The stories we tell about each other matter very much. The stories we tell ourselves about our own lives matter. And most of all, I think the way that we participate in each other's stories is of deep importance. I was six years old when I first heard stories about the poor. Now I didn't hear those stories from the poor themselves, I heard them from my Sunday school teacher and Jesus, kind of via my Sunday school teacher. I remember learning that people who were poor needed something material -- food, clothing, shelter -- that they didn't have. And I also was taught, coupled with that, that it was my job -- this classroom full of five and six year-old children -- it was our job, apparently, to help. This is what Jesus asked of us. And then he said, "What you do for the least of these, you do for me." Now I was pretty psyched. I was very eager to be useful in the world -- I think we all have that feeling. And also, it was kind of interesting that God needed help. That was news to me, and it felt like it was a very important thing to get to participate in.
De verhalen die we vertellen over elkaar zijn erg belangrijk. Hoe we elkaar over ons eigen leven vertellen is belangrijk. En vooral, denk ik dat de manier waarop we deelnemen aan elkaars verhalen van groot belang is. Ik was zes jaar toen ik voor het eerst verhalen hoorde over de arme mensen. Nu hoorde ik deze verhalen niet van die arme mensen zelf, ik hoorde ze van een zondagsschoolleraar en van Jezus, een beetje via mijn zondagsschoolleraar. Ik herinner me dat arme mensen behoefte hadden aan iets stoffelijks -- voedsel, kleding, onderdak -- dat ze niet hadden. En daaraan gekoppeld, werd mij ook geleerd dat het mijn taak was -- deze klas met vijf- en zesjarige kinderen -- het was kennelijk onze taak om te helpen. Dit is wat Jezus ons vroeg. En toen zei hij: "Wat je doet voor de minsten, doe je voor mij." Toen was ik aardig verward. Ik was erg gretig om nuttig te zijn in de wereld. Ik denk dat we dat gevoel allemaal kennen. En het was ook nogal interessant dat God hulp nodig had. Dat was nieuw voor mij, en ik voelde dat het heel belangrijk was om daar aan mee te doen.
But I also learned very soon thereafter that Jesus also said, and I'm paraphrasing, the poor would always be with us. This frustrated and confused me; I felt like I had been just given a homework assignment that I had to do, and I was excited to do, but no matter what I would do, I would fail. So I felt confused, a little bit frustrated and angry, like maybe I'd misunderstood something here. And I felt overwhelmed. And for the first time, I began to fear this group of people and to feel negative emotion towards a whole group of people. I imagined in my head, a kind of long line of individuals that were never going away, that would always be with us. They were always going to ask me to help them and give them things, which I was excited to do, but I didn't know how it was going to work. And I didn't know what would happen when I ran out of things to give, especially if the problem was never going away. In the years following, the other stories I heard about the poor growing up were no more positive. For example, I saw pictures and images frequently of sadness and suffering. I heard about things that were going wrong in the lives of the poor. I heard about disease, I heard about war -- they always seemed to be kind of related. And in general, I got this sort of idea that the poor in the world lived lives that were wrought with suffering and sadness, devastation, hopelessness.
Maar ik leerde kort daarna ook dat Jezus ook zei, en ik parafraseer, de armen zullen altijd bij ons zijn. Dit frustreerde en verwarde me. Dit voelde alsof ik huiswerk had gekregen dat ik moest doen en ik leuk vond om te doen, maar waarin ik hoe dan ook niet zou slagen. Dus ik voelde me in verwarring, een beetje gefrustreerd en boos, en ik dacht dat ik misschien iets niet goed begrepen had. En ik voelde me overweldigd. En voor het eerst werd ik bang van die groep mensen en om negatieve gevoelens te hebben over een hele groep mensen verbeeldde ik mij een lange rij mensen die nooit weg zouden gaan, die altijd bij ons zouden blijven. Ze zouden me altijd blijven vragen om hulp en om dingen te geven, wat ik graag wilde doen, maar ik wist niet hoe dat moest. Ik wist niet wat er zou gebeuren als de dingen om te geven opraakten, vooral als het probleem nooit zou verdwijnen. In de jaren die volgden, waren andere verhalen die ik hoorde over opgroeien in armoede niet positiever. Ik zag bijvoorbeeld regelmatig foto's en afbeeldingen van verdriet en leed. Ik hoorde over dingen die verkeerd gingen in de levens van de armen. Ik hoorde over ziekte. Ik hoorde over oorlog. Die altijd met elkaar te maken leken te hebben. En in het algemeen begon ik te denken dat de armen in de wereld een leven leidden dat aaneenhing van leed en verdriet, verwoesting, hopeloosheid.
