You all know this story. In the summer of 1950, Enrico Fermi, the Italian-American physicist and atomic-pile builder, went to lunch at Los Alamos National Laboratory and joined some colleagues there, and asked them a question: "Where is everybody?" This confused his colleagues, obviously, because they were sitting right there with him. And then he had to clarify that he wasn't talking about them. He was talking about the space aliens.
Jullie kennen dit verhaal allemaal. In de zomer van 1950 ging de Italiaans-Amerikaanse natuurkundige en atoomcentrale-bouwer Enrico Fermi lunchen in Los Alamos National Laboratory. Hij ging bij wat collega's zitten en vroeg: "Waar is iedereen?" Dit bevreemdde zijn collega's uiteraard, want ze zaten vlak naast hem. Hij moest uitleggen dat hij niet hen bedoelde. Hij had het over de buitenaardse wezens.
You see, this was only a few years after the supposed flying saucer crash at Roswell, New Mexico. And even though that turned out to be nothing, nothing at all -- (Laughter) -- merely a downed weather balloon piloted by small hairless men with slits for mouths ... Still, America had gone saucer-mad, even famous scientists who were eating lunch. Fermi's reasoning, if I may paraphrase badly, is that the universe is so vast that it stands to reason, there should be other intelligent life out there. And the universe is so old that unless we were the very first civilization ever to evolve, we should have some evidence of their existence by now. And yet, to the best of our knowledge, we are alone.
Dit was slechts enkele jaren na het zogenaamde neerstorten van een UFO bij Roswell, New Mexico. En zelfs al bleek dat niets bijzonders... absoluut niets... (Gelach) -- ...slecht een neergehaalde weerballon, bestuurd door kleine, haarloze mannetjes met monden zonder lippen... Desondanks was Amerika UFO-gek geworden, zelfs beroemde wetenschappers die aan de lunch zaten. Fermi's redenering was ongeveer dat het universum zo groot is dat het aannemelijk is dat er ander intelligent leven zou moeten zijn. En het universum is zo oud dat tenzij we de allereerste geëvolueerde beschaving zijn, we nu toch enig bewijs van hun bestaan moesten hebben. Toch zijn we bij ons beste weten alleen.
"Where is everybody?" asked Fermi, and his colleagues had no answer. Fermi then went on with the same blunt logic to disprove fairies, Sasquatch, God, the possibility of love -- and thereafter, as you know, Enrico Fermi ate alone. (Laughter) Now, I am not a scientist. I have never built an atomic pile. Although, I might argue that, technically, every pile is atomic.
"Waar is iedereen?" vroeg Fermi, en zijn collega's hadden geen antwoord. Fermi ontkrachtte vervolgens met dezelfde botte logica het bestaan van feeën... Bigfoot... God... ...de mogelijkheid van liefde -- waarna, zoals je begrijpt, Enrico Fermi alleen at. (Gelach) Nu ben ik geen wetenschapper. Ik heb nooit een atoomcentrale gebouwd. Hoewel je kan zeggen dat, technisch gezien, elke centrale atomair is.
(Laughter)
(Gelach)
However, with respect, I might point out two possibilities that Enrico Fermi perhaps did not consider. One is that the aliens might be very far away. Perhaps, I dare say, even on other planets. The other possibility -- (Laughter) -- is, perhaps, Enrico Fermi himself was an alien.
Ik wil echter, met respect, twee mogelijkheden aanstippen die Enrico Fermi wellicht niet overwoog. De ene is dat buitenaardse wezens zich misschien héél ver weg bevinden. Misschien zelfs... op andere planeten. De andere mogelijkheid -- (Gelach) -- is dat, misschien, Enrico Fermi zelf een buitenaards wezen was.
(Laughter)
(Gelach)
Think about it. Isn't it a little convenient that in the midst of the World War, out of nowhere, suddenly an Italian scientist showed up with an amazing new technology that would transform everything in the world and darken the history of the human species forever after? And isn't it a little strange that he required no payment for this? That he asked for only one thing -- a gift of two healthy sperm whales? That's -- that's not true. But it is strange.
