Have you ever watched a baby learning to crawl? Because as any parent knows, it's gripping. First, they wriggle about on the floor, usually backwards, but then they drag themselves forwards, and then they pull themselves up to stand, and we all clap. And that simple motion of forwards and upwards, it's the most basic direction of progress we humans recognize.
Zag je ooit een baby leren kruipen? Iedere ouder weet dat het aangrijpend is. Eerst kronkelen ze wat over de vloer, meestal achteruit, maar dan slepen ze zich naar voren, trekken zich op om te staan en wij applaudisseren. En die eenvoudige beweging vooruit en omhoog is de meest elementaire richting van vooruitgang die wij mensen herkennen.
We tell it in our story of evolution as well, from our lolloping ancestors to Homo erectus, finally upright, to Homo sapiens, depicted, always a man, always mid-stride.
We vertellen dat ook in ons verhaal van de evolutie, van onze hobbelende voorouders tot de Homo erectus, eindelijk rechtop, en de Homo sapiens, altijd afgebeeld als een man in gestrekte pas.
So no wonder we so readily believe that economic progress will take this very same shape, this ever-rising line of growth. It's time to think again, to reimagine the shape of progress, because today, we have economies that need to grow, whether or not they make us thrive, and what we need, especially in the richest countries, are economies that make us thrive whether or not they grow. Yes, it’s a little flip in words hiding a profound shift in mindset, but I believe this is the shift we need to make if we, humanity, are going to thrive here together this century.
Geen wonder dat we zo gemakkelijk geloven dat economische vooruitgang dezelfde vorm zal volgen, die steeds stijgende groeilijn. Het is tijd om eens na te denken over de vorm van vooruitgang, want vandaag hebben we economieën die groeien moeten, ongeacht of ze ons ten goede komen. Maar wat we nodig hebben, vooral dan in de rijkste landen, zijn economieën die ons laten gedijen ongeacht of ze groeien. Ja, het is een woordspelletje waarachter een ingrijpende mentaliteitsverandering schuilgaat, maar ik denk dat dit de verschuiving is die ervoor moet zorgen dat wij mensen hier in deze eeuw samen gaan gedijen.
So where did this obsession with growth come from? Well, GDP, gross domestic product, it's just the total cost of goods and services sold in an economy in a year. It was invented in the 1930s, but it very soon became the overriding goal of policymaking, so much so that even today, in the richest of countries, governments think that the solution to their economic problems lies in more growth.
Vanwaar komt die obsessie met groei? Nu is het bbp, het bruto binnenlands product, gewoon de totale kost van goederen en diensten verkocht in een economie in één jaar tijd. Het werd uitgevonden in de jaren 1930, maar werd al snel het belangrijkste doel van de beleidsvorming. Zozeer zelfs dat vandaag de dag, in de rijkste landen regeringen denken dat de oplossing voor economische problemen in méér groei ligt.
Just how that happened is best told through the 1960 classic by W.W. Rostow. I love it so much, I have a first-edition copy. "The Stages of Economic Growth: A Non-Communist Manifesto."
Hoe dat kwam, wordt het best verteld in de klassieker van W.W. Rostow uit 1960. Ik hou er zoveel van, dat ik een eerste editie bezit. ‘De Fasen van Economische Groei: Een Niet-Communistisch Manifest’
(Laughter)
(Gelach)
You can just smell the politics, huh?
Je ruikt gewoon de politiek, hè?
And Rostow tells us that all economies need to pass through five stages of growth: first, traditional society, where a nation's output is limited by its technology, its institutions and mindset; but then the preconditions for takeoff, where we get the beginnings of a banking industry, the mechanization of work and the belief that growth is necessary for something beyond itself, like national dignity or a better life for the children; then takeoff, where compound interest is built into the economy's institutions and growth becomes the normal condition; fourth is the drive to maturity where you can have any industry you want, no matter your natural resource base; and the fifth and final stage, the age of high-mass consumption where people can buy all the consumer goods they want, like bicycles and sewing machines -- this was 1960, remember.
