Let's say that it would take you ten minutes to solve this puzzle. How long would it take if you received constant electric shocks to your hands? Longer, right? Because the pain would distract you from the task. Well, maybe not; it depends on how you handle pain. Some people are distracted by pain. It takes them longer to complete a task, and they do it less well. Other people use tasks to distract themselves from pain, and those people actually do the task faster and better when they're in pain than when they're not. Some people can just send their mind wandering to distract themselves from pain. How can different people be subjected to the exact same painful stimulus and yet experience the pain so differently? And why does this matter? First of all, what is pain? Pain is an unpleasant sensory and emotional experience, associated with actual or potential tissue damage. Pain is something we experience, so it's best measured by what you say it is. Pain has an intensity; you can describe it on a scale from zero, no pain, to ten, the most pain imaginable. But pain also has a character, like sharp, dull, burning, or aching. What exactly creates these perceptions of pain? Well, when you get hurt, special tissue damage-sensing nerve cells, called nociceptors, fire and send signals to the spinal cord and then up to the brain. Processing work gets done by cells called neurons and glia. This is your Grey matter. And brain superhighways carry information as electrical impulses from one area to another. This is your white matter. The superhighway that carries pain information from the spinal cord to the brain is our sensing pathway that ends in the cortex, a part of the brain that decides what to do with the pain signal. Another system of interconnected brain cells called the salience network decides what to pay attention to. Since pain can have serious consequences, the pain signal immediately activates the salience network. Now, you're paying attention. The brain also responds to the pain and has to cope with these pain signals. So, motor pathways are activated to take your hand off a hot stove, for example. But modulation networks are also activated that deliver endorphins and enkephalins, chemicals released when you're in pain or during extreme exercise, creating the runner's high. These chemical systems help regulate and reduce pain. All these networks and pathways work together to create your pain experience, to prevent further tissue damage, and help you to cope with pain. This system is similar for everyone, but the sensitivity and efficacy of these brain circuits determines how much you feel and cope with pain. This is why some people have greater pain than others and why some develop chronic pain that does not respond to treatment, while others respond well. Variability in pain sensitivities is not so different than all kinds of variability in responses to other stimuli. Like how some people love roller coasters, but other people suffer from terrible motion sickness. Why does it matter that there is variability in our pain brain circuits? Well, there are many treatments for pain, targeting different systems. For mild pain, non-prescription medications can act on cells where the pain signals start. Other stronger pain medicines and anesthetics work by reducing the activity in pain-sensing circuits or boosting our coping system, or endorphins. Some people can cope with pain using methods that involve distraction, relaxation, meditation, yoga, or strategies that can be taught, like cognitive behavioral therapy. For some people who suffer from severe chronic pain, that is pain that doesn't go away months after their injury should have healed, none of the regular treatments work. Traditionally, medical science has been about testing treatments on large groups to determine what would help a majority of patients. But this has usually left out some who didn't benefit from the treatment or experienced side effects. Now, new treatments that directly stimulate or block certain pain-sensing attention or modulation networks are being developed, along with ways to tailor them to individual patients, using tools like magnetic resonance imaging to map brain pathways. Figuring out how your brain responds to pain is the key to finding the best treatment for you. That's true personalized medicine.