Bedenk eens even: is het niet erg toevallig dat midden in de Wereldoorlog, uit het niets, plots een Italiaanse wetenschapper opdook met een verbluffende nieuwe technologie die alles op Aarde zou transformeren en de geschiedenis van het menselijk ras voor altijd zou overschaduwen? En is het niet een beetje vreemd dat hij er geen betaling voor vroeg? Dat hij slechts om één ding vroeg: ... twee gezonde potvissen als geschenk? Dat... dat klopt niet. Maar het blijft vreemd.
(Laughter)
(Gelach)
And if Enrico Fermi were indeed a space alien, wouldn't he be the first to have tried to convince his fellow scientists that the space aliens are not already here? For it is given in certain UFO-ology or UFOlogy circles, that the aliens are already here and have been for millennia; that they have walked among us in disguise, observing us, guiding our evolution from ape to man -- if you believe in that sort of thing -- and, occasionally, kidnapping us in their flying saucers and taking us away to have sex with us in pyramids.
Als Enrico Fermi inderdaad buitenaards was, zou hij dan niet de eerste zijn geweest om zijn mede-wetenschappers ervan te overtuigen dat de buitenaardse wezens niet alreeds hier zijn? Want in zekere UFO-ologie-, of UFOlogie-kringen staat vast dat de buitenaardsen reeds millennia hier zijn; dat ze zich in vermomming onder ons bevinden, ons observerend en onze evolutie sturen van aap tot mens -- als je in dat soort dingen gelooft -- en ons bij tijd en wijle ontvoeren in hun vliegende schotels om seks met ons te hebben in piramiden.
(Laughter)
(Gelach)
It's a difficult theory to discount, I think you'll agree.
Een lastige theorie om terzijde te schuiven, vind je ook niet?
(Laughter)
(Gelach)
For even in my own life, there are memories I have that are difficult to explain -- happenings that are so odd and unaccountably weird, that it is difficult to imagine they were not the result of prolonged and frequent contact with aliens throughout my life. For how else will you explain the amazing and absolutely true close encounters that I had and will describe to you now? Encounter one: Ocean City, New Jersey, 1980. This was the summer when the special edition of "Close Encounters of the Third Kind" was released. And I went on vacation with my parents to the Jersey shore. Within 12 hours, I was horribly sunburned, just like Richard Dreyfuss in the movie.
Zelfs in mijn eigen leven zijn er herinneringen die moeilijk uit te leggen zijn -- gebeurtenissen zo vreemd en bizar dat het moeilijk voorstelbaar is dat ze níet het resultaat waren van langdurig en frequent contact met buitenaardsen gedurende mijn leven. Hoe wil je anders de verbluffende en volstrekt ware ontmoetingen verklaren die ik had en die ik je nu zal beschrijven? Ontmoeting 1: Ocean City. New Jersey 1980. Dit was de zomer toen de speciale editie van "Close encounters of the third kind" werd uitgebracht. Ik ging op vakantie met mijn ouders naar de kust van Jersey. Binnen 12 uur was ik vreselijk verbrand, net als Richard Dreyfuss in de film.
(Laughter)
(Gelach)
And so I spent the rest of the vacation largely sitting outside our little rental house at night, the sidewalk still warm from the sun, watching the skies for UFOs. What did I see? Stars, satellites, blinking airplanes -- typical sky junk. Occasionally, kids would come and join me and watch, but their necks soon got sore, and they would go off to the boardwalk to play video games and mingle with humans. I was pretty good at the video games. I was not very good at the other part, so I stayed alone with the cosmos.
Dus zat ik de rest van de vakantie grotendeels 's avonds buiten ons kleine huurhuisje, de stoep nog steeds warm van de zon, te speuren naar UFO's in de lucht. Wat zag ik? Sterren, satelieten, knipperende vliegtuigen -- de gebruikelijke rotzooi. Nu en dan kwamen kinderen me gezelschap houden en meeturen, maar hun nekken raakten spoedig verstijfd, en dan gingen ze naar de promenade voor een videospelletje en contact met menselijke wezens. Ik was redelijk goed in videospelletjes. Niet zo goed in het andere deel. Ik bleef dus alleen achter met de kosmos.