And after a while, I developed what I think many of us do, is this predictable response, where I started to feel bad every time I heard about them. I started to feel guilty for my own relative wealth, because I wasn't doing more, apparently, to make things better. And I even felt a sense of shame because of that. And so naturally, I started to distance myself. I stopped listening to their stories quite as closely as I had before. And I stopped expecting things to really change. Now I still gave -- on the outside it looked like I was still quite involved. I gave of my time and my money, I gave when solutions were on sale. The cost of a cup of coffee can save a child's life, right. I mean who can argue with that? I gave when I was cornered, when it was difficult to avoid and I gave, in general, when the negative emotions built up enough that I gave to relieve my own suffering, not someone else's. The truth be told, I was giving out of that place, not out of a genuine place of hope and excitement to help and of generosity. It became a transaction for me, became sort of a trade. I was purchasing something -- I was buying my right to go on with my day and not necessarily be bothered by this bad news. And I think the way that we go through that sometimes can, first of all, disembody a group of people, individuals out there in the world. And it can also turn into a commodity, which is a very scary thing. So as I did this, and as I think many of us do this, we kind of buy our distance, we kind of buy our right to go on with our day. I think that exchange can actually get in the way of the very thing that we want most. It can get in the way of our desire to really be meaningful and useful in another person's life and, in short to love.
En na een tijdje ontwikkelde ik, net als veel anderen, deze voorspelbare reactie, dat ik me telkens slecht voelde als ik over ze hoorde. Ik begon me schuldig te voelen over mijn eigen relatieve weelde, omdat ik kennelijk niet meer deed om hun lot te verbeteren. En ik schaamde me er zelfs voor. Met als gevolg dat ik afstand nam. Ik luisterde niet meer zo betrokken naar hun verhalen als van tevoren. En ik verwachtte niet langer dat er echt iets zou veranderen. Ik gaf nog steeds. Van buiten leek het of ik nog erg betrokken was. Ik gaf mijn tijd en mijn geld. Ik gaf als er oplossingen te koop waren. Voor de prijs van een kopje koffie kon ik een kind redden, toch. Wie geeft me daarin ongelijk? Ik gaf als ik voor het blok stond, als het moeilijk te vermijden was, en ik gaf als ik voldoende negatieve gevoelens had opgebouwd om mijn eigen lijden te verlichten, niet dat van iemand anders. Om eerlijk te zijn, gaf ik daarom, niet uit een oorspronkelijk gevoel van hoop en opwinding om te helpen en uit gulheid. Het werd een transactie voor mij, werd een soort handel. Ik kocht iets. Ik kocht mijn recht om verder te gaan met mijn dag en niet meer geplaagd te worden door dit slechte nieuws. En ik denk soms dat de manier waarop we daarmee doorgaan vooral een groep mensen kan afdanken, mensen in de wereld om ons heen. En het kan veranderen in handelswaar, wat erg eng is. Dus wat ik deed, zoals velen van ons, we kopen onszelf als het ware afstand, en we kopen het recht om met ons leven door te gaan. Ik denk dat deze wisseltruc dat wat we het liefste willen, kan hinderen. Het kan in de weg staan van ons verlangen om echt van betekenis en nut te zijn in het leven van een ander, kortom, om lief te hebben.
Thankfully, a few years ago, things shifted for me because I heard this gentleman speak, Dr. Muhammad Yunus. I know many in the room probably know exactly who he is, but to give the shorthand version for any who have not heard him speak, Dr. Yunus won the Nobel Peace Prize a few years ago for his work pioneering modern microfinance. When I heard him speak, it was three years before that. But basically, microfinance -- if this is new to you as well -- think of that as financial services for the poor. Think of all the things you get at your bank and imagine those products and services tailored to the needs of someone living on a few dollars a day. Dr. Yunus shared his story, explaining what that was, and what he had done with his Grameen Bank. He also talked about, in particular, microlending, which is a tiny loan that could help someone start or grow a business. Now, when I heard him speak, it was exciting for a number of reasons. First and foremost, I learned about this new method of change in the world that, for once, showed me, maybe, a way to interact with someone and to give, to share of a resource in a way that wasn't weird and didn't make me feel bad -- that was exciting. But more importantly, he told stories about the poor that were different than any stories I had heard before. In fact, those individuals he talked about who were poor was sort of a side note. He was talking about strong, smart, hardworking entrepreneurs who woke up every day and were doing things to make their lives and their family's lives better. All they needed to do that more quickly and to do it better was a little bit of capital. It was an amazing sort of insight for me.
