Have you ever tried to understand a teenager? It's exhausting, right? You must be puzzled by the fact that some teens do well in school, lead clubs and teams and volunteer in their communities, but they eat Tide Pods for an online challenge, speed and text while driving, binge drink and experiment with illicit drugs. How can so many teens be so smart, skilled and responsible -- and careless risk-takers at the same time?
Heb je ooit geprobeerd om een tiener te begrijpen? Dat is vermoeiend, toch? Het is verbazingwekkend dat sommige tieners het goed doen op school, dat ze groepen en teams leiden en vrijwilligerswerk doen in hun gemeenschappen, maar dat ze ook vaatwastabletten eten voor een online uitdaging, te snel rijden en sms-en in de auto, te veel drinken en experimenteren met illegale drugs. Hoe kunnen zoveel tieners zo slim, vaardig en verantwoordelijk zijn -- en tegelijk roekeloze risico's nemen?
When I was 16, while frequently observing my peers in person as well as on social media, I began to wonder why so many teens took such crazy risks. It seems like getting a certificate from DARE class in the fifth grade can't stop them.
Toen ik 16 was, en ik mijn klasgenoten observeerde, zowel persoonlijk als op social media, begon ik me af te vragen waarom zoveel tieners zulke waanzinnige risico's namen. Het lijkt wel alsof de voorlichting over drugs in groep 7 van de basisschool hen niet tegenhoudt.
(Laughter)
(Gelach)
What was even more alarming to me was that the more they exposed themselves to these harmful risks, the easier it became for them to continue taking risks. Now this confused me, but it also made me incredibly curious. So, as someone with a name that literally means "to explore knowledge," I started searching for a scientific explanation.
Wat ik nog zorgwekkender vond was dat hoe meer ze zichzelf blootstelden aan deze risico's, des te makkelijker het voor hen werd om risico's te blijven nemen. Dit verbaasde me, maar het maakte me ook ongelofelijk nieuwsgierig. Als iemand wiens naam letterlijk 'kennis verkennen' betekent, zocht ik naar een wetenschappelijke verklaring.
Now, it's no secret that teens ages 13 to 18 are more prone to risk-taking than children or adults, but what makes them so daring? Do they suddenly become reckless, or is this just a natural phase that they're going through? Well neuroscientists have already found evidence that the teen brain is still in the process of maturation -- and that this makes them exceptionally poor at decision-making, causing them to fall prey to risky behaviors. But in that case, if the maturing brain is to blame, then why are teens more vulnerable than children, even though their brains are more developed than those of children? Also, not all teens in the world take risks at the same level. Are there some other underlying or unintentional causes driving them to risk-taking? Well, this is exactly what I decided to research.
Het is geen geheim dat tieners tussen 13 en 18 jaar meer risico's nemen dan kinderen of volwassenen, maar wat maakt hen zo avontuurlijk? Worden ze ineens zo roekeloos, of is dit een natuurlijke fase waar ze doorheen gaan? Neurowetenschappers hebben al bewijs gevonden dat het tienerbrein nog in ontwikkeling is -- waardoor ze uitzonderlijk slecht zijn in het nemen van beslissingen en ze slachtoffer worden van risicovol gedrag. Maar als het de schuld is van het ouder wordende brein, waarom zijn tieners dan meer kwetsbaar dan kinderen, ondanks dat hun brein meer ontwikkeld is dan dat van kinderen? Daarbij nemen niet alle tieners over de hele wereld gelijke risico's. Zijn er nog andere onderliggende of onbedoelde oorzaken die hen risico's laten nemen? Dit is precies waar ik besloot onderzoek naar te doen.
So, I founded my research on the basis of a psychological process known as "habituation," or simply what we refer to as "getting used to it." Habituation explains how our brains adapt to some behaviors, like lying, with repeated exposures. And this concept inspired me to design a project to determine if the same principle could be applied to the relentless rise of risk-taking in teenagers. So I predicted that habituation to risk-taking may have the potential to change the already-vulnerable teenage brain by blunting or even eradicating the negative emotions associated with risk, like fear or guilt. I also thought because they would feel less fearful and guilty, this desensitization would lead them to even more risk-taking. In short, I wanted to conduct a research study to answer one big question: Why do teens keep making outrageous choices that are harmful to their health and well-being?