And that's when it happened. An elderly couple came walking down the street. I would say they were in their late seventies, and I would say that they were on a date, because he was wearing a very neat little suit with a yellow tie -- a brown suit. And she was wearing a cardigan, because it was now fully night and a chill was coming in off the ocean. I remember, for some reason, that they were exactly the same height. And then they stopped, and the man turned to me and said, "What are you looking for, flying saucers?"
Toen gebeurde het. Een ouder echtpaar liep door de straat. Ik zou zeggen achter in de zeventig, en waarschijnlijk op een afspraakje, want hij droeg een erg keurig uitziend pak met een gele stropdas -- een bruin pak. Zij droeg een vest, want het was nu volledig donker en een koude bries kwam van de oceaan. Ik herinner me ook dat ze precies even groot waren. Toen stopten ze, en de man draaide zich naar mij en zei: "Waar kijk je naar, vliegende schotels?"
(Laughter)
(Gelach)
You have to admit, that's a pretty boss piece of detective work for an old man on a date. But what was stranger still -- and even I realized it at the time, as a nine-year-old child -- was that they stopped at all. That this old man would interrupt his moonlight stroll with his sweetheart with the precise reason of making fun of a child. "Oh," he said, "little green men." And then his girlfriend joined in, too. "There's no such thing as space men," she said. "There's no such thing." And then they both laughed. "Ha, ha, ha." I looked around. The street was entirely empty. I had stopped hearing the sound of the ocean. It was as though time had stopped. I did not know why they were teasing me. I looked into their strangely angry faces, and I remember wondering, are they wearing rubber masks?
Geef toe, dat is een behoorlijk straf stukje detectivewerk voor een oude man op een afspraakje. Maar wat nog vreemder was -- dat realiseerde ik me zelfs destijds, als negenjarig kind -- was dat ze überhaupt stopten. Dat deze man zijn nachtelijke wandeling met zijn geliefde onderbrak om een kind in de maling te nemen. "Oh," zei hij, "kleine groene mannetjes". Zijn vriendin viel hem bij. "Ruimtemannetjes bestaan niet", zei ze. "Ze bestaan niet." Toen lachten ze beiden: "Ha, ha, ha." Ik keek rond. De straat was uitgestorven. Ik hoorde het geluid van de oceaan niet meer. Het leek alsof de tijd stilstond. Ik weet niet waarom ze me plaagden. Ik keek in hun boze gezichten en vroeg me af: ...dragen ze rubberen maskers?
(Laughter)
(Gelach)
And what would be behind those rubber masks, if they were? Giant, almond-shaped, unblinking eyes? Slits for mouths? The old man crooked his finger as though he were firing a gun, and then he made laser sounds. "Kew, kew, kew -- watch out." And they turned at once and walked away. The old man reached out his knobbly claw for the woman's hand, and found it, and left me alone. Now, you could describe this as a simple misunderstanding -- a strange encounter among humans. Maybe it was swamp gas, but -- (Laughter) -- I know what I saw.
Zo ja, wat bevond zich achter die rubberen maskers? Reusachtige amandelvormige ogen? Monden zonder lippen? De oude man kromde zijn vinger alsof hij een trekker overhaalde, en maakte lasergeluiden. "kjiiew, kjieuw, kjieuw -- pas op!" Ze draaiden zich om en liepen weg. De oude man reikte met zijn knokige klauw naar de hand van de vrouw, vond die, en liet me met rust. Nu zou je dit kunnen beschrijven als een simpel misverstand -- een vreemde ontmoeting onder mensen. Misschien was het moerasgas, maar -- (Gelach) -- ik weet wat ik zag.
Close encounter two: Brookline, Massachusetts, 1984. I went to see the movie "Dune," and a girl talked to me. Now, on its face -- (Laughter) -- this is impossible on its face, I realize -- but it is absolutely true. It was opening night, naturally. I went with my friend Tim McGonigal, who sat on my left. On my right was the girl in question. She had long, curly black hair, a blue jean jacket. I remember, she had some sort of injury to her ankle, an Ace bandage, and she had crutches. She was very tall, I would say. I was starting high school at the time. I would say she was a junior, but I had never seen her before. She didn't go to my school. I didn't know her name, and I never will. She was sitting with someone who I presume was her mother, and they were talking about the novel, "Dune." They were both big fans, mother and daughter -- very unusual. They were talking about how their favorite characters were the giant sandworms. And then it got stranger. That's when she turned to me and said, "Are you looking forward to seeing the movie?"