Gelukkig werd het een paar jaar geleden allemaal anders voor mij toen ik deze man, Dr. Muhammad Yunus, hoorde spreken. Ik weet dat velen in de zaal precies weten wie hij is, maar om een introductie te geven aan iedereen die hem niet heeft horen spreken, Dr. Yunus won een paar jaar geleden de Nobelprijs voor de vrede voor zijn pionierswerk in moderne microfinanciering. Ik hoorde hem drie jaar daarvoor spreken. Maar in principe is microfinanciering -- als dit ook nieuw voor u is -- iets als financiële dienstverlening voor de armen. Denk aan alle zaken die u met uw bank doet en stel u die producten en diensten voor op maat gesneden voor iemand die leeft van een paar dollar per dag. Dr. Yunus vertelde zijn verhaal, legde uit wat het was, en wat hij gedaan had met zijn Grameen Bank. Hij praatte in het bijzonder ook over microkredieten, wat een piepkleine lening is die iemand kan helpen om een zaak te starten of te laten groeien. Toen ik hem hoorde spreken, was dat opwindend om een aantal redenen. Als eerste leerde ik over deze nieuwe manier van verandering die me eindelijk misschien een manier liet zien om met iemand in contact te zijn en om te geven, iets te delen op een manier die niet raar is en me geen slecht gevoel gaf. Dat was opwindend. Maar belangrijker, hij vertelde verhalen over arme mensen die anders waren dan alle verhalen die ik eerder had gehoord. In feite was armoede een bijzaak van de mensen waar hij over sprak. Hij sprak over sterke, slimme, hardwerkende ondernemers die elke dag wakker werden om dingen te doen die hun leven en dat van hun familie verbeterden. Het enige dat ze nodig hadden om dit sneller voor elkaar te krijgen was een klein beetje kapitaal. Het was een geweldig inzicht voor mij.
And I, in fact, was so deeply moved by this -- it's hard to express now how much that affected me -- but I was so moved that I actually quit my job a few weeks later, and I moved to East Africa to try to see for myself what this was about. For the first time, actually, in a long time I wanted to meet those individuals, I wanted to meet these entrepreneurs, and see for myself what their lives were actually about. So I spent three months in Kenya, Uganda and Tanzania interviewing entrepreneurs that had received 100 dollars to start or grow a business. And in fact, through those interactions, for the first time, I was starting to get to be friends with some of those people in that big amorphous group out there that was supposed to be far away. I was starting to be friends and get to know their personal stories. And over and over again, as I interviewed them and spent my days with them, I did hear stories of life change and amazing little details of change.
En in feite was ik hierdoor zo diep geraakt, het is moeilijk om uit te drukken hoe hard het me getroffen heeft, maar ik was zo geraakt dat ik een paar weken later ontslag nam, en verhuisde naar Oost-Afrika om zelf te zien waar het om ging. Eigenlijk voor het eerst in een lange tijd wilde ik die mensen ontmoeten, ik wilde deze ondernemers ontmoeten, en zelf zien waar hun leven om draaide. Dus ik verbleef drie maanden in Kenia, Uganda en Tanzania om ondernemers te interviewen die 100 dollar hadden gehad om een zaak te starten of uit te breiden. En door deze ontmoetingen begon ik in feite voor het eerst bevriend te raken met sommige van deze mensen in die grote amorfe groep daar die ver weg hoorde te zijn. Ik werd vrienden en leerde hun persoonlijke verhalen kennen. En telkens weer, als ik ze interviewde en tijd met hen doorbracht, hoorde ik verhalen over veranderde levens en de verbazingwekkend kleine details van de verandering.
So I would hear from goat herders who had used that money that they had received to buy a few more goats. Their business trajectory would change. They would make a little bit more money; their standard of living would shift and would get better. And they would make really interesting little adjustments in their lives, like they would start to send their children to school. They might be able to buy mosquito nets. Maybe they could afford a lock for the door and feel secure. Maybe it was just that they could put sugar in their tea and offer that to me when I came as their guest and that made them feel proud. But there were these beautiful details, even if I talked to 20 goat herders in a row, and some days that's what happened -- these beautiful details of life change that were meaningful to them. That was another thing that really touched me. It was really humbling to see for the first time, to really understand that even if I could have taken a magic wand and fixed everything, I probably would have gotten a lot wrong. Because the best way for people to change their lives is for them to have control and to do that in a way that they believe is best for them. So I saw that and it was very humbling.
