoners, it turns out. Okay, so fine. Except that then we freak out at the possibility that we've gotten something wrong. Because according to this, getting something wrong means there's something wrong with us. So we just insist that we're right, because it makes us feel smart and responsible and virtuous and safe.
We onthouden deze slechte lessen echt heel goed. Velen van ons - en ik vermoed, vooral veel van ons in deze zaal - gaan daardoor perfecte kleine A-studenten, perfectionisten, overpresteerders worden. OK, de heer directeur, astrofysicus, ultra-marathonloper? (Gelach) Jullie zijn helemaal directeurs, astrofysici, ultra-marathonlopers, zo blijkt. Oke, dus prima. Behalve dat we in paniek raken bij de idee dat we ernaast kunnen zitten. Want in deze optiek betekent het mis hebben dat er iets mis is met ons. Dus we staan erop dat we gelijk hebben, want het maakt dat we ons slim, verantwoordelijk, deugdzaam en veilig voelen.
So let me tell you a story. A couple of years ago, a woman comes into Beth Israel Deaconess Medical Center for a surgery. Beth Israel's in Boston. It's the teaching hospital for Harvard -- one of the best hospitals in the country. So this woman comes in and she's taken into the operating room. She's anesthetized, the surgeon does his thing -- stitches her back up, sends her out to the recovery room. Everything seems to have gone fine. And she wakes up, and she looks down at herself, and she says, "Why is the wrong side of my body in bandages?" Well the wrong side of her body is in bandages because the surgeon has performed a major operation on her left leg instead of her right one. When the vice president for health care quality at Beth Israel spoke about this incident, he said something very interesting. He said, "For whatever reason, the surgeon simply felt that he was on the correct side of the patient." (Laughter) The point of this story is that trusting too much in the feeling of being on the correct side of anything can be very dangerous.
Laat me je een verhaal vertellen. Een paar jaar geleden, komt een vrouw voor een operatie naar het Beth Israel Deaconess medisch centrum. Beth Israel is in Boston. Het is het academisch ziekenhuis van Harvard - een van de beste ziekenhuizen in het land. Deze vrouw komt binnen en wordt naar de operatiekamer gebracht. Ze wordt verdoofd en de chirurg doet zijn werk - naait haar weer dicht en stuurt haar naar de verkoeverkamer. Alles lijkt prima te zijn gegaan. Ze wordt wakker, kijkt naar zichzelf en zegt: "Waarom zit de verkeerde kant van mijn lichaam in het verband?" Nou, de verkeerde kant van haar lichaam zit in verband omdat de chirurg een grote operatie op haar linkerbeen in plaats van haar rechter heeft uitgevoerd. Toen de vice-president voor de kwaliteit van de gezondheidszorg in het Beth Israel over dit incident sprak, zei hij iets heel interessants: "Om wat voor reden dan ook voelde de chirurg gewoon dat hij aan de juiste kant van de patiënt stond." (Gelach) De les van dit verhaal is dat te veel vertrouwen in het gevoel aan de juiste kant van iets te staan zeer gevaarlijk kan zijn.
This internal sense of rightness that we all experience so often is not a reliable guide to what is actually going on in the external world. And when we act like it is, and we stop entertaining the possibility that we could be wrong, well that's when we end up doing things like dumping 200 million gallons of oil into the Gulf of Mexico, or torpedoing the global economy. So this is a huge practical problem. But it's also a huge social problem.
Dit gevoel van juistheid dat we allen zo vaak ervaren is geen betrouwbare gids van wat er werkelijk gaande is in de buitenwereld. Als we op basis hiervan ons handelen bepalen en we vergeten de mogelijkheid dat we er wel eens naast kunnen zitten, dan gaan we dingen doen zoals 200 miljoen liter olie in de Golf van Mexico dumpen of de wereldeconomie torpederen. Dit is een enorm praktisch probleem. Maar het is ook een enorm maatschappelijk probleem.