En Rostow vertelt ons dat alle economieën door vijf stadia van groei moeten: eerst de traditionele samenleving, waar de productie van een land beperkt is door zijn technologie, instellingen en mentaliteit. Maar dan komen de voorwaarden voor het opstijgen met het begin van een bancaire sector, mechanisatie van het werk en het geloof dat groei noodzakelijk is voor iets buiten zichzelf, zoals nationale waardigheid of een beter leven voor de kinderen. Dan het opstijgen, waar de samengestelde rente in de instellingen van de economie is ingebouwd en groei de normale toestand wordt. Vierde is de tocht naar volwassenheid met elk soort industrie die je maar wil, ongeacht je natuurlijke hulpbronnen. En de vijfde en laatste fase, het tijdperk van massale consumptie, waar mensen alle consumptiegoederen die ze maar willen, kunnen kopen, zoals fietsen en naaimachines. Bedenk dat dit 1960 was.
Well, you can hear the implicit airplane metaphor in this story, but this plane is like no other, because it can never be allowed to land. Rostow left us flying into the sunset of mass consumerism, and he knew it. As he wrote, "And then the question beyond, where history offers us only fragments. What to do when the increase in real income itself loses its charm?" He asked that question, but he never answered it, and here's why. The year was 1960, he was an advisor to the presidential candidate John F. Kennedy, who was running for election on the promise of five-percent growth, so Rostow's job was to keep that plane flying, not to ask if, how, or when it could ever be allowed to land.
Je merkt de impliciete vliegtuigmetafoor in dit verhaal, maar dit vliegtuig is als geen ander. Want het mag nooit landen. Rostow liet ons naar de zonsondergang van de massaconsumptie vliegen, en dat wist hij. Want hij schreef: "En dan de volgende vraag, waarover de geschiedenis ons nauwelijks iets leert. Wat doen we als de stijging van het reële inkomen zelf zijn charme verliest?" Hij stelde de vraag, maar beantwoordde ze nooit. Hier is waarom. Het was het jaar 1960. Hij was adviseur van presidentskandidaat John F. Kennedy, die voor zijn verkiezing vijf procent groei beloofde. Rostows taak was het om dat vliegtuig in de lucht te houden, niet om te vragen hoe of wanneer het ooit zou mogen landen.
So here we are, flying into the sunset of mass consumerism over half a century on, with economies that have come to expect, demand and depend upon unending growth, because we're financially, politically and socially addicted to it. We're financially addicted to growth, because today's financial system is designed to pursue the highest rate of monetary return, putting publicly traded companies under constant pressure to deliver growing sales, growing market share and growing profits, and because banks create money as debt bearing interest, which must be repaid with more. We're politically addicted to growth because politicians want to raise tax revenue without raising taxes and a growing GDP seems a sure way to do that. And no politician wants to lose their place in the G-20 family photo.
Dus hier zijn wij, we vliegen naar de zonsondergang van massaconsumptie, nu al meer dan een halve eeuw, met economieën die oneindige groei verwachten, eisen en nodig hebben. Omdat we er financieel, politiek en sociaal aan verslaafd zijn. We zijn financieel verslaafd aan groei, omdat de financiële systemen van vandaag ontworpen zijn om zo snel mogelijk geld te verdienen en beursgenoteerde ondernemingen onder constante druk zetten om steeds meer te verkopen, het marktaandeel te laten groeien en winsten te doen stijgen. Omdat banken geld creëren als schuld met een rentevoet, die nog duurder moet worden terugbetaald. We zijn politiek verslaafd aan groei: politici willen belastinginkomsten verhogen zonder de belastingen te verhogen en een toenemend bbp lijkt een zekere manier om dat te doen. En elke politicus wil op de G-20 familiefoto blijven staan.
(Laughter)
(Gelach)
But if their economy stops growing while the rest keep going, well, they'll be booted out by the next emerging powerhouse. And we are socially addicted to growth, because thanks to a century of consumer propaganda, which fascinatingly was created by Edward Bernays, the nephew of Sigmund Freud, who realized that his uncle's psychotherapy could be turned into very lucrative retail therapy if we could be convinced to believe that we transform ourselves every time we buy something more.
Maar als hun economie stopt met groeien, terwijl de rest doorgaat, gaan ze eraf bij de volgende opkomende grootmacht. En wij zijn sociaal verslaafd aan groei, want dankzij een eeuw van consumentenpropaganda, verbazingwekkend genoeg gecreëerd door Edward Bernays, de neef van Sigmund Freud, die besefte dat de psychotherapie van zijn oom kon worden omgeturnd tot een zeer lucratieve kleinhandel-therapie door ons ervan te overtuigen dat we onszelf vernieuwen telkens we weer eens iets kopen.