Dus ik kreeg te horen van geitenhoeders die het ontvangen geld hadden gebruikt om een paar geiten bij te kopen. Hun bedrijfsvooruitzichten zouden veranderen. Ze konden een klein beetje meer verdienen. Hun levensstandaard zou verschuiven en verbeteren. En ze konden interessante kleine aanpassingen in hun leven maken, zoals hun kinderen naar school sturen. Ze zouden muskietennetten kunnen kopen. Misschien konden ze een slot op de deur kopen om zich veilig te voelen. Misschien was het maar dat ze suiker in hun thee konden doen en me dat aanbieden als ik op bezoek was waar ze trots op waren. Er waren mooie details, al sprak ik soms met 20 geitenhoeders achter elkaar, dat gebeurde op sommige dagen -- deze mooie details over de verandering in hun leven die van betekenis waren voor hen. Dat was iets anders dat me echt raakte. Het was echt vernederend om voor de eerste keer te zien, om echt te begrijpen dat, zelfs als ik met een toverstokje alles op had kunnen lossen, ik waarschijnlijk veel verkeerd had gedaan. Want de beste manier voor mensen om hun leven te veranderen is om de controle te houden, op een manier die het beste voor hen is. Dus ik zag dat en het maakte me bescheiden.
Anyway, another interesting thing happened while I was there. I never once was asked for a donation, which had kind of been my mode, right. There's poverty, you give money to help -- no one asked me for a donation. In fact, no one wanted me to feel bad for them at all. If anything, they just wanted to be able to do more of what they were doing already and to build on their own capabilities. So what I did hear, once in a while, was that people wanted a loan -- I thought that sounded very reasonable and really exciting. And by the way, I was a philosophy and poetry major in school, so I didn't know the difference between profit and revenue when I went to East Africa. I just got this impression that the money would work. And my introduction to business was in these $100 little infuses of capital. And I learned about profit and revenue, about leverage, all sorts of things, from farmers, from seamstresses, from goat herders. So this idea that these new stories of business and hope might be shared with my friends and family, and through that, maybe we could get some of the money that they needed to be able to continue their businesses as loans, that's this little idea that turned into Kiva.
Maar goed, nog wat interessants gebeurde toen ik daar was. Ik ben niet één keer om een gift gevraagd, wat eigenlijk mijn manier van doen was. Waar armoede is, geef je geld om te helpen. Niemand vroeg me om geld. Helemaal niemand wilde zelfs dat ik me slecht voelde om hen. Ze wilden alleen in staat zijn om meer te doen van wat ze als deden en voortbouwen op hun eigen capaciteiten. Wat ik af en toe hoorde, was dat mensen een lening wilden -- dat klonk voor mij erg redelijk en echt geweldig. En mijn hoofdvakken op school waren filosofie en poëzie, dus ik wist weinig van financiën toen ik naar Oost-Afrika vertrok. Ik had alleen de indruk dat geld zou kunnen werken. En mijn introductie in het zakenleven lag in deze kleine kapitaalinjecties van $100. En ik leerde over winst en opbrengst, over hefboomwerking, allerlei dingen, van boeren, van naaisters, van geitenhoeders. Het idee dat deze nieuwe verhalen over zaken en hoop gedeeld moesten worden met mijn vrienden en familie, en misschien konden we daardoor aan het geld komen dat zij nodig hadden om hun bedrijven te kunnen voortzetten met leningen, dat is het kleine idee dat uitdraaide op Kiva.
A few months later, I went back to Uganda with a digital camera and a basic website that my partner, Matthew, and I had kind of built, and took pictures of seven of my new friends, posted their stories, these stories of entrepreneurship, up on the website, spammed friends and family and said, "We think this is legal. Haven't heard back yet from SEC on all the details, but do you say, do you want to help participate in this, provide the money that they need?" The money came in basically overnight. We sent it over to Uganda. And over the next six months, a beautiful thing happened; the entrepreneurs received the money, they were paid, and their businesses, in fact, grew, and they were able to support themselves and change the trajectory of their lives. In October of '05, after those first seven loans were paid, Matt and I took the word beta off of the site. We said, "Our little experiment has been a success. Let's start for real." That was our official launch. And then that first year, October '05 through '06, Kiva facilitated $500,000 in loans. The second year, it was a total of 15 million. The third year, the total was up to around 40. The fourth year, we were just short of 100. And today, less than five years in, Kiva's facilitated more than 150 million dollars, in little 25-dollar bits, from lenders and entrepreneurs -- more than a million of those, collectively in 200 countries.