Think for a moment about what it means to feel right. It means that you think that your beliefs just perfectly reflect reality. And when you feel that way, you've got a problem to solve, which is, how are you going to explain all of those people who disagree with you? It turns out, most of us explain those people the same way, by resorting to a series of unfortunate assumptions. The first thing we usually do when someone disagrees with us is we just assume they're ignorant. They don't have access to the same information that we do, and when we generously share that information with them, they're going to see the light and come on over to our team. When that doesn't work, when it turns out those people have all the same facts that we do and they still disagree with us, then we move on to a second assumption, which is that they're idiots. (Laughter) They have all the right pieces of the puzzle, and they are too moronic to put them together correctly. And when that doesn't work, when it turns out that people who disagree with us have all the same facts we do and are actually pretty smart, then we move on to a third assumption: they know the truth, and they are deliberately distorting it for their own malevolent purposes. So this is a catastrophe.
Denk even na over wat het betekent om te voelen dat je gelijk hebt. Het betekent dat je denkt dat je overtuigingen gewoon perfect stroken met de werkelijkheid. Als je dat gevoel hebt moet je wel een probleem oplossen. Hoe ga je uitleggen waarom er zoveel mensen zijn die het oneens zijn met jou? Het blijkt dat de meesten van ons dat uitleggen door een beroep te doen op een reeks ongelukkige veronderstellingen. Het eerste wat we meestal doen als iemand het niet met ons eens is, is dat we gewoon aannemen dat ze onwetend zijn. Zij hebben geen toegang tot dezelfde informatie als wij en dat als we ruimhartig die informatie met hen delen, ze het licht gaan zien en overlopen naar ons team. Als dat niet werkt, wanneer blijkt dat die mensen allemaal over dezelfde feiten als wij beschikken en ze het nog steeds niet met ons eens zijn, gaan we over naar een tweede veronderstelling: het zijn idioten. (Gelach) Ze hebben allemaal de juiste stukjes van de puzzel, en toch zijn ze te debiel om ze correct in elkaar te passen. Als dat niet werkt, als blijkt dat mensen die het niet met ons eens zijn en allemaal over dezelfde feiten als wij beschikken en ze eigenlijk best slim zijn, gaan we over naar een derde veronderstelling: zij kennen de waarheid, maar vervormen die bewust voor hun eigen kwaadaardige doeleinden. Dit is een ramp.
This attachment to our own rightness keeps us from preventing mistakes when we absolutely need to and causes us to treat each other terribly. But to me, what's most baffling and most tragic about this is that it misses the whole point of being human. It's like we want to imagine that our minds are just these perfectly translucent windows and we just gaze out of them and describe the world as it unfolds. And we want everybody else to gaze out of the same window and see the exact same thing. That is not true, and if it were, life would be incredibly boring. The miracle of your mind isn't that you can see the world as it is. It's that you can see the world as it isn't. We can remember the past, and we can think about the future, and we can imagine what it's like to be some other person in some other place. And we all do this a little differently, which is why we can all look up at the same night sky and see this and also this and also this. And yeah, it is also why we get things wrong.
Deze gehechtheid aan ons eigen gelijk weerhoudt ons van het voorkomen van fouten wanneer dat absoluut nodig is en maakt dat we op een verschrikkelijke manier met elkaar omgaan. Voor mij is het meest verbijsterende en tragische hieraan dat het voorbij gaat aan wat het betekent mens te zijn. Het is alsof we ons willen voorstellen dat onze geesten net perfect doorschijnende vensters zijn waardoor we op een objectieve manier naar de wereld kijken en hem beschrijven zoals die zich ontvouwt. En we willen dat iedereen uit hetzelfde venster kijkt en precies hetzelfde ziet. Dat is niet zo, en als het wel zo zou zijn zou het leven ongelooflijk saai zijn. Het wonder van je geest is niet zo dat je de wereld ziet zoals hij is. Het is dat je de wereld kan zien zoals hij niet is. We kunnen ons het verleden herinneren, we kunnen nadenken over de toekomst en we kunnen ons voorstellen hoe het is iemand anders op een andere plaats te zijn. We doen dit allemaal een beetje anders, dat is waarom we allemaal kunnen omhoog kijken naar dezelfde sterrenhemel en dit zien en ook dit en ook dit. En ja, dat is ook de reden waarom we er vaak naast zitten.