Ik baseerde mijn onderzoek op de basis van een psychologisch proces dat bekend staat als 'gewenning', wat je ook zou kunnen omschrijven als gewoontevorming. Gewenning verklaard hoe onze hersenen zich aanpassen aan bepaald gedrag, bijvoorbeeld liegen, als we er vaker aan blootgesteld worden. Dit concept inspireerde me tot een project dat moest bepalen of hetzelfde grondbeginsel gold bij de enorme groei in risicovol gedrag bij tieners. Ik voorspelde dat gewenning aan het nemen van risico's potentieel het al kwetsbare brein van een tiener kan veranderen door het afzwakken of zelfs uitroeien van negatieve emoties die bij risico horen, zoals angst of schuldgevoel. Ook verwachtte ik dat ze door minder angst en schuldgevoel minder gevoelig waren en meer geneigd tot het nemen van nog meer risico's. Ik wilde een onderzoek uitvoeren dat één belangrijke vraag zou beantwoorden: waarom blijven tieners buitensporige keuzes maken die schadelijk zijn voor hun gezondheid en welzijn?
But there was one big obstacle in my way. To investigate this problem, I needed teenagers to experiment on, laboratories and devices to measure their brain activity, and teachers or professors to supervise me and guide me along the way. I needed resources. But, you see, I attended a high school in South Dakota with limited opportunity for scientific exploration. My school had athletics, band, choir, debate and other clubs, but there were no STEM programs or research mentors. And the notion of high schoolers doing research or participating in a science fair was completely foreign. Simply put, I didn't exactly have the ingredients to make a chef-worthy dish.
Ik had te maken met één grote hindernis. Om dit probleem te onderzoeken, had ik tieners nodig om op te experimenteren, laboratoria en apparatuur om hun hersenactiviteit te meten, en leraren of professoren om me te controleren en te begeleiden. Ik had hulpmiddelen nodig. Maar ik zat in South Dakota op een middelbare school met beperkte mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek. Mijn school had clubs voor sport, muziek, koor, debatteren enzovoorts, maar geen wetenschappelijke programma's of onderzoeksbegeleiders. Het idee dat een scholier onderzoek deed of meedeed aan een wetenschapsbeurs was er vreemd. Ik had dus niet bepaald de ingrediënten om een gerecht van een topkok te maken.
And these obstacles were frustrating, but I was also a stubborn teenager. And as the daughter of Bangladeshi immigrants and one of just a handful of Muslim students in my high school in South Dakota, I often struggled to fit in. And I wanted to be someone with something to contribute to society, not just be deemed the scarf-wearing brown girl who was an anomaly in my homogenous hometown. I hoped that by doing this research, I could establish this and how valuable scientific exploration could be for kids like me who didn't necessarily find their niche elsewhere.
Deze belemmeringen waren frustrerend, maar ik was ook een koppige tiener. Als dochter van immigranten uit Bangladesh en een van de weinige Moslim-studenten op mijn middelbare school in South Dakota, had ik vaak moeite om erbij te horen. En ik wilde iemand zijn die iets kon bijdragen aan de maatschappij, niet alleen gezien worden als het bruine meisje met sjaal, die afweek in mijn woonplaats. Ik hoopte dat door dit onderzoek, ik dit kon aantonen en hoe waardevol het doen van onderzoek kon zijn voor kinderen zoals ik, die niet zo snel ergens hun plekje vonden.
So with limited research opportunities, inventiveness allowed me to overcome seemingly impossible obstacles. I became more creative in working with a variety of methodologies, materials and subjects. I transformed my unassuming school library into a laboratory and my peers into lab rats.
Met beperkte onderzoeksmogelijkheden, hielp vindingrijkheid me over onmogelijk lijkende belemmeringen heen. Ik werd creatief in het werken met verschillende methodes, materialen en proefpersonen. Ik veranderde de bescheiden schoolbibliotheek. in een laboratorium en mijn leeftijdgenoten in proefdieren.
(Laughter)
(Gelach)
My enthusiastic geography teacher, who also happens to be my school's football coach, ended up as my cheerleader, becoming my mentor to sign necessary paperwork. And when it became logistically impossible to use a laboratory electroencephalography, or EEG, which are those electrode devices used to measure emotional responses, I bought a portable EEG headset with my own money, instead of buying the new iPhone X that a lot of kids my age were saving up for.
Mijn enthousiaste aardrijkskundeleraar, die ook de voetbalcoach van de school is, werd mijn cheerleader, en mijn mentor, die het benodigde papierwerk ondertekende. En toen het logistiek onmogelijk werd om gebruik te maken van een elektro-encefalografie-machine, of EEG, die bestaat uit elektroden die emotionele reacties meten, kocht ik een draagbare EEG-headset van mijn eigen geld, in plaats van de nieuwe iPhone X waar veel van mijn klasgenoten voor spaarden.