None of these addictions are insurmountable, but they all deserve far more attention than they currently get, because look where this journey has been taking us. Global GDP is 10 times bigger than it was in 1950 and that increase has brought prosperity to billions of people, but the global economy has also become incredibly divisive, with the vast share of returns to wealth now accruing to a fraction of the global one percent. And the economy has become incredibly degenerative, rapidly destabilizing this delicately balanced planet on which all of our lives depend. Our politicians know it, and so they offer new destinations for growth. You can have green growth, inclusive growth, smart, resilient, balanced growth. Choose any future you want so long as you choose growth.
Geen van deze verslavingen zijn onoverkomelijk, maar ze verdienen veel meer aandacht dan dat ze nu krijgen. Kijk eens waartoe deze tocht ons heeft gebracht. Het mondiale bbp is 10 keer groter dan in 1950. Die groei heeft miljarden mensen welvaart gebracht, maar de wereldeconomie heeft ook ongelooflijke ongelijkheid veroorzaakt, met een enorm aandeel van de rijkdom in handen van een fractie van de wereldwijde één procent. En de economie is ongelooflijk degeneratief geworden. Ze destabiliseert in hoog tempo deze subtiel uitgebalanceerde planeet, waarvan al onze levens afhangen. Onze politici weten dat. Daarom bieden ze ons nieuwe groeibestemmingen aan. Er is groene groei, inclusieve groei, slimme, veerkrachtige, evenwichtige groei. Kies eender welke toekomst, zolang je maar voor groei kiest.
I think it's time to choose a higher ambition, a far bigger one, because humanity's 21st century challenge is clear: to meet the needs of all people within the means of this extraordinary, unique, living planet so that we and the rest of nature can thrive.
Ik denk dat het tijd is om te gaan voor een hogere ambitie, een veel grotere, omdat in de 21e eeuw de uitdaging van de mensheid duidelijk is: voldoen aan de behoeften van alle mensen binnen de mogelijkheden van deze bijzondere, unieke, levende planeet zodat wij en de rest van de natuur kunnen gedijen.
Progress on this goal isn't going to be measured with the metric of money. We need a dashboard of indicators. And when I sat down to try and draw a picture of what that might look like, strange though this is going to sound, it came out looking like a doughnut. I know, I'm sorry, but let me introduce you to the one doughnut that might actually turn out to be good for us. So imagine humanity's resource use radiating out from the middle. That hole in the middle is a place where people are falling short on life's essentials. They don't have the food, health care, education, political voice, housing that every person needs for a life of dignity and opportunity. We want to get everybody out of the hole, over the social foundation and into that green doughnut itself. But, and it's a big but, we cannot let our collective resource use overshoot that outer circle, the ecological ceiling, because there we put so much pressure on this extraordinary planet that we begin to kick it out of kilter. We cause climate breakdown, we acidify the oceans, a hole in the ozone layer, pushing ourselves beyond the planetary boundaries of the life-supporting systems that have for the last 11,000 years made earth such a benevolent home to humanity.
Vooruitgang naar dit doel ga je niet kunnen meten met geld. We moeten een dashboard van indicatoren hebben. Toen ik naar een beeld zocht van hoe dat eruit zou kunnen zien, -- hoe vreemd dit ook moge klinken -- kwam ik uit op iets dat lijkt op een donut. Ik weet het, het spijt me, maar laat ik jullie kennismaken met de ene donut die eigenlijk goed voor ons zal blijken te zijn. Het gebruik van hulpbronnen door de mens straalt uit vanuit het midden. In het midden leven mensen met essentiële tekorten. Hen ontbreekt het voedsel, gezondheidszorg, onderwijs, politieke stem, huisvesting die ieder mens nodig heeft voor een waardig en kansrijk leven. We willen iedereen weg uit het gat, uit de sociale basis naar die groene donut zelf. Maar, en het is een grote maar, ons collectieve gebruik van hulpbronnen mag niet over die buitenste cirkel heen schieten, het ecologische plafond, omdat we daar zo veel druk zetten op deze buitengewone planeet dat we hem uit balans beginnen te schoppen. We veroorzaken klimaatverstoring, we verzuren de oceanen, een gat in de ozonlaag, duwen onszelf over de planetaire grenzen van de levensondersteunende systemen die gedurende de laatste 11.000 jaar van de aarde zo'n weldadig thuis voor de mensheid maakten.