Ontmoeting no.2: Brookline, Massachusetts. Ik ging de film "Dune" zien, en een meisje praatte met me... Nu is dat -- (Gelach) -- dit is onvoorstelbaar, realiseer ik me -- maar het is absoluut waar. Het was de première, uiteraard. Ik ging met mijn vriend Tim McGonigal, die links van me zat. Rechts van me zat het bewuste meisje. Ze had lang krullend haar, een blauw spijkerjack. Ik herinner me dat ze een blessure aan haar enkel had. Ze droeg een knelverband en had krukken. Ze was erg lang, zou ik zeggen. Ik ging dat jaar naar de middelbare school. Ik zou zeggen dat zij in de onderbouw zat, maar ik had haar nog nooit gezien. Ze ging niet naar mijn school. Ik wist haar naam niet, en zal die nooit weten. Ze zat naast iemand die wellicht haar moeder was, en ze praatten over de roman "Dune". Ze waren beiden grote fans, moeder en dochter -- ...erg ongebruikelijk. Ze praatten over hun favoriete personages: de gigantische zandwormen. Toen werd het vreemder. Ze draaide zich naar me toe en zei: "Verheug je je op de film?"
(Laughter)
(Gelach)
First of all, I was embarrassed because I had not read the novel "Dune" at that time. I was merely a connoisseur of movies featuring desert planets, as I still am.
Allereerst was ik in verlegenheid gebracht omdat ik het boek "Dune" destijds nog niet gelezen had. Ik was slechts een kenner van films over woestijnplaneten, en nog steeds.
(Laughter) But it was also the tone of how she asked the question: apropos of nothing, like she didn't even care about the answer, as though she just wanted to talk to me. I did not know what to say. I said, "Yes." I did not even turn my head. The movie began. I need not remind you that this was David Lynch's version of "Dune," in which all of the characters were sexy and deformed at the same time.
(Gelach) Maar het was de toon waarop ze de vraag stelde: alsof ze niet eens geïnteresseerd was in het antwoord, alsof ze enkel met me wilde praten. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik zei: "Ja." Ik draaide zelfs mijn hoofd niet. De film begon. Ik hoef je niet te vertellen dat dit David Lynchs versie van "Dune" was, waarin alle personages tegelijkertijd sexy en misvormd waren.
(Laughter)
(Gelach)
There was a character called the Third-Stage Guild Navigator, which was a kind of giant, floating fetus-creature that lived in a giant tank with this orange mist of psychedelic spice swirling around him, allowing him to bend space and time. He could never leave the tank or interact with the outside world. He had become, in his isolation, so deformed and so sexy, that he had to talk through a kind of old-timey radio to the outside world, and could never touch them. I mean, I liked him a lot better than the sandworms. The sandworms were fine, but your favorite character? Please.
Er was een personage genaamd de Derdegraads Gilde-navigator, een soort reusachtig, drijvend foetus-wezen dat in een grote tank leefde met oranje mist van psychedelische kruiden die om hem heen krulden, die hem in staat stelden tijd en ruimte te buigen. Hij kon de tank nooit verlaten, en interactie met de wereld was onmogelijk. Hij was, in zijn isolatie, zo gedeformeerd en sexy geworden dat hij door een soort antieke radio met de buitenwereld moest praten, en ze nooit kon aanraken. Ik bedoel, ik vond hem veel leuker dan de zandwormen. De zandwormen waren oké, maar je favoriete personage? Alsjeblieft.
When the movie ended, everyone seemed very happy to get up and get out of the theatre as soon as possible. Except for the girl. As I walked out, her pace slowed. Perhaps it was the crutches, but it seemed -- (Laughter) -- it seemed as though she might want to talk to me again. When I say it out loud, it sounds so ridiculous, but I can only come to the conclusion that it was what, in the alien abductee community, they call a "screen memory": a ridiculous false recollection designed by their brain to cover up some trauma -- say, of being kidnapped and flown off to a sex pyramid.