Een paar maanden later ging ik terug naar Uganda met een digitale camera en een simpele website die mijn partner Matthew en ik hadden gebouwd, en ik nam foto's van zeven van mijn nieuwe vrienden, plaatste hun verhalen, over ondernemerschap, op de website, spamde vrienden en familie en zei: "We denken dat dit legaal is. We hebben nog niks teruggehoord van de SEC over alle details, maar willen jullie hieraan meedoen, zorgen voor het geld dat zij nodig hebben?" Het geld was de volgende dag al binnen. We stuurden het naar Uganda. En in de zes maanden daarna, gebeurde er iets moois; de ondernemers ontvingen het geld, ze werden betaald, en hun bedrijfjes groeiden, en ze konden zichzelf onderhouden en hun levensloop veranderen. In oktober 2005, nadat die eerste zeven leningen betaald waren, haalden Matt en ik het woordje beta van de site af. We zeiden: "Ons experimentje is een succes geworden. Laten we nu in het echt beginnen." Dat was de officiële start. En dat eerste jaar, van oktober 2005 tot 2006, faciliteerde Kiva $ 500.000 aan leningen. Het tweede jaar was het totaal 15 miljoen. Het derde jaar lag het totaal rond de 40. Het vierde jaar net iets minder dan 100. En vandaag, in minder dan vijf jaar, heeft Kiva meer dan 150 miljoen dollar gefaciliteerd, in stukjes van $25, van uitleners en ondernemingen -- meer dan een miljoen, gezamenlijk uit 200 landen.
So that's where Kiva is today, just to bring you right up to the present. And while those numbers and those statistics are really fun to talk about and they're interesting, to me, Kiva's really about stories. It's about retelling the story of the poor, and it's about giving ourselves an opportunity to engage that validates their dignity, validates a partnership relationship, not a relationship that's based on the traditional sort of donor beneficiary weirdness that can happen. But instead a relationship that can promote respect and hope and this optimism that together we can move forward. So what I hope is that, not only can the money keep flowing forth through Kiva -- that's a very positive and meaningful thing -- but I hope Kiva can blur those lines, like I said, between the traditional rich and poor categories that we're taught to see in the world, this false dichotomy of us and them, have and have not. I hope that Kiva can blur those lines. Because as that happens, I think we can feel free to interact in a way that's more open, more just and more creative, to engage with each other and to help each other.
Dat is waar Kiva vandaag is, om u weer terug te brengen naar het heden. Het is plezierig om over die cijfers en statistieken te praten, en ze zijn interessant, maar voor mij gaat Kiva meer over de verhalen. Het gaat over het doorvertellen van het verhaal van arme mensen, en het gaat erom onszelf een gelegenheid te geven ons te verbinden, die hun waardigheid bevestigt, die een partnerschaprelatie bevestigt, geen relatie die gebaseerd is op het traditionele soort donor-begunstigde-bevreemding die kan gebeuren. In plaats daarvan een relatie die respect kan bevorderen en ook hoop en optimisme dat we samen vooruit kunnen komen. Dus wat ik hoop is dat niet alleen het geld door blijft stromen via Kiva -- dat is heel positief en betekenisvol -- maar ik hoop dat Kiva de scheidslijnen kan vervagen tussen de traditioneel rijke en arme categorieën die we hebben leren kennen in de wereld, deze valse tweedeling tussen wij en zij, bezit en bezitloos. Ik hoop dat Kiva die lijnen kan vervagen. Want, als dat gebeurt, denk ik dat we ons vrij kunnen voelen om contact te hebben op een manier die opener is, rechtvaardiger en creatiever, om met elkaar om te gaan en elkaar te helpen.
Imagine how you feel when you see somebody on street who is begging and you're about to approach them. Imagine how you feel; and then imagine the difference when you might see somebody who has a story of entrepreneurship and hard work who wants to tell you about their business. Maybe they're smiling, and they want to talk to you about what they've done. Imagine if you're speaking with somebody who's growing things and making them flourish, somebody who's using their talents to do something productive, somebody who's built their own business from scratch, someone who is surrounded by abundance, not scarcity, who's in fact creating abundance, somebody with full hands with something to offer, not empty hands asking for you to give them something. Imagine if you could hear a story you didn't expect of somebody who wakes up every day and works very, very hard to make their life better. These stories can really change the way that we think about each other. And if we can catalyze a supportive community to come around these individuals and to participate in their story by lending a little bit of money, I think that can change the way we believe in each other and each other's potential.