So this double-sided challenge to meet the needs of all within the means of the planet, it invites a new shape of progress, no longer this ever-rising line of growth, but a sweet spot for humanity, thriving in dynamic balance between the foundation and the ceiling. And I was really struck once I'd drawn this picture to realize that the symbol of well-being in many ancient cultures reflects this very same sense of dynamic balance, from the Maori Takarangi to the Taoist Yin Yang, the Buddhist endless knot, the Celtic double spiral.
De dubbele uitdaging om aan ieders behoeften te voldoen binnen de grenzen van de planeet nodigt uit tot een nieuwe vorm van vooruitgang. Niet langer deze almaar stijgende lijn van de groei, maar een 'sweet spot' voor de mensheid, bloeiend in een dynamisch evenwicht tussen basis en plafond. Het trof me echt toen ik dit beeld tekende en besefte dat het symbool van welzijn in vele oude culturen ditzelfde gevoel van dynamisch evenwicht weerspiegelt, van de Maori Takarangi tot het taoïstische Yin Yang, de boeddhistische eindeloze knoop, de Keltische dubbele spiraal.
So can we find this dynamic balance in the 21st century? Well, that's a key question, because as these red wedges show, right now we are far from balanced, falling short and overshooting at the same time. Look in that hole, you can see that millions or billions of people worldwide still fall short on their most basic of needs. And yet, we've already overshot at least four of these planetary boundaries, risking irreversible impact of climate breakdown and ecosystem collapse. This is the state of humanity and our planetary home. We, the people of the early 21st century, this is our selfie.
Kunnen we dan dit dynamisch evenwicht vinden in de 21e eeuw? Een doorslaggevende vraag, want deze rode wiggen laten zien dat we nu ver van dat evenwicht zitten. Tegelijkertijd schieten we tekort en erover. In het gat kun je zien dat miljoenen of miljarden mensen over de hele wereld nog steeds niet kunnen voorzien in hun meest elementaire behoeften. En toch hebben we al minstens vier planetaire grenzen overschreden en riskeren we onomkeerbare gevolgen van klimaatverandering en instorting van het ecosysteem. Dat is de toestand van de mensheid en onze planetaire thuis. Voor ons, mensen van het begin van de 21e eeuw, is dit onze selfie.
No economist from last century saw this picture, so why would we imagine that their theories would be up for taking on its challenges? We need ideas of our own, because we are the first generation to see this and probably the last with a real chance of turning this story around. You see, 20th century economics assured us that if growth creates inequality, don't try to redistribute, because more growth will even things up again. If growth creates pollution, don't try to regulate, because more growth will clean things up again.
Geen econoom uit de vorige eeuw zag ooit dit beeld. Waarom zouden we dan denken dat hun theorieën deze uitdagingen aankunnen? We hebben eigen ideeën nodig, want wij zijn de eerste generatie die dit kunnen zien en waarschijnlijk de laatste met een reële kans om er iets aan te doen. 20ste-eeuwse economie verzekerde ons dat als groei ongelijkheid creëert, we niet moeten gaan herverdelen, omdat meer groei alles weer zou effenen. Als groei tot vervuiling leidt, probeer dat dan niet te reguleren, want meer groei zal de dingen weer opruimen.
Except, it turns out, it doesn't, and it won't. We need to create economies that tackle this shortfall and overshoot together, by design. We need economies that are regenerative and distributive by design. You see, we've inherited degenerative industries. We take earth's materials, make them into stuff we want, use it for a while, often only once, and then throw it away, and that is pushing us over planetary boundaries, so we need to bend those arrows around, create economies that work with and within the cycles of the living world, so that resources are never used up but used again and again, economies that run on sunlight, where waste from one process is food for the next.