Toen de film ten einde was, leek iedereen erg blij om op te kunnen staan en zo snel mogelijk de bioscoop te verlaten. Behalve het meisje. Terwijl ik naar buiten liep, vertraagde haar tred. Misschien waren het haar krukken, maar het leek -- (Gelach) ...het leek alsof ze weer met me wilde praten. Als ik het hardop zeg, klinkt het belachelijk, maar ik kan alleen maar concluderen dat het iets was, dat in buitenaards-ontvoerdenkringen een "schermgeheugen" wordt genoemd: een belachelijke valse herinnering, ontworpen door hun brein om een trauma te verhullen -- bijvoorbeeld een ontvoering naar een sekspiramide.
(Laughter)
(Gelach)
And so I sure am glad I did not slow down to talk to her. I sure am glad I never saw her again.
Dus ik ben behoorlijk blij dat ik niet vertraagde om met haar te praten. Ik ben behoorlijk blij dat ik haar nooit meer ben tegengekomen.
Close encounter three: Philadelphia, Pennsylvania, 1989. In the mid-to-late '80s, the novelist Whitley Strieber wrote a book called "Communion," in which he described his own lifelong experiences being abducted by aliens. And he also described the phenomenon known in this community as "lost time," where Whitley Strieber would suddenly become aware that he could not remember the previous ten minutes, or the previous ten hours, or the previous ten days. And would come to the conclusion that that was when the aliens were taking him and giving him rectal probes.
Ontmoeting no.3: Philadelphia, Pennsylvania, 1989. In de tweede helft van de jaren 80 schreef de romanschrijver Whitley Strieber het boek "Communion". Hierin beschrijft hij zijn levenslange ervaringen van ontvoering door buitenaardsen. Hij beschrijft tevens het fenomeen dat bekend staat in deze gemeenschap als "verloren tijd". Strieber werd zich dan plotseling bewust van het feit dat hij zich de afgelopen 10 minuten niet kon herinneren... ...of de afgelopen tien uur ...of de afgelopen tien dagen. Hij kwam tot de conclusie dat dit was wanneer de buitenaardsen hem meenamen en rectale sondes gaven.
(Laughter)
(Gelach)
This book became, naturally, an enormous best-seller. This image by Ted Joseph was from that book, and was his, sort of, police sketch of what the creatures looked like that Whitley Strieber had described to him. And it was so successful that they made it into a movie. And in 1989, the way I remember it, I was in Philadelphia visiting my girlfriend, and we decided, apropos of nothing, to go see this movie. And the way I remember it, the movie featured these details. One: Whitley Strieber was played by Christopher Walken. Two: the alien was played by a rubber puppet.
Dit boek werd uiteraard een enorme bestseller. Deze foto van Ted Joseph was uit dat boek, en was zijn, min of meer, politieschets van de wezens die Whitley Strieber hem had beschreven. Het was zo succesvol dat ze het verfilmden. En in 1989, zoals ik het me herinner, was ik in Philadelphia op bezoek bij mijn vriendin. We besloten op de bonnefooi deze film te gaan zien. Ik herinner me de volgende details van de film. Een: Whitley Strieber werd gespeeld door Christopher Walken. Twee: het buitenaardse wezen werd gespeeld door een rubberen pop.
(Laughter)
(Gelach)
Three: there was a surprisingly long sequence of the film in which the rubber puppet gives Christopher Walken a rectal probe. Four: this was being shown in a regular movie theater in Center City, Philadelphia. Five: all of which is to say, they made a movie out of the book, "Communion," and it starred Christopher Walken. Does something seem strange about this to you? Something odd? Something off? Something wrong with this picture? Think about it. Yes. The answer is: I had a girlfriend. What?
Drie: er was een verrassend lang stuk in de film, waarin de rubberen pop Christopher Walken een rectale sonde gaf. Vier: dit werd getoond in een doodgewone bioscoop in Center City, Philadelphia. Vijf: waarmee ik maar wil zeggen dat ze het boek "Communion" hebben verfilmd, met Christopher Walken in de hoofdrol. Komt je hier iets vreemd aan voor? Iets eigenaardigs? Iets bizars? Iets dat fout lijkt met dit plaatje? Denk eens even. Ja. het antwoord is: ik had een vriendin. Wat?