Denk je in hoe je je voelt als je iemand op straat ziet bedelen en je ze tegemoet loopt. Stel je voor hoe het voelt. En stel je dan het verschil voor als je iemand ziet met een verhaal over ondernemerschap en hard werken die je over hun bedrijf wil vertellen. Misschien lachen ze en willen ze met je praten over wat ze gedaan hebben. Stel je voor dat je praat met iemand die dingen laat groeien en bloeien, mensen die hun talenten gebruiken om iets productiefs te doen, mensen die hun eigen zaak van de grond af hebben opgebouwd, iemand die is omgeven door overvloed, geen schaarste, die in feite de overvloed zelf maakt, iemand met volle handen die iets aanbieden, geen lege handen die je vragen om hen iets te geven. Stel je voor dat je een onverwacht verhaal zou kunnen horen van iemand die elke dag wakker wordt en heel, heel hard werkt om zijn leven te verbeteren. Deze verhalen kunnen de manier waarop wij over elkaar denken veranderen. En als wij een ondersteunende gemeenschap kunnen katalyseren om deze mensen tegemoet te komen en aan hun verhaal deel te nemen door een beetje geld uit te lenen, kan dat de manier waarop we in elkaar geloven veranderen en in elkaars potentieel.
Now for me, Kiva is just the beginning. And as I look forward to what is next, it's been helpful to reflect on the things I've learned so far. The first one is, as I mentioned, entrepreneurship was a new idea to me. Kiva borrowers, as I interviewed them and got to know them over the last few years, have taught me what entrepreneurship is. And I think, at its core, it's deciding that you want your life to be better. You see an opportunity and you decide what you're going to do to try to seize that. In short, it's deciding that tomorrow can better than today and going after that. Second thing that I've learned is that loans are a very interesting tool for connectivity. So they're not a donation. Yeah, maybe it doesn't sound that much different. But in fact, when you give something to someone and they say, "Thanks," and let you know how things go, that's one thing. When you lend them money, and they slowly pay you back over time, you have this excuse to have an ongoing dialogue. This continued attention -- this ongoing attention -- is a really big deal to build different kinds of relationships among us. And then third, from what I've heard from the entrepreneurs I've gotten to know, when all else is equal, given the option to have just money to do what you need to do, or money plus the support and encouragement of a global community, people choose the community plus the money. That's a much more meaningful combination, a more powerful combination.
Voor mij is Kiva pas het begin. En als ik vooruit kijk naar wat volgt, is het nuttig om na te denken over de dingen die ik tot dusver heb geleerd. Het eerste: ondernemerschap was een nieuw concept voor mij. Kiva-ontleners, die ik de laatste jaren interviewde en heb leren kennen, hebben me geleerd wat ondernemerschap is. En de kern is, te besluiten dat je een beter leven wilt. Je ziet een kans, en je besluit wat je gaat doen om die te pakken. Kortom, het is besluiten dat morgen beter kan zijn dan vandaag en daar naar handelen. Ik heb geleerd dat leningen een middel zijn om te verbinden. Het zijn geen donaties. Misschien klinkt het niet heel anders. Maar als je iets geeft aan iemand en ze zeggen "Dank je wel", en laten je weten hoe het gaat, is dat al iets. Als je ze geld leent en ze betalen je langzaam terug na verloop van tijd, dan heb je een excuus om de dialoog voort te zetten. Deze voortgezette aandacht, deze doorlopende aandacht, is een belangrijk doel om verschillende soorten relaties tussen ons op te bouwen. En ten derde, wat ik hoorde van de ondernemers die ik heb leren kennen, als alles verder gelijk is, als de keuze is tussen alleen het geld om te doen wat je wilt, of het geld plus de steun en aanmoediging van een wereldwijde gemeenschap, dan kiezen mensen voor de gemeenschap plus het geld. Dat is een combinatie met meer betekenis, een krachtiger combinatie.
So with that in mind, this particular incident has led to the things that I'm working on now. I see entrepreneurs everywhere now, now that I'm tuned into this. And one thing that I've seen is there are a lot of supportive communities that already exist in the world. With social networks, it's an amazing way, growing the number of people that we all have around us in our own supportive communities, rapidly. And so, as I have been thinking about this, I've been wondering: how can we engage these supportive communities to catalyze even more entrepreneurial ideas and to catalyze all of us to make tomorrow better than today? As I've researched what's going on in the United States, a few interesting little insights have come up. So one is that, of course, as we all might expect, many small businesses in the U.S. and all over the world still need money to grow and to do more of what they want to do or they might need money during a hard month. But there's always a need for resources close by. Another thing is, it turns out, those resources don't usually come from the places you might expect -- banks, venture capitalists, other organizations and support structures -- they come from friends and family. Some statistics say 85 percent or more of funding for small businesses comes from friends and family. That's around 130 billion dollars a year -- it's a lot. And third, so as people are doing this friends and family fundraising process, it's very awkward, people don't know exactly what to ask for, how to ask, what to promise in return, even though they have the best of intentions and want to thank those people that are supporting them.