So finally I started the research with 86 students, ages 13 to 18, from my high school. Using the computer cubicles in my school library, I had them complete a computerized decision-making simulation to measure their risk-taking behaviors comparable to ones in the real world, like alcohol use, drug use and gambling. Wearing the EEG headset, the students completed the test 12 times over three days to mimic repeated risk exposures. A control panel on the EEG headset measured their various emotional responses: like attention, interest, excitement, frustration, guilt, stress levels and relaxation. They also rated their emotions on well-validated emotion-measuring scales. This meant that I had measured the process of habituation and its effects on decision-making. And it took 29 days to complete this research. And with months of frantically drafting proposals, meticulously computing data in a caffeinated daze at 2am, I was able to finalize my results. And the results showed that habituation to risk-taking could actually change a teen's brain by altering their emotional levels, causing greater risk-taking. The students' emotions that were normally associated with risks, like fear, stress, guilt and nervousness, as well as attention, were high when they were first exposed to the risk simulator. This curbed their temptations and enforced self-control, which prevented them from taking more risks. However, the more they were exposed to the risks through the simulator, the less fearful, guilty and stressed they became. This caused a situation in which they were no longer able to feel the brain's natural fear and caution instincts. And also, because they are teenagers and their brains are still underdeveloped, they became more interested and excited in thrill-seeking behaviors.
Uiteindelijk startte ik mijn onderzoek met 86 studenten tussen 13 en 18 jaar van mijn middelbare school. Ik gebruikte de computerhokjes in de bibliotheek van school, ik liet ze op de PC een besluitvormingssimulatie doorlopen om risicogedrag te meten in vergelijking met dat in de echte wereld, zoals alcohol- en drugsgebruik en gokken. Terwijl ze de EEG-headset droegen, rondden de studenten het onderzoek twaalf keer in drie dagen af om herhaalde blootstelling aan risico's te simuleren. Een bedieningspaneel op de EEG-headset mat hun verschillende emotionele reacties: zoals aandacht, interesse, opwinding, frustratie, schuldgevoel, stressniveaus en ontspanning. Ze beoordeelden ook hun emoties in termen van een goed gevalideerd scala aan waarden. Dit betekende dat ik het proces van gewenning had gemeten en zijn effect op besluitvorming. Het duurde 29 dagen om dit onderzoek af te ronden. En na maanden van fanatiek voorstellen schrijven en tintelend van de cafeïne om 2 uur 's nachts data berekenen, kon ik de resultaten afronden. Deze lieten zien dat gewenning aan het nemen van risico's het tienerbrein kon veranderen door het aanpassen van emotionele niveaus, wat leidde tot meer risicovol gedrag. De emoties van de studenten die geassocieerd werden met risico's, zoals angst, stress, schuldgevoel en nervositeit, en ook aandacht, waren sterk toen ze voor het eerst de risicosimulator gebruikten. Dit toomde hun verleidingen in en zorgde voor zelfcontrole, wat voorkwam dat ze meer risico's namen. Hoe meer ze echter blootgesteld werden aan de gesimuleerde risico's, hoe minder angstig, schuldig en gestrest ze werden. Dit zorgde voor een situatie waarin ze niet langer de instinctieve angsten en behoedzaamheid van het brein voelden. En omdat hun tienerbrein nog niet volledig ontwikkeld is, raakten ze enthousiast en geïnteresseerd in het zoeken naar sensatie.
So what were the consequences? They lacked self-control for logical decision-making, took greater risks and made more harmful choices. So the developing brain alone isn't to blame. The process of habituation also plays a key role in risk-taking and risk escalation. Although a teen's willingness to seek risk is largely a result of the structural and functional changes associated with their developing brains, the dangerous part that my research was able to highlight was that a habituation to risks can actually physically change a teen's brain and cause greater risk-taking. So it's the combination of the immature teen brain and the impact of habituation that is like a perfect storm to create more damaging effects. And this research can help parents and the general public understand that teens aren't just willfully ignoring warnings or simply defying parents by engaging in increasingly more dangerous behavior. The biggest hurdle they're facing is their habituation to risks: all the physical, detectable and emotional functional changes that drive and control and influence their over-the-top risk-taking.
Wat waren de gevolgen? Ze misten zelfcontrole voor het nemen van logische beslissingen, namen grotere risico's en maakten schadelijker keuzes. Dus het ontwikkelende brein op zich, is niet de schuldige. Het proces van gewenning speelt ook een grote rol in het nemen van risico's, en het escaleren van risico's. Hoewel de bereidheid om risico's te nemen grotendeels komt door structurele en functionele veranderingen in het ontwikkelende brein van een tiener, is het gevaar dat mijn onderzoek aan het licht bracht, dat gewenning aan risico's het brein van een tiener daadwerkelijk fysiek kan veranderen en kan leiden tot meer risicovol gedrag. Het is de combinatie van het onvolwassen brein van een tiener en de invloed van gewenning dat ideale voorwaarden schept voor meer schadelijke effecten. Dit onderzoek kan ouders en het grote publiek helpen begrijpen dat tieners niet alleen expres waarschuwingen negeren of ouders uitdagen door steeds gevaarlijker gedrag te vertonen. Hun grootste probleem is hun gewenning aan risico's: alle fysieke, meetbare en emotionele functionele veranderingen die hun overdreven risicogedrag sturen, controleren en beïnvloeden.