Maar, zo blijkt, gebeurt dat niet. En het zal het ook niet gebeuren. We moeten economieën creëren die dit tekort en teveel samen aanpakken, vanuit ontwerp. We hebben economieën nodig die regeneratief en distributief zijn door ontwerp. We zitten met degeneratieve industrieën opgescheept. We nemen de materialen van de aarde, maken er de spullen van die we willen, gebruiken ze even, vaak slechts één keer, en gooien ze weer weg. Dat duwt ons over de planetaire grenzen, dus moeten we die pijlen ombuigen, economieën creëren die met en binnen de cycli van de levende wereld werken. Zodat we de middelen nooit opgebruiken, maar opnieuw en opnieuw gebruiken. Economieën die draaien op zonlicht, waar afval van het ene proces grondstof is voor het volgende.
And this kind of regenerative design is popping up everywhere. Over a hundred cities worldwide, from Quito to Oslo, from Harare to Hobart, already generate more than 70 percent of their electricity from sun, wind and waves. Cities like London, Glasgow, Amsterdam are pioneering circular city design, finding ways to turn the waste from one urban process into food for the next. And from Tigray, Ethiopia to Queensland, Australia, farmers and foresters are regenerating once-barren landscapes so that it teems with life again.
Dit soort regeneratief ontwerp zien we overal opduiken. Meer dan honderd steden over de hele wereld, van Quito tot Oslo, van Harare tot Hobart, genereren al meer dan 70 procent van hun elektriciteit uit zon, wind en golven. Steden als Londen, Glasgow, Amsterdam zijn pioniers van circulair stadsontwerp, waarbij afval van één stedelijk proces tot grondstof wordt voor het volgende. En van Tigray in Ethiopië tot Queensland in Australië regenereren boeren en bosbouwers ooit dorre landschappen zodat ze weer wemelen van leven.
But as well as being regenerative by design, our economies must be distributive by design, and we've got unprecedented opportunities for making that happen, because 20th-century centralized technologies, institutions, concentrated wealth, knowledge and power in few hands. This century, we can design our technologies and institutions to distribute wealth, knowledge and empowerment to many. Instead of fossil fuel energy and large-scale manufacturing, we've got renewable energy networks, digital platforms and 3D printing. 200 years of corporate control of intellectual property is being upended by the bottom-up, open-source, peer-to-peer knowledge commons. And corporations that still pursue maximum rate of return for their shareholders, well they suddenly look rather out of date next to social enterprises that are designed to generate multiple forms of value and share it with those throughout their networks. If we can harness today's technologies, from AI to blockchain to the Internet of Things to material science, if we can harness these in service of distributive design, we can ensure that health care, education, finance, energy, political voice reaches and empowers those people who need it most. You see, regenerative and distributive design create extraordinary opportunities for the 21st-century economy.
Maar naast regeneratief ontworpen moeten onze economieën ook distributief ontworpen worden. We hebben ongekende mogelijkheden om dat waar te maken, want de 20ste-eeuwse gecentraliseerde technologieën en instellingen concentreerden rijkdom, kennis en macht in de handen van enkelen. Deze eeuw kunnen we onze technologieën en instellingen zo ontwerpen dat ze rijkdom, kennis en empowerment aan velen zullen toekennen. In plaats van fossiele brandstoffen en grootschalige productie hebben we nu netwerken voor hernieuwbare energie, digitale platforms en 3D-printing. 200 jaar controle van intellectuele eigendom door bedrijven wordt op zijn kop gezet door de bottom-up, open-source, peer-to-peer kennisgemeenschap. En bedrijven die nog steeds streven naar maximaal rendement voor hun aandeelhouders, zien er plotseling nogal aftands uit naast de sociale ondernemingen die zijn ontworpen om vele vormen van waarde te genereren voor eenieder binnen hun netwerk. Als we de huidige technologieën kunnen benutten, -- A.I., blockchain, het internet der dingen en materiaalkunde -- als we die kunnen benutten in dienst van het verdelende ontwerp, kunnen we ervoor zorgen dat gezondheidszorg, onderwijs, financiën, energie en politieke stem ten goede komen aan de mensen die ze het hardst nodig hebben. Regeneratief en distributief ontwerp creëren buitengewone mogelijkheden voor de 21e-eeuwse economie.
So where does this leave Rostow's airplane ride? Well, for some it still carries the hope of endless green growth, the idea that thanks to dematerialization, exponential GDP growth can go on forever while resource use keeps falling. But look at the data. This is a flight of fancy. Yes, we need to dematerialize our economies, but this dependency on unending growth cannot be decoupled from resource use on anything like the scale required to bring us safely back within planetary boundaries.