Dus met dat in gedachten, heeft dit specifiek voorval geleid tot de dingen waarmee ik me nu bezighoud. Ik zie nu overal ondernemers, nu ik erop let. En wat ik heb gezien is dat er al een hoop ondersteunende gemeenschappen bestaan. Met sociale netwerken, is het een geweldige manier, groeit het aantal mensen die we om ons heen hebben razendsnel in ondersteunende gemeenschappen. En dus, wat ik hierover heb bedacht, Ik vroeg me af: hoe kunnen we deze gemeenschappen gebruiken om nog meer ondernemende ideeën voort te brengen en om ons allemaal te katalyseren om morgen beter dan vandaag te maken? Toen ik heb onderzocht wat er aan de hand is in de Verenigde Staten, kwamen er een paar interessante inzichten in me op. Een is dat, zoals we allemaal kunnen verwachten, veel kleine bedrijfjes in de VS en over de hele wereld hebben nog steeds geld nodig om te groeien en te doen wat ze willen, of ze hebben geld nodig tijdens een zware maand. Maar er ligt altijd een behoefte aan middelen op de loer. Iets anders is, het blijkt dat die middelen meestal niet komen van plaatsen die je zou verwachten -- banken, investeerders, andere organisaties en hulpstructuren -- ze komen van vrienden en familie. Volgens statistieken is ruim 85% van de financiering van kleine bedrijfjes afkomstig van vrienden en familie. Dat is zo'n 130 miljard dollar per jaar. Dat is veel. En ten derde als mensen geld ophalen bij vrienden en familie is dat nogal onhandig, want mensen weten niet hoe en wat ze moeten vragen, tegen welke tegenprestatie, zelfs als ze de beste bedoelingen hebben en de mensen die hen helpen willen bedanken.
So to harness the power of these supportive communities in a new way and to allow entrepreneurs to decide for themselves exactly what that financial exchange should look like, exactly what fits them and the people around them, this week actually, we're quietly doing a launch of Profounder, which is a crowd funding platform for small businesses to raise what they need through investments from their friends and family. And it's investments, not donations, not loans, but investments that have a dynamic return. So the mapping of participating in the story, it actually flows with the up and down. So in short, it's a do-it-yourself tool for small businesses to raise these funds. And what you can do is go onto the site, create a profile, create investment terms in a really easy way. We make it really, really simple for me as well as anyone else who wants to use the site. And we allow entrepreneurs to share a percentage of their revenues. They can raise up to a million dollars from an unlimited number of unaccredited, unsophisticated investors -- everyday people, heaven forbid -- and they can share those returns over time -- again, whatever terms they set. As investors choose to become involved based on those terms, they can either take their rewards back as cash, or they can decide in advance to give those returns away to a non-profit. So they can be a cash, or a cause, investor. It's my hope that this kind of tool can show anybody who has an idea a path to go do what they want to do in the world and to gather the people around them that they already have, the people that know them best and that love them and want to support them, to gather them to make this happen.
Dus om de kracht van deze gemeenschappen vernieuwend in te zetten en om ondernemers voor zichzelf te laten besluiten hoe de financiële uitwisseling er precies uit zou moeten zien, wat hen past en de mensen rond hen heen, zijn we deze week in stilte gestart met Profounder, een crowd funding website waarmee kleine bedrijfjes geld op kunnen halen door investeringen van hun vrienden en familie. Het gaat om investeringen, geen donaties, geen leningen, maar investeringen die een dynamische opbrengst hebben. Dus de inzet van deelname aan het verhaal golft in werkelijkheid op en neer. Kortom, het is een doe-het-zelf-gereedschap voor kleine bedrijfjes om fondsen te werven. En wat je kunt doen is naar de site gaan, een profiel aanmaken, en eenvoudig investeringsvoorwaarden opgeven. We maken het heel echt simpel voor mij en voor anderen die de site willen gebruiken. We staan ondernemers toe om een percentage van hun opbrengst te delen. Ze kunnen wel tot een miljoen dollar ophalen bij een onbeperkt aantal van niet-geaccrediteerde, onervaren investeerders -- gewone mensen, god verhoede -- en ze kunnen hun opbrengst delen na een tijd -- nogmaals, onder welke voorwaarden ze afspreken. Als investeerders kiezen om betrokken te raken op die voorwaarden, kunnen ze hun beloning opnemen in contanten, of ze kunnen besluiten om die opbrengst aan een non-profit organisatie te schenken. Dus ze kunnen investeren om geld of een reden. Ik hoop dat zo'n gereedschap aan iedereen die een idee heeft een pad toont voor wat ze willen doen in de wereld en de mensen om hen heen verzamelen die ze al hebben, de mensen die hen het beste kennen en hen liefhebben en willen ondersteunen, te verzamelen en dit laten gebeuren.