(Laughter)
(Gelach)
How did this happen? When did this happen? I remember walking out of the theater and becoming suddenly aware of this fact, as we walked hand in hand, and pondering these very same questions. And to this day, I have no answer for you. Close encounter four: the Algarve, Portugal, 1991. Some years later, I and this woman -- we'll call her "Catherine Fletcher" -- (Laughter) -- went traveling through the south of Portugal together. We stayed in old, crumbling, walled cities, in tiny little hotels, and we would climb up to the roof and drink Vinho Verde and watch the sun set and play checkers. What? Did we do this? Really? Does anyone do this? We went to some topless beaches. Excuse me? No, not in my life. For what it's worth, we went to Sagres, which was considered, at the time, to be the end of the world. And there I was chased by a pack of feral dogs on the dock, and the lead dog bit me on the ass, requiring me to go to a strange Portuguese clinic and receive an ass shot. Make of that what you will.
Hoe was dat gebeurd? Wanneer? Ik herinner me dat ik de bioscoop uitkwam en me dit plotseling realiseerde terwijl we hand in hand liepen en deze zelfde vragen overpeinsden ... Tot op heden heb ik geen antwoord voor je. Ontmoeting no. 4: De Algarve, Portugal, 1991. Enkele jaren later gingen deze vrouw -- laten we haar 'Catherine Fletcher' noemen -- (Gelach) en ik samen op reis door het zuiden van Portugal. We logeerden in oude steden met brokkelende muren, in kleine hotelletjes, en we klommen het dak op om Vino Verde te drinken en de zonsondergang te zien en te dammen. Wat? Deden we dit? Echt? Doen mensen zoiets? We gingen naar wat topless-stranden. Pardon? Nee, niet in dit leven. Voor wat het waard is: we gingen naar Sagres, wat destijds beschouwd werd als het einde van de wereld. Daar werd ik op de pier achternagezeten door een roedel wilde honden, waarvan de leider me in mijn kont beet. Hierdoor moest ik naar een vreemde Portugese kliniek voor een kont-injectie. Aan jou wat je daarvan denkt.
(Laughter)
(Gelach)
Our last day in Portugal, we were in the district capital of Faro, and Catherine decided that she wanted to go to the beach one last time. Now, Faro is a bustling little city, and to get to the beach, she explained, you would have to take a bus and then a boat. And did I want to come with? But I was exhausted and dog-bitten, and so I said, "No." I remember what she looked like before she left. The freckles had grown and multiplied on her face and shoulders, clustering into a kind of a tan. A tan, we were both tan -- is this true? Her eyes were extra bright and extra blue, as a result. She was smiling. She was a single woman about to go alone into a country, not even speaking the language, to travel alone by bus and boat to go to a beach she did not know or had never seen. I loved her, and then she went out into that strange, alien land.
Op onze laatste dag in Portugal waren we in districtshoofdstad Faro, en Catherine besloot dat ze een laatste maal naar het strand wilde. Faro is een bedrijvige stad, en ze legde uit dat ze, om bij het strand te komen, met de bus en dan met de boot moest. Wilde ik meekomen? Maar ik was uitgeput en gebeten, dus ik zei nee. Ik herinner me hoe ze er uitzag voor ze wegging. De sproeten waren gegroeid en vermeerderd op haar gezicht en schouders. Ze leek hierdoor extra gebruind. Bruin, we waren allebei bruin -- ... klopt dat? Haar ogen leken extra helder en extra blauw. Ze glimlachte. Ze was een alleenstaande vrouw, die op eigen houtje een land in trok waarvan ze de taal niet eens sprak, om per bus en boot te reizen naar een strand dat ze niet kende en nog nooit gezien had. Ik hield van haar, en toen vertrok ze dat vreemde onbekende land in.
It took me some time to come to my senses. I had my own "lost time" moment, where I woke up and suddenly realized it was very late in the day, almost dinnertime, and she had not come back. Nervous, I went down to the street to look for her. Now, I did not speak Portuguese. I did not know where the beach was. I could not call her on a cell phone because this was 1991, and the aliens had not given us that technology yet.
Het duurde een tijdje voor ik tot bezinning kwam. Ik had mijn eigen 'verloren tijd'-moment, toen ik wakker werd en me plotseling realiseerde dat het reeds laat was -- bijna etenstijd -- en ze nog niet terug was. Nerveus ging ik de straat op om haar te zoeken. Ik sprak geen Portugees. Ik wist niet waar het strand was. Ik kon haar niet mobiel bellen, want dit was 1991, en de buitenaardse wezens hadden ons die technologie nog niet gegeven.