Laten we zeggen dat je tien minuten nodig hebt om deze puzzel op te lossen. Hoe lang zou het dan duren als je contant elektrische schokken op je handen zou krijgen? Langer, nietwaar? Want de pijn zou je afleiden van je taak. Nou, misschien ook niet: het ligt eraan hoe je omgaat met pijn. Sommige mensen worden erdoor afgeleid. Ze doen langer over een taak en voeren deze minder goed uit. Anderen gebruiken taken juist om zichzelf af te leiden van de pijn en deze mensen voeren de taak vaak sneller en beter uit wanneer zij pijn ervaren, dan wanneer zij deze niet ervaren. Sommigen kunnen hun gedachten laten afdwalen en zichzelf zo afleiden van de pijn. Hoe kunnen verschillende personen aan dezelfde pijn worden blootgesteld maar deze toch zo verschillend ervaren? En waarom is dit belangrijk? Ten eerste: wat is pijn? Pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring, gelinkt aan daadwerkelijke of potentiële weefselschade. Pijn is iets dat we ervaren en wordt dus het best gemeten door wat je zelf aangeeft. Pijn heeft een intensiteit: het is te beschrijven op een schaal van nul, geen pijn, tot tien, de meest denkbare pijn. Maar je kunt ook soorten pijn onderscheiden, zoals scherp, brandend of zeurend. Wat creëert precies deze percepties van pijn? Dit gebeurt er als je je pijn doet. Speciale schadegevoelige zenuwcellen genaamd nociceptoren worden geactiveerd en geven signalen aan het ruggenmerg en vervolgens de hersenen. Het verwerken gebeurt door cellen genaamd neuronen en glia. Dit is je grijze massa. En hersensupersnelwegen dragen informatie in de vorm van elektrische impulsen over van het ene gebied naar het andere. Dat is je witte massa. De supersnelweg die de pijninformatie overdraagt van het ruggenmerg naar de hersenen, is ons waarnemingspad dat eindigt in de cortex, een deel van de hersenen dat beslist wat te doen met het pijnsignaal. Een ander systeem van verbonden hersencellen genaamd het opvallendheidnetwerk bepaalt waar aandacht aan wordt gegeven. Omdat pijn ernstige gevolgen kan hebben, activeert het pijnsignaal onmiddellijk het opvallendheidnetwerk. Nu ben je alert. De hersenen reageren ook op de pijn en moeten omgaan met deze pijnsignalen. Dus, de motorpaden zijn geactiveerd zodat je je hand van een heet fornuis haalt bijvoorbeeld. Maar ook modulatienetwerken worden geactiveerd die endorfines en enkefalines leveren, chemische stoffen die vrijkomen bij pijn of tijdens extreme oefeningen, waardoor de runner's high ontstaat. Deze chemische systemen helpen de pijn te reguleren en te verlichten. Al deze netwerken en paden werken samen om je pijnervaring te creëren, verdere weefselschade te voorkomen en je te helpen met de pijn om te gaan. Dit systeem is voor iedereen gelijk, maar de gevoeligheid en effectiviteit van deze hersencircuits bepaalt hoeveel je voelt en hoe je omgaat met pijn. Daarom ervaren sommige mensen meer pijn dan anderen en ontwikkelen sommigen chronische pijn die niet reageert op behandeling, terwijl anderen hier goed op reageren. Variabiliteit in pijngevoeligheid verschilt niet veel van allerlei variabiliteit in reacties op andere prikkels. Zoals hoe sommigen van achtbanen houden, terwijl anderen daarin vreselijke bewegingsziekte ervaren. Waarom maakt het uit dat er variabiliteit is in onze pijnhersencircuits? Nou, er zijn veel behandelingen tegen pijn gericht op verschillende systemen. Voor lichte pijn kunnen medicijnen zonder recept inwerken op de cellen waar de pijnsignalen ontstaan. Andere sterkere geneesmiddelen en verdovingsmiddelen werken door de activiteit in pijnbespeurende systemen te verminderen of ons verwerkingssysteem te stimuleren, ofwel endorfine. Sommige mensen kunnen pijn verdragen met behulp van dingen zoals afleiding, ontspanning, meditatie, yoga of strategieën die je kan leren, zoals cognitieve gedragstherapie. Voor sommige mensen die ernstige chronische pijn ervaren, dat is pijn die niet weggaat maanden nadat hun letsel had moeten genezen, werkt geen van de reguliere behandelingen. Van oudsher test medische wetenschap behandelingen op grote groepen om te bepalen wat een meerderheid van de patiënten zou helpen. Maar dit geeft vaak geen aandacht aan degenen die er geen baat bij hebben of bijwerkingen ervoeren. Nieuwe behandelingen die stimulansen of juist blokkades vormen voor sommige aandachts- of modulatienetwerken die pijn voelen, zijn in ontwikkeling, samen met manieren om deze op individuele patiënten toe te spitsen met behulp van tools als magnetische röntgenweergave om breinpaden in kaart te brengen. Uitzoeken hoe jouw hersenen reageren op pijn is de sleutel tot het vinden van de beste aanpak voor jou. Dat is pas echt individuele geneeskunde.