Waar vliegt Rostows vliegtuig dan naartoe? Voor sommigen draagt het nog steeds de hoop van eindeloze groene groei, het idee dat dankzij dematerialisatie, exponentiële groei van het bbp eeuwig door kan gaan bij dalend gebruik van hulpbronnen. Maar kijk naar de data. Dit is wensdenken. Ja, onze economieën moeten dematerialiseren, maar die afhankelijkheid van oneindige groei loskoppelen van gebruik van hulpbronnen kan bij lange na niet op een schaal die ons veilig terugbrengt binnen de planetaire grenzen.
I know this way of thinking about growth is unfamiliar, because growth is good, no? We want our children to grow, our gardens to grow. Yes, look to nature and growth is a wonderful, healthy source of life. It's a phase, but many economies like Ethiopia and Nepal today may be in that phase. Their economies are growing at seven percent a year. But look again to nature, because from your children's feet to the Amazon forest, nothing in nature grows forever. Things grow, and they grow up and they mature, and it's only by doing so that they can thrive for a very long time. We already know this. If I told you my friend went to the doctor who told her she had a growth that feels very different, because we intuitively understand that when something tries to grow forever within a healthy, living, thriving system, it's a threat to the health of the whole. So why would we imagine that our economies would be the one system that could buck this trend and succeed by growing forever? We urgently need financial, political and social innovations that enable us to overcome this structural dependency on growth, so that we can instead focus on thriving and balance within the social and the ecological boundaries of the doughnut.
Ik weet dat deze manier van denken over groei ongewoon is, omdat groei goed is, niet? We willen dat onze kinderen groeien, onze tuinen groeien. Kijk naar de natuur en groei is een heerlijke, gezonde bron van leven. Het is een fase en veel economieën als Ethiopië en Nepal zitten vandaag misschien in die fase. Hun economieën groeien met zeven procent per jaar. Maar kijk nog eens naar de natuur, want zowel voor jullie kinderen als voor het Amazonewoud geldt dat niets in de natuur altijd blijft groeien. Dingen groeien, worden volwassen en rijpen en alleen op die manier kunnen ze voor zeer lange tijd gedijen. We weten dat al. Als ik je zou zeggen dat de dokter mijn vriendin vertelde dat er iets in haar groeide, dan voelt dat heel anders, omdat we intuïtief begrijpen dat wanneer iets altijd blijft groeien binnen in een gezond, levend, bloeiend systeem, het een bedreiging is voor de gezondheid van het geheel. Waarom zouden we dan denken dat onze economieën het enige systeem zouden zijn dat deze trend zou kunnen ontlopen en erin slagen om voor altijd te blijven groeien? We hebben dringend behoefte aan financiële, politieke en sociale innovaties die ons in staat stellen om deze structurele afhankelijkheid van groei te overwinnen, zodat we ons in plaats daarvan kunnen richten op bloei en evenwicht binnen de sociale en ecologische grenzen van de donut.
And if the mere idea of boundaries makes you feel, well, bounded, think again. Because the world's most ingenious people turn boundaries into the source of their creativity. From Mozart on his five-octave piano Jimi Hendrix on his six-string guitar, Serena Williams on a tennis court, it's boundaries that unleash our potential. And the doughnut's boundaries unleash the potential for humanity to thrive with boundless creativity, participation, belonging and meaning.
En als het loutere idee van grenzen je, nou ja, je begrensd zou doen voelen, vergis je dan niet. Omdat 's werelds meest ingenieuze mensen grenzen ombuigen tot bron van hun creativiteit. Van Mozart op zijn piano met vijf octaven, Jimi Hendrix op zijn zes-snarige gitaar, Serena Williams op een tennisbaan. Het zijn grenzen die ons potentieel ontketenen. En de grenzen van de donut ontketenen voor de mensheid het potentieel om te gedijen met grenzeloze creativiteit, participatie, verbondenheid en betekenis.
It's going to take all the ingenuity that we have got to get there, so bring it on.
Het gaat al onze vindingrijkheid vragen om er te komen, dus laat maar komen.
Thank you.
Dank je.
(Applause)
(Applaus)