So yes, we need policies that provide safer environments and limit exposures to high risks, but we also need policies that reflect this insight. These results are a wake-up call for teens, too. It shows them that the natural and necessary fear and guilt that protect them from unsafe situations actually become numb when they repeatedly choose risky behaviors.
Dus we hebben beleid nodig dat zorgt voor veiligere leefomgevingen en die blootstelling aan grote risico's beperken, maar we hebben ook beleid nodig dat dit inzicht gebruikt. Tieners worden door die resultaten ook wakker geschud. Het laat hen zien dat de natuurlijke en nodige angst en schuldgevoelens die hen beschermt tegen onveilige situaties uitdoven wanneer ze herhaaldelijk risicovol gedrag kiezen.
So with this hope to share my findings with fellow teenagers and scientists, I took my research to the Intel International Science and Engineering Fair, or ISEF, a culmination of over 1,800 students from 75 countries, regions and territories, who showcase their cutting-edge research and inventions. It's like the Olympics of science fair.
Met de hoop om mijn bevindingen te delen met mede-tieners en wetenschappers, nam ik mijn onderzoek naar het Intel International Science and Engineering Fair, of ISEF, een verzamelplek voor ruim 1.800 studenten uit 75 landen, regio's en gebieden, die er hun geavanceerde onderzoeken en uitvindingen toonden. Het is de Olympische Spelen van de wetenschapsbeurs.
(Laughter)
(Gelach)
There, I was able to present my research to experts in neuroscience and psychology and garner valuable feedback. But perhaps the most memorable moment of the week was when the booming speakers suddenly uttered my name during the awards ceremony. I was in such disbelief that I questioned myself: Was this just another "La La Land" blunder like at the Oscars?
Ik liet mijn onderzoek zien aan experts in neurowetenschappen en psychologie en kreeg waardevolle feedback. Maar het meest memorabele moment van de week was toen de luidsprekers ineens mijn naam uitriepen tijdens de prijsuitreiking. Ik geloofde het niet en vroeg mezelf af: Was dit weer een "La La Land"-blunder zoals bij de Oscars?
(Laughter)
(Gelach)
Luckily, it wasn't. I really had won first place in the category "Behavioral and Social Sciences."
Dat was het gelukkig niet. Ik had echt de hoofdprijs gewonnen in "Gedrags- en Sociale Wetenschappen".
(Applause)
(Applaus)
Needless to say, I was not only thrilled to have this recognition, but also the whole experience of science fair that validated my efforts keeps my curiosity alive and strengthens my creativity, perseverance and imagination. This still image of me experimenting in my school library may seem ordinary, but to me, it represents a sort of inspiration. It reminds me that this process taught me to take risks. And I know that might sound incredibly ironic. But I took risks realizing that unforeseen opportunities often come from risk-taking -- not the hazardous, negative type that I studied, but the good ones, the positive risks.
Ik hoef niet te zeggen dat ik niet alleen dolblij was met deze erkenning, maar dat de hele wetenschapsbeurs-ervaring mijn werk bekroonde mijn nieuwsgierigheid brandend houdt en mijn creativiteit, doorzettingsvermogen en verbeelding versterkt. Deze foto van mij waarop ik een experiment uitvoer in de bibliotheek op school lijkt heel gewoontjes, maar vertegenwoordigt voor mij een soort inspiratie. Het herinnert me eraan dat dit proces me geleerd heeft risico's te nemen. Ik weet dat het ongelofelijk ironisch klink. Maar ik nam risico's in de wetenschap dat onvoorziene mogelijkheden vaak voortkomen uit het nemen van risico's -- niet het gevaarlijke, negatieve soort dat ik bestudeerd heb, maar de goede, de positieve risico's.
The more risks I took, the more capable I felt of withstanding my unconventional circumstances, leading to more tolerance, resilience and patience for completing my project. And these lessons have led me to new ideas like: Is the opposite of negative risk-taking also true? Can positive risk-taking escalate with repeated exposures? Does positive action build positive brain functioning?
Hoe meer risico's ik nam, des te beter ik werd in omgaan met mijn onconventionele omstandigheden, wat leidde tot meer tolerantie, veerkracht en geduld om mijn project af te ronden. Deze lessen hebben me nieuwe ideeën gegegeven zoals: is het omgekeerde van negatieve risico's nemen ook waar? Kan positief risicovol gedrag escaleren bij herhaaldelijke blootstelling? Leiden positieve handelingen tot positieve werking van de hersenen?
I think I just might have my next research idea.
Ik denk dat ik een idee heb voor mijn volgende onderzoek.
(Applause)
(Applaus)