So that's what I'm working on now. And to close, I just want to say, look these are tools. Right now, Profounder's right at the very beginning, and it's very palpable; it's very clear to me, that it's just a vessel, it's just a tool. What we need are for people to care, to actually go use it, just like they've cared enough to use Kiva to make those connections. But the good news is I don't think I need to stand here and convince you to care -- I'm not even going to try. I don't think, even though we often hear, you know, hear the ethical and moral reasons, the religious reasons, "Here's why caring and giving will make you happier." I don't think we need to be convinced of that. I think we know; in fact, I think we know so much, and it's such a reality that we care so deeply, that in fact, what usually stops us is that we're afraid to try and to mess up, because we care so very much about helping each other and being meaningful in each other's lives.
Dus daar werk ik nu aan. En om af te ronden, wil ik zeggen, kijk dit zijn gereedschappen. Op dit moment is Profounding helemaal aan het begin, en het is tastbaar, maar het is ook gewoon een stuk gereedschap. We hebben mensen nodig die het echt gaan gebruiken, zoals ze ook Kiva gebruiken. om die verbindingen te maken. Maar ik denk niet dat ik u daarvan nog moet overtuigen. Ik ga het niet eens proberen. Ik denk het niet, hoewel we vaak horen over de ethische en morele redenen, de religieuze redenen: "Dit is waarom zorgen en geven je gelukkiger zal maken." Ik geloof niet dat we hiervan overtuigd moeten worden. Dat weten we wel. In feite denk ik dat we zoveel weten, en het is een realiteit dat we ons zo diep bezorgd maken, dat wat ons gewoonlijk tegenhoudt is dat we bang zijn om het te verknoeien, omdat we ons zo bezorgd maken om elkaar te helpen en belangrijk te zijn in elkaars levens.
So what I think I can do today, that best thing I can give you -- I've given you my story, which is the best I can do. And I think I can remind us that we do care. I think we all already know that. And I think we know that love is resilient enough for us to get out there and try. Just a sec.
Dus wat ik vandaag kan doen, het beste dat ik je kan geven -- Ik heb je mijn verhaal gegeven, het beste dat ik kan doen. En ik kan ons eraan herinneren dat we bezorgd zijn. Ik denk dat we dat al weten. En we weten dat liefde voor ons veerkrachtig genoeg is om het gewoon te proberen. Even wachten.
(Applause)
(Applaus)
Thanks.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)
Thanks.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)
For me, the best way to be inspired to try is to stop and to listen to someone else's story. And I'm grateful that I've gotten to do that here at TED. And I'm grateful that whenever I do that, guaranteed, I am inspired -- I am inspired by the person I am listening to. And I believe more and more every time I listen in that that person's potential to do great things in the world and in my own potential to maybe help. And that -- forget the tools, forget the moving around of resources -- that stuff's easy. Believing in each other, really being sure when push comes to shove that each one of us can do amazing things in the world, that is what can make our stories into love stories and our collective story into one that continually perpetuates hope and good things for all of us. So that, this belief in each other, knowing that without a doubt and practicing that every day in whatever you do, that's what I believe will change the world and make tomorrow better than today.
Voor mij is de beste manier om geïnspireerd te raken om het te proberen even stoppen en luisteren naar het verhaal van iemand anders. En ik ben dankbaar dat ik dat hier bij TED heb kunnen doen. En ik ben dankbaar dat als ik dat doe, ik gegarandeerd geïnspireerd word, ik ben geïnspireerd door de persoon naar wie ik luister. En ik geloof steeds vaker dat telkens als ik luister in wat iemand voor grootse dingen kan doen in de wereld en in mijn eigen kunnen om misschien te helpen. En dat -- vergeet de gereedschappen, en het heen en weer schuiven van middelen -- dat spul is eenvoudig. Geloven in elkaar, echt zeker zijn als het erop aan komt dat elk van ons geweldige dingen kan doen in de wereld, dat is wat van onze verhalen liefdesverhalen kan maken en ons gezamenlijk verhaal in eentje dat doorlopend de hoop bestendigt en goede dingen voor ons allemaal. Dus dat, dit geloof in elkaar, weten dat zonder twijfel en dat in de praktijk brengen bij wat je dan ook doet, dat zal de wereld veranderen en morgen beter maken dan vandaag.
Thank you.
Dank u.
(Applause)
(Applaus)