1,200 years before Descartes said his famous thing about "I think therefore I am," this guy, St. Augustine, sat down and wrote "Fallor ergo sum" -- "I err therefore I am." Augustine understood that our capacity to screw up, it's not some kind of embarrassing defect in the human system, something we can eradicate or overcome. It's totally fundamental to who we are. Because, unlike God, we don't really know what's going on out there. And unlike all of the other animals, we are obsessed with trying to figure it out. To me, this obsession is the source and root of all of our productivity and creativity.
1.200 jaar vóór Descartes zijn beroemde uitspraak "Ik denk dus ik ben" deed schreef Sint Augustinus "Fallor ergo sum" - "Ik dwaal dus ik ben." Augustinus begreep dat onze capaciteit om het te verknallen, niet alleen maar een pijnlijk gebrek van het menselijk systeem is, iets dat uit te roeien of te overwinnen valt. Het ligt aan de basis van onze eigenheid. Omdat we, in tegenstelling tot God, niet echt weten wat er aan de hand is. En in tegenstelling tot alle andere dieren, zijn we geobsedeerd door het proberen te begrijpen. Voor mij is deze obsessie de bron en de wortel van al onze productiviteit en creativiteit.
Last year, for various reasons, I found myself listening to a lot of episodes of the Public Radio show This American Life. And so I'm listening and I'm listening, and at some point, I start feeling like all the stories are about being wrong. And my first thought was, "I've lost it. I've become the crazy wrongness lady. I just imagined it everywhere," which has happened. But a couple of months later, I actually had a chance to interview Ira Glass, who's the host of the show. And I mentioned this to him, and he was like, "No actually, that's true. In fact," he says, "as a staff, we joke that every single episode of our show has the same crypto-theme. And the crypto-theme is: 'I thought this one thing was going to happen and something else happened instead.' And the thing is," says Ira Glass, "we need this. We need these moments of surprise and reversal and wrongness to make these stories work." And for the rest of us, audience members, as listeners, as readers, we eat this stuff up. We love things like plot twists and red herrings and surprise endings. When it comes to our stories, we love being wrong.
Vorig jaar was ik om allerlei redenen aan het luisteren naar een heleboel afleveringen van de show van de openbare radio This American Life. Al luisterend kreeg ik het gevoel dat alle verhalen gingen over verkeerd zijn. Mijn eerste gedachte was: "Ik ben het kwijt. Ik ben de gekke onjuistheidsdame geworden. Ik zie het overal." Wat overigens ook zo is. Maar een paar maanden later kreeg ik de gelegenheid om Ira Glass, de gastheer van de show, te interviewen. Ik vertelde hem dit, en hij zei: "Nee eigenlijk is dat waar. en hij zei: "Nee eigenlijk is dat waar. Als team zorgen wij dat voor de grap elke aflevering van onze show hetzelfde verborgen thema bevat. En dat verborgen thema is: 'Ik dacht dat dit zou gaan gebeuren en in plaats daarvan gebeurde er iets anders.' "Feit is", zegt Ira Glass, "dat we dit nodig hebben. We hebben deze momenten van verbazing, omkering en onjuistheid nodig om deze verhalen te laten werken." En de rest van ons, leden van het publiek, luisteraars, lezers, slikken dit als zoete koek. We houden van dingen als onverwachte plotwendingen, op het verkeerde been zetten en verrassende finales. Als het gaat om onze verhalen, houden we ervan het bij het verkeerde eind te hebben.