(Laughter)
(Gelach)
I realized that the day would only have two possible outcomes: either Catherine would come back to the hotel, or she would never come back to the hotel. And so I sat down to wait. I did not watch the skies, but the very end of the street where the buses and cars and pedestrians and little scooters were moving along. And I watched those constellations shift, hoping that they would part and I would see her face. It was at that moment, in that very small town of 30,000 or so, that I truly appreciated the vastness of the universe and the searching we might do in it. And that's when the Liberians came along. Five young men -- all laughing, happy, traveling together, coming back to this hotel where they were staying.
Ik realiseerde me dat die dag slechts op twee manieren kon aflopen: ofwel kwam Catherine terug naar het hotel, of ze zou nooit meer terugkomen. Dus ging ik zitten en wachtte. Ik keek niet naar de lucht, maar naar het einde van de straat waar de bussen en auto's en voetgangers en kleine scooters voorbijreden. Ik keek hoe deze constellaties bewogen, en hoopte dat ze zouden wijken en ik haar gezicht zou zien. Op dat moment, in dat kleine stadje van 30.000 inwoners, waardeerde ik pas echt de uitgestrektheid van het universum en onze mogelijke zoektocht daarin. Op dat moment kwamen de Liberianen voorbij. Vijf jonge mannen -- allemaal lachend, blij, samen op reis, die terug kwamen naar dit hotel waar we logeerden.
One of them was named Joseph, and he asked me what was I doing, and I explained. And he said, "Don't worry." He was sure that Catherine would be safe. But he did not seem so very sure, for he sat down to wait with me. And for the next two hours, they all waited with me: taking turns, going up to their room, coming back, telling me jokes, distracting me. Two hours, they gave me a message. We are not alone.
Eén van hen heette Joseph. Hij vroeg me wat ik deed, en ik legde het hem uit. Hij zei: "Maak je geen zorgen." Hij was er zeker van dat Catherine veilig was. Maar hij leek niet zo heel zeker, want hij kwam bij me zitten wachten. De volgende twee uur wachtten ze allemaal met mij: om de beurt. Ze gingen naar boven en kwamen terug. Ze vertelden grappen. Ze leidden me af. Twee uur lang gaven ze me een boodschap: we zijn niet alleen.
And then, in the middle of a sentence, at the very birth of twilight, I turned and looked down the street. The stars aligned, and she came back. She was smiling. She did not understand why I was so worried. Neither did the Liberians, although there was a huge amount of relief in their laughter as they clapped us on the back, and went back up to their room and left us alone in the street, holding hands. An event like this leaves a scar on the memory, much like a piece of alien technology that has been inserted into your buttocks by a "Portuguese doctor."
Toen, in het midden van een zin, op het precieze punt van schemering, draaide ik me om en keek de straat in. De sterren stonden op één lijn, en ze kwam terug. Ze glimlachte. Ze begreep niet waarom ik ongerust was. De Liberianen evenmin, hoewel er veel opluchting in hun gelach klonk toen ze ons op de rug klopten en terug gingen naar hun kamer, en ons achterlieten in de straat, terwijl we handjes vasthielden. Een gebeurtenis als deze is een litteken op je geheugen, net als een stukje buitenaardse technologie dat in je billen is gestopt door een "Portugese dokter".
(Laughter)
(Gelach)
And even now, a decade and a half later, even now that we are married, I look for her still, whenever she is not in the room. And even though, I think you'll agree, it is probable that during the time she was away, she was kidnapped and replaced by an alien clone, I love her and wait for her still.
Zelfs nu, vijftien jaar later, nu we getrouwd zijn, zoek ik haar nog steeds, wanneer ze niet in de kamer is. En zelfs al is ze waarschijnlijk -- dat is wel duidelijk -- gedurende haar afwezigheid ontvoerd en vervangen door een buitenaardse kloon, ik houd van haar en wacht nog steeds.
Thank you for your kind attention.
Dank je wel voor jullie aandacht.
(Applause)
(Applaus)