But, you know, our stories are like this because our lives are like this. We think this one thing is going to happen and something else happens instead. George Bush thought he was going to invade Iraq, find a bunch of weapons of mass destruction, liberate the people and bring democracy to the Middle East. And something else happened instead. And Hosni Mubarak thought he was going to be the dictator of Egypt for the rest of his life, until he got too old or too sick and could pass the reigns of power onto his son. And something else happened instead. And maybe you thought you were going to grow up and marry your high school sweetheart and move back to your hometown and raise a bunch of kids together. And something else happened instead. And I have to tell you that I thought I was writing an incredibly nerdy book about a subject everybody hates for an audience that would never materialize. And something else happened instead.
Maar, weet je, onze verhalen zijn zo omdat onze levens zo zijn. We denken dat dit ding gaat gebeuren en er gebeurt iets anders in de plaats. George Bush dacht, toen hij Irak ging binnenvallen, een hoop massavernietigingswapens te vinden, de mensen te bevrijden en de democratie naar het Midden-Oosten te brengen. In plaats daarvan gebeurde er iets anders. Hosni Moebarak dacht dictator van Egypte te blijven voor de rest van zijn leven, totdat hij te oud of te ziek zou worden en de teugels van de macht aan zijn zoon kon doorgeven. In plaats daarvan gebeurde er iets anders. Misschien dacht je ooit op te groeien en te trouwen met je liefje van de middelbare school, opnieuw te verhuizen naar je geboortestad en samen een stel kinderen groot te brengen. In plaats daarvan gebeurde er iets anders. En ik moet jullie zeggen dat ik dacht dat ik een ongelooflijk saai boek aan het schrijven was over een onderwerp dat iedereen haat voor een publiek dat er nooit zou zijn. In plaats daarvan gebeurde er iets anders.
(Laughter)
(Gelach)
I mean, this is life. For good and for ill, we generate these incredible stories about the world around us, and then the world turns around and astonishes us. No offense, but this entire conference is an unbelievable monument to our capacity to get stuff wrong. We just spent an entire week talking about innovations and advancements and improvements, but you know why we need all of those innovations and advancements and improvements? Because half the stuff that's the most mind-boggling and world-altering -- TED 1998 -- eh. (Laughter) Didn't really work out that way, did it? (Laughter) Where's my jet pack, Chris?
Ik bedoel, dit is het leven. Voor goed en voor kwaad verzinnen we deze ongelooflijke verhalen over de wereld om ons heen, en dan doet de wereld iets anders en verbaast ons. Ik wil hier niemand voor het hoofd stoten maar deze conferentie is een ongelooflijk monument voor ons vermogen om dingen verkeerd te doen. We hebben net een hele week doorgebracht met praten over innovaties, ontwikkelingen en verbeteringen, maar weet je waarom we allemaal van die innovaties, ontwikkelingen en verbeteringen nodig hebben? Omdat de helft van de spullen van de meest verbijsterende en de wereldveranderende - TED 1998 - eh. (Gelach) Ze werkten niet echt, hè? (Gelach) Waar is mijn jetpack, Chris?
(Laughter)
(Gelach)
(Applause)
(Applaus)
So here we are again. And that's how it goes. We come up with another idea. We tell another story. We hold another conference. The theme of this one, as you guys have now heard seven million times, is the rediscovery of wonder. And to me, if you really want to rediscover wonder, you need to step outside of that tiny, terrified space of rightness and look around at each other and look out at the vastness and complexity and mystery of the universe and be able to say, "Wow, I don't know. Maybe I'm wrong."
Dus hier zijn we weer. Zo gaat dat. Wij komen met een ander idee. We vertellen een ander verhaal. We houden een andere conferentie. Het thema van deze, zoals jullie nu zo'n zeven miljoen keer hebben gehoord, is de herontdekking van de verwondering. Voor mij moet je, als je echt de verwondering wil herontdekken, een stap buiten die kleine, doodsbange ruimte van juistheid durven zetten, elkaar aankijken en kijken naar de uitgestrektheid, de complexiteit en het mysterie van het heelal en kunnen zeggen, "Wow, ik weet het niet. Misschien ben ik verkeerd."
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)
Thank you guys.
Dank je wel jongens.
(Applause)
(Applaus)